NL7905739A

NL7905739A - Vulklep voor gastank.

Info

Publication number: NL7905739A
Application number: NL7905739A
Authority: NL
Original assignee: Zutphen Ind Bv
Priority date: 1979-07-24
Filing date: 1979-07-24
Publication date: 1981-01-27
Also published as: DE3061219D1; ATE1916T1; DK317280A; DD152181A5; EP0023072A1; BR8002830A; IN153526B; JPS5649497A; AU5754080A; CA1163895A; US4305422A; NL170041B; ES8104521A1; EP0023072B1; NL170041C; ES493638A0; MX153290A

Description

5

P

* \ i VO 7932

Industrieële Maatschappij Zu.tph.en B.V.

Zutphen.

Vulklep voor gastank.

De uitvinding heeft betrekking op een vulklep voor een gastank, voorzien van een in de wand van de tank te monteren huis op het boveneinde waarvan een vulslang kan worden aangesloten en in het manteloppervlak van welk huis uitlaatpoorten zijn aangebracht, 5 waarbij in het huis een tweetal afdichtkleppen zijn aangebracht, tussen welke afdichtkleppen zich een doorlaat bevindt en waarbij voorts de ruimte tussen de beide kleplichamen in open verbinding staat met de ruimte onder de kleplichamen, welke laatste ruimte is voorzien van een door een vlotter gecontroleerde doorlaatopening. 10 Een gastank mag uit veiligheidsoverwegingen niet meer dan voor 80$ worden gevuld, teneinde een uitzetmogelijkheid te verschaffen in geval temperatuurverschillen optreden. Tot op heden vindt dit tot 80/2 vullen plaats middels een afzonderlijk op de gastank gemonteerde klep, waarop men tijdens het vullen moet letten.

15 Veelal wordt dit achterwege gelaten en wordt geheel afgetankt op dezelfde wijze als bij b.v. een benzinetank. Gewoonlijk levert dit geen direct gevaar op, omdat op de tank een afzonderlijke veiligheidsklep aanwezig is. Genoemd aftanken levert echter wel bezwaar op, wanneer het voertuig of dergelijke, waarop de gastank is 20 gemonteerd, onmiddellijk na het vullen in een afgesloten ruimte, b.v. een garage, wordt geplaatst. In dat geval ontstaat bij tempe-ratuurverhoging in de gesloten ruimte een explosief gasmengsel.

Hu is uit het Amerikaanse octrooischriffc 3.929.155 een vulklep van de in de aanhef genoemde soort bekend. Deze klep is echter 25 vrij ingewikkeld en daardoor duur. Bovendien heeft zij een ingewikkelde montage en een vrij grote bouwhoogte, zowel binnen- als 7905739 ? ' ï -2- buitenwaarts van de tank.

De uitvinding beoogt genoemde nadelen op te heffen.

Hiertoe vertoont een vulklep van de in de aanhef genoemde soort het kenmerk, dat de kleppen in elkaar schuivend zijn uit-5 gevoerd. Voorts kunnen de beide kleppen daarbij samenwerken met een en dezelfde zitting.

Met voordeel kunnen daarbij de beide afdichtkleppen zijn samengevoegd tot een differentiaalklep, welke samenwerkt met,met verschillende diameters uitgevoerde gedeelten van de doorlaat van 10 het huis.

In verdere uitwerking van de uitvinding kan de doorlaatopening die de bovenzijde van de eerste afdichtklep met de onderzijde van de tweede afdichtklep verbindt, worden gevormd door één of meer tussen de binnen- resp. buitenomtrek van de beide kleppen aange-15 brachte kanalen en een in de tweede afdichtklep aangebrachte boring.

De in de tweede afdichtklep aangebrachte boring kan daarbij in de richting van de eerste afdichtklep taps toelopen, waardoor verstopping van deze doorlaat wordt voorkomen;

Verder kan de doorlaatopening via een buis in verbinding 20 staan met een kamer, voorzien van een verbindingsopening uit de tank, welke opening gecontroleerd wordt door een veerbelaste plug, bediend door de vlotter.

Een andere mogelijkheid bestaat daaruit, dat de doorlaatopening is voorzien van een zitting, waarop een veerbelaste kogel 25 kan afdichten, bediend door een van één of meer uitsparingen voorziene schijf, welke kan worden geroteerd met behulp van de vlotter.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen thans, onder verwijzing naar de tekening, enkele uitvoeringsvoorbeelden van de vulklep worden beschreven. In de tekening toont: 30 fig. 1 een langsdoorsnede van een vulklep; fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 en fig. 3 een doorsnede overeenkomstig fig. 1 van een tweede uitvoeringsvorm van de vulklep.

