NL7906400A - Munitie-eenheid voor een vuurwapen met loop. - Google Patents

Description

, E 513-228 no. 1 van 7 exeisg^arejp. 1

flMBV

t - 1 - _/ . ·-;· -J -.../

Munitie-eenheid voor een vuurwapen met loop.

De uitvinding heeft betrekking op een munitie-eenheid voor een vuurwapen r *»* met loop, met eéxï uitdrijflading, een onderkaliberprojectiel dat dient voor pijIstabilisatie en een grote verhouding van de lengte tot de diameter heeft en een afwerpbare uitdrijf spiegel met een overdrachtsgebied voor de 5 vormaansluiting met het projectiel tot aan het afwerpen na het verlaten van de monding en een gasdrukopneemvlak aan de achterzijde met een in de schootrichting voor het zwaartepunt van het projectiel aangebrachte cirkelvormige buitenrand die ongeveer overeenkomt met het kaliber en een binnenrand voor het omsluitende kontakt met een omtreksdeel van het projectiel 10 en een aanstroomvlak aan de voorkant met een voorste eindrand omvat, dat het omtreksoppervlak van het projectiel met radiale afstand omvat en waarbij het overdrachtsbereik zich hoofszakelijk uitstrekt vanaf een nauw voorafbepaalde nabijheid van een het omtreksoppervlak van het projectiel nauw omsluitende achterrand van het aanstroomvlak tot een nauw 15 voorafbepaalde nabijheid van de binnenrand van het gasdrukopnamevlak uitstrekt.

Bij een projectiel van bedoelde soort staat een verhoging van de uiteindelijke ballistische prestatie op de voorgrond. Om die te verkrijgen moeten factoren van de inwendige ballistiek, de loopstruktuur en de uitvoering van het projectiel worden geoptimaliseerd, rekening houdende 20 met de onderlinge wisselwerking.

Onder andere dient daarvoor in dat verband de aandrijfspiegel een zo gering mogelijk deel van de totale massa van het projectiel te omvatten.

Het streven daartoe is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.148.472. Dit beschrijft voor een projectiel met een grote verhouding 25 van de lengte tot diameter een aandrijfspiegel die uit kunststof is vervaardigd om zijn massa-aandeel te verkleinen. Het daardoor bestaande grote verschil in soortelijk gewicht tussen het materiaal van de aandrijf-spiegel en het materiaal van het projectiel veroorzaakt een groot verschil in massatraagheden bij het afvuren. Ter vermijding van een onderlinge 30 axiale beweging (slip) tussen de aandrijfspiegel en het projectiel in de loop moet tussen de betreffende onderdelen een betrouwbare opsluiting worden gewaarborgd. Dit wordt volgens het bedoelde octrooischrift verkregen door middel van een aandrijf spiegel uit een stuk, die door gieten met de eerste afkoeling op het projectiel wordt aangebracht. Het 35 materiaal van de aandrijf spiegel grijpt daarbij in een koppelingsgebied waarin hoge afschuifkrachten optreden tussen uitsteeksel op of holten in het oppervlak van het projectiel. Voor het betrouwbaar opnemen van de afschuivingskrachten moet het koppelingsbereik zich uitstrekken over een 7906400 .-2- voldoend groot kontaktoppervlak tussen de beide verschillende materialen. Daar echter de aandrijf spiegel bij het verlaten van de monding snel en volledig van het projectiel moet worden gescheiden, ontstaan bij deze uitvoering moeilijkheden. Teneinde daaraan tegemoet te komen wordt 5 volgens het bedoelde octrooischrift ondermeer voorgesteld, over de lengte van de schietbuis delen aan te brengen met een vergrootte diameter tussen delen met het normale kaliber. Daardoor dienen in het materiaal van de aandrijfspiegel pulserende spanningen te worden opgewekt die bevorderlijk zijn voor het vervolgens uiteenvallen.

10 De beschreven maatregelen die zijn gericht op een verhoging van de uitèindelijke ballistische prestaties zijn echter zeer kostbaar. Voor de uitvoering van de loop geldt dit zelfs in dubbele mate, daar door de bedoelde maatregelen de slijtage drastisch wordt verhoogd.. Daar loopslijtage echter leidt tot ballistische uitgangsfouten en daardoor een onvoldoende 15 trefnauwkeurigheid, mist de beoogde vergroting van de uiteindelijke ballistische prestatie zijn uitwerking.

