NL192347C

NL192347C - Multi-part connecting rod for a large diesel engine.

Info

Publication number: NL192347C
Application number: NL8601143A
Authority: NL
Original assignee: Man B & W Diesel Gmbh
Priority date: 1985-05-08
Filing date: 1986-05-02
Publication date: 1997-06-04
Also published as: DE3516506C2; FI861904A; NL8601143A; NL192347B; FI80135C; NO861827L; DE3516506A1; FI861904A0; NO162356B; FI80135B; FR2581721B1; NO162356C; FR2581721A1

Description

1 1923471 192347

Meerdelige drijfstang voor een grote dieselmotorMulti-part connecting rod for a large diesel engine

De uitvinding heeft betrekking op een meerdelige drijfstang, die het verbindingselement vormt tussen een krukas van een grote dieselmotor en een op en neer gaande zuiger, met een eerste scheidingsplaats nabij 5 de kruktap, waarbij een de onderste legerhelft vormend legerdeksel door middel van spanschroeven aan een bovenste, aan het onderste deel van de drijfstang aangebrachte legerhelft is bevestigd, en met een tweede scheidingsplaats nabij de overgang tussen stangkop en drijfstang, waarbij het bovenste, de drijfstangkop dragende deel via een schroefverbinding met het onderste deel van de drijfstang is verbonden, welke schroefverbinding bestaat uit twee gelijk gerichte schroefgangen met verschillende hellingshoeken 10 aan beide delen en een schroefverbinding aan de binnenzijde van een verbindingsmoer die beide delen bij het aantrekken naar elkaar toe bewegen, en beide drijfstangdelen via platte, loodrecht op de langsas van de drijfstang staande aanligvlakken tegen elkaar aanliggen, alsmede inrichtingen voor het kunnen aanbrengen van gereedschappen en tussen de drijfstangdelen aangebrachte middelen voor het centreren en voor het tegen verdraaiing borgen daarvan.The invention relates to a multi-part connecting rod, which forms the connecting element between a crankshaft of a large diesel engine and an up-and-down piston, with a first separation point near the crank pin, an army cover forming the lower half of the army by means of clamping screws on a upper bearing half arranged on the lower part of the connecting rod is attached, and with a second separating place near the transition between the rod head and connecting rod, the upper part bearing the connecting rod head being connected by screw connection to the lower part of the connecting rod, which screw connection consists of two equally oriented screw threads with different angles of inclination on both parts and a screw connection on the inside of a connecting nut, which both parts move towards each other when tightening, and both connecting rod parts via flat contact surfaces perpendicular to the longitudinal axis of the connecting rod abut, as also devices for being able to mount tools and means for centering and securing them against twisting between the connecting rod parts.

15 Uit het Amerikaanse octrooischrift 1.417.307 is een dergelijke drijfstang bekend, waarvan het onderste drijfstangdeel een pen heeft die in het ondereinde van de aan het bovenste deel aangebrachte huls steekt. Door het aandraaien van verbindingsmoeren wordt met de pen de onderste lagerschaal van de zuiger de bovenste lagerschaal daarvan ingesteld. De verbindingsmoeren moeten door contramoeren worden geborgd. Deze stang kan zowel druk- als trekkrachten opnemen. Echter bij toepassing bij grote dieselmoto-20 ren die volgens het viertact-principe werken, waarbij ook bij de tweede omlaaggaande beweging van de zuiger de stang op trek wordt belast vanwege de massakrachten, is deze drijfstang niet geschikt. Er zal dan tussen de tap en de onderste lagerschaal speling optreden, hetgeen tot een niet te accepteren slijtage leidt. Voorts zullen de vervormingen welke op het bovenste drijfstangdeel inwerken direct invloed uitoefenen op de buitendraad daarvan.Such a connecting rod is known from US patent 1,417,307, the lower connecting rod part of which has a pin which protrudes into the lower end of the sleeve arranged on the upper part. By tightening connecting nuts, the lower bearing shell of the piston sets the upper bearing shell with the pin. The connecting nuts must be secured by lock nuts. This rod can absorb both compressive and tensile forces. However, when used with large diesel engines operating on the four-stroke principle, where the rod is also subjected to tensile forces during the second downward movement of the piston due to the mass forces, this connecting rod is not suitable. There will then be play between the pin and the lower bearing shell, which will lead to unacceptable wear. Furthermore, the deformations acting on the upper connecting rod part will directly affect the outer thread thereof.

