NL2008027C2 - Inrichting voor het aanbrengen van een uithardbare kunststoflaag in een buisvormige constructie en een werkwijze. - Google Patents

Description

Inrichting voor het aanbrengen van een uithardbare kunststoflaag in een buisvormige constructie en een werkwijze

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van een 5 uithardbare kunststoflaag aan een binnenzijde van een wand van een buisvormige constructie, bijvoorbeeld een rioolbuis, waarbij de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie na uitharden van de kunststoflaag fluïdumdicht is.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van de laag uithardbare kunststof door middel van de inrichting volgens de onderhavige 10 uitvinding.

Het fluïdumdicht maken van buisvormige constructies vindt meestal plaats in het kader van renovatie van bestaande buizen die niet langer fluïdumdicht zijn bijvoorbeeld ten gevolge van corrosie, het binnendringen van boomwortels, verkalking van de buis, verzakkingen van de grond en/of breuken ten gevolge van het bewegen van de 15 constructie waarin ze zijn opgenomen. Hoewel de onderhavige uitvinding in het bijzonder wordt beschreven voor buisdelen met een cirkelvormige dwarsdoorsnede, zoals rioolbuizen, zal het voor dat vakman duidelijk zijn dat dit louter illustratief is en dat de vorm van de dwarsdoorsnede van de te renoveren buisvormige constructie niet beperkend is voor de inrichting en de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

20 Een eerste bekende techniek voor het renoveren van rioolbuizen die wordt toegepast, is het volledig vervangen van een slecht gedeelte van een buis. Deze techniek is nogal ingrijpend omdat het te vervangen gedeelte van de buis toegankelijk moet worden gemaakt door het vrijleggen ervan alvorens het vervangen kan worden. In het geval dat het te renoveren gedeelte van de buis buitenshuis onder de grond ligt, 25 brengt het vrij leggen van dit gedeelte volgens de bovenstaande techniek doorgaans het nodige grondwerk met zich mee. In het geval dat het te renoveren gedeelte van de buis zich binnenshuis bevindt, is het vaak noodzakelijk om vloertegels dan wel wandtegels ten minste gedeeltelijk te verwijderen alvorens het te renoveren stuk buis vervangen kan worden. In beide voornoemde situaties neemt de renovatie relatief veel tijd in 30 beslag en brengt ze naast de nodige overlast tamelijk hoge kosten met zich mee.

Een tweede bekende techniek is erop gericht om het te renoveren gedeelte van een buis niet fysiek te vervangen. Deze techniek die bekend staat als “relining” of “kousrenovatie” maakt gebruik van een zogenaamde “liner” of binnenbuis die in de te 2 renoveren buis wordt aangebracht en met een binnenwand van de buis wordt verbonden, bijvoorbeeld door verlijming. De “liner” of binnenbuis omvat doorgaans een naaldviltkous, al dan niet versterkt met glasvezel, die is geïmpregneerd met een uithardbare kunststof, bijvoorbeeld epoxyhars. In het geval van een naaldviltkous wordt 5 deze via luchtdruk binnenstebuiten ontrold in de te renoveren buis. Hierna wordt de uithardbare kunststof uitgehard bijvoorbeeld door UV-licht, warm water of stoom door de “liner” te voeren. Hierdoor wordt de “liner” verbonden met de binnenwand van het te renoveren gedeelte van de buis en wordt een naadloze en zelfdragende buis verkregen in de oude buis. Een nadeel hiervan is dat de diameter van de gerenoveerde 10 buis kleiner is dan de diameter van de oorspronkelijke buis. Echter in de praktijk hoeft dit geen probleem op te leveren omdat de oorspronkelijke buizen doorgaans overgedimensioneerd zijn waardoor een verkleining van de diameter ten gevolge van “relinen” geen problemen hoeft te zijn.

Aangezien het te vervangen stuk buis bij toepassing van de tweede bekende 15 techniek niet vrij gelegd hoeft te worden, kan overlast zowel buitens- als binnenshuis significant gereduceerd worden. Omdat grondwerk en/of kapwerk vermeden kan worden of ten minste tot een minimum beperkt kan blijven, kan het aanbrengen van de “liner” of binnenbuis relatief snel gebeuren en kunnen de kosten van de renovatie relatief beperkt blijven.

20 Een nadeel van de tweede bekende techniek met name bij toepassing ervan binnenshuis is dat zij aansluitingen, dat wil zeggen buizen die zich uitstrekken tussen sanitaire toestellen, zoals kranen, wastafels, wandclosets, badkuipen, douchebakken etc., en rioolbuizen met een binnendiameter in een bereik van 50-100 mm, na renovatie van de laatstgenoemde, zogenaamde “hoofdbuizen”, niet aan te boren dan wel mee te 25 renoveren zijn. Het is op dit moment derhalve niet mogelijk om de hierboven omschreven zij aansluitingen kosteneffectief te voorzien van een “liner” volgens de tweede bekende techniek. Hierdoor is het op dit moment noodzakelijk om zij aansluitingen die ten minste gedeeltelijk gerenoveerd moeten worden, te vervangen volgens de hierboven beschreven eerste bekende techniek. Dit veroorzaakt de nodige 30 overlast en draagt bij aan hogere kosten. Het is met name nadelig wanneer er kapwerk aan te pas moet komen om het te renoveren buisdeel vrij te leggen in het geval dat er sprake is van een luxe afwerking van bijvoorbeeld wanden en/of vloeren en/of in het geval dat een bepaald type afwerking niet meer verkrijgbaar is.

3

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een inrichting te verschaffen die de bovengenoemde nadelen met betrekking tot het ten minste deels renoveren door ze fluïdumdicht te maken van buisvormige constructies, zoals rioolbuizen, in het algemeen en van de bovengenoemde zij aansluitingen in het bijzonder, ondervangt of 5 ten minste reduceert.

Het is tevens een doel van de onderhavige uitvinding om een werkwijze te verschaffen voor het fluïdumdicht maken van buisvormige constructies in het algemeen en de bovengenoemde zij aansluitingen in het bijzonder door middel van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

10 Ten minste een van deze doelen wordt bereikt met een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de inrichting een eerste opslagruimte omvat voor het opslaan van een uithardbare kunststof en een pomp voor het transporteren van de uithardbare kunststof vanuit de eerste opslagruimte naar een afgiftekop die een uitlaat omvat waardoorheen de uithardbare kunststof buiten de afgiftekop te brengen is, 15 waarbij in gebruik ten minste de uitlaat zodanig beweegbaar is dat de uithardbare kunststof als een laag aan de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie aan te brengen is. Hierdoor kan een fluïdumdichte laag worden aangebracht in buisvormige constructies in het algemeen en de hierboven genoemde zij aansluitingen in het bijzonder die op dit moment niet kosteneffectief te voorzien zijn van een “liner” 20 volgens de tweede bekende techniek. Met behulp van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding kunnen buisvormige constructies die een binnendiameter van ten minste 34 mm omvatten, worden gerenoveerd waarbij met name kapwerk binnenshuis vermeden kan worden of ten minste tot een minimum beperkt kan blijven. De aangebrachte kunststoflaag is met name geschikt voor buisvormige constructies met 25 een diameter in een bereik van 34 - 100 mm omdat de kunststoflaag de statische stabiliteit van dergelijke leidingen zou kunnen herstellen. In het geval van buisvormige constructies met een diameter groter dan 100 mm is voor het herstellen van de statische stabiliteit vrijwel altijd een “liner” noodzakelijk zoals kan worden aangebracht door middel van de hierboven beschreven tweede bekende techniek.

