[go: up one dir, main page]

NL7807030A - Inrichting voor het gedoseerd aanbrengen van een vloeibaar preparaat. - Google Patents

Inrichting voor het gedoseerd aanbrengen van een vloeibaar preparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL7807030A
NL7807030A NL7807030A NL7807030A NL7807030A NL 7807030 A NL7807030 A NL 7807030A NL 7807030 A NL7807030 A NL 7807030A NL 7807030 A NL7807030 A NL 7807030A NL 7807030 A NL7807030 A NL 7807030A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
liquid
elements
parts
dispensing
movement
Prior art date
Application number
NL7807030A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nat Cooep Land En Tuinbouw Aan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nat Cooep Land En Tuinbouw Aan filed Critical Nat Cooep Land En Tuinbouw Aan
Priority to NL7807030A priority Critical patent/NL7807030A/nl
Publication of NL7807030A publication Critical patent/NL7807030A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C1/00Apparatus, or methods of use thereof, for testing or treating seed, roots, or the like, prior to sowing or planting
    • A01C1/08Immunising seed
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01MCATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
    • A01M21/00Apparatus for the destruction of unwanted vegetation, e.g. weeds
    • A01M21/04Apparatus for destruction by steam, chemicals, burning, or electricity
    • A01M21/043Apparatus for destruction by steam, chemicals, burning, or electricity by chemicals

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Insects & Arthropods (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

Nationale Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging voor Landen Tuinbouw G.A. "Cebeco-Handelsraad", te Rotterdam, Nederland
Inrichting voor het gedoseerd aanbrengen van een vloeibaar preparaat λ
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het gedoseerd aanbrengen van een vloeibaar preparaat ter behandeling van planten, bollen, knollen of dergelijke, welke inrichting is voorzien van middelen voor het opslaan 5 van het vloeibare preparaat en van middelen om het prepa raat op de te behandelen gewassen of dergelijke aan te brengen.
Bij de bekende inrichtingen van deze soort wordt het preparaat fijn verstoven zo dicht mogelijk in de nabij-10 heid van de te behandelen gewassen of dergelijke. Een nadeel van de bekende inrichtingen is dat veel van het vloeibare preparaat verloren gaat doordat het niet terechtkomt op de te behandelen gewassen of dat het van deze gewassen afdruipt doordat de druppels zich weer verenigen. Dit is een groot 15 bezwaar wanneer het gebruikte preparaat zeer kostbaar is, terwijl het ook bezwaarlijk is wanneer men te maken heeft met vloeibare preparaten die bijvoorbeeld niet met de te oogsten gewassen in aanraking mogen komen. In dergelijke gevallen probeert men dit nadeel te voorkomen door gebruik 20 te maken van preparaten die selectief werkzaam zijn, dat wil zeggen dat ze bijvoorbeeld wel het te bestrijden onkruid beïnvloeden doch niet de te oogsten gewassen.
De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarbij men slechts weinig vloeistof gebruikt en waarbij men 25 het gebruikte preparaat selectief op de te behandelen gewas sen aanbrengt.
Volgens de uitvinding vertoont hiertoe de inrichting vlakken, die een relatieve beweging kunnen uitvoeren ten 7807030 > r 2 opzichte van de te behandelen delen en maken deze vlakken deel uit van elementen die bestaan uit een materiaal dat gemakkelijk vloeistof opneemt en aan er langs strijkende voorwerpen weer afgeeft, zoals een sponsachtig of dweilach-5 tig materiaal, en welke elementen via een doseerinrichting in verbinding staan met middelen voor het opslaan van de vloeistof.
Bij gebruikmaking van een dergelijke inrichting kan men met de doseerinrichting continu een zeer kleine 10 hoeveelheid toevoeren die dan via het sponsachtige of dweil- achtige materiaal over een zeer groot oppervlak wordt verdeeld. Daarna wordt het. preparaat afgegeven doordat dit sponsachtige of dweilachtige materiaal langs de te behandelen gewassen strijkt. Men heeft hier dus geen kans dat er 15 vloeistof verloren gaat of dat het terechtkomt op plaatsen waar men dit niet wenst, bijvoorbeeld doordat druppels wegwaaien.
