NL2016447B1 - Inrichting voor het handmatig bedienen van een gemotoriseerde aandrijving van een scherm, zoals een raambekleding en werkwijze voor het opslaan van instelwaarden behorende bij verschillende posities van het scherm - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een inrichting (1) voor het handmatig bedienen van een gemotoriseerde aandrijving van een scherm, zoals een raambekleding. Een behuizing (2) voor bevestiging aan het scherm omvat eerste bedieningsmiddelen (3) en tweede bedieningsmiddelen (20) voor handmatige bediening van de inrichting. Schakelmiddelen (10) zetten trekbewegingen aan de eerste bedieningsmiddelen om in eerste elektrische signalen voor de gemotoriseerde aandrijving. Besturingsmiddelen (4) zijn ingericht voor het na ontvangst van tweede elektrische signalen van de tweede bedieningsmiddelen (20) opslaan van een instelwaarde behorende bij een actuele positie van het scherm in geheugenmiddelen. De uitvinding omvat tevens een werkwijze voor het opslaan van instelwaarden behorende bij verschillende posities van een scherm, zoals een raambekleding, welk scherm is voorzien van een gemotoriseerde aandrijving en een inrichting volgens de uitvinding, omvattende de stap van het opslaan van een actuele positie door handmatige bedlening van de eerste of tweede bedieningsmiddelen.

Description

INRICHTING VOOR HET HANDMATIG BEDIENEN VAN EEN GEMOTORISEERDE AANDRIJVING VAN EEN SCHERM, ZOALS EEN RAAMBEKLEDING EN WERKWIJZE VOOR HET OPSLAAN VAN INSTELWAARDEN BEHORENDE BIJ VERSCHILLENDE POSITIES VAN HET

SCHERM

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het handmatig bedienen van een gemotoriseerde aandrijving van een scherm, zoals een raambekleding, omvattende een behuizing voor bevestiging aan het scherm; bedieningsmiddelen voor handmatige bediening van de inrichting middels trekbewegingen van een gebruiker; schakelmiddelen voor het omzetten van de trekbewegingen aan de eerste bedieningsmiddelen in commando’s voor de gemotoriseerde aandrijving.

Een dergelijke inrichting is bekend op het relevante vakgebied, bijvoorbeeld uit EP1182321. In de bekende inrichting omvatten de schakelmiddelen elektrische contacten die rechtstreeks contact maken met een elektrische motor.

De bekende inrichting combineert de voordelen van een elektrische motor met het bedieningsgemak van een traditionele bediening met trekbewegingen aan een koord. Het trekkoord heeft bovendien geen lus nodig waardoor de bekende inrichting tevens voldoet aan de actuele eisen op het gebied van kindveiligheid.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel om de inrichting volgens de aanhef verder te verbeteren.

De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de schakelmiddelen een schakelaar omvatten, die is ingericht voor het uitvoeren van een translatiebeweging tussen een eerste stand, waarin de schakelaar een eerste elektrisch signaal afgeeft, en een tweede stand, waarin de schakelaar een tweede elektrisch signaal afgeeft, waarin de schakelmiddelen verder een rotatie-element omvatten voor verbinding met de eerste bedieningsmiddelen, welk rotatie-element roteerbaar is om een rotatieas die in hoofdzaak evenwijdig loopt aan de richting van de translatiebeweging van de schakelaar; waarin het rotatie-element beweegbaar is tussen een eerste positie, waarin het rotatie-element geen contact maakt met de schakelaar, naar een tweede positie, waarin het rotatie-element contact maakt met de schakelaar voor het actueren van de translatiebeweging van de schakelaar en dat de inrichting besturingsmiddelen omvat voor het besturen van de gemotoriseerde aandrijving op basis van elektrische signalen afkomstig van de schakelaar.

