NL2025155A

NL2025155A - Bevestigingsprofiel, lamellen en samenstelling van voorgaande

Info

Publication number: NL2025155A
Application number: NL2025155A
Authority: NL
Inventors: Vandenberghe Stijn
Original assignee: Houtmagazijn Verdonckt Nv
Priority date: 2019-03-19
Filing date: 2020-03-17
Publication date: 2020-09-22
Also published as: NL2025155B1; BE1026656B1

Abstract

19 UITTREKSEL BEVESTIGINGSPROFIEL, LAMELLEN EN SAMENSTELLING VAN VOORGAANDE 5 De huidige uitvinding heeft betrekking op een bevestigingsprofiel voor lamellen, omvattende een hoekprofiel, waarbij het hoekprofiel een eerste been omvat en een tweede been omvat; waarbij een eerste longitudinale lip is voorzien op het tweede been naar de binnenkant gericht; en, waarbij een tweede longitudinale lip in voorzien op het tweede been naar de buitenkant gericht. Verder heeft de uitvinding betrekking op de lamellen die kunnen bevestigd worden met deze 10 bevestigingsprofielen, de samenstelling van dergelijke bevestigingsprofielen en lamellen en een werkwijze voor het bevestigen van dergelijke bevestigingsprofielen en lamellen.

Description

BEVESTIGINGSPROFIEL, LAMELLEN EN SAMENSTELLING VAN VOORGAANDE

GEBIED VAN DE UITVINDING Hierin worden bevestigingsprofielen en lamellen beschreven die samen als gevelbedekking kunnen gebruikt worden. De lamellen zijn bij voorkeur houten lamellen en de bevestigingsprofielen zijn bij voorkeur aluminium bevestigingsprofielen.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Voor een gevelbekleding in hout, kunnen systemen gebruikt worden waarbij houten lamellen op de gevel worden bevestigd via schroeven, nagels, nieten, en dergelijke. Echter de schroeven, nagels, nieten zijn vaak esthetisch storend en laten gaten na in de lamellen. De gaten in de lamellen zorgen er ook voor dat de lamellen moeilijker herbruikbaar zijn omdat ze beschadigd zijn bij demontering. Dit verlaagt de herbruikbaarheid van de gevenbekleding in het licht van de cradle-to-cradle (wieg tot wieg) filosofie. Zeker wanneer hout gebruikt wordt uit een hogere duurzaamheidsklasse voor de gevelbedekking, wordt dit concept belangrijker omdat het hout, zelf na jaren dienst te hebben gedaan als gevelbekleding, nog perfect als grondstof kan gebruikt worden voor andere toepassingen. Echter nagel gaten en dergelijke kunnen storend zijn voor het nieuwe gebruik. Daarom is er een vraag naar bevestigingssystemen voor lamellen waarbij de houten lamellen niet worden genageld, geschroefd en/of geniet worden. Er is een vraag naar bevestigingssystemen waarbij geen beschadigingen gemaakt worden aan de lamellen. Er is een vraag naar bevestigingssystemen die lamellen met verschillende diktes kunnen bevestigen. Eris een vraag naar bevestigingssystemen die lamellen met verschillende hoogtes kunnen bevestigen. Er is een vraag naar bevestigingssystemen die eenvoudiger te plaatsen zijn, zodat zelf een amateur of een doe-het-zelver de gevelbekleding kan plaatsen. Er is een vraag naar bevestigingssystemen die tevens ook minstens deels de lamellen beschermen tegen verwering en blootstelling aan de weerselementen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De huidige uitvinding voorziet een oplossing voor één of meerdere van de hierboven vermeldde uitdagingen en/of vragen. In een eerste aspect voorziet de uitvinding in een bevestigingsprofiel voor lamellen, omvattende een hoekprofiel, waarbij het hoekprofiel een eerste been omvat en een tweede been omvat die zich uitstrekken over de lengterichting van het bevestigingsprofiel, waarbij de hoek tussen het eerste beenen het tweede been minstens 90° tot hoogstens 170°, bij voorkeur minstens 91° tot hoogstens 150°, meer bij voorkeur minstens 92° tot 140°, nog meer bij voorkeur minstens 95° tot 130° en meest bij voorkeur minstens 97° tot hoogstens 120° is, daarbij een binnenkant en een buitenkant van het hoekprofiel vormen; waarbij een eerste longitudinale lip is voorzien op het tweede been naar de binnenzijde gericht; en, waarbij een tweede longitudinale lip in voorzien op het tweede been naar de buitenzijde gericht; bij voorkeur waarbij het tweede been (5) breder is dan de dikte van de lamel (2). In een tweede aspect voorziet de uitvinding in een samenstelling omvattende minstens twee bevestigingsprofielen volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, en minstens één lamel, waarbij de lamel een prisma is waarbij de grondvlakken de kopse kanten zijn van de lamel en de verbindende zijden zich uitstekken in de lengterichting van de lamel, waarbij de lamel minstens 4 verbindende zijden omvat: - een achterzijde; - een voorzijde; - een bovenzijde; - een onderzijde, tegenover de bovenzijde; waarbij in de onderzijde een eerste gleuf is voorzien, vormcongruent aan de eerste longitudinale lip, zodat bij samenstelling de eerste longitudinale lip minstens deels in de eerste gleuf verscholen is; waarbij in het bovenzijde een tweede gleuf is voorzien, vormcongruent aan de tweede longitudinale lip zodat bij samenstelling de tweede longitudinale lip minstens deels in de tweede gleuf verscholen is. in een derde aspect voorziet de uitvinding in een lamel omvattende twee tegenoverstaande zijden, waarvan elk van die zijde een gleuf omvat, bij voorkeur geconfigureerd om te worden toegepast in een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In een vierde aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het bevestigen van X lamellen aan een gevel om een gevelbekleding te bekomen, omvattende de volgende stappen:

