NL7810423A

NL7810423A - Inrichting voor het stapelen van voorwerpen.

Info

Publication number: NL7810423A
Application number: NL7810423A
Authority: NL
Original assignee: Avedko Bv
Priority date: 1978-10-17
Filing date: 1978-10-17
Publication date: 1980-04-21
Also published as: NL173625C; DE2937156A1; FR2439154A1; US4357127A; DE7926054U1; NL173625B

Description

78202 vA/mm . *

Aanvraagster : Avedko B.V., Nijverheidstraat 8, Dordrecht.

Titel : "Inrichting voor het stapelen van voor werpen" ·

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het stapelen van voorwerpen, waarbij het bovenste voorwerp van de stapel steeds op éeh bepaalde hoogte wordt gehouden, welke inrichting is voorzien van een vertikale, 5 aan de bovenzijde open houder voor de stapel voorwerpen met een randflens die gedragen wordt door een aantal stijlen, waarbij aan de randflens met behulp van veren een drager voor de stapel voorwerpen is opgehangen.

Een inrichting van deze soort is uit de praktijk be-10 kend, hierbij bevindt het draagvlak van de drager zich · in onbelaste toestand in hetzelfde vlak als het vlak van de randflens. Dit heeft tot gevolg, dat enerzijds de stapel voorwerpen steeds meer of minder boven de randflens uitsteekt, terwijl anderzijds de slaglengte van de drager 15 en daarmede de capaciteit van de inrichting wordt be perkt doordat onder het draagvlak de veerophanging naar beneden uitsteekt. Voorts bevindt het zwaartepunt zich betrekkelijk hoog waardoor de belasting op de geleidingslagers minder gunstig is. Verder kan de inrichting moeilijk in 20 gevulde toestand op een andere worden gestapeld.

Het doel van de uitvinding is het opheffen van deze bezwaren, welk doel wordt bereikt, doordat het draagvlak van de drager zich in onbelaste toestand op een aanmerkelijke afstand beneden het vlak van de randflens bevindt.

25 Door toepassing van de uitvinding behoeft een be ginnende stapel niet boven de inrichting uit te steken, terwijl de veerophanging geen slagruimte inneemt, waardoor een capaciteitsvergroting wordt verkregen die tot circa 35$ kan bedragen. Verder heeft de stapel een lager zwaarte-30 punt en is daardoor de combinatie van stapel en inrichting 7810423 ί 2 stabieler, terwijl de inrichting in gevulde toestand gemakkelijk op andere, soortgelijke inrichting kan worden gestapeld.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvin-5 ding heeft de drager de vorm van een van boven open bak, waarvan de bodem met het draagvlak vormt en de zijwanden in onbelaste toestand van de drager met hun bovenrand nagenoeg in het vlak van de randflens verlopen. Deze bak heeft het voordeel, dat de opgestapelde voorwerpen ook 10 minder zuiver op elkaar behoeven te worden gestapeld, doordat de zijwanden een geleiding en steun leveren.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande perspectivische tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

15 Volgens de tekening omvat de inrichting een buiten mantel, welke gedeeltelijk is weggesneden teneinde het inwendige van de inrichting te tonen. De buitenmantel.omvat de zijstukken 1 en 2, en de voor-en achterstukken 3 en 4.

De zijstukken 1 en 2 zijn elk langs de vertikale buiten- 20 wand omgebogen tot twee vertikale stijlen 5. Hierdoor omvat « de eigenlijke stapelinrichting aan de vier hoeken deze vertikale stijlen 5» welke aan twee tegenoverliggende zijden zijn verbonden door horizontale dwarsprofielen 6 en zijn bevestigd aan de rondom verlopende randflens 7· Het samen- 25 stel 1, 2, 3 en ^ is nabij de bodem eveneens verbonden waardoor geschikte verbindingselementen 8, 9, 10 en 11 van het . { verbindingselement 10 en 11 een binnenwaarts omgebogen benedenrand zijn van de zijstukken 1 resp, 2.

Aan de vertikale onderflens van het dwarsprofiel 6 30 zijn in de gaatjes 12 een aantal veren 13 vastgehaakt.

