NL7900172A

NL7900172A - Buisdeel met mof, voorzien van langskanalen.

Info

Publication number: NL7900172A
Application number: NL7900172A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1979-01-09
Filing date: 1979-01-09
Publication date: 1980-07-11
Also published as: ES259161Y; CA1142561A; DE3050027A1; ES259161U; ES259160U; DE3000181C2; NL175223C; DK7680A; ATE4742T1; DK150389B; FR2446434A1; EP0013457A1; US4344461A; AU5432280A; AU534978B2; JPS638352B2; DE2966212D1; DE3000181A1; DK150389C; EP0013457B1

Description

... 1 -- 78 515 2/v dV/'.ï e.

Aanvraagster : V/avin 3.T.r., te 3wolle. j | ï

Titel i Buisdeel met mof, voorzien van iangskanalen.

De uitvinding heeft betrekking op een buisdeel met mof voorzien van in de wand in langsrichting verlopende kanalen.

Sen dergelijk buisdeel met mof is bekend. Bij dit bekende buisdeel met mof eindigen de in de wand van het buisdeel in langsrichtin j 5 verlopende kanalen ter plaatse van de overgang tussen het buisdeel ei de mof. Sen dergelijke mof brengt met zich mee dat men bij het uitgaan van een buisdeel met in de wand in langsrichting verlopende kanalen deze Iangskanalen over de gehele lengte van de mof moet samendrukken onder vorming van een mofwanddeel zonder in langsrich-10 ting verlopende kanalen. Dit geeft in de praktijk grote moeilijk heden. Vieliswaar kan men de wanden over de lengte van de mof samendrukken, maar de materiaaleigenschappen van de daarbij verkregen mof zijn vaak onvoldoende.

i Het vastlassen van een, de mof vormend buisdeel, aan het buis- 15 j deel voorzien van in de wand in langsrichting verlopende kanalen | geeft ook grote moeilijkheden daar men eerst de in langsrichting | verlopende kanalen van het buisdeel aan de einden moet afsluiten J door het aanbrengen van een eindwand, die dan tegelijkertijd dienst kan doen voor de verbinding met de te vormen mof.

20 De uitvinding beoogt nu een buisdeel met mof te verschaffen, voorzien van in de .wand in langsrichting verlopende kanalen, welk buisdeel gekenmerkt is doordat de kanalen, al dan niet onderbroken, zich in de wand tenminste gedeeltelijk over de lengte van de mof voortzetten.

25 Een dergelijk buisdeel met mof biedt het grote voordeel dat de mof in hoofdzaak dezelfde sterkte-eigenschappen bezit als het buisdeel, wat de verwerking van de buisdelen en de vorming van de mof aan dergelijke buisdelen vergemakkelijkt.

Ket bijzonder voordeel is de mof voorzien van een ringvormige 30 groefkamer voor het opnemen van een afdichtorgaangedeelte, waardoor ' de mof direkt gebruikt kan worden voor het koppelen van een ander hbuisdeel met in de wand in langsrichting verlopende kanalen..--- 7900172 - 2 .- 4 • V *

Doelmatig kan de binnendiameter van de groefkamer die op afstand van het mofeinde gelegen is, in hoofdzaak gelijk zijn aan de buitendiameter van de mof, waardoor men ter plaatse van de groefkamer een afsluiting bereikt van de in langsrichting verlopende 5 kanalen, en anderzijds de eigenschappen van de mof in niet merkbare mate wijzigt»

Met bijzonder voordeel is het buis'deel met mof voorzien van eer ringvormige eindgroefkamer gevormd door samenwerken van een vasthoud-ring en mof. Leze uitvoeringsvorm biedt het grote voordeel dat men 10 geen afzonderlijke ringvormige groefkamer behoeft aan te brengen aan de binnenzijde van de mof, wat een technisch vrij moeilijke bewerking is, daar de te vormen groef vanaf de binnenzijde gevormd moet worden.