30 De aangebrachte kunststoflaag in een hierboven beschreven zij aansluiting wordt zodanig aangebracht dat deze een overlap oplevert met een deel van de “liner” die in de hoofdbuis is aangebracht. Hierdoor kan een fluïdumdichte verbinding worden bereikt tussen de zij aansluiting en de hoofdbuis. Verder zal het de vakman duidelijk zijn dat 4 het hele leidingtraject dat zich uitstrekt tussen een sanitair toestel, zoals een kraan, of wastafel, en het hoofdriool fluïdumdicht gerenoveerd kan worden door toepassing van een combinatie van de tweede bekende techniek en een werkwijze onder gebruikmaking van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

5 In gebruik van de inrichting spuit de uithardbare kunststof ten gevolge van de druk van de pomp door de uitlaat van de afgiftekop naar buiten. Door rotatie van ten minste de uitlaat van de afgiftekop wordt de uithardbare kunststof zodanig tegen de binnenzijde van de wand van de te renoveren buisvormige constructie aan geslingerd dat een kunststof laag wordt verkregen die na uitharden ervan de buisvormige 10 constructie fluïdumdicht maakt. Het is tevens mogelijk dat in gebruik van de inrichting de uithardbare kunststof enkel onder invloed van de middelpuntvliedende of centrifugaalkracht tegen de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie wordt aan geslingerd ten gevolge van rotatie van de afgiftekop. Gezien het bovenstaande kan de afgiftekop van de inrichting worden opgevat als een spuit-15 slingerkop dan wel als een slingerkop. Het zal de vakman duidelijk zijn dat in het geval de uitlaat en/of de afgiftekop niet wordt geroteerd er sprake is van een spuitkop wanneer de uithardbare kunststof ten gevolge van de druk van de pomp buiten de afgifte kop wordt gebracht.

Bij gebruik als spuit-slingerkop is ten minste de uitlaat van de afgiftekop 20 roteerbaar om een hartlijn van de afgiftekop, waarbij de hartlijn van de afgiftekop in hoofdzaak evenwijdig loopt aan de hartlijn van het gedeelte van de te renoveren buisvormige constructie. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat bij het gebruik als slingerkop de afgiftekop bij voorkeur in zijn geheel roteerbaar is om zijn hartlijn.

Een voordeel van het tegen de binnenzijde van de wand van de buisvormige 25 constructie aan slingeren van de uithardbare kunststof die al dan niet ten gevolge van druk door de pomp uit de uitlaat van de afgiftekop spuit, is dat er nauwelijks of geen sproei (“spray”) optreedt wanneer de uithardbare kunststof de uitlaat van de afgiftekop verlaat. Hierdoor kan de uithardbare kunststoflaag nagenoeg nevelvrij worden aangebracht en kan bijvoorbeeld een camera worden toegepast om bijvoorbeeld de 30 afgiftekop van de inrichting in de buisvormige constructie te positioneren dan wel om het proces van het aanbrengen van de kunststoflaag te bewaken.

De uithardbare kunststof kan uitgehard worden door er bijvoorbeeld warm water en/of stoom langs te leiden. Het is ook mogelijk om een uithardbare kunststof toe te 5 passen die uithardt ten gevolge van bijvoorbeeld een chemische reactie welke optreedt tussen de uithardbare kunststof en een materiaal dat de wand van de te renoveren buis omvat. Dit kan een materiaal zijn waaruit de wand is opgebouwd. Het is echter ook voorstelbaar dat een dergelijk materiaal aan de binnenzijde van de wand van de te 5 renoveren buis wordt aangebracht voordat de uithardbare vloeistof hier tegenaan wordt geslingerd.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is de afgiftekop verbindbaar met een aandrijfeenheid zodanig dat ten minste de uitlaat roteerbaar is in een eerste richting en/of in een tweede richting om de hartlijn van de 10 afgiftekop, waarbij de tweede richting tegengesteld is gericht aan de eerste richting. Hierdoor kan een eerste laag van de uithardbare kunststof worden aangebracht waarbij ten minste de uitlaat van de afgiftekop bijvoorbeeld linksom roteert. Vervolgens kan een tweede laag van de uithardbare kunststof worden aangebracht waarbij ten minste de uitlaat van de afgiftekop rechtsom roteert. Afhankelijk van de specifieke situatie is het 15 ook mogelijk om de uitlaat en/of de afgiftekop volgens een ander vooraf bepaald patroon links- en rechtsom te laten roteren. Het is tevens mogelijk dat de uitlaat linksom roteert om de hartlijn van de afgiftekop terwijl de rest van de afgiftekop rechtsom roteert om zijn hartlijn.

De aandrijfeenheid kan een elektromotor en een hiermee gekoppelde 20 hoogfrequentr egel aar omvatten. De elektromotor is bijvoorbeeld voorzien van een as die zowel een eerst asdeel omvat dat zich aan de linkerkant van de elektromotor uitstrekt als een tweede asdeel dat zich aan de rechterkant van de elektromotor uitstrekt. Aan een van deze doorgaande asdelen kan een spiraalvormige element worden gekoppeld dat tevens is verbonden met de afgiftekop. Door het spiraalvormige element 25 te koppelen aan het eerste asdeel of aan het tweede asdeel kan ten minste de uitlaat van de afgiftekop linksom dan wel rechtsom worden geroteerd. Door middel van bijvoorbeeld de hoogfrequentregelaar kan de rotatiesnelheid van ten minste de uitlaat van de afgiftekop traploos worden geregeld. Dit zou bijvoorbeeld ook via een zogenaamde programmable logic controller of plc kunnen worden bereikt.