De schakelmiddelen omvatten slechts een rotatie-element en een schakelaar die beweegbaar zijn langs in hoofdzaak evenwijdige bewegingsassen en kunnen derhalve zeer compact worden uitgevoerd. De inrichting volgens de uitvinding heeft verder als belangrijk voordeel, dat het rotatie-element langs de schakelaar schuift waardoor de schakelmiddelen de trekkracht op het koord niet rechtstreeks overbrengen op de schakelaar. Overbelasting van de schakelaar wordt daarmee vermeden. Toevoeging van besturingsmiddelen, bij voorkeur een microprocessor, vergroten de mogelijkheden van de inrichting volgens de uitvinding en maken deze toepasbaar bij diverse soorten gemotoriseerde overbrengingen.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft het rotatie-element althans ten dele een ongelijkmatige dikte. De ongelijkmatige dikte waarborgt een geleidelijke krachtoverbrenging op de schakelaar wanneer het rotatie-element over de schakelaar schuift.

Volgens een elegante voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat het rotatie-element een centraal lichaam met een eerste radiaal uitstekende lip voor contact met de schakelaar in de tweede positie.

Volgens een praktische voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat het rotatie-element een centraal lichaam met een tweede radiaal uitstekende lip voor verbinding met de handmatige bedieningsmiddelen.

Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de uitvinding voorspanmiddelen voor het in de eerste positie dwingen van het rotatie-element. De voorspanmiddelen maken het mogelijk om de benodigde trekkracht in te stellen.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de eerste stand een UIT-stand, waarin de schakelaar geen elektrisch signaal afgeeft, en is de tweede stand een AAN-stand, waarin de schakelaar een elektrisch signaal afgeeft.

Bij voorkeur is de schakelaar ingericht voor het sluiten van een stroomkring, waarin een voeding en de gemotoriseerde aandrijving zijn opgenomen.

De uitvinding betreft tevens een inrichting volgens de aanhef van conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van tweede bedieningsmiddelen voor het genereren van tweede elektrische signalen, welke tweede bedieningsmiddelen handmatig bedienbaar zijn, waarin de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het na ontvangst van de tweede elektrische signalen opslaan van een instelwaarde behorende bij een actuele positie van het scherm in de geheugenmiddelen.

De verbeterde inrichting volgens de uitvinding heeft als voordeel dat het programmeren van een actuele stand van het scherm direct handmatig plaats kan vinden. Dit komt het bedieningsgemak en de gebruikersvriendelijkheid ten goede.

In een elegante voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de tweede bedieningsmiddelen een bedieningsknop, bij voorkeur een drukknop.

Volgens een elegante voorkeursuitvoeringsvorm is de actuele positie van het scherm een eerste of een tweede eindpositie, die de beweging van het scherm begrensd.

Bij voorkeur omvatten de besturingsmiddelen een microcontroller voor het besturen van de gemotoriseerde aandrijving.

In een eerste kindveilige voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de bedieningsmiddelen een koord of ketting.

In een tweede kindveilige voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de bedieningsmiddelen een stang.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het scherm een rolgordijn en is de inrichting volgens de uitvinding verder voorzien van een motoreenheid, die is gekoppeld aan de behuizing, waarin de motoreenheid een buisvormig motorhuis voor de gemotoriseerde aandrijving omvat voor opname in een rolgordijnbuis.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het instellen van instelwaarden behorende bij verschillende posities van een scherm, zoals een raambekleding, welk scherm is voorzien van een gemotoriseerde aandrijving en een inrichting volgens de uitvinding, omvattende de stap van het opslaan van een actuele positie door handmatige bediening van de eerste bedieningsmiddelen en/of de tweede bedieningsmiddelen.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft als belangrijk voordeel dat het programmeren van schermposities altijd direct plaats kan vinden zonder dat de inrichting in een programmeermodus hoeft te worden gebracht. Daarbij biedt de handmatige bediening een verbeterde gebruiksvriendelijkheid en een verbeterd bedieningsgemak.

