NL7907516A - Kunststofbuis verbindingsstuk. - Google Patents

Description

78 5179/vcLV/asm ^

Aanvraagster : Vavin B'.Y. te Zwolle*

Titel : "Kunststofbuis verbindingsstuk".

Be uitvinding heeft betrekking op een kunststofbuisverbindings-stuk, omvattende een in hoofdzaak cylindrisch mofeinde, welk mof-einde via een scharnierende, naar binnen gerichte ribbel, overgaat in een hol verbindingslichaam.

5 Een dergelijk kunststofbuis verbindingsstuk voor het vormen van een flexibele koppeling bij toepassing van moffen, is bekend.

Het betreft hier een kunststofbuisverbindingsstuk met twee cylin-drische mofeinden, waarbij elk mofeinde via een naar binnen gerichte ribbel, die tevens een stootrand vormt voor een indringend buis de el, 10 overgaat in een hol verbindingslichaam met dezelfde binnendiameter als de binnendiameter ter plaatse van de naar binnen gerichte ribbel.

Een dergelijk kunststofbuisverbindingsstuk heeft het nadeel, dat alle verdraaiingen opgevangen moeten worden ter plaatse van 15 de ribbel, waardoor zeer snel beschadigingen optreden.

Anderzijds is ook bekend om een flexibele buiskoppeling te verkrijgen door toepassing van een buisverbindingsstuk waarbij het gehele mofeinde van golvingen is voorzien, in het bijzonder een mofeinde met drie opéénvolgende golvende gedeelten, doch hierbij 20 treedt het bezwaar op dat de mof in de golfdalen en toppen vaak beschadigd wordt en de afdichting moeilijk is. Hen eist derhalve in de praktijk een kunststofbuisverbindingsstuk met een cylindrisch mofeinde.

Be uitvinding beoogt nu een kunststofbuisverbindingsstuk van 25 het bovengenoemde type te verschaffen, waarbij enerzijds voldaan wordt aan de eis van een cylindrisch mofeinde ter verkrijging van een goede afdichting en anderzijds aan de eis van een voldoende flexibiliteit zonder gemakkèüjke beschadiging van de kunststof-buisverbindingsstukken.

50 Bit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het hol verbindingslichaam tenminste een gedeelte van grotere diameter bezit dan het mofeinde en dan het aan de andere zijde van het holle verbindingslichaam gekgen gedeelte van het kunststofbuisverbindings- 7907516 -2- stuk.

Op deze «ij ze bereikt men door bet cylindrische mof einde een goede afdichting en anderzijds een goede vervormingsmogelijkheid van het geheel door de aanwezigheid van een hol verbindingslichaam 5 dat tenminste over een gedeelte een grotere diameter bezit dan het mofeinde.

bijzondere goede kunststofbuisverbindingsstukken worden verkregen bij het opvallen van het holle verbindingslichaam met een elastisch materiaal» bij voorkeur een elastisch kunststof schuim. Bij 10 toepassing van dit materiaal blijven de plaatselijke vervormingen van het mofeinde sterk beperkt, terwijl anderzijds het aanwezige schuim een zeer goede vervorming in alle richtingen toelaat, zonder dat deze vervormingskrachten uitsluitend inwerken op het verbindingslichaam· 15 Zeer doelmatig bevindt zich ter weerszijden van het hol verbindingslichaam een naar binnen gerichte ribbel, welke beide ribbels bij voorkeur gelijk zijn.

Een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm vaqéen kunststofbuis-verbindingsstuk volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat 20 op beide ribbels een mofeinde aansluit voor het aansluiten van buiedelen.

In elk mof einde bevindt zich doelmatig een rondlopende groef-kamer, die bij voorkeur gevormd is door vervorming van de wand.

Be uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand Van een 25uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening waarin: fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm toont van een kunststofbuis-verbindingsstuk volgens de uitvinding en fig. 2 een kunststofbuisverbindingsstuk met twee mof einden.