Hoewel in de tekening slechts één reeks veren 13 zichtbaar is, bevindt een soortgelijke reeks zich aan de tegenoverliggende zijde van de inrichting, en kan deze zich in bepaalde gevallen aan alle vier zijden bevinden.

35 De onderzijde van de veren 13 is vastgehaakt in de gaatjes 14 in een U-vormige dwarsbalk 15» die met zijn ver- 7810423 ·?. as·;.:·' .

* ' y* V -¾ 3 - \ : bindingsbeen in hetzelfde vertikale vlak ligt als het vlak van het vertikale been van het bovenliggende dwarsprofiel 6»

De ü-benen van de balk 15 zijn bevestigd aan een parallel-lopipedumvormige houder 16, welke is voorzien van een open 5 bovenzijde en de bodem 17» welke het draagvlak van de houder vormt. Nabij de hoekpunten van de houder 16 zijn W-profielen 18 bevestigd die twee onder een hoek van 90° staande, boven elkaar geplaatste wielstellen 19» 20 dragen, waarvan de wielen gewoonlijk worden gevormd door kogellagers.

10 De wielstellen 19» 20 rollen respectievelijk langs de twee loodrecht op elkaar staande binnenzijden van de vertikale hoekstijlen 5. Op deze wijze wordt de omhoog en omlaag gaande vertikale beweging van de houder 16 binnen het gestel 5 t/m 11 geleid, waarbij de veren 13 naar 15 gelang de belasting van de bodem 17 meer of minder worden uitgerekt. Daarmede is het mogelijk om het bovenste voorwerp van een in de houder 16 aanwezige stapel steeds op een bepaalde afgeefhoogte te houden.

De wanden van de drager 16 zijn bij het weergegeven 20 uitvoeringsvoorbeeld gesloten, maar kunnen in andere ge vallen bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijk geperforeerd zijn. Verder is de horizontale doorsnede van de drager of houder 16 rechthoekig, maar kan deze eveneens rond, ovaal, zes- of achthoekig zijn of elke andere geschikte vorm 25 hebben.

Essentieel voor de uitvinding is echter, dat de bodem of het draagvlak 17 van de houder of drager 16 op een aanmerkelijke vertikale afstand beneden het bovenvlak van de houder of drager en dat van de randflens 7 ligt, 30 waardoor zich in deze houder of drager een aantal voorwer pen kunnen bevinden die niet boven de inrichting uitsteken.

Dit maakt mogelijk dat de gevulde inrichting op andere .soortgelijke inrichtingen kan worden gestapeld. Voor deze wijze van stapelen kunnen aan de randflens 7 geschikte 35 stapelsteunen worden aangebracht die samenwerken met de onderzijde van een bovenliggende soortgelijke stapelinrich-ting.

7810423

Claims

1. Inrichting voor het stapelen van voorwerpen, waarbij het bovenste voorwerp van de stapel steeds op een be- 10 paalde hoogte wordt gehouden, welke inrichting is voorzien van een vertikale, aan de bovenzijde open houder voor de stapel voorwerpen met een randflens die gedragen wordt door een aantal stijlen, waarbij aan de randflens met behulp van veren een drager voor de stapel voorwerpen is opge- 15 hangen, met het kenmerk, dat het draagvlak (17) van de dra ger (ié) zich in onbelaste toestand op een aanmerkelijke afstand beneden het vlak van de randflens bevindt,

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drager (16) de vorm heeft van een van boven open 20 bak, waarvan de bodem (17) het draagvlak vormt en de zij wanden in onbelaste toestand van de drager met hun bovenrand nagenoeg in het vlak van de randflens verlopen,

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de wanden van de drager (l6) parallellopipedum- 25 vormig zijn.

4. Inrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de wanden van de drager gesloten zijn,

5. Inrichting volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de horizontale dwarsdoorsnede van de drager rechthoekig 30 is.

6. Inrichting volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de drager aan twee tegenoverliggende vertikale zijvlakken nabij de hoeken is voorzien van een vertikaal verlopend, W-hoekprofiel (18), waarvan de binnenflens aan de drager is 35 bevestigd, terwijl de twee opeenvolgende buitenflenzen elk één of meer wielstellen (19, 20) dragen, die samenwerken met dê binnenzijde van de stijlen (5) van de inrichting. 7810423