Volgens de uitvinding kunnen de werkzame vlakken van de elementen zich althans voor een deel in de bewegings-20 richting uitstrekken. Ook kunnen volgens de uitvinding de werkzame vlakken van de elementen zich althans voor een deel dwars op de bewegingsrichting uitstrekken. De elementen kunnen ook in de bewegingsrichting versprongen ten opzichte van elkaar liggen of in een richting dwars op de bewegings-25 richting ten opzichte van elkaar versprongen liggen. Verder kunnen de elementen zich in hoogterichting verschillend ver uitstrekken en de vlakken van verschillende elementen kunnen verschillende hoeken maken met de relatieve bewegingsrichting ten opzichte van de te behandelen voorwerpen. Door êên of 30 meer van deze maatregelen toe te passen, wordt de kans dat gewassen of delen van gewassen niet met de elementen in aanraking komen praktisch nihil.
Volgens de uitvinding kan de inrichting zijn uitgevoerd als een met wielen uitgeruste wagen die kan worden 35 voortbewogen. Doordat de inrichting bijzonder eenvoudig is kan men de wagen bijvoorbeeld in een uitvoering als twee- 7807030 3 wielige wagen met de hand voortbewegen. Hierdoor kan men gemakkelijk een gewas behandelen ook wanneer dit minder regelmatig is opgekomen.
Volgens de uitvinding kan de wagen zijn voorzien 5 van zich in langsrichting uitstrekkende schermplaten die in bedrijf een of meer rijen voor de oogst bestemde gewassen scheiden van tussen de rijen groeiend onkruid. Dankzij de schermplaten is men er absoluut zeker van dat de elementen voor het afgeven van het preparaat niet in aanraking komen 10 met de gewassen die men niet wenst te behandelen.
Volgens de uitvinding kan het gestel zijn voorzien van tenminste twee paarsgewijs geplaatste schermplaten die in bedrijf een rij gewassen omsluiten. Dit is in het bijzonder van belang wanneer men het onkruid tussen rijen ge-15 wassen wenst te behandelen.
Volgens de uitvinding kan in de richting dwars op de bewegingsrichting de afstand tussen de twee schermplaten van elk paar naar achteren toe groter worden. Men heeft dan minder kans dat de door de platen beschermde gewassen aan de 20 onderkant van de platen te vroeg zouden worden vrijgegeven.
Volgens de uitvinding kunnen de schermplaten aan de voorzijde zijn voorzien van een snijrand die in de grond kan snijden. Bij een dergelijke uitvoering worden ook plantendelen die op de grond liggen met zekerheid door de 25 schermplaten omsloten.
Volgens de uitvinding kan de voorrand van de schermplaten schuin naar voren en naar beneden aflopen. Hierdoor krijgt men een betere opneming van de te beschermen rij gewassen.
30 Volgens de uitvinding kan de onderrand van de scherm platen van voren naar achteren iets oplopen. Dit is van belang wanneer de grond waarover de wagen rijdt niet geheel vlak is, men kan dan gemakkelijk ervoor zorgen dat de vooreinden vein de schermplaten steeds door of langs de grond 35 strijken zonder dat er gevaar is dat ze te diep in de grond snijden en vastlopen.
7807030 r * 4
Volgens de uitvinding kunnen de vlakken die zijn voorzien van middelen voor het opnemen en afgeven van vloei-stof deel uitmaken van een rotor, die tijdens het voortbewegen van de inrichting wordt aangedreven. Hierdoor kan men 5 onder bepaalde omstandigheden een nog intensiever contact bereiken tussen de vlakken voor het opnemen en afgeven van vloeistof en de te behandelen gewassen.
Met voordeel kan volgens de uitvinding de rotor worden aangedreven in een richting tegengesteld aan die van 10 de draagwielen. Men krijgt dan als het ware een borstelende werking van onder naar boven op de gewassen.