Volgens figuur .1.· is een vulklep met behulp van een 35 appendageplaat 22 aangebracht in een wand 21 van een gastank en 7905739 -3- 7 voorzien van een huis 1 met een doorlaat of boring 2. Het boveneinde van bet buis is uitgerust met schroefdraad ingericbt voor samenwerking met een (niet-weergegeven) koppelstuk van 'een vul-slang of met bet (in de tekening weergegeven) deksel 3 dat middels 5 een schematisch weergegeven buigbare kunststofstrook k vast met bet buis is verbonden. Ter waarborging van een goede afdichting is daarbij nog een afiichtring 9 aangebracht.

Het buis 1 is verder voorzien van een aantal uitlaatpoorten 5 opgesteld in stroomafwaartse richting voorbij een zitting 6 in-10 gericht voor samenwerking met een door een veer 23 belaste eerste afdicbtklep 7 welke aan de voor- resp. bovenzijde is uitgerust met een elastisch afdiebtelement 8. Met de afdicbtklep 7 werkt een door een veer 2k belaste tweede, met grotere diameters uitgevoerde, afdicbtklep 10 samen van welke tweede afdicht-15 klep bet ringvormige bovendeel '25, op dezelfde zitting namelijk 6 kan afdiebten als de eerste afdicbtklep 7·

Opgemerkt wordt hierbij dat teneinde een beweging van de tweede klep 10 in bet verbrede gedeelte van de doorlaat 2 mogelijk te maken, in de wand van bet buis 1 ter plaatse van genoemde 20 verbreding nog doorlaatkanalen 26 zijn aangebracht.

De onderzijde van bet huis 1 is afgesloten door een deksel 11. In een doorlaat opening 12 van dit deksel is een buis stuk 13 bevestigd op bet andere einde waarvan een hulphuis lU is bevestigd. Dit hulphuis is voorzien van een kamer 15 ale enerzijds via ge-25 noemde buis 13 in open verbinding staat met de doorlaat van bet buis 1 en anderzijds via een middels een veer 27 belaste plug 16 afsluitbare opening 17 met bet inwendige van de gastank. De montage van de plug 16 en de veer 27 vindt plaats via een schroefdop 28 welke tevens als geleiding dient voor bet ondereinde van de plug 16. 30 Rondom het buisstuk is verder een vlotter 18 aangebracht die de veerbelaste plug 16 kan bedienen.

In de tweede afdicbtklep 10 is voorts een boring 19 aangebracht die uitmondt in een bovenuitsparing 29 van de tweede afdicbtklep 10. Zoals uit fig. 2 blijkt, bevinden zich verder tussen 35 de eerste afdicbtklep 7 en de tweede afdicbtklep 10 een aantal 7905739 -5 ^ -h- doorlaatkanalen 20, tot stand gebracht door het afvlakken van de omtrek van de eerste afdichtklep 7·

De werking van de inrichting is als volgt.

Tijdens het vullen van een lege of nagenoeg lege tank zal 5 de vlotter 1.8 de plug naar beneden drukken, waardoor het inwendige van de gastank via de kamer 15 en het buisstuk 13 in verbinding staat met de ruimte onder de tweede afdichtklep 10.

Deze ruimte staat op haar beurt via de boring 19, de ruimte tussen de beide kleppen en de doorlaatkanalen 20 in verbinding 10 ' met de boring 2, daar de beide kleppen tijdens het vullen door de overdruk van de toegevoerde vloeistof benedenwaarts zijn gedrukt.

Bereikt de tank een bepaalde vulgraad van bijvoorbeeld 80% dan zal de vlotter l8 gaan drijven waardoor de opening 17 wordt afgesloten. Hierdoor zal de druk van de vloeistof in de ruimte 15 onder de tweede afdichtklep en in de ruimte tussen de beide kleppen gelijk worden aan de pomp- of vuldruk waardoor de kleppen zullen sluiten. Een verder voordeel van de gekozen constructie bestaat daaruit dat, wanneer de vlotter eenmaal bovenwaarts is bewogen de druk van de toegevoerde vloeistof i.c. de pompdruk 20 op de veerbelaste plug 16 komt te staan, waardoor deze gesloten blijft, ook wanneer de vlotter onder invloed van "golfslag" in de tank op en neer zou bewegen.

Daarbij kan door een geschikte keuze van de lengte van de enerzijds middels schroefdraad met het deksel 11 van het huis 1 25 en anderzijds middels schroefdraad met het hulphuis lU verbonden buisstuk 13 de gewenste vulgraad worden ingesteld.