30 In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is de eerste opslagruimte verbindbaar met een tweede en een derde opslagruimte die respectievelijk een eerste en een tweede component van de uithardbare kunststof omvatten, waarbij de pomp verder is ingericht voor het transporteren van de eerste en 6 de tweede component van de uithardbare kunststof vanuit respectievelijk de tweede en de derde opslagruimte naar de eerste opslagruimte via ten minste een eerste respectievelijk een tweede leiding. Hierdoor is het mogelijk om een uithardbare kunststof toe te passen die een eerste en een tweede component omvat. Een voorbeeld 5 van een dergelijk uithardbare kunststof is een thermohardende kunststof zoals een epoxyhars. Door middel van bijvoorbeeld de hoogfrequentregelaar kan een snelheid van plunjers van de pomp traploos worden geregeld. Hierdoor kan een hoeveelheid van de epoxyhars worden beïnvloed. Gezien de verschillende diameters van het te renoveren leidingwerk, is dit noodzakelijk voor een gelijkmatige opbouw van de 10 aangebrachte uithardbare kunststoflaag aan de binnenzijde van de wand van de verschillende leidingen. Dit zou bijvoorbeeld ook via een zogenaamde programmable logic controller of plc kunnen worden bereikt.

De eerste en de tweede component van het epoxyhars kunnen worden opgeslagen in respectievelijk de tweede en de derde opslagruimte van de inrichting volgens de 15 onderhavige uitvinding alvorens door de pomp naar de eerste opslagruimte te worden getransporteerd via respectievelijk de eerste en tweede leiding.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat de inrichting verder een vierde opslagruimte die de tweede en de derde opslagruimte omsluit, waarbij de vierde opslagruimte voorzien is van een 20 temperatuurregelaar en een fluïdum omvat, waarbij het fluïdum in warmte-uitwisselend contact staat met een buitenkant van de tweede en de derde opslagruimte. De temperatuur van het fluïdum, bijvoorbeeld water of koelvloeistof, kan door middel van de temperatuurregelaar op een gewenste waarde worden gehouden. Doordat het fluïdum in warmte-uitwisselend contact staat met de buitenwand van de tweede en de 25 derde opslagruimte, wordt de al dan niet traploos instelbare temperatuur van het fluïdum doorgegeven naar de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof. Met andere woorden, de uithardbare kunststof, bijvoorbeeld een epoxyhars, kan op een vooraf in te stellen temperatuur worden gehouden, zodanig dat de viscositeit en reactietijd van de uithardbare kunststof en/of de eerste en de tweede component kan 30 worden beïnvloed. De viscositeit is van belang om het uitvloeien (wegdrijven) van de tegen de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie aangebrachte uithardbare kunststof te voorkomen. De reactietijd is van belang om voortijdige uitharding c.q. te langzame uitharding te kunnen controleren.

7

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat de aandrijfeenheid een spiraalvormig element dat ten minste gedeeltelijk in de eerste opslagruimte is gepositioneerd. Hierdoor is het mogelijk om de eerste en de tweede component van bijvoorbeeld een epoxyhars in de eerste opslagruimte te mengen 5 ten gevolge van rotatie van het spiraal vormige element. Het spiraalvormige element is bijvoorbeeld een veer. Het mengen van de eerste en de tweede component kan worden bereikt onafhankelijk van de rotatierichting van het spiraalvormige element.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is de eerste opslagruimte ten minste gedeeltelijk geïntegreerd in de afgiftekop. Hierdoor kan 10 de afstand tussen de eerste opslagruimte en de uitlaat van de afgiftekop zo gering mogelijk worden gemaakt. Afhankelijk van de eigenschappen van de toegepaste uithardbare kunststof kan het van belang zijn dat de uithardbare kunststof via een zo kort mogelijke verbinding, zoals een leiding, wordt getransporteerd om verstopping van de leiding te voorkomen dan wel significant te reduceren. Voor het bereiken van een 15 efficiënt renovatieproces is het van belang dat de inrichting niet of zo weinig mogelijk buiten bedrijf gesteld moet worden vanwege een verstopping bijvoorbeeld van een leiding of van de uitlaat van de afgiftekop, door bijvoorbeeld voortijdige uitharding.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat de eerste opslagruimte een flexibele wand. Hierdoor kan worden bereikt dat de 20 afgiftekop positioneerbaar is door bochten en in zij aansluitingen die een diameter van ten minste 34 mm omvatten ondanks het hierboven beschreven geval waarin een gedeelte van de eerste opslagruimte zich buiten de afgiftekop bevindt.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is het spiraalvormige element buiten de eerste opslagruimte opgenomen in een derde 25 leiding. Hierdoor kan het spiraalvormige element worden afgeschermd van de omgeving en kan worden voorkomen dat het bijvoorbeeld wordt beschadigd.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding zijn de eerste, tweede en derde leiding omgeven door een vierde leiding voor het vormen van een leidingenpakket dat kan worden gebruikt om ten minste de afgiftekop in de te 30 renoveren buisvormige constructie te positioneren. De vierde leiding doet hierbij daar waar nodig dienst als een soort buitenmantel ter bescherming van de erin opgenomen leidingen.

8

Het positioneren van de afgiftekop middels het leidingenpakket kan zowel handmatig als machinaal gebeuren. Het inbrengen van de afgiftekop in de te renoveren buisvormige constructie zal doorgaans handmatig gebeuren. Het verplaatsen van de afgiftekop tijdens het aanbrengen van de uithardbare kunststof zal bij voorkeur 5 machinaal gebeuren om een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van de kunststof aan de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie te verkrijgen.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat de inrichting een camera die zodanig is gepositioneerd dat de afgiftekop positioneerbaar is op een startpositie in de buisvormige constructie. Hierdoor kan de 10 afgiftekop na te zijn ingebracht in de buisvormige constructie via een opening die toegang verschaft tot de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie worden gepositioneerd op een startpositie welke over het algemeen zo dicht mogelijk ligt bij een uiteinde van het te renoveren buisdeel dat verbonden is met een sanitair toestel, zoals een kraan, wastafel, keukenspoelbak, wandcloset, badkuip of douchebak. 15 Het zal de vakman duidelijk zijn dat de startpositie ook op een andere locatie gekozen kan worden. Echter het ligt voor de hand om tijdens het renovatieproces de buis volledig van een kunststoflaag te voorzien.

De aangebrachte kunststoflaag in een zij aansluiting wordt daarbij zoals hierboven beschreven zodanig aangebracht dat deze overlapt met een deel van de “liner” die ter 20 renovatie is aangebracht in de hoofdbuis waarop de zij aansluiting uitkomt. De camera kan worden gebruikt om de vorderingen en het resultaat van het renovatieproces te bekijken. Tevens kan bijvoorbeeld aan de hand van de kleur van de gebruikte uithardbare kunststof worden bepaald of de uitharding ervan goed is.