Volgens de uitvinding kan de wagen zijn voorzien van een of meer zich in horizontale richting uitstrekkende van openingen voorziene pijpvormige elementen waardoorheen 15 vloeistof wordt toegevoerd en waaromheen slangvormige delen van het vloeistofopnemende en afgevende materiaal zijn geschoven, welke delen vrij afhangende gedeelten vertonen. Hierbij heeft men een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm van de elementen voor het afgeven van de vloeistof. De vrij 20 afhangende gedeelten van het vloeistof-opnemende en -afgevende materiaal strijken door de te behandelen gewassen.
Volgens de uitvinding kunnen de pijpvormige delen zigzagvormig of golflijnvormig zijn uitgevoerd. Men heeft dan een zeer eenvoudige uitvoeringsvorm waarbij de vrij af-25 hangende gedeelten verschillende hoeken maken met de bewegingsrichting van de wagen.
Volgens de uitvinding kunnen zich naast elk paar schermplaten aan de buitenzijde van de wagen zich over de halve breedte per strook onkruid uitstrekkende middelen voor 30 het afgeven van vloeistof zijn gelegen.
Men bestrijkt dan met een gang van de wagen opzij van de wagen halve stroken van de te behandelen onkruiden. Bij een volgende gang wordt dan de andere helft van die strook behandeld.
35 Verder kan volgens de uitvinding zich aancfe buiten zijde van de wagen een enkele schermplaat uitstrekken op 7807030 * 5,:.
een afstand van het naast gelegen paar schermplaten die overeenkomt met de werkbreedte per strook te behandelen onkruid. Er zijn tussen het paar schermplaten en deze buitenste schermplaat elementen voor het afgeven van vloeistof gele-5 gen. Men schermt dan een strook gewassen die niet met de vloeistof in aanraking mogen komen aan de ene zijde af en behandelt de strook onkruid die aan die zijde van het gewas ligt. Bij een volgende doorgang behandelt men dan de aan de andere zijde van de rij gewassen liggende strook onkruid.
10 In een doeltreffende uitvoeringsvorm wordt het voorraadreservoir gedragen door een in een verticale geleiding op en neer beweegbare houder die onder veerwerking staat, een en ander zodanig, dat bij het verbruiken van de vulling van het reservoir dit naar boven beweegt en het 15 vloeistofniveau op constante hoogte blijft. Door een juiste keuze van de veer bereikt men dus dat de vloeistofkolom die zorgt voor het drukverschil voor het toevoeren van de vloeistof aan de elementen voor het'afgeven van de vloeistof gelijk blijft, zodat men steeds een gelijke mate van toevoer 20 van vloeistof heeft onafhankelijk van de vulling van het reservoir.
Volgens de uitvinding kunnen in een doeltreffende uitvoeringsvorm de vloeistof afgevende elementen worden gevormd door kousvormige delen die steken door een opening 25 in de bodem van het vloeistofreservoir en die worden ge strekt door pennen met een kopvormig deel dat de bovenrand van het kousvormige deel tegen de bodem van het reservoir drukt. De constructieve uitvoering van deze elementen is bijzonder eenvoudig.
30 Verder kunnen volgens de uitvinding de vloeistof afgevende delen zijn aangebracht tegen de wand van een koker, waardoorheen meer in het bijzonder pootgoed wordt getransporteerd. Een dergelijke koker kan bijvoorbeeld zijn aangebracht in een pootmachine zodat het pootgoed bijvoorbeeld 35 wordt ontsmet voordat het in de voor wordt gelegd.
Tenslotte kunnen volgens de uitvinding de vloeistof- 7807030 Λ é 6 afgevende delen zijn geplaats op enige afstand boven een transportband of dergelijke, zodanig, dat deze delen in de baan van op het transportvlak van de band liggende producten reiken. Met een dergelijke inrichting kan men allerlei pro-5 ducten zoals bijvoorbeeld pootgoed of producten die lang moeten worden bewaard met een gepaalde stof behandelen.