Zoals uit fig. 1 verder blijkt, is de boring 19 in de tweede afdichtklep 10 aan de bovenzijde uitgevoerd met een conisch uiteinde waardoor de kans op verstopping tot een minimum is beperkt. 30 Van het in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zuUen hierna in hoofdzaak die delen worden beschreven, welke verschillen ten opzichte van die weergegeven in het eerste uitvoeringsvoorbeeld. Bij deze tweede uitvoeringsvorm is het huis aan het boveneinde gesloten. Het betreffende gedeelte is uitwendig uitgevoerd 35 in de vorm van een zeskantige moer, waarin zijdelings een van 7905739 -5- schroefdraad voorziene opening kl is aangetracht voor het opnemen van een niet-weergegeven plug, waarop een toevoerleiding voor vloeibaar gas kan worden aangesloten.

Eet gedeelte waarin de "beide in elkaar schuivende afdicht-5 kleppen zich "bevinden is uitgevoerd met éên enkele diameter.

Verder is de afsluitklep 7 -iog voorzien van een zijdelingse opening \2 welke een extra ^erhinding van de ruimte tussen de "beide afdichtkleppen met de ruimte "boven de afdichtklep 7 vormt. Zoals uit fig. 3 "blijkt, is het deksel 11 aan het ondereinde 10 van het huis voorzien van een zitting 31, waarop een kogel 32 kan afsluiten, welke wordt "belast door een veer 33. Eet andere einde van de veer 33 steunt af tegen kap 3^, uitgerust met een niet nader aangegeven doorlaat opening. Deze kap 3^ wordt op zijn plaats tegen het deksel vastgehouden door een ten opzichte van de veer 15 33 sterkere veer 35·

De kogel kan van zijn zitting worden gedrukt met behulp van een van uitsparingen voorziene schijf 36, bevestigd op een as 37, welke draaibaar is opgenomen in uitsteeksel 38 van het deksel 11. Met de schijf 36 i.c. de as 37 is verder een hefboom 39 verbonden, 20 welke is uitgerust met een vlotter h-0. Zodra het niveau in de tank stijgt en de vlotter gaat drijven zal de schijf 36 gaan draaien totdat een uitsparing ^1 daarvan loodrecht onder de kogel 32 ligt; de kogel zal dan op de zitting 31 vallen en de verbinding met het inwendige van de tank sluiten.

25 De beschreven constructies dragen zorg voor het sluiten van de afdichtkleppen onder invloed van de pompdruk, al of niet met behulp van de verend resp*?*35 en waarborgen ook bij het niet juist functioneren van de eerste afdichtklep of de tweede afdichtklep, dan wel bij het breken van een der veren, een juiste werking. 30 Op de hiervoor beschreven wijze is een vulklep gerealiseerd, die kort, klein en eenvoudig is.

opgemerkt wordt tenslotte, dat binnen het raam van de uit-vindingsgedachte een groot aantal wijzigingen mogelijk zijn, 7905739

Claims

1. Vulklep voor een gastank, voorzien van een in de 'wand van de tank te monteren huis op het boveneinde waarvan een vulslang kan worden aangesloten en in het manteloppervlak van welk huis uit-laatpoorten zijn aangebracht, waarbij in het huis een tweetal af- 5 dichtkleppen zijn aangebracht, tussenwëLke afdichtkleppen zich een doorlaat bevindt, en waarbij voorts de ruimte tussen de beide kleplichamen in open verbinding staat met de ruimte onder de klep-lichamen, welke laatste ruimte is voorzien van een door een vlotter gecontroleerde doorlaatopening, met bet kenmerk, dat XO de kleppen in elkaar schuivend zijn uitgevoerd.

2. Vulklep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beide kleppen samenwerken met een en dezelfde zitting.

3. Vulklep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beide afdichtkleppen zijn samengevoegd tot een different'iaalklep, samen- 15 werkend met, met verschillende diameters uitgevoerde gedeelten van de doorlaat van een huis. 1+. Vulklep volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de doorlaat tussen de beide afdichtkleppen wordt gevormd door één of meer tussen de binnen- resp. buitenomtrek van de beide afdicht-20 kleppen aangebrachte kanalen en in de tweede afdichtklep een boring is aangebracht.

5- Vulklep volgens conclusie h, met het kenmerk, dat de boring in de tweede afdichtklep in de richting van de eerste afdichtklep taps toeloopt.

6. Vulklep volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorlaatopening via een buis in verbinding staat met een kamer, voorzien van een verbindingsopening naar de tank, welke opening gecontroleerd wordt door een veerbelaste plug, bediend door de vlotter. 30 7· Vulklep volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de met een centrale opening uitgeruste vlotter glijdend rond de buis is aangebracht.

8. Vulklep volgens één van de conclusies 1-5» met het kenmerk, 7905739 -7- dat de doorlaatopening is voorzien van een zitting, waarop een veerbelaste kogel kan afdichten, "bediend door een van een of meer uitsparingen voorziene schijf, welke kan worden gèroteerd met "behulp van de vlotter. 7905739