De camera is verder ook positioneerbaar in de afgiftekop. Een camerakabel die 25 zich uitstrekt tussen de camera en een monitor of dataopslageenheid kan verder aan het hierboven beschreven leidingenpakket worden toegevoegd.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat de inrichting een centreerelement voor het centreren van de afgiftekop in de buisvormige constructie. Hierdoor kan worden bereikt dat de uithardbare kunststof 30 gelijkmatig wordt aangebracht aan de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is de camera positioneerbaar op het centreerelement. Hierdoor kan worden bereikt dat de 9 camera in verschillende richtingen gericht kan worden om beelden te maken van de werkomgeving. Dit kan voordelig zijn bijvoorbeeld bij het manoeuvreren van de afgiftekop door de te renoveren buisvormige constructie.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze 5 verschaft voor het aanbrengen van een uithardbare kunststoflaag aan een binnenzijde van een wand van een buisvormige constructie, bijvoorbeeld een rioolleiding, door middel van een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, de werkwijze omvattende: - het positioneren van een afgiftekop van de inrichting op een startpositie in de 10 buisvormige constructie via een opening die toegang verschaft tot de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie, - het opstarten van een pomp van de inrichting voor het transporteren van de uithardbare kunststof vanuit een eerste opslagruimte naar de afgiftekop, - het roteren van ten minste een uitlaat van de afgiftekop op een vooraf bepaald 15 toerental door een aandrijfeenheid van de inrichting voor het aanbrengen van de uithardbare kunststoflaag aan de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie ter plaatse van de startpositie, - het verplaatsen van de afgiftekop over een traject dat zich uitstrekt tussen de startpositie in de buisvormige constructie en de opening die toegang verschaft tot de 20 binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie voor het aanbrengen van de uithardbare kunststoflaag aan de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie.

Door toepassing van de hierboven beschreven werkwijze wordt de uithardbare kunststof tegen de binnenzijde van de wand van een te renoveren buisvormige 25 constructie aan geslingerd. Na uitharding van de kunststof wordt een aaneengesloten kunststoflaag verkregen die de buisvormige constructie weer fluïdumdicht maakt. Zoals hierboven beschreven, kan een uithardbare kunststof worden toegepast die wordt uigehard door er bijvoorbeeld warm water en/of stoom langs te leiden. Zoals reeds opgemerkt is het tevens mogelijk om een uithardbare kunststof toe te passen die 30 uithardt ten gevolge van bijvoorbeeld een chemische reactie welke optreedt tussen de uithardbare kunststof en een materiaal dat ten minste de binnenzijde van de wand van de te renoveren buis omvat. Dit kan een materiaal zijn waaruit de wand is opgebouwd. Het is echter ook voorstelbaar dat een dergelijk materiaal aan de binnenzijde van de 10 wand van de te renoveren buis wordt aangebracht voordat de uithardbare vloeistof hier tegenaan wordt geslingerd.

Het positioneren van de afgiftekop middels het leidingenpakket kan zoals hierboven reeds beschreven zowel handmatig als machinaal gebeuren. Het inbrengen 5 van de afgiftekop in de te renoveren buisvormige constructie zal doorgaans handmatig gebeuren. Het verplaatsen van de afgiftekop door middel van het terugtrekken van het leidingenpakket tijdens het aanbrengen van de uithardbare kunststof zal bij voorkeur machinaal gebeuren om een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van de kunststof aan de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie te verkrijgen.

10 Het machinaal verplaatsen van de afgiftekop ten gevolge van het terugtrekken van het leidingenpakket kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door het koppelen van een elektromotor, die is voorzien van een hoogfrequentregelaar, aan rollen waartussen het leidingenpakket wordt gemonteerd. Door het samendrukken van de rollen wordt een kracht uitgeoefend op de buitenmantel van het leidingenpakket waardoor het 15 leidingenpakket wordt teruggetrokken. Bijvoorbeeld door middel van de hoogfrequentregelaar kan de aandrijfsnelheid van het leidingenpakket en hiermee de werksnelheid van de afgiftekop traploos worden geregeld. Dit zou bijvoorbeeld ook via een zogenaamde programmable logic controller (plc) kunnen worden bereikt.

Door deze werkwijze vanuit verschillende invoerpunten toe te passen, is het 20 mogelijk om ter hoogte van zogenaamde T-stukken en andere verbindingspunten de aan te brengen uithardbare kunststof te laten overlappen. Er kan tevens een overlap worden gecreëerd tussen de aangebrachte kunststoflaag in een zij aansluiting en een deel van de “liner” die ter renovatie is aangebracht in de hoofdbuis waarop de zij aansluiting uitkomt.

25 In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze in het geval dat een uithardbare kunststof wordt gebruikt die een eerste en een tweede component omvat, tevens: - het opstarten van de pomp van de inrichting voor het transporteren van de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof vanuit respectievelijk een tweede 30 en een derde opslagruimte naar de eerste opslagruimte via respectievelijk een eerste en een tweede leiding, - het mengen van de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof volgens een vooraf bepaalde mengverhouding in de eerste opslagruimte, 11 - het transporteren van de verkregen gemengde uithardbare kunststof van de eerste opslagruimte naar de afgiftekop.

In het geval dat een uithardbare kunststof wordt toegepast die een eerste en een tweede component omvat, dienen de bovenstaande stappen aan de hierboven 5 beschreven werkwijze te worden toegevoegd omdat de uiteindelijk aan te brengen uithardbare kunststof moet worden gemengd alvorens deze tegen de binnenzijde van de wand van de te renoveren buis wordt geslingerd. Zoals hierboven reeds vermeld, is een epoxyhars een voorbeeld van een uithardbare kunststof die kan worden toegepast. Het zal de vakman duidelijk zijn dat er mogelijk ook andere kunststoffen of stoffen 10 toegepast zouden kunnen worden. De toepassing hiervan valt binnen de grenzen van de onderhavige uitvindingsgedachte. De eerste en de tweede component van het als niet-limitatief beschreven epoxyhars worden opgeslagen in respectievelijk de tweede en de derde opslagruimte van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding. Door middel van een pomp, zoals een hoge druk of HD-pomp, kunnen beide componenten naar de 15 eerste opslagruimte van de inrichting worden getransporteerd via respectievelijk de eerste en tweede leiding. In de eerste opslagruimte worden de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof volgens een vooraf bepaalde mengverhouding gemengd. De aldus verkregen gemengde epoxyhars wordt vervolgens getransporteerd naar de afgiftekop. Ten gevolge van de druk die de pomp uitoefent op de uithardbare 20 kunststof en/of door rotatie van ten minste de uitlaat van de afgiftekop of ten gevolge van rotatie van de afgiftekop wordt de uithardbare kunststof tegen de binnenzijde van de wand van de te renoveren buisvormige constructie aan geslingerd.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze verder: 25 - het vullen van de tweede en de derde opslagruimte met respectievelijk de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof, - het creëren van een onderdruk in de tweede en de derde opslagruimte na het vullen ervan ten einde gasinsluitingen uit te drijven die tijdens het vullen van de tweede en de derde opslagruimte in respectievelijk de eerste en de tweede component van de 30 uithardbare kunststof zijn ontstaan, - het creëren en handhaven van een vooraf bepaalde druk in respectievelijk de tweede en de derde opslagruimte alvorens respectievelijk de eerste en de tweede 12 component van de uithardbare kunststof door de pomp naar de eerste opslagruimte wordt getransporteerd.

