NL7905474A - Inrichting voor het houden van vee. - Google Patents

Description

-1- - 20789/CV/tl «# r

Aanvrager: Animal Breeding Systems B.V.i.o.jten deze vertegenwoordigd door

Cecilio Jacinto Boekhoudt en Wilhelmus Gerardus Hubertus Valkenburg te Venlo.

5 Korte Aanduiding: Inrichting voor het houden van vee.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het houden van vee voorzien van althans een een doorlaatbare bodem omvattend hok.

Bij dergelijke inrichting is,in het bijzonder bijvoorbeeld bij 10 varkensstallen en dergelijke onder de doorlaatbare bodem veelal een mestkelder aangebracht of,indien het gaat om hokken voor klein vee, zoals bijvoorbeeld konijnen, biggen,vogels of dergelijke is in vele gevallen onder de doorlaatbare bodem een uitneembare la voor de meststoffen aangebracht. Het toepassen van een grote mestkelder werkt 15 sterk kosten verhogend bij de bouw van de inrichting,terwijl een dergelijke mestkelder veelal slechts enkele malen per jaar geleegd zal worden,zodat de aanwezigheid van de grote hoeveelheid mest onder de het vee.bevattende hokken veelal een nadelige invloed heeftop hygiënische omstandigheden.

Het regelmatig legen.van mest bevattende laden indien grote 20 aantallen klein vee bevattende hokken worden toegepast is een tijdrovende en onaangename bezigheid.

Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij de aan de tot nu toe toegepaste inrichtingen klevende nadelen kunnen worden vermeden.

25 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat onder de door laatbare bodem een in zijn lengterichting verplaatsbare band is aangebracht.

De op de doorlaatbare bodem op de band vallende fecaliën kunnen nu op ieder gewenst tijdstip eenvoudig worden afgevoerd door het in zijn 30 lengterichting verplaatsen van de band .Bij voorkeur wordt daarbij een zogenaamde wegwerpband toegepast,welke uit zeer dunne kunststof kan zijn vervaardigd,zodat een regelmatig reinigen van de band overbodig zal zijn.

Bij voorkeur is daarbij de band dwars op zijn lengterichting hellend opgesteld terwijl nabij de het laagst liggende rand van de band een goot 35 is aangebracht,zodat vloeibare bestanddelen van de band in de goot en via de goot afgevoerd kunnen worden.

79054 74 -2- . 20 789/CV/tl »

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een schematisch in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoor- beeld van de constructie volgens de uitvinding.

• . voor

Fig. 1 tocrt schematisch een / aanzicht op een een aantal hokken ‘ 5 omvattende inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont schematisch een dwarsdoorsnede over een deel van de in fig.l weergegeven inrichting,waarbij de hokken zijn weggelaten.

Fig. 3 toont een bovenaanzicht op een ondersteuningsorgaan voor de in zijn lengterichting verplaatsbare band.

10 De weergegeven inrichting omvat een gestel,dat is voorzien van verticaal staande kolommen 1 en deze kolommen omvattende horizontale balken,waarbij een aantal van aan de voorzijde van het gestel gelegen horizontale balken goten 2 vormen,terwijl aan de achterzijde van het gestel gelegen horizontale balken worden gevormd door hoekijzers 3.

15 Verder zijn in het gestel een groot aantal naast en boven elkaar gelegen op op zichzelf bekende wijze uit gaas of dergelijke opgebouwde hokken 4 ' opgehangen. Onder iedere reeks in een rij opgestelde hokken 4 is althans een ondersteuningsorgaan weergegeven van het in fig.3 weergegeven type.

Zoals in fig.3 is weergegeven omvat dit ondersteuningsorgaan een 20 min of meer U-vormig gesteldeel 5 waarvan de beide zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken benen door een zich in de lengterichting van dit gesteldeel uitstrekkende strip 6 met elkaar zijn verbonden. Tussen de strip 6 en het de beide benen van het gesteldeel 5 met elkaar verbindende tussenstuk zijn een aantal zich evenwijdig aan elkaar en loodrecht op de 25 strip 6 uitstrekkende rollen 7 vrij draaibaar aangebracht. De ruimtes tussen de opeenvolgende rollen 7 is opgevuld met aan de strip 6 en aan het zich evenwijdig aan de strip 6 uitstrekkende middenstuk van het gesteldeel 5 bevestigde plaatvormige of gaasvorrige delen 8.

Tussen de uiteinden van de zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende 30 benen van het gesteldeel 5 is een rechthoekig raam 9 aangebracht dat met behulp van scharnieren 10 met de strip 6 is verbonden zodanig dat dit raam ten opzichte van de strip 6 om een zich evenwijdig aan de strip 6 uitstrekkende scharnieras \erzwenkbaar is. In het raam 9 zijn in het verlengde van de rollen 7 gelegen rollen 7'vrij draaibaar gelegerd,terwijl de 35 ruimtes in het raam 9 gelegen tussen de rollen 7' zijn opgevulde met behulp van plaatvormige nf craasvormige delen 11.

790 54 74 -3- 20789/CV/tl

Het gesteldeel 5 kan in het gestel van de inrichting op de in fig.2 weergegeven wijze worden ondersteund door een goot 2 en een hoekijzer 3 zodanig,dat het bovenoppervlak van de in een vlak gelegen plaatvormige delen 8 en 11 enigszins hellend afloopt in de richting van de goot 2, 5 zoals duidelijk zal zijn uit fig.2.