De uitvinding zal nu worden beschreven aan de hand van de figuren waarin

Figuur 1 een schematisch aanzicht toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding opgenomen in een motoreenheid voor een rolgordijn;

Figuur 2 de inrichting uit figuur 1 schematisch in uiteengenomen delen toont;

Figuur 3 een onderdeel van de inrichting uit figuur 2 schematisch in uiteengenomen delen toont;

Figuur 4A een schematisch doorsnedeaanzicht toont door de inrichting volgens figuur 1 in een eerste positie;

Figuur 4B een schematisch doorsnedeaanzicht toont door de inrichting volgens figuur 1 in een tweede positie; en

Figuur 5 een blokschema van de voorkeursuitvoeringsvorm uit figuur 1 toont.

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting 1 voor het handmatig bedienen van een gemotoriseerde aandrijving van een scherm, zoals een raambekleding. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting 1 bestemd voor bediening van een rolgordijn. Figuur 1 toont een motoreenheid 100 met een algemeen buisvormige motorbehuizing 101 voor opname in een rolgordijnbuis (niet getoond). In de motorbehuizing 101 bevindt zich een gemotoriseerde aandrijving, zoals een elektrische motor. Deze elektrische motor drijft een aandrijfplug 102 aan, die zich aan het uiteinde van de motorbehuizing 101 bevindt. Aan het tegenoverliggende uiteinde bevindt zich een kroon of glijlager 103 alsmede een inrichting 1 volgens de uitvinding. Inrichting 1 is bedienbaar middels een trekkoord 3.

Figuur 2 toont inrichting 1 uit figuur 1 schematisch in uiteengenomen delen. Inrichting 1 omvat een behuizing 2 voor bevestiging aan het scherm, in deze voorkeursuitvoeringsvorm voor opname in de motorbehuizing 101. Inrichting 1 omvat verder besturingsmiddelen 4 voor het besturen van de gemotoriseerde aandrijving. Geschikte besturingsmiddelen 4 zijn bijvoorbeeld een microcontroller.

De inrichting 1 omvat verder schakelmiddelen voor het omzetten van de trekbewegingen aan het trekkoord 3 in elektrische signalen. De schakelmiddelen omvatten een (druk)schakelaar 5, die is ingericht voor het uitvoeren van een translatiebeweging tussen een eerste stand en een tweede stand. Bij voorkeur is de eerste stand een UIT-stand, waarin de drukschakelaargeen elektrisch signaal afgeeft. Bij voorkeur is de tweede stand een AAN-stand, waarin de drukschakelaar wel een elektrisch signaal afgeeft. De drukschakelaar 5 kan bijvoorbeeld een stroomkring sluiten waarin de elektromotor en de besturingsmiddelen 4 samen met een voeding zijn opgenomen. Bij voorkeur is de schakelaar een microschakelaar.

De schakelmiddelen omvatten verder een schakelmiddelen in de vorm van een mechanisch schakelmechanisme 10 voor het bedienen van de drukschakelaar 5 met het trekkoord 3.

De besturingsmiddelen 4 en drukschakelaar 5 zijn aangebracht op een montageplaat 7. Verder omvat de behuizing 2 een afsluitplaat 9 met montagemiddelen 8 voor montage van het rolgordijn aan een oppervlak.

Figuur 3 toont het mechanische schakelmechanisme 10 in uiteengenomen delen. Schakelmechanisme 10 omvat een eerste behuizingsdeel 11 en een tweede behuizingsdeel 12, die een rotatie-element 13 en voorspanmiddelen 17 insluiten.

Het rotatie-element 13 heeft een centraal lichaam 16 met een centrale opening 16A en is roteerbaar in rotatierichting C om een rotatieas R. Een eerste lip 14 strekt zich in radiale richting uit vanaf het centrale lichaam 16. De eerste lip 14 heeft een althans ten dele ongelijkmatige dikte, die toeneemt tegen de rotatierichting C in. Deze kan zijn bewerkstelligd door een afschuining van de eerste lip 14. Een tweede lip 15 strekt zich in radiale richting uit vanaf het centrale lichaam 16. De tweede lip 15 is voorzien van een oog 15A voor bevestiging van het trekkoord 3. Het eerste behuizingsdeel 11 is voorzien van een as 18 voor opname in de centrale opening 16A van het rotatie-element 13. Om as 18 verloopt een sleuf 19 voor opname van de voorspanmiddelen 17. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de voorspanmiddelen een torsieveer.