Een ander belangrijk voordeel is dat men bij toepassing van een 15 in axiale richting beweegbare vasthoudring, met behulp van een af- dichtingsorgaan-gedeelte dat geplaatst is tussen de binnenzijde van de vasthoudring en de kopse zijde van de mof, een zekere verende bevestiging tot stand kan brengen, waardoor bij het i^effen van de bodem, een axiale verschuiving van de vasthoudring mogelijk is, 20 waarna de vasthoudring weer in zijn oorspronkelijke stand kan terug keren ten gevolge van de verende werking van het elastisch materiaal, waaruit het. afdichtorgaangedeelte bestaat dat zich bevindt tussen de kopse zijde van de mof en de binnenzijde van de vasthoudring.

Met bijzonder voordeel is de vasthoudring gekoppeld met de mof 25 door middel van een snapverbinding, welke tot stand gebracht is door middel van een ringvormig uitsteeksel aan de binnenzijde van de, in hoofdzaak J-vörmig uitgevoerde vasthoudring, en een aan de buitenzijde van de mof aangebrachte ringvormige verdieping, verkregen door samendrukken van de kanalen ter plaatse van deze verbinding. Op 30 deze wijze bereikt men een afsluiting van de kanalen door het samen drukken, terwijl daarnaast door het aanbrengen van het afdichtorgaangedeelte aan de kopse zijde van de mof, dat wil zeggen de kopse zijde van de kanalen, een aanvullende afdichting verkrijgt, die een absolute afdichting van deze kanalen waarborgt.

35 Zelfs wanneer de kanalen aan het andere einde van het buisdeel _open zouden zijn, kan rioolwater uit de buizen nimmer de kopse einde a 7900172 ... 3 ψ < van de kanalen in het mofeinde bereiken, waardoor het uitstromen van 1 ongewenst vocht uit de kanalen in een buisleiding gevormd uit een buisdeel met mof en een indringend buisdeel uitgesloten is.

Om de axiale verplaatsing van de vasthoudring te vergemakkelijksn 5 is de ringvormige uitsparing aan de buitenzijde van de mof en het ringvormige uitsteeksel op de vasthoudring in dwarsdoorsnede 7-vormi?, rechthoekig, trapeziumvormig of golfvormig, waarbij tussen tenminste twee tegenover elkaar gelegen wandgedeelten van de uitsparing, en het uitsteeksel een speling bestaat, die een vervorming van kunststof-10 materiaal toestaat. Een dergelijke uitvoeringsvorm is bijzonder voordelig gebleken daar ingeval het buisdeel met mof' en de daarop bevestigde vasthoudring de bodem met grote kracht treft, geen beschadiging van de vasthoudring of van de mof optreedt vanwege de- axiale beweging van de vasthoudring, die opgevangen wordt door het elastisci 15 materiaal van het afdichtingsorgaangedeelte gelegen in de ringvormige groefkamer, die zich bevindt tussen de kopse zijde van de mof en de j binnenzijde van de vasthoudring.

| De vasthoudring kan ook bevestigd zijn door verlijming, of | door aangieten, in welk laatste geval de vasthoudring geen relatieve 20 | axiale beweging ten opzichte van de mof bezit.

Volgens een zeer bepaalde uitvoeringsvorm is een buisdeel met mof voorzien van in de wand in langsrichting verlopende kanalen, gekenmerkt doordat de kanalen al dan niet onderbroken, zich in de wand van de mof over de lengte van de mof voörtzetten, terwijl de 25 kopse einden van de kanalen afgesloten zijn, waarbij deze afsluiting kan bestaan uit een elastisch eindafsluitdeel, dat afdichtend samen-w^kt met de kopse zijde van de mof onder afsluiting van de-in langs-richting verlopende kanalen, ofwel een eindafscheiding gevende wand, die een geheel vormt met de mof. Met bijzonder voordeel kan de eind-30 afscheiding gevende wand, zich gebogen uitstrekken tussen het vrije einde van de mof en de aan de buitenzijde van de mof gelegen ringvormige uitsparing bij gebruik van een vasthoudring, die door middel van een snapverhinding samenwerkt met een uitsparing aangebracht in de wand van de mof.