De evenwijdig aan de plaatvormige delen 8 en 11 verlopende bovenranden van de rollen 7 en 7' zullen daarbij een weinig boven de plaatvormige dékn uitsteken.

Zoals verder in fig.l is weergegeven zijn aan de linkerzijde van het 10 gestel een drietal haspels 12 boven elkaar aangebracht,zodanig dat deze haspels om horizontale draaiingsassen 13 draaibaar zijn. Iedere haspel 12 omvat een bij voorkeur uit dunne kunststof bestaande foelie 14,welke over de rollen 7 en 7' en de plaatvormige delen 8 en 11 van een in fig.3 weergegeven ondersteuningsorgaan onder een desbetreffende rij hokken 4 15 door kan worden geleid en daar weEr kan worden opgerold op een verdere - door het gestel ondersteunde haspel 15,zoals schematisch in fig.l is aan geduid. Daarbij is de uitvoering bij voorkeur zodanig,dat een zijrand van de foelie 14 juist in de goot 2 hangt.

Het zal duidelijk zijn,dat indien zich vee in de hokken 4 bevindt de 20 fecaliën van dit vee door de doorlaatbare bodem op een onder de desbetreffende hokken gelegen band 14 zal vallen. Door de hélende . opstelling van het de band 14 ondersteunende ondersteuningsorgaan zal vocht aflopen in de goot 2. Met behulp van niet nader weergegeven middelen kunnen de goten op gezette tijden eventueel worden doorgespoeld voor de afvoer van dit 25 vocht naar een^geschikte opvanghouder. Verder kunnen bijvoorbeeld door het aandrijven /Öe haspels 15 op gezette tijden de banden 14 in hun lengterichting worden verplaatst. Daarbij zullen de fecaliën aan het rechter einden van de inrichting,waar de banden 14 worden omgeleid over omleid-rollen 16,van de banden 14 afvallen en bij^oorkeur in een onder· de des-30 betreffende uiteinden geplaatste container 17 of dergelijke vallen. Eventueel kunnen daarbij bij de omleidrollen nog schraaporganen of dergelijke worden aangebracht.

Voor het in zijn lengterichting verplaatsen van de band wordt het raamvormige deel 9 eerst een weinig met behulp van niet nader weergege-35 ven verstelmiddelen ,bijvoorbeeld hydraulische verstelcilinders of hijskabels of dergelijke om de scharnieren 10 verzwenkt naar de schematisch 790 54 74 -4- ' · 20789/CV/t.l in fig.2 met stippellijnen aangeduide stand 9'. Hierdoor wordt voorkomen dat de band 14 tijdens de vooruitbeweging zijdelings in de richting van de goot 2 zal verschuiven.

Ook is het mogelijk om het ondersteuningsorgaan uit een stuk te ver-5 vaardigen en dan bijvoorbeeld het gehele ondersteuningsorgaan ten opzichte van het ondersteuningspunt bij het hoekijzer 3 te verzwenken tot in een ’horizontale stand zodat ook dan een zijdelings verplaatsen van de band 14 wordt voorkomen.

Door de effectieve ondersteuning van de band 14 kan deze band uit 10 zeer dunne kunststof worden vervaardigd,zodat deze band zeer goedkoop kan zijn en slechts eenmalig zal behoeven te worden gebruikt om na gebruik te worden weggeworpen,zodat een reinigen van de band overbodig zal zijn.

Op gezette tijde kan zo de zich op de band bevindende mest eenvoudig en snel zonder enige krachtsinspanning onder de hokken 4 worden ver-15 wijderd en in een container 17 of dergelijke worden verzameld voor de afvoer van de mest.

Uiteraard is de uitvinding ook toepasbaar bij grote hokken,waarin bijv. mestvarkens worden gehouden..

20 • k 790 54 74

Claims (6)

1. Inrichting voor het houden van vee voorzien van althans een een doorlaatbare bodem omvattend hok,met het kenmerk,dat onder de doorlaatbare bodem een in zijn lengterichting verplaatsbare band is aangebracht.

2. Inrichting volgers conclusie l,met het kenmerk,dat de band dwars op zijn lengterichting hellend is opgesteld en nabij de het laagst liggende rand van de band een goot is aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat nabij beide uiteinden van de inrichting haspels voor het opwikkelen van de 10 band zijn aangebracht.

4. Inrichting volgens een der voorgaade conclusies,met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van althans een ondersteuningsorgaan voor de band,welk ondersteuningsorgaan een aantal zich dwars op de lengterichting van de band uitstrekkende vrij draaibare rollen en tussen deze 15 rollen gelegen plaatvormige of gasvormige delen omvat.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht om althans een deel van het ondersteuningsorgaan om een zich evenwijdig aan de lengterichting van de band uitstrekkende scharnieras te verzwenken.

6. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk, dat nabij het mid den van het ondersteuningsorgaan een scharnieras is aangebracht,zodanig, dat een deel van het ondersteuningsorgaan ten opzicht^ran het overige deel van het ondersteuningsorgaan verzwenkbaar is. 25 790 54 74