In fig. 1 is een kunststofbuisdeel 1 weergegeven, zoals uit 30polyvinyl chloride, voorzien van een verwijd mof einde 2 waarin door vervorming van de wand van het mofeinde een rondlopende groefkamer 3 is gevormd.

Yoor het verkrijgen van een flexibele koppeling, is het naar binnen gelegen einde van de mof 2 voorzien van een naar binnen ge-35richte ribbel 4, waarvan de binnendiameter bij voorkeur overeenkomt met de binnendiameter van een in een dergelijk buisverbindings-stuk op te nemen indringend buisdeel 6.

Yoor de afdichting tussen indringend buisdeel 6 en mofeinde 2 is in de groefkamer 3 een afdiehtring 7 opgenomen.

7907516 -5-

Ter verkrijging van een goede flexibiliteit bij een buiskop-peling, sluit op de naar binnen gerichte ribbel 4 een naar buiten gerichte ribbel of verbindingslichaam 5 aan, met een buitendiameter die aanzienlijk groter is dan de buitendiameter van het mof einde.

5 Bij toepassing van dit holle verbindingslichaam in de vorm van de rondlopende ribbel 5» verkrijgt men een goede vervormingsmogelijk-heid van het verbindingsstuk.

Gebleken is, dat bijzonder goede resultaten verkregen worden wanneer men het holle verbindingslichaam in de vorm van de rond-10 lopende ribbel 5 opvult met een elastisch materiaal, in het bijzonder een elastisch kunststof schuim 8, bij voorkeur polyurethan-schuim.

In fig. 2 is een andere uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij het buisdeel 1 vervangen is door een tweede cilindrisch mofeinde 2f, 1? welk cylindrisch mof einde 2' via een naar binnen gerichte ribbel 4* aansluit op het holle verbindingslichaam in de vorm van de rondlopende ribbel 5 met aanzienlijk grotere diameter dan de diameter van de cylindrische mofeinden 2 en 2’.

Het mof einde is ook hier weer voorzien van een groefkamer 3*» 20 waarin een afdichtingsring 7' is opgenomen.

Het in fig. 1 getoonde buisdeel kan een in hoofdzaak onvervorm-baar bochtstuk, T-stuk of ander hulpstuk zijn.

- conclusies - 7907516

Claims (9)

1. Zunststofbuisverbindingsstuk, omvattende een in hoofdzaak cylindriseh mof einde, welk mof einde via een scharnierende, naar binnen gerichte ribbel overgaat in een hol verbindingslichaam, met het kenmerk, dat het hol verbindingslichaam (5) 3 tenminste een gedeelte van grotere diameter bezit dan het mofeinde en dan het aan de andere zijde van het holle verbindingslichaam gelegen gedeelte van het knnststofbuisverbindingsstuk.

2. Zunststofbuisverbindingsstuk volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het holle verbindingslichaam (5) met 10 een elastisch materiaal (8) gevuld is.

" 3. Eunststofverbindingsstuk volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat het holle verbindingslichaam (5) epge-vuld is met een elastisch kunststof schuim (8).

4. Eunststofbuisverbindingstuk volgens één of meer der voor-15 gaande conclusies, met het kenmerk, dat ter weerszijden van het hol verbindingslichaam een naar binnen gerichte ribbel (4t 4') aanwezig is.

5. Zunststofbuisverbindingsstuk volgens conclusie 4> 1 e t het kenmerk, dat beide ribbels (4» 4') gelijk zijn.

6. Zunststofbuisverbindingsstuk volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op beide ribbels (4, 4') een mofeinde (2, 2*) aansluit.

7. Eunststo^eriindingsstuk, met het kenmerk, dat in elke mof een rondlopende groefkamer (3, 3') is aangebracht.

8. Zunststofbuisverbindingsstuk volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ronde groefkamer (3, 3') gevormd is door vervorming van de wand van de mof. 7907516 -5-

9. Bulsverbinding omvattende een Indringend buisdeel en een kunststofbuisverbindingsstdk, met het kenmerk, dat men een kunststofbuisverbindingsstuk volgens één of meer der voorgaande conclusies toepast. 7907516