Figuren 4A en 4B tonen elk een schematisch opengewerkt aanzicht van inrichting 1, waarin het schakelmechanisme 10 is geassembleerd in de behuizing 2. De drukschakelaar 5 bevindt zich in de behuizing 2. Op enige afstand van de drukschakelaar 5 bevindt zich een bus 6. In geassembleerde toestand van de inrichting 1 dient de bus 6 ter geleiding van het trekkoord 3.

In figuur 4A is het rotatie-element 13 getoond in een eerste positie. Door bediening van het trekkoord 3 beweegt het rotatie-element 13 naar de tweede positie getoond in figuur 4B. Na het loslaten van het trekkoord 3 zal het rotatie-element terugkeren naar de positie in de figuur 4A onder invloed van de voorspanmiddelen 17. Bij beweging van het rotatie-element 13 schuift de eerste lip 14 over de drukschakelaar 5 ten gevolge waarvan deze een translatiebeweging in de richting T uitvoert. De richting T loopt in hoofdzaak evenwijdig aan de richting van de rotatieas R. Op deze wijze wordt de drukschakelaar 5 bediend door trekbewegingen aan het trekkoord 3. De drukschakelaar 5 staat in elektrische verbinding met de besturingsmiddelen 4, die in elektrische verbinding staan met de gemotoriseerde aandrijving.

Figuur 5 toont schematisch een blokschema van een inrichting volgens de uitvinding.

Inrichting 1 omvat schakelmiddelen voor het omzetten van trekbewegingen aan de eerste bedieningsmiddelen door een gebruiker in eerste elektrische signalen. Bij voorkeur omvatten de schakelmiddelen een elektrische schakelaar en een mechanische actuator voor de elektrische schakelaar, die is verbonden met de eerste bedieningsmiddelen. Geschikte schakelmiddelen zijn bijvoorbeeld het schakelmechanisme 10.

De inrichting 1 is verder voorzien van tweede bedieningsmiddelen 20 voor het genereren van tweede elektrische signalen. De tweede bedieningsmiddelen 20 zijn bij voorkeur handmatig bedienbaar en omvatten een bedieningsknop, bij voorkeur een drukknop.

De motor 40 en de voeding 30 bevinden zich in de motorbehuizing 101 van de motoreenheid 100. De motorbehuizing 101 omvat verder meetmiddelen 50 voor het bepalen van een instelwaarde behorende bij een actuele positie van het scherm. Geschikte meetmiddelen omvatten een encoder, die bij voorkeur de rotatie van de primaire as van de elektromotor meet met behulp van een sensor, zoals een Hall sensor.

Inrichting 1 omvat verder een datageheugen voor het opslaan van de instelwaarden.

Bij voorkeur omvat de inrichting 1 een microcontroller 4, waarin de besturingsmiddelen, het programmageheugen, het datageheugen en invoer- en uitvoerpoorten (I/O) voor communicatie met randapparatuur, zoals de meetmiddelen 50 en de schakelmiddelen 10 en de bedieningsknop 20 zijn opgenomen.

Na ontvangst van de tweede elektrische signalen zal de inrichting 1 de actuele positie van het scherm opslaan als een eerste of een tweede eindpositie. De beweging van het scherm is begrensd door de eindposities.

In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn de microcontroller 4, de meetmiddelen 50 en de gemotoriseerde aandrijving 40 opgenomen in een elektrische stroomkring met een voeding 30. De voeding 30 is bij voorkeur een stroombron, zoals een batterij, die bij voorkeur oplaadbaar is. De eerste bedieningsmiddelen 10 genereren de eerste elektrische signalen door het sluiten van de stroomkring in de AAN-stand en het verbreken de stroomkring in de UIT-stand. De eerste elektrische signalen omvatten informatie van de trekbewegingen, zoals aantal trekbewegingen, duur van een trekbeweging, duur tussen opeenvolgende trekbewegingen, volgorde van trekbewegingen of combinaties daarvan.