25 De uitvinding beoogt bovengenoemd bezwaar te ondervangen en verschaft daartoe een drijfstang, welke zich onderscheidt doordat boven de tweede scheidingsplaats op enige afstand daarvan aan het bovenste stangdeel van de drijfstang een eerste kraag met een diameter die groter is dan de diameter van de schacht aanwezig is, welke kraag van een buitenschroefdraad is voorzien, 30 onder de tweede scheidingsplaats op een afstand daarvan aan het onderste stangdeel van de drijfstang een tweede kraag aanwezig is, die een grotere diameter heeft dan die van de schacht en die van een buitenschroefdraad is voorzien, de verbindingsmoer tussen de beide schroefgangen een ais rekzone dienend lijfdeel met een kleinere wanddikte dan dat bij de schroefgangen heeft, en 35 door middel van de verbindingsmoer de beide stootvlakken van de drijfstangdelen onder voorspanning tegen elkaar te brengen zijn.The object of the invention is to obviate the above-mentioned drawback and to that end provide a connecting rod, which is distinguished in that a first collar with a diameter larger than the diameter of the shaft is present above the second separating point at some distance on the upper rod part of the connecting rod. which collar is provided with an external thread, a second collar, which has a larger diameter than that of the shaft and which is provided with an external thread, is provided at a distance therefrom at the lower rod part of the connecting rod at a distance therefrom under the second separating point. connecting nut between the two screw threads has a body portion serving as a stretch zone with a smaller wall thickness than that for the screw threads, and the two impact surfaces of the connecting rod parts can be brought together under pretension by means of the connecting nut.

Dankzij het aanbrengen van de tweede scheidingsplaats en de schroefverbinding in de drijfstang vlakbij de zuiger zullen tijdens het bedrijf ten gevolge van de relatief korte hefboom ook relatief kleine roterende en oscillerende massakrachten optreden. De schroefverbinding voor de beide drijfstangdelen ondervindt 40 nauwelijks hinder van de ontstekingskrachten. De drijfstang volgens de uitvinding is zeer robuust gebouwd en maakt derhalve het overdragen van zeer grote ontstekingsdrukken in de grootte-orde van meer dan 150 bar mogelijk. Vanwege de relatief korte lengte van de drijfstang volgens de uitvinding maakt dit het realiseren van een zo groot mogelijke slag/boringverhouding mogelijk in relatie met de bereikte relatief grote uitslaghoek en daardoor een motor met een lange slag, wat een gunstig rendement mogelijk maakt.Thanks to the provision of the second separation point and the screw connection in the connecting rod close to the piston, relatively small rotating and oscillating mass forces will also occur during operation due to the relatively short lever. The screw connection for the two connecting rod parts is hardly affected by the ignition forces. The connecting rod according to the invention has a very robust construction and therefore allows the transmission of very large ignition pressures in the order of magnitude of more than 150 bar. Due to the relatively short length of the connecting rod according to the invention, this makes it possible to realize the largest possible stroke / bore ratio in relation to the relatively large deflection angle achieved and therefore a long-stroke engine, which makes it possible to achieve a favorable efficiency.