Verder laat het Amerikaanse octrooischrift 3.148.472 een. vergroting van de uiteindelijke ballistische prestaties door versterking van een aandrijf lading buiten beschouwing. Als mogelijkheid tot onderbrengen van 20 de aandrijflading zou zich slechts een vergroting van de gebruikelijke ladingruimte aanbieden. Dit verlangt echter naast een nadelige verlenging . van de betreffende munitie-eenheid of een vergroting van de diameter van de aandrij fladiüghulss verder constructieveranderingen van het vuurwapen nodig. Verder zou een vergrootte aandrijflading voeren tot extra slijtage 25 van de toch al kostbaar uitgevoerde loop.

De uitvinding beoogt bij een munitie-eenheid van de beschreven soort een betrouwbare verhoging van de uiteindelijke ballistische prestatie te verschaffen onder vermijding van de beschreven nadelen en moeilijkheden. Daartoe is een inrichting volgens de uitvinding· gekenmerkt doordat: 30- a). de aandrijfspiegel een voorafbepaald aantal segmenten met stoofc- voegen omvat, waarin hij uiteenvalt, b)_ nabij de stootvoegen afdichtmiddelen zijn aangebracht, •c). de buitenrand van de gasdrukopneemvlak axiaal dicht nabij de achterrand van het aanstroomvlak is aangebracht, 35 dj het gasdrukopneemvlak een doorhangend profiel vertoont dat vanaf de buitenrand de omtrek van het projectiel nadert en e). een ruimte boven het gasdrukopneemvlak tenminste gedeeltelijk een deel van de aandrijflading opneemt.

Door de buitenrand van het gasdrukopneemvlak axiaal dicht nabij de 40 achterrand van het aanstroomvlak te plaatsen kan een extra ruimte voor 7906400 - 3 - de aandrijflading worden verkregen zonder noemenswaardige verandering van -de ladingruimte in het wapen en/of zonder vergroting van de totale lengte van de munitie-eenheid en wordt voor het centreren in de loop een ver voor het zwaartepunt van-het projectiel gelegen aantreffingspunt van de 5 axiale breuk van het aandrijf gas verkregen. Verder verkrijgt men door de ook radiaal op het gasdrukopneemvlak werkende aandrijf gasdruk in de buis een betrouwbare aansluiting tussen de aandrijfspiegel en het projectiel in het koppelingsbereik.

De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van de 10 tekening, die betrekking heeft op enige uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 1 is een langsdoorsnede door een eerste uitvoeringsvoorbeeld met een zich over een buitenrand van een gasdrukopneemvlak uitstrekkende aandrijfladinghuls, radiale uitsteeksels ter plaatse van een binnenrand 15 van het-gasdrukopneemvlak, een afdichtingsovertrek en een onderkaliber-stabilisatiestaart.

Fig. 2 is een detail-langsdoorsnede van een inrichting uit fig. 1 met een gewijzigde afdichting.

Fig. 3 is een detaildoorsnede van een inrichting volgens fig. 1 20 met een op andere wijze gewijzigde afdichting.

Fig. 4 is een detaildoorsnede van een tweede uitvoeringsvoorbeeld onder weglating van de aandrijf ladinghuls en met een aandrijfspiegel zonder radiale uitsteeksels ter plaatse van de binnenrand van het gasdrukopneemvlak.

25 Fig. 5 is een langsdoorsnede door een derde uitvoeringsvoorbeeld met een zich axiaal over het gasdrukopneemvlak uitstrekkend aandrijflading-persstuk en een ondezkaliber-stabilisatiestaart-

Fig. 6 is een langsdoorsnede door een vierde uitvoeringsvoorbeeld met een zich axiaal tot aan de eindrand van een aanstroomvlak uitstrekkende 30 aandrijfladinghuls en een stabilisatiestaart waarvan de diameter overeenkomt met het kaliber.

Fig. 7 is een langsdoorsnede door een vijfde uitvoeringsvoorbeeld met zich axiaal over de lengte van het gasstukopneemvlak uitstrekkende en radiaal daarbuiten uitstekende ribben.