De tweede bedieningsmiddelen 20 genereren de tweede elektrische signalen eveneens door het sluiten van de stroomkring. De tweede elektrische signalen omvatten informatie van de drukbewegingen, zoals aantal drukbewegingen, duur van een drukbeweging, duur tussen opeenvolgende drukbewegingen, volgorde van drukbewegingen of combinaties daarvan.

Inrichting 1 omvat middelen voor het besturen van de gemotoriseerde aandrijving. De besturingsmiddelen ontvangen de eerste elektrische signalen van de schakelmiddelen en kunnen deze vertalen in commando’s voor de gemotoriseerde aandrijving. De inrichting 1 omvat een programmageheugen, waarin de instructies voor het verwerken van de eerste elektrische signalen zijn opgeslagen.

Volgens de uitvinding kan de inrichting 1 handmatig geprogrammeerd worden middels de eerste bedieningsmiddelen 10 en/of de tweede bedieningsmiddelen 20.

De besturingsmiddelen 4 zijn daartoe ingericht voor het na ontvangst van de tweede elektrische signalen opslaan van de instelwaarde behorende bij de actuele positie van het scherm in het datageheugen. Deze besturingsmiddelen omvatten een tweede set aanvullende instructies voor het verwerken van de tweede elektrische signalen. Deze tweede set aanvullende instructies is bij voorkeur opgeslagen in het programmageheugen van de microcontroller.

De besturingsmiddelen 4 zijn verder ingericht voor het na ontvangst van vooraf bepaalde eerste elektrische signalen opslaan van de instelwaarde behorende bij de actuele positie van het scherm als een tussenpositie in het datageheugen.

Deze besturingsmiddelen omvatten een eerste set aanvullende instructies voor het verwerken van de vooraf bepaalde eerste elektrische signalen. Deze eerste set aanvullende instructies is bij voorkeur opgeslagen in het programmageheugen van de microcontroller.

De werking van de inrichting volgens de uitvinding is geïllustreerd aan de hand van de volgende voorbeelden met werkwijzestappen.

Voorbeeld 1: Het bedienen van een scherm zonder geprogrammeerde eindposities a) Zolang een gebruiker de eerste bedieningsmiddelen 10 met een eerste trekbeweging bedient, (bijvoorbeeld continu aan het trekkoord trekt), draait de motor en beweegt het scherm. b) Het opnieuw uitvoeren van de eerste trekbeweging leidt tot het omdraaien van de draairichting van de motor waardoor het scherm in de tegenovergestelde richting beweegt.

Voorbeeld 2: Het programmeren van een eindpositie a) Het bedienen van de tweede bedieningsmiddelen 20 met een eerste drukbeweging op de positie waar de motor stil staat, resulteert in het programmeren van de actuele schermpositie als eerste eindpositie. b) Optioneel geeft de inrichting een bevestigingssignaal af als er een eindpositie succesvol is opgeslagen. Een voorbeeld van een bevestigingssignaal is dat de motor eenmaal heen en weer gaat bewegen. Een lichtsignaal is een ander voorbeeld. c) Het scherm dient naar een tweede eindpositie te worden bewogen waarna de voorgaande stappen kunnen worden herhaald voor het programmeren van de tweede eindpositie.

Voorbeeld 3: Het bedienen van een scherm met geprogrammeerde eindposities a) Wanneer een gebruiker de eerste bedieningsmiddelen met een tweede trekbeweging bedient, (bijvoorbeeld 1x kort trekken) bij stilstaande motor, beweegt het scherm naar een van beide eindposities. b) Bij herhaling van de tweede trekbeweging stopt de motor. c) Het opnieuw uitvoeren van de tweede trekbeweging leidt tot het omdraaien van de draairichting van de motor waardoor het scherm in de tegenovergestelde richting beweegt naar de andere eindpositie.