45 Opgemerkt wordt dat uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7401926 een zuigerstang bekend is, waarbij het tweede scheidingsvlak ongeveer in het midden daarvan ligt. De verbinding van de beide drijfstangdelen gebeurt door bevestigingsbouten welke door flenzen steken. Los van het gegeven dat de drijfstang door meer dan één bout moet worden verbonden, moet ook voldoende demontageruimte daarvoor vrijgehouden worden. De scheidingsplaats moet daarom ver van de zuiger zijn aangebracht. Omdat de diameter van de 50 verbindingsflenzen zo groot is kunnen geen grote hoekuitslagen worden bereikt.45 It is noted that a piston rod is known from Dutch patent application 7401926, wherein the second interface lies approximately in the middle thereof. The two connecting rod parts are connected by mounting bolts that pass through flanges. Apart from the fact that the connecting rod must be connected by more than one bolt, sufficient disassembly space must also be kept for this. The separation site should therefore be located far from the piston. Because the diameter of the 50 connecting flanges is so large, large angular deflections cannot be achieved.

Dankzij de enkele moer volgens de uitvinding kan deze vlak onder de zuiger worden aangebracht, waardoor een zeer kleine uitbouwhoogte noodzakelijk is. Bovendien is de diameter klein en kunnen derhalve grote hoekverdraaiingen van de drijfstang toelaatbaar zijn.Thanks to the single nut according to the invention, it can be fitted just below the piston, so that a very small mounting height is necessary. In addition, the diameter is small and large angular rotations of the connecting rod can therefore be permitted.

Voorts wordt opgemerkt dat uit de Duitse octrooiaanvrage 3.017.773 een inrichting voor het verbinden 55 van een plunjer met een drijfstang bekend is. Bij deze constructie wordt de plunjer in een klembus vastgehouden. Een en ander gebeurt door spanbouten, welke op kegelvormige vlakken aangrijpen. Omdat de plunjer slechts is ingeklemd, kunnen geen grote massakrachten worden overgedragen.It is further noted that German patent application 3,017,773 discloses a device for connecting a plunger with a connecting rod 55. In this construction, the plunger is held in a clamping bush. All this is done by clamping bolts, which engage on conical surfaces. Since the plunger is only clamped, no large mass forces can be transferred.

192347 2192347 2

Bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. In de tekening tonen:The above and other features of the invention will be further elucidated on the basis of an exemplary embodiment shown in the drawing. Show in the drawing:

Figuur 1 een volgens de uitvinding uitgevoerde drijfstang van een grote dieselmotor in het gebied van de verbinding van de beide stangdelen van de drijfstang.Figure 1 shows a connecting rod of a large diesel engine designed according to the invention in the region of the connection of the two rod parts of the connecting rod.

5 Figuur 2 de drijfstang volgens figuur 1 in geheel zijaanzicht voordat de verbinding van de beide stangdelen tot stand is gebracht.Figure 2 shows the connecting rod according to figure 1 in full side view before the connection of the two rod parts is established.

Figuur 3 een zijaanzicht van de drijfstang volgens figuur 2 nadat de verbinding van de beide stangdelen tot stand is gebracht.Figure 3 shows a side view of the connecting rod according to figure 2 after the connection of the two rod parts has been established.

10 In de figuren is een meerdelige, het verbindingsorgaan tussen een krukas van een grote dieselmotor en een op en neer gaande zuiger vormende drijfstang weergegeven en is daar in zijn geheel met 1 aangeduid.The figures show a multi-part connecting rod between a crankshaft of a large diesel engine and an up-and-down piston connecting rod and is indicated in its entirety by 1.

Deze drijfstang 1 is in het gebied van een met 2 aangeduide eerste scheidingsplaats (zie figuur 3) in het gebied van het leger van de kruktap gedeeld. Daarbij is een de onderste legerhelft vormend legerdeksel 3 door middel van spanschroeven 4 aan een bovenste legerhelft 5 bevestigd. De bovenste legerhelft 5 is aan 15 het onderste deel 6 van de tweedelige stang van de drijfstang aangebracht.This connecting rod 1 is divided in the area of a first separating point indicated by 2 (see figure 3) in the area of the bearing of the crank pin. In this case, an army cover 3 forming the lower bearing half is fastened to an upper bearing half 5 by means of clamping screws 4. The upper bearing half 5 is arranged on the lower part 6 of the two-part rod of the connecting rod.