De uitvinding zal nader worden toegelicht in de volgende beschrijving van enige uitvoëringsvoorbeelden aan de hand van de tekening.
10 In de tekening toont:
Fig. 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding in de vorm van een wagen;
Fig. 2 een detail' van de inrichting uit Fig. 1;
Fig. 3 een detail in een andere uitvoeringsvorm; 15 Fig. 4 een inrichting volgens de uitvinding in een andere uitvoeringsvorm;
Fig. 5 een inrichting volgens de uitvinding in bovenaanzicht in nog een andere uitvoeringsvorm;
Fig. 6 een detail uit Fig. 5 in een doorsnede vol-20 gens de lijn VI-VI;
Fig. 7 een doorsnede van een inrichting volgens de uitvinding in weer een andere uitvoeringsvorm;
Fig. 8 een met Fig. 7 overeenkomend bovenaanzicht;
Fig. 9 een inrichting volgens de uitvinding in 25 perspectief in nog een andere uitvoeringsvorm;
Fig. 10 een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding in weer een andere ’Uitvoeringsvorm; en
Fig. 11 een inrichting volgens de uitvinding gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede.
30 De in Fig. 1 afgeheelde inrichting bestaat uit een gestel 1 met draagwielen 2 en bedieningshandvaten 3. Op het gestel 1 is een plaat 4 bevestigd die is bedekt met een gemakkelijk vloeistofopnemend en weer afgevend materiaal 5. Dit materiaal kan bijvoorbeeld sponsachtig zijn of dweil-35 achtig. Het afgevende materiaal 5 is voorzien van uitsteken de delen 6 die zich tot op verschillende hoogte uitstrekken 7807039 * 7 *, en in dwarsrichting versprongen ten opzichte van elkaar zijn geplaatst. Deze delen 6 zijn bedekt met hetzelfde materiaal als waarmee de plaat 4 is bedekt. Op het gestel is verder een reservoir 7 geplaatst dat via een 5 door een dop afgesloten opening 8 kan worden gevuld. Aan de uiteinden van het reservoir zijn uitlaten 9 en 10 met afsluiters 11 resp. 12 aangebracht. Met behulp van de afsluiters 11 en 12 kan een regelbare kleine hoeveelheid vloeistof uit het reservoir 7 worden toegevoerd aan het materiaal 5.
10 Deze vloeistof verdeelt zich in het materiaal 5 en in de uitstekende delen 6. In Fig. 1 is schematisch aangegeven dat men twee rijen 13 en 14 van een te oogsten gewas heeft waartussen onkruid 15 groeit. Aan het gestel 1 zijn verder schermplaten 16 en 17 bevestigd. Deze schermplaten strijken 15 in de getekende stand van de inrichting langs de rijen ge wassen 13 en 14. Aan de voorkant lopen de schermplaten 16 en 17 schuin af bij 18 en 19 terwijl bij 20 en 21 snijran-den zijn aangebracht die door de grond snijden. Wanneer men de inrichting in de getekende stand over het land beweegt, 20 strijken de uitstekende delen 6 onder de plaat 4 langs het onkruid 15 dat tussen de schermplaten ligt. De schermplaten 16 en 17 beschermen de rijen gewas 13 en 14 tegen aanraking met de vloeistof-afgevende delen 6. Wanneer men een ver-delgingsmiddel voor het onkruid gebruikt heeft men dus geen 25 kans dat dit in aanraking komt met de planten die later moeten worden geoogst. Op de beschreven wijze kan men een minimum aan vloeistof gebruiken hetgeen van belang is wanneer men een kostbaar bestrijdingsmiddel gebruikt. Ook hoeft men nu geen middel toe te passen dat.selectief werkt. Dankzij de 30 uitvoering van de inrichting bereikt men dat de selectie van de te behandelen planten mechanisch plaatsvindt.