Voorbeeld 4: Het verwijderen van alle posities a) Het bedienen van de tweede bedieningsmiddelen 20 met een tweede drukbeweging (bijvoorbeeld langdurig continu indrukken, zoals 5 seconden), resulteert in het wissen van het geheugen. De besturingsmiddelen keren terug naar de fabriekswaarden. b) Optioneel geeft de inrichting het bevestigingssignaal af als het geheugen gewist dreigt te worden (bijvoorbeeld na 2 seconden). c) Optioneel geeft de inrichting opnieuw het bevestigingssignaal af als het geheugen succesvol is gewist (bijvoorbeeld na 5 seconden).

Voorbeeld 5: Het programmeren van een tussenpositie a) Het bedienen van de eerste bedieningsmiddelen met een derde trekbeweging, (bijvoorbeeld gedurende een bepaalde tijdperiode, zoals 5 seconden, continu trekken) resulteert in het programmeren van de actuele schermpositie als tussenpositie. b) Optioneel geeft de inrichting het bevestigingssignaal af als de tussenpositie succesvol is opgeslagen.

Voorbeeld 6: Het bedienen van een scherm bii geprogrammeerde tussenpositie a) Wanneer een gebruiker de eerste bedieningsmiddelen met een vierde trekbeweging bedient, (bijvoorbeeld gedurende een bepaalde tijdperiode continu trekken, zoals 2 seconden, of tweemaal kort trekken) bij stilstaande motor, beweegt het scherm naar de tussenpositie.

Voorbeeld 7: Het verwijderen van een tussenpositie a) Het uitvoeren van de derde trekbeweging als de actuele schermpositie de tussenpositie is, resulteert in het wissen van de tussenpositie uit het geheugen. b) Optioneel geeft de inrichting het bevestigingssignaal af als de tussenpositie succesvol is gewist uit het geheugen.

De besturingsmiddelen omvatten bij voorkeur software voor het evalueren van de eerste elektrische signalen afkomstig van de eerste bedieningsmiddelen alsmede voor het evalueren van de tweede elektrische signalen afkomstig van de tweede bedieningsmiddelen en voor het bij ontvangst/herkenning van vooraf bepaalde eerste of tweede elektrische signalen genereren van commando’s voor het aansturen van de motor of het opslaan van de instelwaarde behorende bij de actuele positie van het scherm. Een deskundige op het vakgebied zal in staat zijn geschikte software te ontwikkelen na lezing van deze tekst.

Hoewel de eerste bedieningsmiddelen in de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn geïllustreerd als een trekkoord 3 zal het voor een deskundige op het vakgebied duidelijk zijn dat deze ook kunnen zijn gevormd door alternatieve handmatige bedieningsmiddelen, waaronder een ketting of een stang.

De uitvinding is geïllustreerd aan de hand van een motoreenheid voor een rolgordijn. De inrichting volgens de uitvinding is echter toepasbaar op diverse typen schermen met een gemotoriseerde aandrijving. Een deskundige op het vakgebied zal na lezing van deze tekst in staat zijn om de inrichting volgens de uitvinding te laten samenwerken met diverse geschikte motoren en overbrengingen van schermen, zoals raambekledingen.

De uitvinding is uitdrukkelijk niet beperkt tot de beschreven en getoonde uitvoeringsvorm, maar omvat alle varianten hierop die vallen binnen de beschermingsomvang van de bijgevoegde conclusies, zoals bezien in het licht van de bijgevoegde figuren.

Claims (16)