55 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uit- —voeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin s 7900172 ... 4 _ fig. 1 een buisdeel met mof volgers de- uitvinding toont, voorzien van een ringvormige groefkamer, fig. la een aanzicht van de kopse zijde van een buisdeel met mof volgens fig. 1, 5 fig. 2 een langsdoorsnede van een buisdeel met mof en ringvormige eindgroefkamer met vasthoudring, en afdichtingselement, fig. 3 een detail van het buisdeel met mof als getoond in fig.2, fig. 4 een variant van een buisdeel met mof en ringvormige eindgroefkamer volgens fig. 2, 10 fig. 5 een nog andere uitvoeringsvorm van een buisdeel met mof voorzien van een ringvormige eindgroefkamer, fig. 6 een nog andere, variant van een buisdeel met mof en ringvormige eindgroefkamer, fig. 7 een buisdeel met mof voorzien van ringvormige eindgroef-15 kamer met vastgelijmde vasthoudring, fig. 8 een nog ander buisdeel met mof voorzien van een ringvormige ..eindgroefkamer en een persring, fig. 9 een buisdeel met mof voorzien van een de kopse einden van de kanalen afsluitend elastisch eindafsluitdeel, 20 fig. 9atoont een andere uitvoeringsvorm van een buisdeel volgens de uitvinding, fig. 10 een nog andere variant, en fig. 11 een andere variant.

In fig. 1 is een buisdeel 1 weergegeven met mof 2. De wand 4 van 25- buisdeel en mof zijn voorzien van in langsrichting verlopende kanalen 3. Deze in langsrichting verlopende kanalen 3 bezitten een afgeronde dwarsdoorsnede, en zijn bij voorkeur elliptisch of rond uitgevoerd. Deze kanalen 3 zetten zich voort in de mof 2 en eindigen in de vrije einden 7· 30 Voor het opnemen van een afdichtingsorgaan tussen· een dergelijke mof 2/in buisdeel 1 en het indringend buisdeel, is een ringvormige groefkamer 5 aangebracht op afstand van het kopse einde 7 van de mof. Deze groefkamer 5 is verkregen door samendrukken van de kanalen 3. Deze samendrukking kan zodanig uitgevoerd zijn dat de binnen-35 diameter 6 van de ringvormige groefkamer 5 in hoofdzaak gelijk is aan Lde buitendiameter van de buitenwand 2a van de mof. Hierdoor verkrijgt 7900172 ·* i ... 5 - men slechts een kleine verdikking 8 op de "buitenzijde van de mof 2.

Het grote voordeel is dat op deze wijze geen verbinding bestaat tussen de binnen- en buitenzijde van de buis zelfs bij lekkages, vanaf de binnenzijde van de buis naar de kanaleno 5 In fig. 2 is een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van deiit- vinding weergegeven. Ook hier is weer een buisdeel 1 getoond met in langsrichting verlopende kanalen 3, waarop zich een mof 2 aansluit,

De mof 2 is voorzien van een eindverwijding 10, voor het opnemen van een afdichtingsmanchet 11 van een afdichtorgaan 12, voorzien van 10 een kopdeel 22, dat zich bevindt in een ringvormige eindgroefkamer 1| van het buisdeel. Deze ringvormige eindgroefkamer 14 is gevormd door middel van een met de mof verbonden vasthoudring 15, welke bevestigd is op de buitenzijde van de mof 2, De vasthoudring 15 is in langsrichting tenminste J-vormig uitgevoerd, waardoor deze vasthoudring 15 enerzijds een bodem 16 omvat, een kort beengedeelte 17 en een lang beengedeelte 18, Het lange beengedeelte 18 is voorzien van een ringvormige naar binnen gerichte verdikking 19, welke snappend samenwerkfc met een ringvormige uitsparing 20 op de buitenzijde van de mof. Bij | deze ringvormige uitsparing 20 ligt de buitenwand 2 a van de mof 20 | tegen de. binnenzijde 21 van de kanalen 3· Hierdoor verkrijgt men een | zeer goede afdichting tussen de kopse zijde van de mof en de binnen-| zijde van de kanalen.

| In de ringvormige eindgroefkamer 14 is een afdichtorgaangedeelt; 22 opgenomen, dat een geheel vormt met de afdichtingsmanchet 11 van 25 het afdichtorgaan 12.