De tweede en de derde opslagruimte, maar bij voorkeur ook de eerste opslagruimte zijn uitgevoerd als geklimatiseerde vaten. Een voordeel hiervan is dat de 5 verwerkingseigenschappen van de eerste en de tweede component en van de gemengde uithardbare kunststof in hoofdzaak stabiel gehouden kunnen worden. Dit is met name belangrijk ten aanzien van de viscositeit van de voomoemde vloeistoffen en de reactietijden.

Voor het verkrijgen van een gemengde uithardbare kunststof die vrij is van 10 gasinsluitingen wordt in de tweede en in de derde opslagruimte na het vullen ervan met respectievelijk de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof een onderdruk gecreëerd. Hiervoor kan bijvoorbeeld een al dan niet elektrisch aangedreven vacuümpomp worden gebruikt. Vervolgens worden de tweede en de derde opslagruimte onder een vooraf bepaalde druk gebracht en gehouden. Hiervoor kan 15 bijvoorbeeld een al dan niet elektrisch aangedreven gascompressor worden gebruikt. Daarna worden de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof naar de HD-pomp getransporteerd via afzonderlijke leidingen. Vervolgens worden de eerste en de tweede component vanuit de HD-pomp naar de eerste opslagruimte getransporteerd via respectievelijk de eerste en de tweede leiding van het leidingenpakket. In de eerste 20 opslagruimte worden de eerste en de tweede component gemengd. Hierna wordt de gemengde uithardbare kunststof tegen de binnenzijde van de wand van een te renoveren buis aan geslingerd.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de aandrijfeenheid een spiraalvormig element dat zodanig met de afgiftekop 25 wordt verbonden dat ten minste de uitlaat van de afgiftekop in een eerste richting en/of in een tweede richting om de hartlijn van de afgiftekop wordt geroteerd, waarbij de tweede richting tegengesteld gericht is aan de eerste richting. Het spiraalvormige element is hiertoe bijvoorbeeld verbonden met een as die met een elektromotor is gekoppeld. De as omvat bijvoorbeeld een eerst asdeel dat zich aan de linkerkant van de 30 elektromotor uitstrekt en een tweede asdeel dat zich aan de rechterkant van de elektromotor uitstrekt. Door het spiraalvormige element te koppelen aan het eerste asdeel of aan het tweede asdeel kan ten minste de uitlaat van de afgiftekop linksom dan wel rechtsom worden geroteerd.

13

Verder is het onafhankelijk van de rotatierichting van het spiraalvormige element, bijvoorbeeld een veer, mogelijk om de eerste en de tweede component van bijvoorbeeld een epoxyhars in de eerste opslagruimte te mengen.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding 5 wordt ten minste de uitlaat van de afgiftekop geroteerd met een toerental dat traploos regelbaar is door middel van bijvoorbeeld een hoogfrequentregelaar die gekoppeld is met de elektromotor. Dit zou bijvoorbeeld ook via een hierboven genoemde plc kunnen worden bereikt.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding 10 wordt de afgiftekop camera-gestuurd in de buisvormige constructie gepositioneerd. Hierdoor is het mogelijk om de afgiftekop nauwkeurig te positioneren op een startpositie in een zij aansluiting die met een uiteinde aansluit op een sanitair toestel, waarbij de startpositie bereikt kan worden via een leidingentraject dat toegankelijk is via een hoofdbuis.

15 In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt de uithardbare kunststof in de vorm van een eerste laag aangebracht aan de binnenzijde van de wand van de buisvormige constructie door verplaatsing van de afgiftekop over een traject dat zich uitstrekt tussen de startpositie in de buisvormige constructie en de opening die toegang verschaft tot de binnenzijde van de wand van de 20 buisvormige constructie waarbij ten minste de uitlaat van de afgiftekop wordt geroteerd in een eerste richting om de hartlijn van de afgiftekop. De afgiftekop kan hierbij zowel handmatig als machinaal worden verplaatst door middel van het verplaatsen van het leidingenpakket dat met de afgiftekop is verbonden. Voor het verkrijgen van een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van de kunststof aan de binnenzijde van de te 25 renoveren buisvormige constructie geniet een machinale verplaatsing de voorkeur.

Het machinaal verplaatsen van de afgiftekop ten gevolge van het terugtrekken van het leidingenpakket kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door het koppelen van een elektromotor, die is voorzien van een hoogfrequentregelaar, aan rollen waartussen het leidingenpakket wordt gemonteerd. Door het samendrukken van de rollen wordt 30 een kracht uitgeoefend op de buitenmantel van het leidingenpakket waardoor het leidingenpakket wordt teruggetrokken. Bijvoorbeeld door middel van de hoogfrequentregelaar kan de aandrijfsnelheid van het leidingenpakket en hiermee de 14 werksnelheid van de afgiftekop traploos worden geregeld. Dit zou bijvoorbeeld ook via een hierboven reeds genoemde plc kunnen worden bereikt.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze verder het aanbrengen van een tweede laag uithardbare kunststof 5 door de afgiftekop nogmaals te verplaatsen over het voornoemde traject in de buisvormige constructie waarbij ten minste de uitlaat van de afgiftekop wordt geroteerd in een tweede richting om de hartlijn van de afgiftekop, waarbij de tweede richting tegengesteld is gericht aan de eerste richting. Het zal de vakman duidelijk zijn dat indien het gewenst dan wel noodzakelijk is, meerdere lagen achter elkaar kunnen 10 worden aangebracht waarbij ten minste de uitlaat van de afgiftekop afwisselend linksom dan wel rechtsom wordt geroteerd.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de uithardbare kunststof een epoxyhars die een eerste en een tweede component omvat welke componenten worden gemengd in een mengverhouding van 2:1. De HD-15 pomp kan hiertoe bijvoorbeeld drie plunjers omvatten die evenredig zijn gescheiden naar de mengverhouding 2:1. Dat betekent dat er twee plunjers worden gebruikt voor de eerste component en een plunjer wordt gebruikt voor de tweede component. Door deze scheiding in de pomp en het gebruik van de aandrijving van de pomp voor de aandrijving van de plunjers kan een constante mengverhouding worden gegenereerd.

20 Hoewel de inrichting volgens de uitvinding zal worden beschreven aan de hand van een specifieke uitvoeringsvorm ervan, is de vinding niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting. De inrichting volgens de uitvinding wordt beschreven aan de hand van maatregelen, waarbij expliciete voordelen genoemd kunnen worden, maar waarbij ook impliciete voordelen kunnen gelden. Het onderwerp 25 van de uitvinding van de onderhavige aanvrage of van een afgesplitste aanvrage kan elk van die maatregelen betreffen, waarvan sommige combinaties expliciet in deze beschrijving beschreven en/of getoond zijn, maar die ook impliciet beschreven kunnen zijn. Hoewel de figuren expliciete combinaties van maatregelen tonen, zal het de vakman duidelijk zijn dat een aantal van de maatregelen ook los van elkaar genomen 3 0 kunnen worden.

Figuur 1 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding voor het aanbrengen van een laag 15 uithardbare kunststof aan een binnenzijde van een wand van een buisvormige constructie.

Figuur 2 toont een schematisch vooraanzicht van een afgiftekop van de inrichting volgens figuur 1, waarbij de afgiftekop is gepositioneerd in een te renoveren 5 buisvormige constructie.

Figuur 3 toont een schematisch vooraanzicht van een afgiftekop van de inrichting volgens de voorgaande figuren die is gepositioneerd in een te renoveren buisvormige constructie, waarbij verder een centreerelement en een camera zijn voorzien.

De figuren zijn niet noodzakelijkerwijs op schaal getekend. Identieke of 10 soortgelijke onderdelen kunnen in de verschillende figuren met dezelfde referenties zijn aangeduid.

Figuur 1 toont een afgiftekop 2 en een eerste opslagruimte 3 van een inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. De eerste opslagruimte 3 is in deze uitvoeringsvorm vlak achter de afgiftekop 2 gepositioneerd. Hierdoor kan de afstand 15 tussen de eerste opslagruimte 3 en de uitlaat 5 van de afgiftekop 2 zo gering mogelijk worden gehouden. Afhankelijk van de eigenschappen van de toegepaste uithardbare kunststof kan het van belang zijn dat de uithardbare kunststof via een zo kort mogelijke verbinding wordt getransporteerd om verstopping van de verbinding te voorkomen dan wel significant te reduceren. Voor het bereiken van een efficiënt renovatieproces is het 20 van belang dat de inrichting niet of zo weinig mogelijk buiten bedrijf gesteld moet worden vanwege een verstopping bijvoorbeeld van een verbinding of van de uitlaat 5 van de afgiftekop 2.

Volgens de uitvoeringsvorm van de afgiftekop 2 volgens de onderhavige uitvinding wordt de uitlaat gevormd door openingen 5 in een afdekelement 34 dat is 25 gepositioneerd aan de buitenomtrek van de bol vormige afgiftekop 2. Het zal de vakman duidelijk zijn dat andere implementaties van de uitlaat 5 mogelijk zijn welke vallen binnen de uitvindingsgedachte van de onderhavige uitvinding. Het is daarbij mogelijk dat het afdekelement 34 roteerbaar is geïmplementeerd ten opzichte van de rest van de afgiftekop 2.

30 Zoals getoond in figuur 1 omvat de uitvoeringsvorm van de inrichting 1 een leidingenpakket 4 dat een eerste leiding 6, een tweede leiding 7 en een derde leiding 8 omvat. Niet getoond is een vierde leiding die, daar waar nodig, als buitenmantel kan zijn aangebracht rond de eerste 6, tweede 7 en derde 8 leiding.

16

De eerste opslagruimte 3 is verbindbaar met een tweede 9 en een derde 10 opslagruimte die respectievelijk een eerste en een tweede component van de uithardbare kunststof omvatten. Zoals aangegeven in figuur 1 kan een vierde opslagruimte 36 de tweede 9 en de derde 10 opslagruimte omsluiten. De vierde 5 opslagruimte 36 is voorzien van een temperatuurregelaar en omvat een fluïdum dat in warmte-uitwisselend contact staat met een buitenkant van de tweede 9 en de derde 10 opslagruimte. De temperatuur van het fluïdum, bijvoorbeeld water of koelvloeistof, kan door middel van de temperatuurregelaar op een gewenste waarde worden ingesteld en daarop worden gehouden. Doordat het fluïdum in warmte-uitwisselend contact staat 10 met de buitenwand van de tweede 9 en de derde 10 opslagruimte, wordt de al dan niet traploos instelbare temperatuur van het fluïdum doorgegeven naar de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof. Met andere woorden, de uithardbare kunststof, bijvoorbeeld een epoxyhars, kan op een vooraf in te stellen temperatuur worden gehouden, zodanig dat de viscositeit en reactietijd van de uithardbare kunststof 15 en/of de eerste en de tweede component kan worden beïnvloed. De viscositeit is van belang om het uitvloeien (wegdrijven) van de tegen de binnenzijde van de wand 29 van de buisvormige constructie 27 aangebrachte uithardbare kunststof te voorkomen. De reactietijd is van belang om voortijdige uitharding c.q. te langzame uitharding te kunnen controleren.

20 De inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding omvat verder een pomp 11, bijvoorbeeld een HD-pomp, die is ingericht voor het transporteren van de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof vanuit respectievelijk de tweede 9 en de derde 10 opslagruimte naar de eerste opslagruimte 3 via respectievelijk de eerste 6 en de tweede leiding 7. Hierdoor is het mogelijk om een uithardbare kunststof toe te 25 passen die een eerste en een tweede component omvat. Een voorbeeld van een dergelijk uithardbare kunststof is een thermohardende kunststof zoals een epoxyhars. De eerste en de tweede component van het epoxyhars kunnen daarbij worden opgeslagen in respectievelijk de tweede 9 en de derde 10 opslagruimte van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding alvorens door de pomp 11 naar de eerste opslagruimte 3 te 30 worden getransporteerd via respectievelijk de eerste 6 en de tweede 7 leiding.

Voor het verkrijgen van een gemengde uithardbare kunststof die vrij is van gasinsluitingen wordt in de tweede 9 en in de derde 10 opslagruimte na het vullen ervan respectievelijk via een eerste klep 12 en een tweede klep 13 met respectievelijk de 17 eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof een onderdruk gecreëerd. Hiervoor kan bijvoorbeeld een al dan niet elektrisch aangedreven vacuümpomp 14 worden gebruikt. Vervolgens worden de tweede 9 en de derde 10 opslagruimte onder een vooraf bepaalde druk gebracht en gehouden. Hiervoor kan bijvoorbeeld een al dan 5 niet elektrisch aangedreven gascompressor 15 worden gebruikt. Daarna worden de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof naar de HD-pomp 11 getransporteerd via afzonderlijke leidingen 16-18.

Voor het mengen van de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof volgens een als niet-limitatief voorbeeld gekozen mengverhouding van 2:1 10 omvat de HD-pomp 11 drie plunjers 19-21 die evenredig zijn gescheiden naar de mengverhouding 2:1. Plunjers 19, 20 worden gebruikt voor de eerste component en plunjer 21 wordt gebruikt voor de tweede component. Door deze scheiding in de pomp 11 en het gebruik van de aandrijving van de pomp voor de aandrijving van de plunjers 19-21 kan een constante mengverhouding worden gegenereerd.

15 Vervolgens worden de eerste en de tweede component naar de eerste opslagruimte 3 getransporteerd via respectievelijk de eerste 6 en de tweede 7 leiding van het leidingenpakket 4. In de eerste opslagruimte 3 worden de eerste en de tweede component gemengd.

Figuur 1 toont een spiraalvormig element 22, bijvoorbeeld een veer, dat met de 20 afgiftekop 2 is verbonden zodanig dat het afdekelement 34 van de afgiftekop 2 en daarmee de openingen 5 die de uitlaat vormen in een eerste richting en/of in een tweede richting om de hartlijn van de afgiftekop 2 roteerbaar is. Hierbij is de tweede richting tegengesteld gericht aan de eerste richting. Het spiraalvormige element 22 is in de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 verbonden met een as 23 die met een elektromotor 24 25 is gekoppeld. De as 23 omvat een eerst asdeel 25 dat zich aan de linkerkant van de elektromotor 24 uitstrekt en een tweede asdeel 26 dat zich aan de rechterkant van de elektromotor 24 uitstrekt. Door het spiraalvormige element 22 te koppelen aan het eerste asdeel 25 of aan het tweede asdeel 26 kan ten minste het afdekelement 34 van de afgiftekop 2 linksom dan wel rechtsom worden geroteerd. Het zal voor de vakman 30 duidelijk zijn dat het ook mogelijk is om de afgiftekop 2 zodanig in te richten dat deze in zijn geheel roteerbaar is om zijn hartlijn.

Zoals getoond in figuur 1 is het spiraalvormige element 22 ten minste gedeeltelijk gepositioneerd in de eerste opslagruimte 3. Hierdoor is het mogelijk om de eerste en de 18 tweede component van bijvoorbeeld een epoxyhars in de eerste opslagruimte 3 te mengen ten gevolge van rotatie van het spiraalvormige element 22. Het mengen van de eerste en de tweede component kan worden bereikt onafhankelijk van de rotatierichting van het spiraalvormige element 22.

5 Figuur 1 toont verder dat het spiraalvormig element 22 buiten de eerste opslagruimte 3 is opgenomen in een derde leiding 8 van het leidingenpakket 4. Hierdoor kan het spiraalvormige element 22 worden afgeschermd van de omgeving en kan worden voorkomen dat het bijvoorbeeld wordt beschadigd.

Figuur 1 toont verder dat de afgiftekop 2 is voorzien van een opneemruimte 35 10 waarin een overigens niet getoonde camera opneembaar is. Hierdoor kan worden bereikt dat de camera beelden registreert van de werkomgeving. Dit kan voordelig zijn bijvoorbeeld bij het manoeuvreren van de afgiftekop 2 door de te renoveren buisvormige constructie. De camera kan tevens worden gebruikt om te controleren of de uithardbare kunststof wordt aangebracht aan de binnenzijde van de wand van de 15 buisvormige constructie. In het geval dat de aan te brengen uithardbare kunststof ten minste twee componenten omvat, is het ook mogelijk om met behulp van camerabeelden na te gaan of de uithardbare kunststof goed gemengd is. Hiertoe kan de kleur van de gemengde uithardbare kunststof een maatstaf zijn.

Figuur 2 toont een schematisch vooraanzicht van een afgiftekop 2 van de 20 inrichting 1 volgens figuur 1, waarbij de afgiftekop 2 is gepositioneerd in een te renoveren buisvormige constructie 27 voor het aanbrengen van een eerste laag 28 uithardbare kunststof aan de binnenzijde van een wand 29 van de buisvormige constructie 27 door rotatie van ten minste het afdekelement 34 van de afgiftekop 2 om zijn hartlijn in de richting van pijl 30. Door rotatie van ten minste het afdekelement 34 25 van de afgiftekop 2 om zijn hartlijn in de richting van pijl 31 welke richting tegengesteld gericht is aan de richting van pijl 30 is het mogelijk om een tweede laag 32 uithardbare kunststof aan te brengen. Na uitharden van ten minste een van de aangebrachte lagen 28; 32 uithardbare kunststof is de binnenzijde van de wand 29 van de buisvormige constructie 27 weer fluïdumdicht.

30 Figuur 3 toont een schematisch vooraanzicht van een afgiftekop 2 van de inrichting 1 volgens de voorgaande figuren die is gepositioneerd in een te renoveren buisvormige constructie 27, waarbij verder een centreerelement 33 is voorzien. Het centreerelement 33 is zodanig met de inrichting 1 verbonden en aangebracht in de 19 buisvormige constructie 27 dat de afgiftekop 2 gecentreerd wordt in de buisvormige constructie 27. Het centreerelement 33 staat daarbij in aanliggend contact met de binnenzijde van de wand 29 van de buisvormige constructie 27. In een uitvoeringsvorm van het centreerelement 33 kan het centreerelement zodanig worden aangepast aan de 5 inwendige diameter van de buisvormige constructie 27 dat het centreerelement 33 steeds in aanliggend contact staat met de binnenzijde van de wand 29 van de buisvormige constructie 27. Door het centreren van de afgiftekop 2 kan worden bereikt dat de uithardbare kunststof gelijkmatig wordt aangebracht aan de binnenzijde van de wand 29 van de buisvormige constructie 27. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat 10 het ook mogelijk is om de afgiftekop 2 zodanig vorm te geven dat deze dienst doet als centreerkop.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierboven als niet-beperkende voorbeelden beschreven uitvoeringsvormen. De beschermingsomvang wordt bepaald door de strekking van de hierna volgende conclusies, binnen de strekking waarvan 15 velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (21)

1. Inrichting voor het aanbrengen van een laag (28) uithardbare kunststof aan een binnenzijde van een wand (29) van een buisvormige constructie (27), bijvoorbeeld een 5 rioolbuis, waarbij de inrichting (1) een eerste opslagruimte (3) omvat voor het opslaan van een uithardbare kunststof en een pomp (11) voor het transporteren van de uithardbare kunststof vanuit de eerste opslagruimte (3) naar een afgiftekop (2) die een uitlaat (5) omvat waardoorheen de uithardbare kunststof buiten de afgiftekop (2) te brengen is, waarbij in gebruik ten minste de uitlaat (5) zodanig beweegbaar is dat de 10 uithardbare kunststof als een laag aan de binnenzijde van de wand (29) van de buisvormige constructie (27) aan te brengen is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de afgiftekop (2) verbindbaar is met een aandrijfeenheid (24) zodanig dat ten minste de uitlaat (5) roteerbaar is in een eerste 15 richting (30) en/of in een tweede richting (31) om de hartlijn van de afgiftekop (2), waarbij de tweede richting (31) tegengesteld is gericht aan de eerste richting (30).