1. Inrichting voor het handmatig bedienen van een gemotoriseerde aandrijving van een scherm, zoals een raambekleding, omvattende een behuizing voor bevestiging aan het scherm; eerste bedieningsmiddelen voor handmatige bediening van de inrichting middels trekbewegingen van een gebruiker; schakelmiddelen voor het omzetten van de trekbewegingen aan de eerste bedieningsmiddelen in eerste elektrische signalen voor de gemotoriseerde aandrijving, met het kenmerk, dat de schakelmiddelen een schakelaar (5) omvatten, die is ingericht voor het uitvoeren van een translatiebeweging tussen een eerste stand, waarin de schakelaar een eerste elektrisch signaal afgeeft, en een tweede stand, waarin de schakelaar een tweede elektrisch signaal afgeeft, waarin de schakelmiddelen verder een rotatie-element (13) omvatten voor verbinding met de eerste bedieningsmiddelen (3), welk rotatie-element roteerbaar is om een rotatieas (R) die in hoofdzaak evenwijdig loopt aan de richting (T) van de translatiebeweging van de schakelaar (5); waarin het rotatie-element (13) beweegbaar is tussen een eerste positie, waarin het rotatie-element geen contact maakt met de schakelaar, naar een tweede positie, waarin het rotatie-element contact maakt met de schakelaar voor het actueren van de translatiebeweging van de schakelaar (5) en de inrichting (1) besturingsmiddelen (4) omvat voor het besturen van de gemotoriseerde aandrijving op basis van de eerste elektrische signalen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin het rotatie-element (13) althans ten dele een ongelijkmatige dikte heeft.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin het rotatie-element (13) een centraal lichaam (16) omvat met een eerste radiaal uitstekende lip (14) voor contact met de schakelaar (5) in de tweede positie.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het rotatie-element (13) een centraal lichaam (16) omvat met een tweede radiaal uitstekende lip (15) voor verbinding met de handmatige bedieningsmiddelen.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende voorspanmiddelen (17) voor het in de eerste positie dwingen van het rotatie-element (13).

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de eerste stand een UIT-stand is, waarin de schakelaar geen elektrisch signaal afgeeft, en waarin de tweede stand een AAN-stand is, waarin de schakelaar een elektrisch signaal afgeeft.

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de schakelaar (5) is ingericht voor het sluiten van een stroomkring, waarin een voeding en de gemotoriseerde aandrijving zijn opgenomen.

8. Inrichting voor het handmatig bedienen van een gemotoriseerde aandrijving van een scherm, zoals een raambekleding, omvattende een behuizing voor bevestiging aan het scherm; eerste bedieningsmiddelen voor handmatige bediening van de inrichting middels trekbewegingen van een gebruiker; schakelmiddelen voor het omzetten van de trekbewegingen aan de eerste bedieningsmiddelen in eerste elektrische signalen voor de gemotoriseerde aandrijving, met het kenmerk, dat de inrichting (1) besturingsmiddelen (4) omvat voor het besturen van de gemotoriseerde aandrijving op basis van de eerste elektrische signalen en de inrichting verder is voorzien van tweede bedieningsmiddelen (20) voor het genereren van tweede elektrische signalen, welke tweede bedieningsmiddelen handmatig bedienbaar zijn, waarin de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het na ontvangst van de tweede elektrische signalen opslaan van een instelwaarde behorende bij een actuele positie van het scherm in de geheugenmiddelen.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarin de tweede bedieningsmiddelen een bedieningsknop (20), bij voorkeur een drukknop, omvatten.

10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarin de actuele positie van het scherm een eerste of een tweede eindpositie is, die de beweging van het scherm begrensd.

11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de besturingsmiddelen een microcontroller (4) omvatten voor het besturen van de gemotoriseerde aandrijving.

12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de bedieningsmiddelen een koord (3) of ketting omvatten.

13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de bedieningsmiddelen (3) een stang omvatten.

14. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het scherm een rolgordijn is en waarin de inrichting (1) verder is voorzien van een motoreenheid (100), die is gekoppeld aan de behuizing (2), waarin de motoreenheid (100) een buisvormig motorhuis (101) voor de gemotoriseerde aandrijving omvat voor opname in een rolgordijnbuis.

15. Werkwijze voor het opslaan van instelwaarden behorende bij verschillende posities van een scherm, zoals een raambekleding, welk scherm is voorzien van een gemotoriseerde aandrijving en een inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende de stap van het opslaan van een actuele positie door handmatige bediening van de eerste bedieningsmiddelen.

16. Werkwijze voor het opslaan van instelwaarden behorende bij verschillende posities van een scherm, zoals een raambekleding, welk scherm is voorzien van een gemotoriseerde aandrijving en een inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 8-14, omvattende de stap van het opslaan van een actuele positie door handmatige bediening van de tweede bedieningsmiddelen.