De uitsparing 2C en het naar binnen gerichte uitsteeksel 19 van het been 18 van de vasthoudring 15, zijn in dwarsdoorsnede gezien golfvormig, V-vormig, rechthoekig of tmpewiumvormig uitgevoerd. Om een axiale beweegbaarheid van de vasthoudring ten opzichte van de 30 mof te vergemakkelijken, is de uitvoering echter zodanig dat een wandgedeelte 23 van de uitsparing 20 en een wandgedeelte 24 van het naar binnen gerichte uitsteeksel 19 met speling op afstand van elkaar gehouden worden, waardoor het kufcststofmateriaal kan vervormen, wanneer de vasthoudring onderworpen wordt aan een in axiale richting 35 werkzame kracht, wat vooral op kan treden wanneer het buisdeel met t j_mof en de daarop bevestigde vasthoudring en het afdichtorgaan 12 de 7 9 0 0 1 7 2 ~ _ ... 6 - • ·* bodem met grote kracht treffen, vooral bij het lossen van dergelijke buisdelen van transportwagens.

Voor het verkrijgen van een goede vasthoudring van het afdicht— orgaangedeelte 22, is dit afdichtorgaangedeelte 22 voorzien van een 5 naar binnen gericht gedeelte 22a dat zich uitstrekt in de ruimte gevormd tussen de binnenzijde van het been 18 van de vasthoudring 15 st een door een kanaalfasluitwand van de kanalen gevormde afschuining 25 e Ter vereenvoudiging van de montage van de vasthoudring is dit de afschuining verlenende kanaalafsluitwandgedeelte 25 afgerond uitge— 10 voerd. Dit geldt eveneens voor de overgang 2Ób van de uitsparing 20 (fig.3). Ter verhoging van de sterkte is de bodem 20a van de uitspar:.ng 20 eveneens afgerond uitgevoerd. , . .

In fig. 4 is een andere uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij het afdichtorgaan 12 voorzien is van een afdichtorgaangedeelte 22, dat zich enerzijds met het gedeelte 22a en anderzijds met het gedeel- 15 te 22b uitstrekt over de buitenzijde en binnenzijde van de mof.

Ook hier is het afdichtorgaangedeelte 22 verbonden met een af- dichtmanchet 11.

De hierbij gebruikte vasthoudring 15,· · in kst algemeen bestaande uit een slagvaster materiaal dan het materiaal van de mof, kan 20 bestaan uit een aangegoten polyurethan of bijvoorbeeld polypropeen-of polyetheenvasthoudring. Met bijzonder voordeel is de vasthoudring 15 uitgevoerd in polyetheenmateriaal of polypropeen.

In fig. 5 is een andere uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij de vasthoudring 15, nu echter door middel van een lijmverbinding 26 25 vastgelijmd is op de buitenzijde van de mof. Ook hier is het afdicht— orgaangedeelte 22 voorzien van delen 22a en 22b, die zich uitstrekken over de buitenzijde en de binnenzijde nabij zijn kopse einde.

' Pig. 6 toont een nog andere uitvoeringsvorm, waarbij de vasthoud ring 15, vastgehouden wordt door middel van een naar binnen gerichte 30 vasthoudringeindrand 26, welke klemmend samenwerkt met de overgang 27 tussen de eindverwijding 10 en de mof 2.

De vasthoudring 15, omvat ook hier weer een lang beengedeelte 18, een bodemgedeelte 16 en een kort beengedeelte 17· De binnendiameter van de vasthoudring is hier gelijk aan de binnendiameter van het 35 eindgedeelte 10 van de mof, doch dit is niet noodzakelijk, meesfal is |&e binnendiameter gelijk aan de binnendiameter van de mof zelf, 7900172 i ... 7 - teneinde de centrering te vergemakkelijken.