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste opslagruimte (3) verbindbaar is met een tweede (9) en een derde (10) opslagruimte die respectievelijk 20 een eerste en een tweede component van de uithardbare kunststof omvatten, waarbij de pomp (11) verder is ingericht voor het transporteren van de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof vanuit respectievelijk de tweede (9) en de derde (10) opslagruimte naar de eerste opslagruimte (3) via ten minste een eerste (6) respectievelijk een tweede (7) leiding. 25

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de inrichting verder een vierde opslagruimte (36) omvat die de tweede (9) en de derde (10) opslagruimte omsluit, waarbij de vierde opslagruimte (36) voorzien is van een temperatuurregelaar en een fluïdum omvat, waarbij het fluïdum in warmte-uitwisselend contact staat met een 30 buitenkant van de tweede (9) en de derde (10) opslagruimte.

5. Inrichting volgens een van de conclusies 2-4, waarbij de aandrijfeenheid (24) een spiraalvormig element (22) omvat dat ten minste gedeeltelijk in de eerste opslagruimte (3) is gepositioneerd.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste opslagruimte (3) ten minste gedeeltelijk is geïntegreerd in de afgiftekop (2).

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste opslagruimte (3) een flexibele wand omvat. 10

8. Inrichting volgens een van de conclusies 5-7, waarbij het spiraalvormige element (22) buiten de eerste opslagruimte (3) is opgenomen in een derde leiding (8).

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de eerste (6), tweede (7) en derde (8) 15 leiding zijn omgeven door een vierde leiding voor het vormen van een leidingenpakket (4).

10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting (1) een camera omvat die zodanig is gepositioneerd dat de afgiftekop (2) 20 positioneerbaar is op een startpositie in de buisvormige constructie (27).

11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting (1) een centreerelement (33) omvat voor het centreren van de afgiftekop (2) in de buisvormige constructie (27). 25

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de camera positioneerbaar is op het centreerelement (33).

13. Werkwijze voor het aanbrengen van een laag uithardbare kunststof aan een 30 binnenzijde van een wand (29) van een buisvormige constructie (27), bijvoorbeeld een rioolleiding, door middel van een inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, de werkwijze omvattende: - het positioneren van een afgiftekop (2) van de inrichting (1) op een startpositie in de buisvormige constructie (27) via een opening die toegang verschaft tot de binnenzijde van de wand (29) van de buisvormige constructie (27), - het opstarten van een pomp (11) van de inrichting (1) voor het transporteren van 5 de uithardbare kunststof vanuit een eerste opslagruimte (3) naar de afgiftekop (2), - het roteren van ten minste een uitlaat (5) van de afgiftekop (2) op een vooraf bepaald toerental door een aandrijfeenheid (24) van de inrichting (1) voor het aanbrengen van de uithardbare kunststoflaag (28; 32) aan de binnenzijde van de wand (29) van de buisvormige constructie (27) ter plaatse van de startpositie, 10. het verplaatsen van de afgiftekop (2) over een traject dat zich uitstrekt tussen de startpositie in de buisvormige constructie (27) en de opening die toegang verschaft tot de binnenzijde van de wand (29) van de buisvormige constructie (27) voor het aanbrengen van de uithardbare kunststoflaag (28) aan de binnenzijde van de wand (29) van de buisvormige constructie (27). 15

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij in het geval dat een uithardbare kunststof wordt gebruikt die een eerste en een tweede component omvat, de werkwijze tevens omvat: - het opstarten van de pomp (11) van de inrichting (1) voor het transporteren van 20 de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof vanuit respectievelijk een tweede (9) en een derde (10) opslagruimte naar de eerste opslagruimte (3) via respectievelijk een eerste (6) en een tweede (7) leiding, - het mengen van de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof volgens een vooraf bepaalde mengverhouding in de eerste opslagruimte (3), 25. het transporteren van de verkregen gemengde uithardbare kunststof van de eerste opslagruimte (3) naar de afgiftekop (2).

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de werkwijze verder omvat: - het vullen van de tweede (9) en de derde (10) opslagruimte met respectievelijk 30 de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof, - het creëren van een onderdruk in de tweede (9) en de derde (10) opslagruimte na het vullen ervan ten einde gasinsluitingen uit te drijven die tijdens het vullen van de tweede (9) en de derde (10) opslagruimte in respectievelijk de eerste en de tweede component van de uithardbare kunststof zijn ontstaan, - het creëren en handhaven van een vooraf bepaalde druk in respectievelijk de tweede (9) en de derde (10) opslagruimte alvorens respectievelijk de eerste en de 5 tweede component van de uithardbare kunststof door de pomp (11) naar de eerste opslagruimte (3) wordt getransporteerd.

16. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de aandrijfeenheid (24) een spiraalvormig element (22) omvat dat zodanig met de afgiftekop (2) wordt verbonden 10 dat ten minste de uitlaat (5) van de afgiftekop (2) in een eerste richting (30) en/of in een tweede richting (31) om de hartlijn van de afgiftekop (2) wordt geroteerd, waarbij de tweede richting (31) tegengesteld gericht is aan de eerste richting (30).

17. Werkwijze volgens een van de conclusies 13 -16, waarbij ten minste de 15 uitlaat (5) van de afgiftekop (2) wordt geroteerd met een toerental dat traploos regelbaar is.

18. Werkwijze volgens een van de conclusies 13 - 17, waarbij de afgiftekop (2) camera-gestuurd in de buisvormige constructie (27) wordt gepositioneerd. 20

19. Werkwijze volgens een van de conclusies 13-18, waarbij de uithardbare kunststof in de vorm van een eerste laag (28) wordt aangebracht aan de binnenzijde van de wand (29) van de buisvormige constructie (27) door verplaatsing van de afgiftekop (2) over een traject dat zich uitstrekt tussen de startpositie in de buisvormige constructie 25 (27) en de opening die toegang verschaft tot de binnenzijde van de wand (29) van de buisvormige constructie (27) waarbij ten minste de uitlaat (5) van de afgiftekop (2) wordt geroteerd in een eerste richting (30) om de hartlijn van de afgiftekop (2).

20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de werkwijze verder omvat het 30 aanbrengen van een tweede laag (32) uithardbare kunststof door de afgiftekop (2) nogmaals te verplaatsen over het voornoemde traject in de buisvormige constructie (27) waarbij ten minste de uitlaat (5) van de afgiftekop (2) wordt geroteerd in een tweede richting (31) om de hartlijn van de afgiftekop (2), waarbij de tweede richting (31) tegengesteld is gericht aan de eerste richting (30).

21. Werkwijze volgens een van de conclusies 13 - 20, waarbij de uithardbare 5 kunststof een epoxyhars omvat die een eerste en een tweede component omvat welke componenten worden gemengd in een mengverhouding die in een bereik ligt van 2:1-4:1.