Fig. 2 laat de delen 6 uit Fig. 1 in onderaanzicht zien. Fig. 3 laat een andere uitvoeringsvorm zien op grotere schaal. Hier wordt de vloeistof toegevoerd aan een reservoir 35 22. In de bodem 23 van dit reservoir zijn gaten aangebracht waardoorheen pennen 24 steken die zijn voorzien van een kop 7807030 » 8 25. Om de pennen 24 ligt een kousvormig deel 26 van gemakkelijk vloeistofopnemend en -afgevend materiaal. De kous 26 is aan de bovenzijde voorzien van een kraag 27 die door middel van de kop 25 tegen de bodem 23 van het reservoir 22 5 wordt gedrukt. Dankzij de pennen 24 wordt de kous 26 gespan nen. De pennen 24 met de kousen 26 kunnen op overeenkomstige wijze als de uitstekende delen 6 onder aan een wagen zijn aangebracht.
Fig. 4 laat een gestel zien dat geschikt is om te 10 worden bevestigd aan bijvoorbeeld een trekker. Het gestel 28 is hiertoe voorzien van bevestigingsmiddelen 29 en 30.
Het gestel draagt hier een aantal rotorbladen 31 die zijn bedekt met een gemakkelijk’ vloeistofopnemend en -afgevend materiaal. Wanneer de rotor wordt aangedreven met behulp 15 van de wormwielkast 32 strijken de rotorbladen 31 langs delen 33 die eveneens zijn voorzien van vloeistof-opnemend en -afgevend materiaal. Aan deze delen 33 wordt vloeistof toegevoerd uit het reservoir 34. In de uitvoeringsvorm van Fig.
4 zijn de dragende wielen niet getekend en de schermplaten 20 zijn terwille van de duidelijkheid eveneens weggelaten. De rotorbladen draaien in tegengestelde richting vergeleken met de draairichting van de dragende wielen.
Fig. 5 laat in bovenaanzicht een inrichting zien bestaande uit een gestel 35 dat is voorzien van dragende 25 wielen 36 en 37. Het gestel is verder voorzien van twee paren schermplaten 38 en 39. De platen 38 en 39 zijn aan de voorzijden van schuin aflopende zijden 40 en 41 voorzien terwijl de onderlinge afstand tussen de platen 38 en 39 naar achteren toe groter wordt zoals in Fig. 5 is te zien.
30 Hierdoor heeft men minder kans dat de tussen de platen 38 en 39 opgenomen gewassen onder de randen van de platen 38 en 39 uitkomen. De inrichting voor het toevoeren van vloeistof bestaat uit golflijnvormig gebogen pijpen 43 en 44 tussen de platen 38 enerzijds en de platen 39 anderzijds. Deze 35 pijpen 43 en 44 zijn voorzien van gaten en van middelen om daaraan uit een niet getekend reservoir vloeistof toe te 7807030 «, 9 voeren. Om de pijpen ligt een kousvormig deel dat is voorzien van een vrij naar beneden hangende flap. Deze vrij naar beneden hangende flap strijkt bij het voortbewegen van de inrichting langs het te behandelen onkruid tussen de 5 rijen planten 42. Aan de buitenzijde van de platen 38 en 39 strekt zich een soortgelijke pijp 45 resp. 46 uit waaraan ook vloeistof wordt toegevoerd en die eveneens is voorzien van een kous met vrij naar beneden hangend gedeelte.
In Fig. 6 is in doorsnede de pijp 46 getekend met de kous 10 47 en het vrije neerhangende gedeelte 48. De onkruidplanten zijn aangegeven met 49. De delen 45 en 46 strekken zich uit over de halve breedte van de strook tussen de rijen 42. Bij een doorgang van de inrichting bestrijkt men dus het volle gebied tussen twee rijen 42 en de helft van de daarnaast 15 naast gelegen stroken. De andere helft van de laatstgenoemde stroken wordt bij een volgende doorgang bewerkt. Hierbij zijn dus steeds de planten van de rijen 42 goed beschermd door de schermplaten 38 en 39. In de in Fig. 5 getekende inrichting kan het gestel 35 in breedterichting worden ver-20 steld zodat de inrichting geschikt is voor verschillende afstanden tussen de rijen te oogsten planten. Het gestel vertoont hierbij twee telescopisch samenwerkende delen 50 en die met behulp van een schroef kunnen worden geborgd. Ter hoogte van de wielen 36 en 37 heeft men een stel 25 overeenkomstig samenwerkende telescopische delen 51. Ook die kunnen weer worden vastgezet met een schroef.