In fig. 7 is de vasthoudring 15 vastgelijmd op de buitenzijde va3 de mof, waarbij de vasthoudring 15 ook weer voorzien is van een bodemgedeelte ló, een kort been 17 en een lang beengedeelte 18. De 5 binnendiameter van het been 17 is hu gelijk aan de binnendiameter van de mof 2.

Voor het verkrijgen van een goed vasthouden van het afdicht-element, is het kopse einde 28 van de mof afgeschuind uitgevoerd, terwijl ook het afdichtorgaangedeelte dat zich bevindt in de ring-10 vormige eindgroefkamer 14 aangepast is aan de afgeschuinde zijde 28.

In fig. 8 is een nog andere uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij het afdichtorgaan 12 vastgehouden wordt door middel van een ring 29.

j Hing 29 wordt in net rear's op het mof einde aangebrachte afdich-15 tingselement 12 geperst, zodat het afdichtingselement 12 gefixeerd wordt. Desgewenst is een deel 51 van afdichtelement 12 vastgelijmd door lijmverbinding 32. Eventueel kan de ring 29 nog door ring-jgedeelte 30 over het gedeelte 31 grijpen.

j Fig. 9 toont een nog andere uitvoeringsvorm, waarbij 20 het afdichtorgaan 12 omvattende een de kopse zijde van de mof en derhalve de kanalen 3 in de mof afsluitend hoofddeel omvat, alsmede een gedeelte 22a dat zich uitstrekt over de buitenzijde van de mof over een bepaalde afstand daarvan, en een gedeelte 22b dat zich uitstrekt over de binnenzijde van de mof.

25 Eet afdichtorgaan 12 is hierbij door middel van een kleefmiddel, bijvoorbeeld een kunststoflijm bevestigd op de kopse zijde van de mof en sluit op deze wijze de kanalen af. Het is duidelijk dat bij deze uitvoeringsvorm gsen bijzondere vasthoudring nodig is, daar door de bevestiging met behulp van de lijmlaag 14, 14a en 14b, een onbe-30 rispelijke bevestiging van het afdichtorgaan op de mof gewaarborgd is.

Het bovengenoemde buisdeel 1 met mof 2, bestaat uit een thermoplastisch materiaal, zoals bijvoorbeeld een polyvinylchioridemateriaaL, terwijl de vasthoudring 15 met voordeel bestaat uit een materiaal met een groter vloeivermogen en grotere slagvastheid dan polyvinyl-35 chloride, in het bijzonder een polyalkeenmateriaal, zoals een polytheen of polypropeenmateriaal.

τηπττηί

Claims

2. Buisdeel volgens conclusie 1, met het k-enmerk, dat de mof (2) voorzien is van een ringvormige groefkamer (5) voor het opnemen van een afdichtorgaangedeelte.
3. Buisdeel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dai; 30 de mof voorzien is van een op afstand van het mofeinde gelegen ringvormige groefkamer (5) verkregen door het in radiale richting over ~een afstand tegen elkaar drukken van de wanden van de kanalen._ 7900172 - 9 ~
4· Buisdeel volgens conclusie 3» h. e t het kenmerk, dat de binnendiameter (é) van de groefkamer (5) in hoofdzaak gelijk i I is aan de buitendiameter (2a) van de mof (l). ;
5. Buisdeel volgens conclusie l,met het kenmerk, 5 dat het buisdeel voorzien is van een ringvormige eindgroefkamer 14, gevormd door samenwerken van een vasthoudring (15) en mof (2).
6. Buisdeel volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de vasthoudring (l5) in doorsnede tenminste J-vormig is.
7. Buisdeel volgens conclusie 6,met het kenmerk, 10 dat de vasthoudring door middel van een snapverbinding met de mof samenwerkt.
8. Buisdeel volgens conclusie 5“7» met het kenmerk, iaat de vasthoudring (15) snappend samenwerkt met de overgang tussen [buisdeel en mof. 15 b» Buisdeel volgens conclusie 5-7> met het kenmerk, Idat de vasthoudring (15) voorzien is van tenminste een naar binnen t [uitstekend deel (19) dat snapt in een uitsparing (20) aan de buiten-izijde van de mof. 10e Buisdeel volgens conclusie 9>^et het kenmerk, 20 dat de uitsteeksels en de uitsparing ringvormig verlopen. jll. Buisdeel volgens conclusie 9 of 10, met het ken-b e r k, dat de uitsparing gevormd is door dichtdrukken van de kanalen onder behoud van de diameter van de mof.
12. Buisdeel volgens conclusie 5-llj met het kenmerk, ^ dat de vasthoudring in axiale richting beweegbaar, bevestigd is. 13. 3uisdeel volgens conclusie 9-12, met het kenmerk, dat de ringvormige uitsparing en het ringvormige uitsteeksel een 7-vormige, golfvormige, rechthoekige of trapeziumvormige dwarsdoorsnede bezitten.
14. Buisdeel volgens conclusie IJ, 1 e t het kenmerk, iat tussen tenminste twee tegenoverelkaar gelegen wandgedeelten van ie uitsparing in het uitsteeksel een speling bestaat die een vervorming van kunststofmateriaal toestaat·________:__ 78 0 0 ÏT5 .... 10~
15. Buisdeel volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de vasthoudring op de mof vast bevestigd is, bij voorkeur door aangieten of verlijmen.
16. Buisdeel volgens conclusie 1-15» met het kenmerk, 5 dat de mof voorzien is van een eindverwijding (10) die aigh $it- strekt naast een groefkamer voor het opnemen van een afdichtings-manchet, die verbonden is met een in de groefkamer op te nemen af-dichtingsorgaangedeelte. 17* Buisdeel volgens een of meer der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat de binnendiameter van de vasthoudring gelijk of groter is dan de binnendiameter van de mof. 18* Buisdeel volgens conclusie 1-17, met het kenmerk, dat het kopse/éinde van de in langsrichting verlopende kanelen afgesloten is. 15 Γ9. Buisdeel volgens conclusie 18,met het kenmerk, dat het kopse einde van de mof afgesloten is door een eindafschaining gevende wand (25).
20. Buisdeel volgens conclusie 19, m e t het kenmerk, dat. de eindafschuining gevende wand zich gebogen uitstrekt tussen 20 het vrije einde van de mof en de aan de buitenzijde van de mof gelegen ringvormige uitsparing.
21. Buisdeel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat-de kopse einden van de in langsrichting verlopende kanalen afgesloten zijn door een elastisch eindafsluitdeel.
22. Buisdeel volgens conclusie 21,met het kenmerk, dat het eindafsluitdeel een geheel vormt met een afdichtingsmanchet.
23. Buisdeel volgens conclusie 21 of 22, met het ken merk, dat het eindafsluitdeel vastgehecht is op de mof.
24. Buisdeel volgens conclusie 21-23, met het ken- 30 merk, dat het eindafsluitdeel zich uitstrekt over de buitenzijde van de mof. 25* Buisdeel volgens conclusie 21-24, met het ken merk, dat het eindafsluitdeel_zioh uitstrekt over de binnenzijde.., van de mof*. 7900172 ... 11 —
26. Buisdeel volgens een of meer der voorgaande conclusies, jast iiet kenmerk, dat het einde van de mof afgeschuind is» i i
27. Buisdeel volgens een of meer der voorgaande conclusies, j met het kenmerk, dat het buisdeel bestaat uit een 5 thermoplastische kunststof, bij voorkeur polyvinylchloride.
28. Buisdeel volgens conclusie 1-27, met het kenmerk!, dat de vasthoudring bestaat uit een materiaal met een groter vloei-vermogen en grotere slagvastheid dan het kunststofmateriaal van het buisdeel, bij voorkeur uit een polyalkeenmateriaal, in het bij-10 zonder polyetheen- of polypropeenmateriaal. i l i i i ; i t_________________________ 7900172