a) bevestigen van een n° bevestigingsprofiel, optioneel voorzien met een afstandshouder gemonteerd over het tweede been, volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, aan een gevel;

b) plaatsen van een m® lamel omvattende twee tegenover gelegen zijden waarvan elk van die zijde een gleuf omvat, op het aan de gevel bevestigde n® bevestigingsprofiel, via deeerste gleuf in de m*° lamel over de eerste longitudinale lip te plaatsen van het n% bevestigingsprofiel; c} plaatsen van een n+1% bevestigingsprofiel op de m*° lamel via het plaatsen van de tweede longitudinale lip van het n+1% bevestigingsprofiel in de tweede groef van de m* lamel; d) herhalen van stappen a), b) en c) totdat m gelijk is aan X, waarbij n start gelijk aan 1 en stijgt met 1, telkens stap a) herhaalt wordt, en dat m start gelijk aan 1 en stijgt met 1 telkens stap b) herhaald wordt, waarbij X het gewenste aantal lamellen voorstelt om de te bevestigen aan de gevel; e} optioneel verwijderen van de afstandshouders van het bevestigingsprofiel.

In een vijfde aspect voorziet de uitvinding in een computer geïmplementeerde werkwijze voor het genereren van een bevestiging patroon voor een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij meerdere lamellen een verschillende dikte en/of een verschillende breedte hebben, omvattende de stappen: - ingeven van de afmetingen, bij voorkeur de lengte en de breedte, van een te bekleden object; - selecteren van de te gebruiken lamellen die verschillen in breedte en-of dikte; - ad random genereren van een bevestigingspatroon met de geselecteerde lamellen en voor de ingegeven afmetingen.

Verder voorziet de uitvinding in een bevestigingsprofiel voor lamellen en lamel, omvattende een hoekprofiel, waarbij het hoekprofiel een eerste been omvat en een tweede been omvat die zich uitstrekken over de lengterichting van het bevestigingsprofiel, waarbij de hoek tussen het eerste been en het tweede been minstens 90° tot hoogstens 170° is, daarbij een binnenkant en een buitenkant van het hoekprofiel vormen; waarbij een eerste longitudinale lip is voorzien op het tweede been naar de binnenkant gericht; en, waarbij een tweede longitudinale lip in voorzien op het tweede been naar de buitenkant gericht; waarbij het tweede been breder dan de dikte van de lamel.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, gebruik makende van bevestigingsprofielen volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding en houten lamellen.

Figuur 2 is een explosietekening van een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, gebruik makende van bevestigingsprofielen volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding en houten lamellen.

Figuur 3 geeft een dwarse doorsnede weer van een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, gebruik makende van bevestigingsprofielen volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding en houten lamellen, aangebracht op een gevel.

Figuur 4 toont een haakse doorsnede van een bevestigingsprofiel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Figuur 5 toont een haakse doorsnede van een bevestigingsprofiel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 6 toont doorsneden, haaks op de lengterichting, van lamellen met een verschillende dikte volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, en die gebruikt kunnen worden in een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 7 toont een explosietekening van een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 8 toont een doorsnede een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Figuur 9 toont een aanzicht van een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Figuur 10 toont een lamel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Een vakman zal begrijpen dat verschillende combinaties kunnen gemaakt worden tussen de voorgestelde voorbeelden, om zo een uitvoeringsvorm van de uitvinding te bekomen.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING Hoewel ze potentieel dienen als een gids voor het begrip, zal elk verwijzingsteken in de conclusies niet opgevat worden als een beperking voor de beschermingsomvang ervan.

Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudige vormen "een", "het" en "de" zowel enkelvoud als 5 meervoud tenzij de context duidelijk anders aangeeft.

De termen "omvattende", “omvat” en "omvattend" zoals hierin gebruikt, zijn synoniem met "met inbegrip van”, “bevat" of "bevatten", "bevat", en zijn inclusief of open-einde en sluiten bijkomende, niet-genoemde leden, elementen of werkwijzestappen niet uit. De termen “omvattende”, "omvat" en "omvattend", wanneer verwezen wordt naar genoemde bestanddelen, elementen of werkwijzestappen, omvat ook uitvoeringen die "bestaat uit", genoemde gereciteerde componenten, elementen of werkwijzestappen.