De inrichting volgens de Fig. 7 en 8 laat schematisch zien hoe de schermplaten zijn verenigd tot een kap 52. De onderranden van de kap 52 'snijden licht door de bo-30 dem en beschermen daardoor op zeer effectieve wijze de plan ten 53. Door middel van uithouders 54 is een U-vormige pijp 55 aan het gestel waarvan de kap 52 deel uitmaakt bevestigd. De U-vormige pijp is voorzien van gaten 56 en is omgeven door kousvormige delen 57 en 58 die weer zijn 35 voorzien van vrij afhangende gedeelten 59 zoals in Fig. 7 is te zien. Via de leiding 60 wordt aan de U-vormige pijp 7807030 f 1° 55 vloeistof toegevoerd. Aan de andere zijde vertoont de inrichting overeenkomstig uitgevoerde U-vormige pijpen 61 met vrij afhangende gedeelten.
Fig. 9 laat een transportband 62 zien die wordt 5 geleid om eindrollen 63. Op de transportband 62 liggen te behandelen producten 64. Boven de transportband strekken zich pijpen 65 uit waaraan via een leiding 66 vloeistof wordt toegevoerd. In de pijpen 65 heeft men niet nader aangeduide gaten. Een gemakkelijk vloeistofopnemend en -af-10 gevend materiaal in de vorm van een dweilachtig deel 67 is om de pijpen 65 geslagen. Het via de leiding 66 toegevoerde materiaal verdeelt zich door het dweilachtige materiaal 67 en doordat dit vrij doorhangt zullen de producten 64 met dit doorhangende gedeelte 67 in aanraking komen en worden be-15 vochtigd met de vloeistof.
Fig. 10 laat een koker 68 zien die aan de binnenzijde is voorzien van gedeelten 69 van gemakkelijk vloeistofopnemend en -afgevend materiaal. Via niet nader aangeduide openingen kan aan dit materiaal van de delen 69 vloeistof 20 worden toegevoerd. Door de koker vallende producten, zoals hier bijvoorbeeld uien of bollen 70 stoten tegen de verschillende delen 69 en worden daardoor met vloeistof bevochtigd. Een dergelijke koker 68 kan bijvoorbeeld worden toegepast in een pootinrichting, zodat men op eenvoudige en doel-25 treffende wijze het pootgoed kan ontsmetten voordat het in de voer terechtkomt.
Fig. 11 laat schematisch nog een inrichting zien die in grote lijnen overeenkomt met die volgens Fig. 5. Men heeft hier weer een gestel 71 dat voorzien is van middelen 30 72 om het met de hand voort te bewegen waartoe dragende wielen 73 aanwezig zijn. Schermplaten 74 zijn aan de voorzijde bij 75 afgeschuind en vertonen bij 76 een gedeelte dat door de grond snijdt. Aan de achterzijde loopt de onderrand 77 van de schermplaat 74 iets op waardoor het han-35 teren van de inrichting gemakkelijker wordt, vooral wanneer de grond oneffen is. Men heeft weer een pijp 78 die is voor- 7807030

Claims (23)

1. Inrichting voor het gedoseerd aanbrengen van een vloeibaar preparaat ter behandeling van planten, bollen, knollen of dergelijke, welke inrichting is voorzien van middelen voor het opslaan van het vloeibare preparaat en van middelen om het preparaat op de te behandelen gewassen of dergelijke aan te brengen, met het kenmerk, dat de inrichting vlakken vertoont, die een relatieve beweging kunnen uitvoeren ten opzichte van de te behandelen delen en dat deze vlakken deel uitmaken van elementen die bestaan uit een materiaal dat gemakkelijk vloeistof opneemt en aan er langs strijkende voorwerpen weer afgeeft, zoals een sponsachtig of dweilachtig materiaal, en welke elementen via een doseerinrichting in verbinding staan met middelen voor 7807030 ƒ 3 voor het opslaan van de vloeistof.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de werkzame vlakken van de elementen zich althans voor een deel in de bewegingsrichting uitstrekken.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de werkzame vlakken van de elementen zich althans voor een deel dwars op de bewegingsrichting uitstrekken.
4. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elementen in de bewegingsrichting versprongen ten opzichte van elkaar liggen.
5. Inrichting volgens êên of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elementen dwars op de bewegingsrichting versprongen ten opzichte van elkaar liggen.
6. Inrichting volgens êên of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elementen zich in hoogte-richting verschillend ver uitstrekken.
7. Inrichting volgens éên of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat vlakken van verschillende elementen verschillende hoeken maken met de relatieve bewegingsrichting ten opzichte van de te behandelen voorwerpen,
8. Inrichting volgens êên of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is uitgevoerd als een met wielen uitgeruste wagen die kan worden voortbewogen.
9. Inrichting volgens êên of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wagen is voorzien van zich in lengterichting uitstrekkende schermplaten die in bedrijf êên of meer rijen voor de oogst bestemde gewassen scheiden van tussen de rijend groeiend onkruid.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het gestel is voorzien van tenminste twee paarsgewijs geplaatste schermplaten die in bedrijf een rij gewassen omsluiten.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het ken- 7807030 β ·* merk, dat in de richting dwars op de bewegingsrichting de afstand tussen de twee schermplaten van elk paar naar achteren toe groter wordt.
12. Inrichting volgens êên of meet der conclusies 9-11, met het kenmerk, dat de schermplaten aan de onder-voorzijde zijn voorzien van een snijrand die in de grond kan snijden.
13. Inrichting volgens een of meer der conclusies 9 - 12, met het kenmerk, dat de voorrand van de schermplaten schuin naar voeren en naar beneden afloopt.
14. Inrichting volgens een of meer der conclusies 8 - 14, met het kenmerk, dat de vlakken die zijn voorzien van middelen voor het ophemen en afgeven van vloeistof deel uitmaken van een rotor, die tijdens het voortbewegen van de inrichting wordt aangedreven.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de rotor wordt aangedreven in een richting tegengesteld aan die van de draagwielen.
17. Inrichting volgens een of meer der conclusies 8-14, met het kenmerk, dat de wagen is voorzien van één of meer zich in horizontale richting uitstrekkende van ope-ningen voorziene pijpvormige elementen waardoorheen vloeistof wordt toegevoerd en waaromheen slangvormige delen van het vloeistofopnemende en afgevende materiaal zijn geschoven, welke delen vrij afhangende gedeelten vertonen.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de pijpvormige delen zig-zagvormig of golflijnvormig zijn uitgevoerd.
19. Inrichting volgens een of meer der conclusies 8-18, met het kenmerk, dat dat zich naast elk paar schermplaten aan de buitenzijde van de wagen zich over de halve breedte per strook onkruid uitstrekkende middelen voor het afgeven van vloeistof zijn gelegen.
20. Inrichting volgens een of meer der conclusies 8 - 18, met het kenmerk, dat zich aan de buitenzijde van de wagen één enkele schermplaat uitstrekt op een afstand 7807030 * * van het naastgelegen paar schermplaten die overeenkomt met de werkbreedte per strook te behandelen onkruid en dat tussen het paar schermplaten en deze buitenste schermplaat elementen voor het afgeven van vloeistof zijn gelegen.
21. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voorraadreservoir wordt gedragen door een in een verticale geleiding op en neer beweegbare houder die onder veerwerking staat, een en ander zodanig, dat bij het verbruiken van de vulling van het reservoir dit naar boven beweegt en het het vloeistofniveau op constante hoogte blijft.
22. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloeistof-afgevende elementen worden gevormd door kousvormige delen die steken door een opening in de bodem van het vloeistofreservoir en die worden gestrekt door pennen met een kopvormig deel dat de bovenrand van het kousvormige deel tegen de bodem van het reservoir drukt.
23. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloeistof-afgevende delen zijn aangebracht tegen de wand van een koker waardoorheen meer in het bijzonder pootgoed wordt getransporteerd.
24. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloeistof-afgevende delen zijn geplaatst op enige afstand boven een transportband of dergelijke, zodanig dat deze delen in de baan van op het transportvlak van de band liggende producten reiken. 7807030
NL7807030A 1978-06-29 1978-06-29 Inrichting voor het gedoseerd aanbrengen van een vloeibaar preparaat. NL7807030A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7807030A NL7807030A (nl) 1978-06-29 1978-06-29 Inrichting voor het gedoseerd aanbrengen van een vloeibaar preparaat.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7807030 1978-06-29
NL7807030A NL7807030A (nl) 1978-06-29 1978-06-29 Inrichting voor het gedoseerd aanbrengen van een vloeibaar preparaat.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7807030A true NL7807030A (nl) 1980-01-03

Family

ID=19831150

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7807030A NL7807030A (nl) 1978-06-29 1978-06-29 Inrichting voor het gedoseerd aanbrengen van een vloeibaar preparaat.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL7807030A (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4349988A (en) * 1980-06-09 1982-09-21 Kotula Frank T Herbicide dispensing apparatus
US5297358A (en) * 1990-10-31 1994-03-29 Steen Henricus J M Van Device for applying a liquid to a crop
WO1996008132A1 (en) * 1994-09-16 1996-03-21 British Technology Group Limited Seed priming

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4349988A (en) * 1980-06-09 1982-09-21 Kotula Frank T Herbicide dispensing apparatus
US5297358A (en) * 1990-10-31 1994-03-29 Steen Henricus J M Van Device for applying a liquid to a crop
US5992091A (en) * 1994-06-16 1999-11-30 Btg International Limited Seed priming
WO1996008132A1 (en) * 1994-09-16 1996-03-21 British Technology Group Limited Seed priming

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3398707A (en) Apparatus for working, treating and planting soil
US3543704A (en) Seed planter
DE602004006540T2 (de) Vorrichtung zum wahlweisen Dosieren von Körnern und Zutaten, die für das Säen und das Verbessern des Bodens vorgesehen sind
US5862763A (en) Apparatus for high speed application of liquid or dry fertilizer
US2543888A (en) Rotary fertilizer injector
US6095065A (en) Apparatus for high speed application of liquid or dry fertilizer
US4901655A (en) Cultivator
US4266490A (en) Sugar cane planter
NL7807030A (nl) Inrichting voor het gedoseerd aanbrengen van een vloeibaar preparaat.
US4908981A (en) Devices and methods for selective application of herbicide
EP1897429A1 (en) Device for the under surface incorporation of liquids into agricultured soil
DE1917467A1 (de) Ausstreu- oder Saevorrichtung fuer koerniges oder pulveriges Gut,insbesondere fuer landwirtschaftliche Zwecke
NL8800800A (nl) Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid.
US5388369A (en) Devices and methods for selective application of herbicide
US3404644A (en) Spreading and harrowing implement including means for uniformly spreading granular or pulverulent material on the soil
JP3586677B2 (ja) 畝立て局所散布機
CN213369015U (zh) 一种地膜及微喷带铺设覆土装置
US2216423A (en) Tobacco seeding machine
AU632512B2 (en) Agriculural seed planter
CA1131999A (en) Seed drill having disc shares
BE1023587B1 (nl) Werkwijze en werktuig voor het in de bodem brengen van mest
US5297358A (en) Device for applying a liquid to a crop
JP3316477B2 (ja) 畝立て局所散布機
RU2023358C1 (ru) Комбинированная машина для внесения удобрений и посева
US3003664A (en) Material applying implement

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed