NL1040451C2 - Bouwelement, bedoeld als ligger in een wand-, gevel- of dakpaneelelement. - Google Patents

Description

Titel: Bouwelement, bedoeld als ligger in een wand-, gevel-of dakpaneelelement

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een bouwelement, in het bijzonder bedoeld als ligger in een wand-, gevel- of dakpaneelelement .

De eisen ten aanzien van energieprestaties voor gebouwen worden steeds hoger. Aanvraagster heeft zich toegelegd op de ontwikkeling en productie van prefab dak-, wand-, en gevel-constructies die antwoord geven op deze groeiende eisen.

Uitgaande van aanvraagster's huidige dak- en wandconstructies met hoge warmteweerstand is aanvraagster op zoek gegaan naar een alternatieve oplossing: a. Die de nadelen van de huidige constructie elimineert b. Met een betere prijs-kwaliteitverhouding c. Die gemakkelijker is toe te passen voor een hoge warmteweerstand en gemakkelijker te verwerken is in de fabriek en eenvoudiger te monteren op de bouwplaats.

Een voorbeeld van een door aanvraagster reeds in het verkeer gebracht dakpaneelelement wordt schematisch getoond in figuur 1.

Vooraf wordt opgemerkt dat in alle nog te behandelen figuren en in de bijbehorende tekst zo veel mogelijk dezelfde refe-rentiecijfers zijn gebruikt voor gelijke of nagenoeg gelijke componenten.

Een compleet dak bestaat uit meerdere prefab paneelelementen.

Hieronder wordt beschreven hoe één dakpaneelelement is samengesteld.

De opbouw van de stand-van-de-techniek dakconstructie van de binnenzijde tot de buitenzijde is als volgt:

Plaatmateriaal 1;

Dampremmende folie 2;

Houten frameliggers 3 met minerale wol 4 ertussen; - De bovenzijde van het frame is volledig bedekt door druk-vaste isolatieplaat 5, bijvoorbeeld van pir (polyisocya-nuraat), pur (polyurethaan) -of kooltherm®)-; - Waterkerende dampopen folie 6;

Verticale (in gemonteerde toestand van het dakpaneelelement) latten 7 en horizontale latten 8 t.b.v. de buitenbekleding (bijvoorbeeld dakpannen).

Het huidige productieproces verloopt als volgt: 1. Het houten frame wordt met draadnagels in elkaar "geschoten" ; 2. Het frame wordt voorzien van dampremmende folie 2; 3. Het paneelelement wordt voorzien van plaatmateriaal 1 (binnenzijde van het dak) ; 4. Het paneelelement wordt vervolgens omgedraaid zodat de buitenzijde boven komt te liggen; 5. Het paneelelement wordt geïsoleerd met minerale wol 4; 6. Een drukvaste isolatieplaat 5 wordt over het paneelelement gelegd en gefixeerd op het houten frame; 7. De drukvaste isolatieplaat 5 wordt vervolgens voorzien van waterkerende dampopen folie 6; 8. De verticale houten latten 7 worden door middel van lange schroeven 9, door de drukvaste isolatieplaat 5 heen, in de liggers 3 bevestigd, waardoor ook de onderliggende drukvaste isolatieplaten 5 worden gefixeerd; 9. De horizontale latten 8 worden bevestigd op de verticale houten latten 7.

Nadelen van de huidige dakconstructie met hoge warmteweer-stand zijn: 1. Het toepassen van de harde drukvaste isolatie 5 bovenop het paneelelement, maakt de aansluitdetails een stuk complexer, bijvoorbeeld bij dakoverstekken, hoek- en kil-kepers en bij sparingen en doorvoeren door de kap; 2. De prijs van de drukvaste isolatie 5 is aanzienlijk hoger dan de prijs van minerale wol 4, waardoor deze constructie een duurdere oplossing is; 3. Het aanbrengen van de harde isolatie 5 en de bijkomende verwerkingen bij bijvoorbeeld sparingen en het nokdetail neemt veel tijd in beslag in de productie; 4. De voorraad drukvaste isolatieplaten 5 neemt veel ruimte in beslag in de productiehal en/of magazijn; 5. De drukvaste isolatieplaten 5 zijn kwetsbaar tijdens het produceren en monteren van de dakpaneelelementen; 6. Bij de onderlinge aansluiting van de drukvaste isolatie 5 is het risico aanwezig dat er door krimp van het materiaal naden tussen de drukvaste isolatieplaten 5 ontstaan.

Na deze bespreking van het huidige dakpaneelelement, volgt thans een bespreking van het huidige, stand-van-de-techniek wand- en gevelpaneelelement, dat getoond wordt in figuur 2.

Evenals bij dakpaneelelementen, bestaat een complete wand of gevel vaak uit meerdere prefab wandpaneelelementen. Hieronder wordt beschreven hoe een wandpaneelelement is samengesteld.

De opbouw van de wandconstructie van de binnenzijde tot de buitenzijde is als volgt:

Plaatmateriaal 1;

Dampremmende folie 2; I-liggers 3 samengesteld tot frame met minerale wol 4 ertussen;

Bovenzijde van het frame volledig voorzien van harde hout-vezelisolatieplaat 10;

Verticale latten 7 en horizontaal latten 8 t.b.v. de buitenbekleding .

Het productieproces verloopt als volgt: 1. Het frame met I-liggers 3 wordt in elkaar geschoten; 2. Het frame wordt voorzien van dampremmende folie 2; 3. Het paneelelement wordt voorzien van plaatmateriaal 1 (binnenzijde van de wand) ; 4. Het paneelelement wordt omgedraaid zodat de buitenzijde boven komt te liggen; 5. Het paneelelement wordt geïsoleerd met minerale wol 4; 6. Het paneelelement wordt aan de bovenzijde voorzien van een harde houtvezelisolatieplaat 10; 7. De verticale houten latten 7 worden bevestigd; 8. De horizontale latten 8 worden bevestigd op de verticale houten latten 7.

Nadelen van de huidige wandconstructie met hoge warmteweer- stand zijn: 1. Door de vorm van de I-liggers 3 worden de aansluitingen bij kozijnen en sparingen en tussen de wanden en wandpa-neelelementen onderling een stuk complexer; 2. De prijs van de I-liggers 3 is hoger dan de prijs van de liggers volgens de uitvinding, zoals die hieronder zullen worden besproken; 3. De bevestiging van de I-liggers 3 in het frame is lastig, omdat er weinig hout is om de I-liggers onderling te bevestigen .

De onderhavige uitvinding beoogt te voorzien in een bouwelement, in het bijzonder een ligger (ook wel spar of spoor genoemd) , hierna bouwelement of ligger genoemd, waarmee de bovengenoemde nadelen kunnen worden ondervangen en waarmee aanvraagster wand-, gevel-, vloer-, of daksamenstellingen met een hoge warmteweerstand eenvoudiger en goedkoper kan fabriceren dan tot dusverre het geval was.

Daartoe verschaft de uitvinding een bouwelement, in het bijzonder een ligger of spoor, hierna ligger genoemd, bedoeld als langwerpig verstevigingselement voor in een wand-, gevel-of dakpaneelelement, hierna paneelelement genoemd, welke ligger, in de dikterichting van het paneelelement gezien, ten minste één laag van een solide constructiemateriaal omvat en ten minste één laag van een solide isolatiemateriaal.

Door het in de ligger opnemen van (ten minste één) laag solide isolatiemateriaal wordt de isolatiewaarde van de dwarsdoorsnede van de ligger (d.w.z. de doorsnede in de dikterichting van het paneelelement) aanzienlijk verhoogd waardoor het niet meer nodig is om (zie boven) een drukvaste isolatieplaat 5 over de liggers aan te brengen, waardoor de nadelen daarvan worden ondervangen, terwijl toch de thermische weerstand (isolatiewaarde) van het paneelelement dezelfde waarde houdt (bij toepassing van één laag solide isolatiemateriaal met een dikte die gelijk is aan die van de isolatieplaat 5) of zelfs verbetert (indien de totale dikte van de laag of lagen solide isolatiemateriaal die in de ligger worden geïncorporeerd, groter is dan die van de tot dusverre toegepaste isolatieplaat 5) .

Daar de dichtheid van de laag isolatiemateriaal betrekkelijk laag is, zal deze laag zelf doorgaans slecht spijker- of schroefbaar zijn. Om die reden is de ligger bij voorkeur, in de dikterichting van het paneelelement gezien, aan zijn beide zijkanten voorzien van een laag solide constructiemateriaal (met een hogere dichtheid), waardoor beide zijden van de ligger spijker- of schroefbaar zijn.

Het bouwelement (de ligger) kan bijvoorbeeld zijn voorzien van één laag solide isolatiemateriaal of van ten minste twee lagen solide isolatiemateriaal met (steeds) een laag solide constructiemateriaal ertussen.

Het solide constructiemateriaal kan hout omvatten, echter kunnen ook beton of andere voor bouwkundige constructies toepasbare materialen worden gebruikt.

Het solide isolatiemateriaal omvat bijvoorbeeld een solide schuim gebaseerd op kunststofmateriaal, zoals hardschuim op basis van polyisocyanuraat, polyurethaan, fenol, fenolformal-dehyde odg.

De laag of lagen solide constructiemateriaal en de laag of lagen solide isolatiemateriaal kunnen met elkaar zijn verbonden door middel van onderlinge verlijming.

In het bijzonder bij dakpaneelelementen waarin liggers volgens de uitvinding worden gebruikt, is het van belang dat de lagen onderling solide worden geborgd tegen afschuiving in lengterichting, in het bijzonder met het oog op de belasting door het gewicht van dakpannen etc. Om daarin te voorzien kunnen de lagen solide constructiemateriaal daarbij onderling zijn verbonden en/of geborgd door middel van verbindings- of borgingselementen van een solide constructiemateriaal, en bijvoorbeeld worden gevormd door schroeven, bouten, pennen of ankers van metaal of kunststof die zich door de laag of lagen solide isolatiemateriaal heen uitstrekken. Ook kunnen de ver- bindings- of borgingselementen worden gevormd door één of meer klossen van een solide constructiemateriaal, elk aangebracht in een lokale uitsparing in de laag of lagen solide isolatiemateriaal en bijvoorbeeld door verlijming verbonden met de laag of lagen solide constructiemateriaal. Daar de verbindings- of borgingselementen naar hun aard in zekere mate warmtebruggen vormen, dient hun aantal te worden geminimaliseerd en hun plaats zorgvuldig gekozen. Bij toepassing van bijvoorbeeld klossen van solide constructiemateriaal, dienen dergelijke klossen zich bij voorkeur aan de onderzijde (bij montage van het dak) van het dakpaneel te bevinden, namelijk daar waar dat dakpaneel onderdeel is van de dakoverstek (deel van het dakvlak dat buiten het gevelvlak uitsteekt), alwaar thermische isolatie op zichzelf minder van belang is.

Aldus kan volgens de uitvinding voorts worden voorzien in bouwkundige wandpaneelelementen, omvattende liggers met tus-sengelegen gebieden die zijn gevuld met niet-solide isolatiemateriaal, waarbij ten minste het merendeel der liggers wordt gevormd door bouwelementen met geïncorporeerde isolatielagen, zoals in het voorgaande besproken. Evenzo kan volgens de uitvinding worden voorzien in bouwkundig dakpaneelelementen, omvattende liggers met tussengelegen gebieden die zijn gevuld met niet-solide isolatiemateriaal, waarbij ten minste het merendeel der liggers wordt gevormd door bouwelementen volgens één of meer der voorgaande conclusies.

De uitvinding zal thans nader worden besproken aan de hand van onderstaande figuurbeschrijving.

Figuur 1 toont een dakpaneelelement volgens de huidige stand van de techniek, zoals reeds in het voorgaande besproken;

Figuur 2 toont een wandpaneelelement volgens de huidige stand van de techniek, zoals reeds in het voorgaande besproken.

De figuren 1 en 2 werden in het voorgaande reeds besproken.

Figuur 3 toont, in zijaanzicht en dwarsdoorsnede, twee uitvoeringsvoorbeelden van een bouwelement volgens de uitvinding;

Figuur 4 toont een dakpaneelelement met liggers volgens één van de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding;

Figuur 5 toont een wandpaneelelement met liggers volgens hetzelfde in figuur 3 getoonde uitvoeringsvoor-beeld.

Figuur 3 toont, in zijaanzicht en dwarsdoorsnede, twee uitvoeringsvoorbeelden van een bouwelement of ligger 3 volgens de uitvinding, bedoeld als langwerpig verstevigingselement voor in een wand-, gevel- of dakpaneelelement, hierna paneel-element genoemd, welke ligger 3, in de dikterichting van het paneelelement gezien (van het ene paneeloppervlak naar het andere), ten minste één laag 11 van een solide constructiema-teriaal (bijvoorbeeld hout) omvat en ten minste één laag 12 van een solide isolatiemateriaal. De in figuur 3 getoonde liggers zijn, in de dikterichting van het paneelelement ge-ziën (d.w.z. van boven naar beneden in figuur 3), aan beide zijkanten (dus bovenaan en onderaan) voorzien van een laag 11 solide constructiemateriaal, waardoor - zie de figuren 4 en 5 - tegen de boven-/buitenzijde van de ligger 3 bijvoorbeeld verticale latten kunnen worden bevestigd en tegen de onder-/binnenzijde van de ligger 3 bijvoorbeeld plaatmateriaal.

De figuren 3a-b tonen een uitvoeringsvoorbeeld van een ligger 3 met één laag 12 solide isolatiemateriaal. De figuren 3c-d tonen een uitvoeringsvoorbeeld van een ligger 3 met drie lagen 12 solide isolatiemateriaal met steeds een laag 11 solide constructiemateriaal ertussen.

Het solide constructiemateriaal'''is bijvoorbeeld hout. Het solide isolatiemateriaal omvat bijvoorbeeld een solide schuim gebaseerd op kunststofmateriaal, zoals hardschuim op basis van polyisocyanuraat, polyurethaan, fenol, fenolformaldehyde odg. De elkaar afwisselende lagen solide constructiemateriaal en solide isolatiemateriaal zijn met elkaar zijn verbonden door middel van onderlinge verlijming van hun lijmvlakken 13. In het bijzonder waar dat constructief noodzakelijk is, in het bijzonder bij dakpaneelelementen die gedekt worden met dakpannen, worden de lagen 11 solide constructiemateriaal onderling verbonden door middel van verbindings- of borgings-elementen van een solide constructiemateriaal, bijvoorbeeld gevormd door schroeven 14, bouten, pennen of ankers van metaal of kunststof die zich door de laag of lagen solide isolatiemateriaal heen uitstrekken.

De verbindings- of borgingselementen kunnen ook klossen 15 van een solide constructiemateriaal (bijvoorbeeld hout of kunststof) omvatten, elk aangebracht in een lokale uitsparing in de laag of lagen solide isolatiemateriaal 12 en door verlijming verbonden met de laag of lagen solide constructiemateriaal 11. Verder kunnen als verbindingselement tegen de zijkanten van de liggers 3, over de gehele lengte van de ligger of een deel daarvan, verbindings- of verstevigingsplaten 16 van een solide constructiemateriaal, bijvoorbeeld een harde kunststof, worden aangebracht, bijvoorbeeld door middel van verlijming (over het hele vlak), zodat een constructief solide geheel wordt verkregen zonder te veel te moeten opofferen aan de isolatiewaarde.

Figuur 4 toont een bouwkundig dakpaneelelement, omvattende liggers met tussengelegen gebieden die zijn gevuld met niet-solide isolatiemateriaal, waarbij ten minste het merendeel der liggers wordt gevormd door bouwelementen volgens de uitvinding .

Hieronder wordt beschreven hoe liggers volgens de uitvinding verwerkt worden in een dergelijk dakpaneelelement, onder verwijzing naar figuur 4. De opbouw is als volgt: - Plaatmateriaal 1;

Dampremmende folie 2;

Liggers 3 volgens de uitvinding (bijvoorbeeld met een dwarsdoorsnede van 30 x 380 mm), bijvoorbeeld in de uitvoering zoals getoond in figuur 3a-b, worden samengesteld tot een paneelframe, gevuld met minerale wol 4; Waterkerende dampopen folie 6; - Verticale latten 7 en horizontale latten 8.

Het productieproces van het dakpaneelelement volgens de uitvinding verloopt als volgt: 1. Het paneelframe met de liggers 3 volgens de uitvinding wordt in elkaar geschoten (stijlen, boven- en onderbalk en eventuele sparingen); 2. Het frame wordt voorzien van dampremmende folie 2; 3. Het paneelelement wordt voorzien van plaatmateriaal 1 (binnenzijde van de wand); 4. Het paneelelement wordt omgedraaid zodat de buitenzijde boven komt te liggen; 5. Het paneelelement wordt geïsoleerd met minerale wol 4; 6. Het paneelelement wordt aan de bovenzijde voorzien van een waterkerende en dampdoorlatende folie 6; 7. De verticale houten latten 7 worden bevestigd; 8. De horizontale latten 8 worden bevestigd op de verticale houten latten 7.

Voordelen van de constructies met de ligger 3 volgens de uitvinding zijn ondermeer: 1. Eenvoudige detaillering bijvoorbeeld bij de dakoverstek-ken, hoek- en kilkepers en bij sparingen en doorvoeren door de kap; 2. Er kan gebruik gemaakt worden van alleen minerale wol 4, waardoor een goedkopere constructie ontstaat; 3. De ligger 3 volgens de uitvinding is gemakkelijk en snel te verwerken in de productiehal; 4. De ligger 3 volgens de uitvinding is gemakkelijk te verwerken in de dakconstructie; 5. In de productiehal wordt geen extra ruimte voor de druk-- vaste isolatie 5 (figuur 1) in beslag genomen; 6. De ligger 3 volgens de uitvinding is gemakkelijk te produceren; 7. De ligger 3 volgens de uitvinding is licht van gewicht; 8. Een dakpaneelelement met de ligger 3 volgens de uitvinding is minder kwetsbaar.

Figuur 5 toont, ten slotte, een bouwkundig wandpaneelelement, omvattende liggers met tussengelegen gebieden die zijn gevuld met niet-solide isolatiemateriaal, waarbij ten minste het merendeel der liggers wordt gevormd door bouwelementen volgens de uitvinding.

Hieronder wordt beschreven hoe de liggers volgens de uitvinding verwerkt worden in een wandpaneelelement. De opbouw is als volgt:

Plaatmateriaal 1;

Dampremmende folie 2; - Liggers 3 volgens de uitvinding (bijvoorbeeld 30 x 380 mm) samengesteld tot een paneelframe, gevuld met minerale wol 4;

Waterkerende dampopen folie 6;

Verticale latten 7 en horizontale latten 8.

Het productieproces van het wandpaneelelement verloopt als volgt: 1. Het paneelframe met liggers 3 volgens de uitvinding wordt in elkaar geschoten (stijlen, boven- en onderbalk en eventuele sparingen); 2. Het frame wordt voorzien van dampremmende folie 2; 3. Het paneelelement wordt voorzien van plaatmateriaal 1 (binnenzijde van de wand) 4. Het paneelelement wordt omgedraaid zodat de buitenzijde boven komt te liggen; 5. Het paneelelement wordt geïsoleerd met minerale wol 4; 6. Het paneelelement wordt aan de bovenzijde voorzien van een waterkerende en dampdoorlatende folie 6; 7. De verticale houten latten 7 worden bevestigd; 8. De horizontale latten 8 worden bevestigd op de verticale houten latten 7.

Voordelen van de wandconstructies met de ligger 3 volgens de uitvinding zijn ondermeer: 1. Eenvoudige detaillering bijvoorbeeld bij de kozijnen en sparingen en tussen de wanden onderling; 2. De prijs van de ligger 3 volgens de uitvinding is een stuk lager dan de prijs van de I-liggers; 3. De liggers 3 volgens de uitvinding zijn gemakkelijker samen te stellen tot een frame, omdat deze door het hogere houtaandeel onderling beter bevestigd kunnen worden; 4. In de productiehal wordt geen extra ruimte voor de druk-vaste isolatieplaatmateriaal (zie figuur 1) in beslag genomen; 5. De ligger 3 volgens de uitvinding is gemakkelijk te produceren; 6. De ligger 3 volgens de uitvinding is licht van gewicht; 7. Een wandpaneelelement met liggers volgens de uitvinding is minder kwetsbaar doordat het minder zwaar is.

De liggers volgens de uitvinding kunnen ook eenvoudig verwerkt worden in dak-, wand-, vloer-, gevel-, platdak-, dakkapel en andere bouwkundige constructies, waarin ze steeds een goede bijdrage vormen aan het maximeren van de isolatiewaarde van de gehele bouwkundige constructie.

Opgemerkt wordt dat aan de buitenste zijkant van de buitenste liggers van een paneelelement een flexibele laag kan worden aangebracht, bedoeld voor isolerende opvulling van eventuele naden tussen de buitenste liggers van naast elkaar gemonteerde panelen. Deze flexibele laag vervangt de pur-naden tussen de belendende paneelelementen die -zoals tot dusverre gebruikelijk is- wordt aangebracht nadat de paneelelementen tot een dak of wand zijn samengebouwd. Door de liggerhoogte (en dus paneeldikte) is het aanbrengen van een dergelijk pur-naad over de volledige hoogte van de ligger in de praktijk problematisch, waardoor de isolatiewaarde van het geheel negatief kan worden beïnvloed. Voor de flexibele laag tussen de paneelelementen wordt gedacht aan glaswol verpakt in een rubberen hoes. Deze configuratie dient dan tevens als luchtafdichting. De genoemde flexibele laag wordt aangebracht tegen de buitenzijde van de buitenste liggers aan de zij-, boven en onderkanten van de paneelelementen.

Claims (13)

1. Bouwelement (3), in het bijzonder een ligger of spoor, hierna ligger (3) genoemd, bedoeld als langwerpig verste-vigingselement voor in een wand-, gevel- of dakpaneelele-ment, hierna paneelelement genoemd, welke ligger, in de dikterichting van het paneelelement gezien, ten minste één laag (11) van een solide constructiemateriaal omvat en ten minste één laag (12) van een solide isolatiemateriaal .

2. Bouwelement volgens conclusie 1, waarbij de ligger, in de dikterichting van het paneelelement gezien, aan zijn beide zijkanten is voorzien van een laag solide constructie-materiaal.

3. Bouwelement volgens conclusie 1 of 2, waarbij voorzien is in één laag solide isolatiemateriaal.

4. Bouwelement volgens conclusie 1 of 2, waarbij voorzien is in ten minste twee lagen solide isolatiemateriaal met een laag solide constructiemateriaal ertussen.

5. Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het solide constructiemateriaal hout omvat.

6. Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het solide isolatiemateriaal een solide schuim gebaseerd op kunststofmateriaal omvat, zoals hardschuim op basis van polyisocyanuraat, polyurethaan, fenol, fe-nolformaldehyde odg.

7. Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de laag of lagen solide constructiemateriaal en de laag of lagen solide isolatiemateriaal met elkaar zijn verbonden door middel van onderlinge verlijming (13).

8. Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de lagen solide constructiemateriaal onderling zijn verbonden en/of geborgd door middel van verbindings-of borgingselementen (14,15,16) van een solide constructiemateriaal .

9. Bouwelement volgens conclusie 8, waarbij de verbindings-of borgingselementen worden gevormd door schroeven (14), bouten, pennen of ankers van metaal of kunststof die zich door de laag of lagen solide isolatiemateriaal heen uitstrekken .

10. Bouwelement volgens conclusie 8 of 9, waarbij de verbin-dings- of borgingselementen één of meer klossen (15) van een solide constructiemateriaal omvatten, elk aangebracht in een lokale uitsparing in de laag of lagen solide isolatiemateriaal .

11. Bouwelement volgens conclusie 8, 9 of 10, waarbij de ver-bindings- of borgingselementen één of meer verbindings-of verstevigingsplaten (16) van een solide constructiemateriaal omvatten, ofwel over de gehele lengte van de ligger ofwel over één of meer gedeelten daarvan.

12. Bouwkundig paneelelement, omvattende liggers (3) met tus-sengelegen gebieden die zijn gevuld met niet-solide isolatiemateriaal (4), waarbij ten minste het merendeel der liggers wordt gevormd door bouwelementen volgens één of meer der voorgaande conclusies.

13. Bouwkundig paneelelement volgens conclusie 12, waarbij tegen de buitenste zijkant van één of meer der buitenste liggers van het paneelelement een flexibele laag is aangebracht, bedoeld en ingericht als isolerende opvulling van eventuele naden of ruimten tussen naast elkaar gemonteerde panelelementen.