Bovendien worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde, tenzij anders aangegeven. Het zal duidelijk zijn dat de aldus gebruikte termen onderling verwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de hierin beschreven uitvoeringsvormen kunnen werken in een andere volgorde dan hierin beschreven of geïllustreerd.

De waarden, zoals hierin gebruikt voor het verwijzen naar een meetbare waarde, zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en dergelijke, zijn bedoeld om variaties van +/-10 % of minder te omvatten, bij voorkeur +/-5 % of minder, meer bij voorkeur +/-1 % of minder, en nog meer bij voorkeur +/-0,1 % of minder van de opgegeven waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om één of meer van de technische effecten die hierin overwogen worden, te verzekeren. Het zal duidelijk zijn dat elke waarde zoals hierin gebruikt, zelf ook specifiek en bij voorkeur onthuld wordt.

Het vermelden van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en fracties die binnen de respectievelijke bereiken liggen, evenals de vermelde eindpunten.

Alle documenten, geciteerd in de huidige beschrijving, worden hierbij opgenomen door verwijzing in hun geheel.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die gebruikt worden in de hierin beschreven concepten, met inbegrip van de technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals gewoonlijk begrepen door een vakman. Voor verdere begeleiding werden definities voor de gebruikte termen in de beschrijving opgenomen om beter de leer van de huidige beschrijving te begrijpen. Debegrippen en definities die hierin gebruikt worden, zijn uitsluitend bedoeld om te helpen bij het begrijpen van de leer die hierin voorzien wordt.

Verwijzing in deze beschrijving naar “ één uitvoeringsvorm " of " een uitvoering " betekent dat een bepaald kenmerk, structuur of eigenschap, beschreven in verband met de uitvoeringsvorm omvat is in ten minste één uitvoeringsvorm die hierin overwogen wordt, Dus, het gebruik van de bewoordingen "in één uitvoeringsvorm" of "in een uitvoeringsvorm" op verschillende plekken in deze beschrijving verwijst niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm, maar het kan.

Verder kunnen de specifieke kenmerken, structuren of eigenschappen gecombineerd worden op elke geschikte wijze, zoals duidelijk zou zijn voor een vakman uit deze openbaring, in één of meer uitvoeringsvormen.

Bovendien, terwijl sommige uitvoeringsvormen die hierin beschreven worden, sommige, maar niet andere kenmerken omvatten die omvat zijn in andere uitvoeringsvormen, worden combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen ook hierin overwogen, en vormen ze verschillende uitvoeringsvormen, zoals duidelijk zal zijn voor de vakman.

Bijvoorbeeld kunnen in de bijgevoegde conclusies, elk van de kenmerken van de geclaimde uitvoeringsvormen worden gebruikt in elke combinatie.

In een eerste aspect voorziet de uitvinding in een bevestigingsprofiel voor lamellen, omvattende een hoekprofiel, waarbij het hoekprofiel een eerste been omvat en een tweede been omvat die zich uitstrekken over de lengterichting van het bevestigingsprofiel, waarbij de hoek tussen het eerste been en het tweede been minstens 90° tot hoogstens 170°, bij voorkeur minstens 91° tot hoogstens 150°, meer bij voorkeur minstens 92° tot 140°, nog meer bij voorkeur minstens 95° tot 130° en meest bij voorkeur minstens 97° tot hoogstens 120° is, daarbij een binnenkant en een buitenkant van het hoekprofiel vormen; waarbij een eerste longitudinale lip is voorzien op het tweede been naar de binnenzijde gericht; en, waarbij een tweede longitudinale lip in voorzien op het tweede been naar de buitenzijde gericht; bij voorkeur waarbij het tweede been breder is dan de dikte van de lamel.

De term “hoek profiel” verwijst naar een profiel waarbij een haakse doorsnede op de lengte richting van het profiel een hoek vertoont tussen minstens twee benen van het profiel.

Een hoek profiel verwijst niet naar de oriëntatie waarom het dient gemonteerd worden.

Wanneer een dergelijk bevestigingsprofiel horizontaal wordt bevestigd, laat dit toe om een lamel die voorzien is van een groef in de onderzijde op het tweede been te laten rusten, waarbij de groef over de eerste longitudinale lip wordt geschoven, een tweede bevestigingsprofiel wordt in een groef op de bovenzijde van de lamel geplaats door de tweede longitudinale lip in de groef te schuiven.

Daardoorzit de lamel geklemd tussen twee bevestigingsprofielen. De bevestigingsprofielen worden met de gevel verbonden, door bijvoorbeeld schroeven. Dit laat toe dat de lamellen kunnen geplaatst worden zonder deze te vernagelen, schroeven of nieten. Waardoor er geen gaten gemaakt worden in de lamellen, waardoor ze kunnen hergebruikt worden.

In een uitvoeringsvorm, de hoek tussen het eerste been en het tweede been is minstens 90° tot hoogstens 160°, bij voorkeur minstens 90° tot hoogstens 150°, meer bij voorkeur minstens 90° tot 140°, nog meer bij voorkeur minstens 90° tot 130° en meest bij voorkeur minstens 90° tot hoogstens 120°, zoals 90° tot 100°. De stompe hoek zorgt er voor dat eventueel water dat achter de lamellen terecht komt weg kan stromen, zodat de levensduur van de lamellen verlengd wordt.

In een uitvoeringsvorm is het eerste been geconfigureerd om verbonden te worden met de gevel.

In een uitvoeringsvorm strekken de eerste longitudinale lip en/of de tweede longitudinale lip zich uit over de hele lengte van het bevestigingsprofiel.

In een uitvoeringsvorm, de eerste longitudinale lip en de tweede longitudinale lip hebben het zelfde aanhechtingspunt op het tweede been, echter aan weerszijden van het tweede been.

In een uitvoeringsvorm, de afstand tussen het eerste been en de eerste longitudinale lip is gelijk aan de afstand tussen en het eerste been en de tweede longitudinale lip.

In een uitvoeringsvorm is de eerste longitudinale lip evenwijdig in de lengterichting aan het eerste been. Op deze manier is de eerste lip evenwijdig met de gevel, wat het makkelijk maakt om een lamel over de eerste lip te schuiven.

In een uitvoeringsvorm is de tweede longitudinale lip evenwijdig in de lengterichting aan het eerste been. Op deze manier is de tweede lip evenwijdig met de gevel, wat het makkelijk maakt om een volgend bevestigingsprofiel op een lamel te schuiven.

In een uitvoeringsvorm is de eerste longitudinale lip evenwijdig in de lengterichting aan het eerste been en is de tweede longitudinale lip evenwijdig in de lengterichting aan het eerste been.

In een uitvoeringsvorm maakt het tweede been een verdere hoek na het aanhechtingspunt van de eerste longitudinale lip, zodat de hoek tussen het tweede been en de eerste longitudinale lip minstens 90° tot hoogstens 170° is. Bij voorkeur is de verdere hoek zodanig dat de binnenzijde vergroot, dit zorgt er onder meer voor dat water makkelijker wegloopt op dat op het bevestigingsprofiel terecht komt.

In een uitvoeringsvorm, is de verdere hoek van het tweede been minstens 90° tot hoogstens 160°, bij voorkeur minstens 90° tot hoogstens 150°, meer bij voorkeur minstens 90° tot 140°, nog meer bij voorkeur minstens 90° tot 130° en meest bij voorkeur minstens 90° tot hoogstens 120°, zoals 90° tot 100°. In een uitvoeringsvorm is er minstens één buigpunt in het tweede been, bij voorkeur tussen het aanhechtingspunt van de eerste lip en het vrije uiteinde van het tweede been. In een uitvoeringsvorm omvat het eerste been minstens twee gaten verdeeld over de lengterichting. Dergelijke gaten kunnen gebruikt worden om het eerste been en zo het bevestigingsprofiel aan een gevel te bevestigen. Bij voorkeur zijn de gaten met regelmaat verdeeld over de lengte van het bevestigingsprofiel. In een uitvoeringsvorm, de breedte van het eerste been minstens twee keer de breedte van de eerste longitudinale lip. Dit zorgt er onder meer voor dat de eerste lip niet in de weg zit voor het bevestigen van het eerste been aan een gevel, daar bijvoorbeeld de gaten voor bevestiging in het deel van het eerste been kunnen voorzien worden dat breder is dan de eerste lip.

in een uitvoeringsvorm ligt de nagellijn in het eerste been hoger dan de breedte van de eerste lip, waarbij de nagel lijn gevormd wordt door een veelheid aan gaten in het eerste been. In een uitvoeringsvorm, de breedte van het eerste been minstens twee keer de breedte is van de tweede longitudinale lip. In een uitvoeringsvorm is de breedte van de eerste longitudinale lip gelijk is aan de breedte van de tweede longitudinale lip. Dit vereenvoudigt constructie en kan er voor zorgen dat de lamel in twee oriëntaties kan worden geplaats. De lamel kan daardoor twee equivalente zijden hebben. In een uitvoeringsvorm is het bevestigingsprofiel uit aluminium vervaardigd, eventueel uit geanodiseerd aluminium. In een uitvoeringsvorm is het bevestigingsprofiel gepoederlakt.

In een uitvoeringsvorm zijn alle hoeken van het bevestigingsprofiel afgerond, wat als voordeel heeft dat een poederlak beter aan het bevestigingsprofiel aanhecht. in een uitvoeringsvorm is het bevestigingsprofiel geëxtrudeerd. Dit laatste zorgt voor een eenvoudig productie proces.

In een uitvoeringsvorm is het tweede been breder dan de dikte van de lamel, bij voorkeur minstens 1,2 keer breder, meer bij voorkeur minstens 1,5 keer breder, nog meer bij voorkeur minstens 1,7 keer breder en meest bij voorkeur minstens 2,0 keer breder dan de dikte van de lamel, bij voorkeur dan de dikte van de dikste lamel. Dit zorgt ervoor dat het tweede been een deel voorbij de lamel uitsteekt bij samenbouw. Dit uitstekende deel kan als een afdak fungeren, waardoor regen en water niet tot bij de groef in de lamel die naar boven wijst kan komen. Door te zorgen dat vooral deze naar boven wijzende groef droog blijft, wordt de levensduur van de lamellen sterk verhoogd.

In een tweede aspect voorziet de uitvinding in een samenstelling omvattende minstens twee bevestigingsprofielen volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, en minstens één lamel, waarbij de lamel een prisma is waarbij de grondvlakken de kopse kanten zijn van de lamel en de verbindende zijden zich uitstekken in de lengterichting van de lamel, waarbij de lamel minstens 4 verbindende zijden omvat: - een achterzijde; - een voorzijde; - een bovenzijde; - een onderzijde, tegenover de bovenzijde; waarbij in de onderzijde een eerste gleuf is voorzien, vormcongruent aan de eerste longitudinale lip, zodat bij samenstelling de eerste longitudinale lip minstens deels in de eerste gleuf verscholen is; waarbij in het bovenzijde een tweede gleuf is voorzien, vormcongruent aan de tweede longitudinale lip zodat bij samenstelling de tweede longitudinale lip minstens deels in de tweede gleuf verscholen is.

In een uitvoeringsvorm is de eerste longitudinale lip bij samenstelling minstens 20%, bij voorkeur minstens 30%, meer bij voorkeur minstens 50%, nog meer bij voorkeur minstens 75%, en meest bij voorkeur minstens 90% verscholen in de eerste gleuf.

In een uitvoeringsvorm is de tweede longitudinale lip bij samenstelling minstens 20%, bij voorkeur minstens 30%, meer bij voorkeur minstens 50%, nog meer bij voorkeur minstens 75%, en meest bij voorkeur minstens 90% verscholen in de tweede gleuf.

In een uitvoeringsvorm is in de achterzijde een uitsparing voorzien vormcongruent aan het eerste been. Dit zorgt ervoor dat minstens deels van de achterzijde van de lamel aansluit met de gevel.

In een uitvoeringsvorm is in samenstelling een wig aanwezig is tussen de onderzijde van de lamel en het tweede been. Deze wig wordt gevormd doordat de lamel en het tweede been niet volledigvormcongruent zijn. Deze wig zorgt er voor dat het uitzetten van de lamel mogelijk is zonder dat er te veel spanningen worden opgebouwd in de samenstelling zodat deze vervormt of verstoort geraakt.

In een uitvoeringsvorm is de lamel een houten lamel. In een uitvoeringsvorm is de duurzaamheidsklasse van het hout voor de lamellen minstens 3, bij voorkeur minstens 2, volgens EN- 350:2016, hierdoor kan de samenstelling buitenhuis gebruikt worden.

In een uitvoeringsvorm is de dikte van een lamel 26 mm.

In een uitvoeringsvorm omvat de samenstelling minstens twee lamellen met een verschillende dikte, de dikte gedefinieerd als de minimale afstand tussen de voorzijde en de achterzijde. Het bevestigingsprofiel laat toe dat lamellen met verschillende diktes kunnen gemonteerd worden op een zelfde bevestigingsprofiel.

In een uitvoeringsvorm omvat de samenstelling minstens twee, bij voorkeur 3, lamellen met een verschillende breedte, de breedte gedefinieerd als de minimale afstand tussen de voorzijde en de achterzijde. Het bevestigingsprofiel laat toe dat lamellen met verschillende breedtes kunnen gemonteerd worden op een zelfde bevestigingsprofiel.

in een uitvoeringsvorm omdat de bovenzijde van de lamel minstens één vlak dat een hoek maakt met de groef van minstens 30° tot hoogstens 90°, bij voorkeur minstens 45° tot hoogstens 89°, meer bij voorkeur minstens 50° tot hoogstens 87°, nog meer bij voorkeur minstens 60° tot hoogstens 85°, en meest bij voorkeur minstens 65° tot hoogstens 90°, zoals 75°. Bij voorkeur verbindt dit vlak de gleuf met de voorzijde. Ook dit hellend vlak zorgt er voor dat water en regen makkelijk van de lamellen afdruipt.

In een uitvoeringsvorm omdat de onderzijde van de lamel minstens één vlak dat een hoek maakt met de groef van minstens 90° tot hoogstens 150°, bij voorkeur minstens 91° tot hoogstens 120°, meer bij voorkeur minstens 92° tot hoogstens 110°, nog meer bij voorkeur minstens 93° tot hoogstens 105°, en meest bij voorkeur minstens 94° tot hoogstens 100°, zoals 95°. Bij voorkeur verbindt dit vlak de gleuf met de voorzijde. Ook dit hellend vlak zorgt er voor dat water en regen makkelijk van de lamellen afdruipt.