35 Fig. 8 is een doorsnede langs de lijn VIII-VIII uit fig. 7.

In alle figuren zijn dezelfde onderdelen met dezelfde verwijzings-cijfers aangeduid.

Eenvoudigheidshalve en met het oog op de overzichtelijkheid worden verschillende details uitsluitend in samenhang met het eerste en tweede 40 uitvoeringsvoorbeeld afgebeeld en beschreven.

7906400 no. 1 van 7 exemplaren * ^ ^S/BSBSÊÊBB^

In fig. 1 is een projectiel 10 met een grote verhouding van de lengte tot de diameter en een hartlijn 11 voorzien van een punt 12 aan de voorzijde van een penetrator 14 en een stabilisatiestaart 15 aan de achterzijde daarvan. Een hoofdzakelijk voor het zwaartepunt 17 van het projectiel 10 5 liggend deel van het projectiel wordt omsloten door een aandrijfspiegel 20 die bestaat uit een voorafbepaald aantal segmenten 21·. De aandrijf spiegel 20 bestaat uit een deel' met cirkelcilindrisch omtrekvlak 33 waarvan de diameter nagenoeg gelijk is aan het kaliber, een aanstroomvlak 25 aan de voorzijde en een gasdrukopneemvlak 22 aan de achterzijde. Het gasdruk-10 opneemvlak strekt zich van een voorste buitenrand 23 tot een achterste binnenrand 24 uit en vertoont een doorhangend profiel. Het aanstroomvlak 25 strekt zich van een voorste eindrand 26 die de. punt 12 (of in fig. 4 een omtreksdeel 18) van het projectiel 10 met radiale tussenruimte omvat uit tot een achterrand 27 die het projectiel 10 nauw omvat. Het aanstroom-15 vlak 25 vormt een stuuwholte waarbij zich een achterste gebied 27a in tegengestelde richting als de pijl 13, die de sehootrichting aangeeft, uitstrekt tot voorbij de achterrand 27. In een koppelingsgebied 16 tussen de aandrijf-spiegel 20 en het projectiel 10, dat zich uitstrekt tussen de randen 27 en 24 zijn niet afgebeelde met elkaar overeenkomende oneffenheden aangebracht, 20 bijvoorbeeld een in het- projectiel 10 gesneden schroefdraad of dergelijke teneinde in axiale lengterichting ingrijping te verkrijgen tussen de aandrijf spiegel 20 en het projectiel 10. Nabij de binnenrand 24 is de aandrijfspiegel 20 voorzien van radiaal buiten het gasdrukopneemvlak 22 stekende uitsteeksels 29 waarvan de vrije uiteinden (zie fig. 8) liggen 25 op een cirkelboog 32 waarvan de diameter gelijk is aan het kaliber. Een aandrijfladinghuls 40 heeft een achterste deel 41 met een diameter die is aangepast .aan de kamer van het vuurwapen en een voorste deel 42 waarvan de buitendiameter ongeveer gelijk is aan het kaliber van de loop.

Het yoorste deel 42 strekt zich vanuit een deel met de uitsteeksels 29 30 uit tot nabij de buitenrand 23 van het gasdrukopneemvlak 22. Nabij een . hulsbodem 44 is een de stabilisatiestaart 15 radiaal steunend centreer-element 43 aangebracht. Het achterste deel 41 van de aandrijfladinghuls 40 dient voor het opnemen van een aandrijflading 50, terwijl een ruimte 28 die zich voorbij het gasdrukopneemvlak 22 uitstrekt, tot een niet nader 35 aangeduid binnenvlak van het voorste deel 42 van de aandrijfladinghuls 40 dient voor een deel 51 van de aandrijflading. Dit deel dient via een verhoging van de afvuurenergie voor het opvoeren van de uiteindelijke ballistische prestaties. Volgens fig..1 vertoont het gasdrukopneemvlak 22 een afdichtingsbedekking 35 met een afdichtingslip 35' nabij de buitenrand 40 23.

7906400 - 5 -

In fig. 2 zijn nabij een stootvoeg 36 (zie fig. 8) tussen de segmenten 21 van de aandrijfspiegel 20 in een groef 37 die zich hoofdzakelijk uitstrekt van de buitenrand 23 tot (¾.bimenrand-.24 aftlichtingselementen 38 aangebracht die aan de groef 37 zijn aangepast.

5 Volgens fig. 3 is de aandrijf spiegel 20 slechts in een niet nader aangeduid voorste stootvoegbereik voorzien van afdichtingselementen 38 die zich hoofdzakelijk vanuit het koppelingsgebied 16 tot het omtreksoppervlak 33 uitstrekken.

Het hier besproken eerste uitvoeringsvoorbeeld gaat er van uit dat 10 het voor het afvuren te gebruiken vuurwapen met loop tussen een kamer en het kaliberdeel van de loop is voorzien van een overdrachtsbereik waarvan de binnendiameter ongeveer overeenkomt met de buitendiameter van het deel 42 van de aandrijfladinghuls 40. In dat geval neemt een niet nader aangeduid binnenoppervlak van het deel 42 over de lengte daarvan de ondersteuning 15 van de radiale uitsteeksels 29 over om vanaf het begin van het afvuren een verdere garantie te bieden voor het ingrijpen tussen het projectiel 10 en de aandrijfspiegel 20 in het koppelingsgebied 16.

Bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 4 is de aandrijf-spiegel 20 nabij de binnenrand 24 van het gasdrukopneemvlak 22 niet voorzien 20 van radiale uitsteeksels. In het gebied van de rand 27 (24) omvat het de omtrek van de penetrator 14 met een pasvlak 36' (36"). De in de stootvoeg aangebrachte voeg 37 voor het opnemen van het afdichtingselement 38 strekt zich vanaf het omtreksoppervlak 23 uit tot nabij het pasvlak 36". Daaraan grenst weer een afdichtingsring 391. Het afdichtelement 36 kan 25 bestaan uit een in de groef 37 gelegd, daarin gegoten of daarin gespoten materiaal. Het uiteinde van de groef 37 is afgesloten met een gedeeltelijk buiten het omtreksoppervlak 33 uitstekende 0-ring 39. In tegenstelling tot het eerste uitvoeringsvoorbeeld is het aanstroomvlak 25 niet voorzien van een zich naar achteren voorbij de rand 27 uitstrekkend deel 27a. Ook kan de 30 penetrator 14 met de niet afgébeelde top 12 uitsteken voorbij het vlak 26e waarin de eindrand 26 ligt.

In fig. 5 is een derde uitvoeringsvoorbeeld van een munitie-eenheid voor een vuurwapen met loop met een axiaal verbrede kamer afgebeeld, waarbij het kegelvormige overgangsvlak overeenkomt met een kegelvormig vlak 46’ 35 van de huls 40. Het omtreksoppervlak 33 van de aandrijfspiegel 20 wordt bij het laden omsloten door het niet afgebeelde binnenoppervlak van de zielwand. Voor het ondersteunen van de vrije uiteinden 30 van de radiale uitsteeksels 29 aan het begin van het afvuren is een cirkelcilindrisch kompensatielidxaam aanwezig, waarvan de binnendiameter gelijk is aan het kaliber. Bij voorkeur 40 bestaat dit uit een aandrijflading-persstuk 52 dat vergeleken met de aan- 7906400 - 6 - no. 1 van 7 exemplaren drijf ladingen 50 en 51 iets trager verbrandt, zodat het in het eerste stadium van het afschieten de beoogde ondersteuning kan verzorgen. Bij een niet afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld kan bij elk der radiale uitsteeksels 29 een railvormig uitgevoerd aandrijflading-persstuk met overeenkomstig 5 geringere afbrandsnelheid behoren.

Bij een vierde uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 6 strekt de aandrijf-ladinghuls 40 zich in axiale richting zo’ ver voorbij de aandrijfspiegel 21 uit, dat de hulsmonding 45 de rand 34 omsluit. De huls levert daardoor voor het projectiel 10 en de aandrijf spiegel 20 bij de opslag, het 10 transport en het laden of invoeren een optimale bescherming tegen beschadiging. Zijn binnendiameter is gelijk aan het kaliber en veronderstelt bij het vuurwapen een overeenkomstige kamer. De buitenranden 15' van de stabilisatiestaart 15 liggen op een cirkelcilinder waarvan de diameter gelijk is aan het kaliber. Dit uitvoeringsvoorbeeld is in het bijzonder 15 geschikt voor automatische vuurwapens. Bij een niet afgebeelde gewijzigde vierde uitvoeringsvorm is de aandrijf spiegel 20 niet voorzien van radiale uitsteeksels 29.