De delen 3 en 5 van de aandrijfstang 1 omvatten via een in een dwarsboring 7 ingezette, uit twee helften bestaande glijlegerhuls 8 een kruktap 9 van de verder niet weergegeven krukas van de grote dieselmotor.The parts 3 and 5 of the driving rod 1 comprise a crank pin 9 of the crankshaft of the large diesel engine (not shown), which is inserted in a transverse bore 7 and consists of two halves of the sliding bearing sleeve 8.

De tweede, met 10 aangeduide scheidingsplaats aan de drijfstang 1 ligt in het gebied van de stang daarvan. Het bovenste deel 11 van de drijfstang draagt een zuigerpen via een glijlegerbus 13 omvattende drijfstang-20 kop 14, welke met het onderste deel 6 van de stang van de drijfstang door middel van een schroefverbinding verbonden is. Beide stangdelen 6 en 11 hebben naar elkaar toegekeerde, aan de kopzijde aangebrachte vlakke, loodrecht op de langsas van de drijfstang staande aanligvlakken 15, 16 waarover de beide stangdelen 6 en 11 na aanhalen van de schroefverbinding tegen elkaar aanliggen.The second separation point on the connecting rod 1, indicated by 10, lies in the region of the rod thereof. The upper part 11 of the connecting rod carries a piston pin via a sliding bearing sleeve 13 comprising connecting rod-head 14, which is connected to the lower part 6 of the rod of the connecting rod by means of a screw connection. Both rod parts 6 and 11 have mutually facing, flat, perpendicular to the longitudinal axis of the connecting rod 15 facing faces 15, 16 on which the two rod parts 6 and 11 abut each other after tightening the screw connection.

De tweede scheidingsplaats 10 van de drijfstang 1 ligt - zoals uit de figuren zichtbaar is - dicht bij de 25 overgang van het stangdeel 11 naar de drijfstangkop 14. De schroefverbinding van de beide stangdelen is daarbij zoals hierna zal worden aangegeven, karakteristiek.The second separation location 10 of the connecting rod 1 is - as can be seen from the figures - close to the transition from the rod part 11 to the connecting rod head 14. The screw connection of the two rod parts is characteristic here, as will be indicated below.

Boven de tweede scheidingsplaats 10 van de drijfstang is op enige afstand daarvan aan het bovenste stangdeel 11 van de drijfstang een eerste kraag 18 met een buitenschroefdraad 19 aanwezig, van welke kraag 18 de diameter groter is dan die van de schacht 17.Above the second separating location 10 of the connecting rod, a first collar 18 with an external screw thread 19, the collar 18 of which is larger than that of the shaft 17, is present at some distance therefrom on the upper rod part 11 of the connecting rod.

30 Onder de tweede scheidingsplaats 10 op enige afstand daarvan is aan het onderste stangdeel 6 een tweede kraag 21 met een buitenschroefdraad 22 aanwezig, welke kraag 21 een grotere diameter heeft dan de schacht 20.Below the second separating location 10 at some distance therefrom there is on the lower rod part 6 a second collar 21 with an external screw thread 22, which collar 21 has a larger diameter than the shaft 20.

De buitenschroefdraad 22 aan de kraag 21 heeft een andere helling dan de buitenschroefdraad 19 van de kraag 18.The outer thread 22 on the collar 21 has a different slope from the outer thread 19 of the collar 18.

35 Beide stangdelen 6 en 11 van de drijfstang zijn door een verbindingsmoer 23 losmaakbaar met elkaar verbonden. De verbindingsmoer 23 heeft een bovenste binnenschroefdraad 24 en een daarvan door middel van een lijf 25 gescheiden onderste binnenschroefdraad 26. De verbindingsmoer 23 grijpt daarbij met haar bovenste binnenschroefdraad 24 aan op de buitenschroefdraad 19 van de bovenste kraag 18 en met haar onderste binnenschroefdraad 26 op de buitenschroefdraad 22 van de onderste kraag 21. Tengevolge van 40 de verschillende, echter in dezelfde zin hellende schroefdraadhellingen worden bij het aanhalen van de verbindingsmoer 23 de beide stangdelen 6 en 11 naar elkaar toe bewogen, tot zij met hun aan de kopzijde aanwezige aanlegvlakken 15 en 16 tegen elkaar aan komen te liggen.Both rod parts 6 and 11 of the connecting rod are releasably connected to each other by a connecting nut 23. The connecting nut 23 has an upper inner thread 24 and a lower inner thread 26 separated by a web 25, the connecting nut 23 engaging the outer thread 19 of the upper collar 18 with its upper inner thread 24 and with its lower inner thread 26 on the external thread 22 of the lower collar 21. As a result of 40 the different, but in the same sense inclined thread inclines, when the connecting nut 23 is tightened, the two rod parts 6 and 11 are moved towards each other, until they have contact surfaces 15 on the front side and 16 come together.

Teneinde een juiste onderlinge positionering van de beide stangdelen 6 en 11 tijdens het verbindings-proces en tijdens bedrijf te verzekeren, zijn in het gebied van de tweede scheidingsplaats 10 van de 45 drijfstang middelen voor het centreren en voor het borgen tegen verdraaiing van de beide stangdelen 6 en 11 aanwezig.In order to ensure correct mutual positioning of the two rod parts 6 and 11 during the connecting process and during operation, in the region of the second separating place 10 of the 45 connecting rod, there are means for centering and for locking against twisting of the two rod parts 6 and 11 available.

Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is als middel voor het centreren van de beide stangdelen 6 en 11 aan één daarvan, hier het stangdeel 6, een centrische, voorbij het aanlegvlak 15 stekende centreertap 27 (zie figuur 2) aanwezig, welke centreertap in een aan het andere stangdeel, hier het stangdeel 11 van de 50 drijfstang, aanwezige centrische eindige boring 28 vormsluitend ingrijpt. Als middel voor het borgen tegen verdraaiing van beide stangdelen 6, 11 zijn bij weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in beide stangdelen 6, 11 excentrische, met elkaar in lijn liggende, evenwijdig aan de as van de drijfstang aangebrachte, eindige boringen 29, 30 alsook een daarin vormsluitend grijpende borgpen 31 aanwezig. Hierdoor is verzekerd, dat enerzijds de doorgaande boring 32 voor de zuigerpen 12 en 33 voor de kruktap 9 onderling evenwijdig aan 55 elkaar zijn aangebracht en anderzijds de vlakke zijvlakken 34, 35 aan de drijfstangkop 14 evenwijdig aan de zijvlakken 36, 37 aan de aandrijfstang 1 in het gebied van de legers 3, 5 van de kruktap zijn aangebracht.In the exemplary embodiment shown, as a means for centering the two rod parts 6 and 11 on one of them, here the rod part 6, there is a centric centering spigot 27 (see figure 2) projecting beyond the contact surface 15, which centering spigot is in a second on the other rod part, here the rod part 11 of the 50 connecting rod, centric finite bore 28 present engages positively. In the embodiment shown, eccentric, finely aligned, parallel bores 29, 30 and mutually engaging finite bores 29, 30 arranged in parallel with the axis of the connecting rod as a means of securing against rotation of both rod parts 6, 11. locking pin 31 provided. This ensures that, on the one hand, the through-bore 32 for the gudgeon pin 12 and 33 for the crank pin 9 are arranged mutually parallel to each other and 55 on the other hand, the flat side surfaces 34, 35 on the connecting rod head 14 parallel to the side surfaces 36, 37 on the driving rod 1. in the region of the bearings 3, 5 of the crank pin.

De helling van de buitenschroefdraad 19 aan de bovenste kraag 18 is gelijk aan de helling van deThe inclination of the outer thread 19 on the upper collar 18 is equal to the inclination of the

Claims

1. Multi-part connecting rod, which is the connecting element between a crankshaft of a large diesel engine 45, an up and down piston, with a first separation point near the crank pin, an army cover forming the lower half of the army by means of turnbuckles on an upper, on the lower part of the connecting rod arranged in the connecting rod is secured, and with a second separating place near the transition between the rod head and connecting rod, the upper part of the connecting rod head bearing part being connected by screw connection to the lower part of the connecting rod, which screw connection consists of 50 two equal directional screw threads with different angles of inclination on both parts and a screw connection on the inside of a connecting nut, which both parts move towards each other when tightening, and the two connecting rod parts abut against each other via flat surfaces perpendicular to the longitudinal axis of the connecting rod, and establishments for the k arranging tools and means for centering and securing them between the connecting rod parts, 55 characterized in that above the second separating point (10) a first collar (at some distance therefrom on the upper rod part (11) of the connecting rod) 18) with a diameter greater than the diameter of the shaft 192347 4 (17) is provided, which collar (18) is provided with the outer thread (19), which is spaced below the second separation point (10) on the the lower rod part (6) of the connecting rod is provided with a second collar (21), which has a larger diameter than that of the shaft (20) and which is provided with an external screw thread (22), 5 that the connecting nut (23) between the Both screw threads (24, 26) have a body portion serving as a stretch zone with a smaller wall thickness than that for the screw threads, and that by means of the connecting nut (23) the two impact surfaces (15, 16) of the connecting rod parts (6, respectively. 11) can be brought together under pretension.

Multi-part connecting rod according to claim 1, characterized in that the inclination of the outer thread 10 (19) on the upper collar (18) is approximately 50% greater than the inclination of the outer thread (22) on the lower collar (21) .

Multi-part connecting rod according to one of the preceding claims, characterized in that both the collar (18) on the upper rod part (11) of the connecting rod and also the collar (21) on the lower part (6) of the connecting rod have outer diameter.

3 192347 upper internal thread 24 of the connecting nut 23 and is approx. 50% greater than the inclination of the outer thread 22 on the collar 21 and the corresponding inclination of the lower inner thread 26 of the connecting nut 23. In practice, fine threads with one side a slope of 6 mm and 4 mm on the other hand.

Multi-part connecting rod according to one of the preceding claims, characterized in that the base circle diameter of the two outer threads (19, 22) has a size corresponding to approximately 0.4 times the diameter of the associated piston .

Multi-piece connecting rod according to one of the preceding claims, characterized in that the connecting nut (23) has a length approximately corresponding to 0.4 times the diameter of the associated piston.

The web 25 arranged between the two internal threads 24 and 26 of the connecting nut has a wall thickness which is less than that in the area of the threads. The body 25 thus forms an expansion zone for ensuring a high contact force remaining during motor operation at a certain tightening torque, with which the two rod parts 6 and 6 respectively. 11 of the drive rod via their abutment surfaces 15 resp. 16 can be pressed together.

Multi-part connecting rod according to one of the preceding claims, characterized in that the outer diameter of the connecting nut (23) has a size corresponding to approximately 0.5 to 0.6 times the diameter of the associated piston .

Multi-part connecting rod according to one of the preceding claims, characterized in that with rod parts (6, 11) of the connecting rod which are completely abutting against each other and a fully tightened connecting nut (23) between the bottom edge (44) thereof and the center line of the piston pin (12) passing through the connecting rod head (14) is spaced approximately corresponding to 0.8 to 0.9 times the diameter of the associated piston.

Multi-piece connecting rod according to one of the preceding claims, characterized in that as a means for centering the two rod parts (6, 11) of the connecting rod on one of them, a centric extending beyond the abutment surfaces (15 and 16, respectively). centering pin (27) and on the other rod part a centric finite bore (28), in which the centering tap (27) with corresponding design engages, are provided, and that, as a means of securing against rotation, both rod parts (6, 11) of the connecting rod in both eccentric, aligned, parallel, parallel bores, finite bores (29, 30) 35 and a rotationally engaging pin (31) of the same shape as the bores are engaged therein.

Multi-part connecting rod according to any one of the preceding claims, characterized in that on the lower rod part (6) of the connecting rod under the lower collar (21) present therein and at some distance therefrom a catch collar (38) for the connecting nut (23). ) which has a slightly larger diameter than the lower collar (21), the distance between the bottom (39) of the collar (21) and the top (40) of the catch collar (38) being slightly greater than the axial length of the upper internal thread (24) of the connecting nut (23), so that after loosening the latter and unscrewing it up to the catch collar (38), there is no longer a screw connection between the upper internal thread (24) of the connecting nut (23 ) and the outer threads (19) of the upper collar (18) exist, and then the 45 piston connected together with the upper rod part (11) of the connecting rod can be removed upwards by the corresponding cylinder.

Multi-piece connecting rod according to claim 10, characterized in that the catching collar (38) is provided with engaging means, preferably surfaces (41), for engaging using a tightening or disassembly tool for the connecting nut (23).

Advantageously, on the lower rod part 6 under the collar 21 present there, a catching collar 38 with a somewhat larger diameter is provided at some distance therefrom, which is intended for the connecting nut 23. The distance between the underside 39 of the collar 21 and the top side 40 of the catch collar 38 slightly larger than the axial length of the upper internal thread 24 of the connecting nut 23. This ensures that after loosening the connecting nut 23 and unscrewing it until it comes into contact with the catch collar 38 As shown in Figure 2, there is no longer a threaded connection between the upper inner thread 24 of the connecting nut 23 and the outer thread 19 of the collar 18 on the upper rod part 11. Thus, the piston, together with the upper rod part 6, can be taken up therefrom through the associated cylinder. The catch collar 38 is provided with engaging members, for example surfaces 41 (see figure 3), which serve to be engaged with a tightening tool for the connecting nut 23 against rotation against the circumference of the connecting rod head 14 as well as on the top 40 of the catch collar 38, there may be measuring surfaces 42, 43 perpendicular to the longitudinal axis of the connecting rod, which serve for engaging a control device for measuring the distance after tightening and loosening the connecting nut 23, respectively. In the preferred embodiment, both the collar 18 on the upper rod part 11 and the collar 21 on the lower rod part 6 have the same outer diameter. The base ring diameter of the two outer threads 19 and 22 has a size approximately corresponding to 0.4 times the diameter of the associated up and down piston. The connecting nut 23 has engaging means accessible from the outside 30 for a form-fitting tightening or loosening tool to be engaged thereon for a slip-free rotation. Otherwise, the connecting nut 23 preferably has a length approximately corresponding to 0.4 times the diameter of the associated up and down piston. The outer diameter of the connecting nut 23 preferably has a size approximately corresponding to 0.5 to 0.6 times the diameter of the associated up and down piston. With rods 6 and 11 fully abutting against each other, as well as fully tightened connecting nut 23, a distance is present between the bottom edge 44 thereof and the central axis of the piston pin 12, which preferably corresponds approximately to the 0.8 to 0.9 fold of the diameter of the associated up and down piston. 40

Multi-piece connecting rod according to one of the preceding claims, characterized in that the connecting nut (23) has externally accessible engaging means for engaging a rotating element of a tightening or dismounting tool adapted to the shape for a slip-free transmission of the rotary movement when loosening and tightening.

Multi-piece connecting rod according to one or more of the preceding claims, characterized in that at the circumference of the connecting rod head (14) as well as at the top (40) of the catch collar (38) perpendicular to the longitudinal axis of the connecting rod upright measuring faces (42, 43) for setting up a recording device for measuring the distance after tightening or loosening the connecting nut (23) are present. Hereby 2 sheets drawing