In een derde aspect voorziet de uitvinding in een lamel omvattende twee tegenoverstaande zijden, waarvan elk van die zijde een gleuf omvat, bij voorkeur geconfigureerd om te worden toegepast in een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

a) bevestigen van een n% bevestigingsprofiel, optioneel voorzien met een afstandshouder gemonteerd over het tweede been, volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, aaneen gevel;

b) plaatsen van een m® lamel omvattende twee tegenover gelegen zijden waarvan elk van die zijde een gleuf omvat, op het aan de gevel bevestigde n® bevestigingsprofiel, via de eerste gleuf in de m* lamel over de eerste longitudinale lip te plaatsen van het n° bevestigingsprofiel;

c) plaatsen van een n+1% bevestigingsprofiel op de m** lamel via het plaatsen van de tweede longitudinale lip van het n+1% bevestigingsprofiel in de tweede groef van de m* lamel;

d) herhalen van stappen a), b) en c) totdat m gelijk is aan X, waarbij n start gelijk aan 1 en stijgt met 1, telkens stap a) herhaalt wordt, en dat m start gelijk aan 1 en stijgt met 1 telkens stap b) herhaald wordt, waarbij X het gewenste aantal lamellen voorstelt om de tebevestigen aan de gevel; e} optioneel verwijderen van de afstandshouders van het bevestigingsprofiel.

In een uitvoeringsvorm worden de bevestigingsprofielen horizontaal aan de gevel verbonden.

In een uitvoeringsvorm is de afstandshouder een clip die minstens deels vormcongruent is aan het tweede been.

De afstandshouder zorgt er voor dat er ruimte voorzien wordt tijdens de installatie van de samenstelling voor de uitzetting van het hout.

Verder voorziet de uitvinding in een bevestigingsprofiel voor lamellen en lamel, omvattende een hoekprofiel, waarbij het hoekprofiel een eerste been omvat en een tweede been omvat die zich uitstrekken over de lengterichting van het bevestigingsprofiel, waarbij de hoek tussen het eerste beenen het tweede been minstens 90° tot hoogstens 170° is, daarbij een binnenkant en een buitenkant van het hoekprofiel vormen; waarbij een eerste longitudinale lip is voorzien op het tweede been naar de binnenkant gericht; en, waarbij een tweede longitudinale lip in voorzien op het tweede been naar de buitenkant gericht; waarbij het tweede been breder dan de dikte van de lamel. In een uitvoeringsvorm genereert de werkwijze naast een bevestigingspatroon ook een lijst van het benodigde materiaal, bij voorkeur lamellen en bevestigingsprofielen, om het bevestigingspatroon te realiseren.

VOORBEELDEN Figuur 1 toont een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, gebruik makende van bevestigingsprofielen (1) volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding en houten lamellen (2). Figuur 2 is een explosietekening van een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, gebruik makende van bevestigingsprofielen (1) volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding en houten lamellen (2). Figuur 3 geeft een dwarse doorsnede weer van een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, gebruik makende van bevestigingsprofielen (1) volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding en houten lamellen (2), aangebracht op een gevel (3). Telkens aan de onderzijde van de lamel is een wig (23) aanwezig daar de houten lamel niet perfect aansluit met het bevestigingsprofiel (1). Figuur 4 toont een haakse doorsnede van een bevestigingsprofiel (1) volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Hierbij wordt een hoekprofiel gevormd door het eerste been (4) en het tweede been (5), waarbij de hoek (18) tussen deze twee benen 95° is. Dit hoekprofiel bakent een binnenkant (16) af van een buitenkant (17). Een eerste longitudinale lip (6) is voorzien op het tweede been (5) en zodat de eerste longitudinale lip (6) en het eerste been evenwijdig georiënteerd zijn in de lengterichting. De eerste longitudinale lip (6} is naar de binnenkant (16) gericht. Een tweede longitudinale lip (7) is voorzien op het tweede been (5) en zodat de tweede longitudinale lip (7) en het eerste been evenwijdig georiënteerd zijn in de lengterichting. De eerste longitudinale lip (7} is naar de buitenkant (17) gericht.

De eerste longitudinale lip (6) en de tweede longitudinale lip (7), hebben het zelfde aanhechtingspunt op het tweede been (5). Figuur 5 toont een haakse doorsnede van een bevestigingsprofiel (1) volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Hierbij wordt een hoekprofiel gevormd door het eerste been (4) en het tweede been (5), waarbij de hoek (18) tussen deze twee benen 90° is.

Dit hoekprofiel bakent een binnenkant (16) af van een buitenkant (17). Een eerste longitudinale lip (6} is voorzien op het tweede been (5) en zodat de eerste longitudinale lip (6) en het eerste been evenwijdig georiënteerd zijn in de lengterichting.

De eerste longitudinale lip {6} is naar de binnenkant (16) gericht.

Een tweede longitudinale lip (7} is voorzien op het tweede been {5) en zodat de tweede longitudinale lip (7) en het eerste been evenwijdig georiënteerd zijn in de lengterichting.

De eerste longitudinale lip (7} is naar de buitenkant (17} gericht.

De eerste longitudinale lip (6} en de tweede longitudinale lip {7), hebben het zelfde aanhechtingspunt op het tweede been (5). Na het aanhechtingspunt buigt het tweede been (5) over een verdere hoek 19, zodanig dat de hoek tussen de eerste longitudinale lip (6) en het tweede been {5) 100° is.

Het eerste been is voorzien van gaten (8) die gebruikt kunnen worden om aan een gevel te worden bevestigd, bij voorbeeld via pluggen en schroeven.

Figuur 6 toont doorsneden, haaks op de lengterichting, van lamellen (2) met een verschillende dikte volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, en die gebruikt kunnen worden in een samenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

De lamellen (2) hebben de vorm van een prisma, en hebben in de lengterichting vier zijden, namelijk, een voorzijde (14), een achterzijde (13), een onderzijde (11) en een bovenzijde (12). in de achterzijde is een uitsparing voorzien (15), waarin samenstelling, het eerste been (4) verscholen kan worden.

De onderzijde (11) omvat een eerste groef (9), die vormcongruent is aan de eerste longitudinale lip (6). Een schuin vlak (21) verbindt de eerste groef (9} met de voorzijde (14) van de lamel (2). Een tweede schuin vlak (22) verbindt de groef (9) met de achterzijde (13). De bovenzijde (12) omvat een tweede groef (10}, die vormcongruent is aan de tweede longitudinale lip (7). Een schuin vlak {20) verbindt de tweede groef (10) met de voorzijde (14) van de lamel (2). Figuur 7, Figuur 8 en Figuur 9 tonen een uitvoeringsvorm van de samenstelling waarbij een afstandshouder (24) gebruikt wordt tijdens de installatie.

De bevestigingsprofielen (1) zijn met de gevel verbonden via nagels en/of nieten (25). De wig (23) tussen de onderzijde en het bevestigingsprofiel (1) is hierbij groter.

Figuur 10 toont een lamel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Claims

CONCLUSIES

1. Een bevestigingsprofiel (1) voor lamellen (2), omvattende een hoekprofiel, waarbij het hoekprofiel een eerste been (4) omvat en een tweede been (5) omvat die zich uitstrekken over de lengterichting van het bevestigingsprofiel (1), waarbij de hoek tussen het eerste been (4) en het tweede been (5) minstens 90° tot hoogstens 170° is, daarbij een binnenkant (16) en een buitenkant (17) van het hoekprofiel vormen; waarbij een eerste longitudinale lip (6) is voorzien op het tweede been (5) naar de binnenkant (16) gericht; en, waarbij een tweede longitudinale lip (7) in voorzien op het tweede been (5) naar de buitenkant (17) gericht; waarbij het tweede been (5) breder is dan de dikte van de lamel (2).

2. Het bevestigingsprofiel (1) volgens conclusie 1, waarbij de eerste longitudinale lip (6) en de tweede longitudinale lip (7) het zelfde aanhechtingspunt hebben op het tweede been (5), echter aan weerszijden van het tweede been (5).

3. Het bevestigingsprofiel (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste longitudinale lip (6) evenwijdig is in de lengterichting aan het eerste been (4).

4, Het bevestigingsprofiel {1} volgens minstens één van conclusies 1 tot 3, waarbij de tweede longitudinale lip (7} evenwijdig is in de lengterichting aan het eerste been (4).

5. Het bevestigingsprofiel (1} volgens minstens één van conclusies 1 tot 4, waarbij het tweede been (5} een verdere hoek (19} maakt na het aanhechtingspunt van de eerste longitudinale lip (6), zodat de hoek tussen het tweede been (5) en de eerste longitudinale lip (6) minstens 90° tot hoogstens 170° is.

6. Het bevestigingsprofiel (1} volgens minstens één van conclusies 1 tot 5, waarbij het eerste been (4) minstens twee gaten (8) omvat, verdeeld over de lengterichting.

7. Het bevestigingsprofiel (1} volgens minstens één van conclusies 1 tot 6, waarbij de breedte van het eerste been (4) minstens twee keer de breedte is van de eerste longitudinale lip (6).

8. Het bevestigingsprofiel (1} volgens minstens één van conclusies 1 tot 7, waarbij de breedte van de eerste longitudinale lip (6) gelijk is aan de breedte van de tweede longitudinale lip (7).

9. Het bevestigingsprofiel (1} volgens minstens één van conclusies 1 tot 8, waarbij het bevestigingsprofiel (1} uit aluminium vervaardigd is.

10. Het bevestigingsprofiel (1} volgens minstens één van conclusies 1 tot 9, waarbij het bevestigingsprofiel (1) geëxtrudeerd is.

11. Een bevestigingsprofiel (1) voor lamellen (2) en lamel, omvattende een hoekprofiel, waarbij het hoekprofiel een eerste been (4) omvat en een tweede been (5} omvat die zich uitstrekken over de lengterichting van het bevestigingsprofiel (1}, waarbij de hoek tussen het eerste been (4) en het tweede been (5) minstens 90° tot hoogstens 170° is, daarbij een binnenkant (16) en een buitenkant (17) van het hoekprofiel vormen; waarbij een eerste longitudinale lip (6) is voorzien op het tweede been (5) naar de binnenkant (16) gericht; en, waarbij een tweede longitudinale lip (7) in voorzien op het tweede been (5) naar de buitenkant (17) gericht; waarbij het tweede been (5) breder dan de dikte van de lamel (2).

12. Een samenstelling omvattende minstens twee bevestigingsprofielen (1) volgens één van conclusies 1 tot en met 11, en minstens één lamel (2), waarbij de lamel (2) een prisma iswaarbij de grondvlakken de kopse kanten zijn van de lamel en de verbindende zijden zich uitstekken in de lengterichting van de lamel (2), waarbij de lamel minstens vier verbindende zijden omvat: - een achterzijde (13); - een voorzijde (14); - een bovenzijde (12); - een onderzijde (11), tegenover de bovenzijde (12); waarbij in de onderzijde (12) een eerste gleuf (9) is voorzien, vormcongruent aan de eerste longitudinale lip (6), zodat bij samenstelling de eerste longitudinale lip (6) minstens deels in de eerste gleuf (9) verscholen is; waarbij in het bovenzijde (12) een tweede gleuf (10) is voorzien, vormcongruent aan de tweede longitudinale lip (7) zodat bij samenstelling de tweede longitudinale lip (7) minstens deels in de tweede gleuf (10) verscholen is.

13. De samenstelling volgens conclusie 12, waarbij in de achterzijde (13) een uitsparing (15) is voorzien vormcongruent aan het eerste been (4).

14. De samenstelling volgens conclusie 12 of conclusie 13, waarbij in samenstelling een wig (23) aanwezig is tussen de onderzijde (11) van de lamel (2) en het tweede been (5).

15. De samenstelling volgens minstens één van conclusies 12 tot 14, waarbij de lamel (2) een houten lamel (2) is.

16. De samenstelling volgens minstens één van conclusies 12 tot 15, omvattende minstens twee lamellen (2) met een verschillende dikte, de dikte gedefinieerd als de minimale afstand tussen de voorzijde (14) en de achterzijde (13).

17. De samenstelling volgens minstens één van conclusies 12 tot 16, omvattende minstens twee lamellen (2} met een verschillende breedte, de breedte gedefinieerd als de minimale afstand tussen de bovenzijde (12) en de onderzijde (11).

18. Een lamel (2) omvattende twee tegenoverstaande zijden (11, 12), waarvan elk van die zijde (11, 12) een gleuf (9, 10) omvat, geconfigureerd om te worden toegepast in een samenstelling volgens minstens één van conclusies 12 tot 17.

19. Computer geïmplementeerde werkwijze voor het genereren van een bevestiging patroon voor een samenstelling volgens minstens één van conclusies 12 tot 17, waarbij meerdere lamellen (2) een verschillende dikte en/of een verschillende breedte hebben, omvattende de stappen: - ingeven van de afmetingen, bij voorkeur de lengte en de breedte, van een te bekleden object; - selecteren van de te gebruiken lamellen die verschillen in breedte en-of dikte; - ad random genereren van een bevestigingspatroon met de geselecteerde lamellen en voor de ingegeven afmetingen.

20. Werkwijze voor het bevestigen van X lamellen (2) aan een gevel (3) om een gevelbekleding te bekomen, omvattende de volgende stappen: a) bevestigen van een n® bevestigingsprofiel (1), optioneel voorzien met een afstandshouder (24} gemonteerd over het tweede been, volgens minstens één van conclusies 1 tot 10 aan een gevel (3); b) plaatsen van een m® lamel (2) omvattende twee tegenover gelegen zijden (11, 12) waarvan elk van die zijde (11, 12) een gleuf (9, 10) omvat, op het aan de gevel bevestigde n’ bevestigingsprofiel, via de eerste gleuf (9) in de m* lamel (2) over de eerste longitudinale lip (6) te plaatsen van het n‘° bevestigingsprofiel (1); c) plaatsen van een n+1% bevestigingsprofiel (1) op de m® lamel (2) via het plaatsen van de tweede longitudinale lip (7) van het n+1% bevestigingsprofiel (1) in de tweede groef (10) van de m® lamel (2); d) herhalen van stappen a}, b) en c) totdat m gelijk is aan X, waarbij n start gelijk aan 1 en stijgt met 1, telkens stap a} herhaalt wordt, en dat m start gelijk aan 1 en stijgt met 1telkens stap b} herhaald wordt, waarbij X het gewenste aantal lamellen (2} voorstelt om de te bevestigen aan de gevel (3; e) optioneel verwijderen van de afstandshouders (24) van het bevestigingsprofiel.