Een vijfde uitvoeringsvoorbeeld (figuren 7 en 8). onderscheidt zich van het eerste, derde en vierde uitvoeringsvoorbeeld,- hoofdzakelijk 20 doordat de radiale uitsteeksels in axiale richting zijn verlengd tot rippen 31 vanaf de binnenrand 24 via het gehele gasdrukopneemvlak 22 tot zijn buitenrand 23. Als het aandrijf lading-persstuk 52 uit fabricage- — overwegingen uit verscheidene delen bestaat en daardoor stootvoegen 53 vertoont, verdient het aanbeveling deze te doen verspringen ten opzichte 25 van de stootvoegen 36 tussen de aandrijfspiegelsegmenten 21, zoals is afgebeeld in fig. 8.

Bij alle afgebeelde en beschreven uitvoeringsvoorbeelden van een munitie-eenheid volgens de uitvinding kan de aandrijfladinghuls 40 tenminste gedeeltelijk verbrandbaar zijn uitgevoerd. Bij een beperkte gevechtsruimte, 30 bijvoorbeeld in het inwendige van een pantserkoepel, verkrijgt, men daardoor het voordeel dat de lege hulsen slechts weinig ruimte innemen.

Zoals is afgebeeld en/of beschreven aan de hand van het tweede en vierde uitvoeringsvoorbeeld kan de aandrijfspiegel 20 ook zonder radiale uitsteeksels 29of ribben 31 zijn uitgevoerd, daar door toedoen van de 35 ook radiaal op het gasdrukopneemvlak 22 werkende aandrij fgasdruk de noodzakelijke ingrijping tussen het projectiel 10 en de aandrijfspiegel 20 in het koppelingsgebied 16 is gewaarborgd. Daardoor wordt niet alleen de fabricage vereenvoudigd, maar het massaaandeel van de aandrijfspiegel in de totale massa.van het projectiel wordt ook kleiner, wat bovendien .door 40 de ruimtewinst voert tot verhoging van de ruimte 28 voor het extra deel 7906400 «> - 7 - 51 respektievelijk 52 voor de aandrijflading, zodat een hogere afvuurener-gie wordt verkregen en daardoor een grotere uiteindelijke ballistische prestatie van het projectiel 10.

« 7906400

Claims (8)

1. 2. Munitie-eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de aandrijf= spiegel (20) nabij de binnenrand (24) is voorzien van radiale uitsteeksels 30 (29). waarvan de vrije uiteinden (30) liggen op een cirkelboog (32) waarvan de diameter ongeveer overeenkomt met het kaliber.
2. 3. Munitie-eenheid volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de radiale uitsteeksels. (29) zijn uitgevoerd als ribben (31) die zich axiaal uitstrekken tot in het gebied van de buitenrand (23).
3. 4. Munitie-eenheid volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk dat het aanstroomvlak (25) een stuwholte vormt en zich met een achterste deel (27a) in axiale richting tot achter de rand (27) uitstrekt.
4. 5. Munitie-eenheid volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 4, 7 9 0 6 4 0 0 no. 1 van 7 exemplaren * gekenmerkt door een aandrijfladinghuls (40) die zich axiaal tenminste tot nabij de buitenrand (23) uitstrekt.
5. 6. Munitie-eenheid volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de aandrij f-ladinghuls (40) zich uitstrekt tot nabij de voorste eindrand (26) van het 5 aanstroomvlak (25).
6. 7. Munitie-eenheid volgens conclusie 5 of 6T met het kenmerk dat de aandrijfladinghuls (40) tenminste gedeeltelijk verbrandbaar is.
7. 8. Munitie-eenheid volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk dat het deel (51) van de aandrijflading (50) tenminste 10 gedeeltelijk is uitgevoerd als een persstuk (52).
8. 9. Munitie-eenheid volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het persstuk (52) is uitgevoerd als een cirkelcilinder waarvan de binnendiameter ongeveer overeenkomt met het kaliber. 7906400