NL1034950C2

NL1034950C2 - Fietsslot.

Info

Publication number: NL1034950C2
Application number: NL1034950A
Authority: NL
Inventors: Johannes Schoonemeijer
Original assignee: Holland Produkt Design B V
Priority date: 2008-01-25
Filing date: 2008-01-25
Publication date: 2009-07-30

Description

*

Fietsslot.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een fietsslot voor het blokkeren van de rotatie van de trapas van een fiets, omvattend een in de zadelbuis nabij de trapas 5 op te nemen behuizing voor het slot, waarbij het slot is voorzien van een heen en weer beweegbare sluitpen waarvan een uiteinde kan worden opgenomen in een in de trapas opgenomen uitsparing, en door middel waarvan de trapas wordt geblokkeerd en de fiets op slot wordt gezet, waarbij het andere uiteinde van de sluitpen via een veer is gekoppeld met een aandrijving voor het in en uit de blokkeerstand bewegen 10 van de sluitpen.

Een dergelijk fietsslot is bekend.

Bij het bekende fietsslot bestaat het bezwaar, dat de bewegingsbaan van de sluitpen 15 en de veer ten opzichte van de behuizing en de trapas niet goed is te regelen.

De uitvinding beoogt dit bezwaar van het bekende fietsslot te ondervangen.

Het fietsslot volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat in de behuizing 20 een tussen twee eindstanden heen en weer beweegbare bus is opgenomen die aan een uiteinde is gekoppeld met de aandrijving en aan het andere uiteinde is voorzien van een doorvoeropening waarbinnen de sluitpen heen en weer beweegbaar is, waarbij de veer in de bus is opgenomen en enerzijds op de binnenkant van de bus en anderzijds op de sluitpen is afgesteund.

25

Volgens een kenmerk van het fietsslot volgens de uitvinding wordt de koppeling van de bus met de aandrijving gevormd door een in de bus van een binnenschroefdraad voorziene opening waardoorheen een aan de aandrijving verbonden schroefas is gevoerd.

Volgens een verder kenmerk van het fietsslot volgens de uitvinding wordt de aandrijving gevormd door een elektromotor.

30 1034950 2

Volgens een ander kenmerk van het fietsslot volgens de uitvinding, wordt, bij het bereiken van een eindstand van de bus in de behuizing, de motor uitgeschakeld onder de inwerking van een signaal dat afkomstig van een of meer door de bus bediende schakelaars.

5

Volgens nog een verder kenmerk van het fietsslot volgens de uitvinding zijn de schakelaars in de behuizing aan weerszijden van de bus aangebracht.

Verdere kenmerken en bijzonderheden zullen worden beschreven aan de hand van de 10 tekeningen van een uitvoeringsvoorbeeld van het fietsslot volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont in doorsnede een zijaanzicht van een gedeelte van een fietsframe met daarin een fietsslot.

15 De figuren 2a en 2b tonen in doorsnede een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van het fietslot.

De figuren 3a, 3b en 3c tonen in doorsnede een gedeelte van een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van het fietsslot.

20

Zoals in de figuren 1 en 2 is getoond omvat het fietsslot 1 voor het blokkeren van de rotatie van de trapas 2 van een fiets een in de zadelbuis 3 nabij de trapas 2 op te nemen behuizing 4 voor het slot, waarbij het slot is voorzien van een heen en weer beweegbare sluitpen 5 waarvan een uiteinde 6 kan worden opgenomen in een in de 25 trapas 2 opgenomen uitsparing 7 (zie de figuren 3), en door middel waarvan de trapas 2 wordt geblokkeerd en de fiets op slot wordt gezet. In de behuizing 4 is een tussen twee eindstanden heen en weer beweegbare bus 8 opgenomen, die aan een uiteinde 9 is gekoppeld met de aandrijving, in dit uitvoeringsvoorbeeld een elektromotor 10 en die aan het andere uiteinde 11 is voorzien van een doorvoeropening 12 waarbinnen 30 de sluitpen 5 heen en weer beweegbaar is. In de bus 8 is verder een veer 13 aangebracht die enerzijds met een uiteinde 14 op de binnenkant van de bus 8 is afgesteund en anderzijds met het andere uiteinde 15 is afgesteund op de sluitpen 5.

In figuur 3a is de bus 8 getoond in de niet-blokkeerstand. In figuur 3c is deze getoond in de blokkeerstand, waarbij is te zien dat de bus 8 in de behuizing 4 in de 3 richting naar de trapas 2 toe is bewogen, en dat de sluitpen 5 met het uiteinde 6 in de uitsparing 7 van de trapas 2 steekt.

De bus 8 is aan het uiteinde 9 voorzien van een opening 16 die van een binnenschroefdraad is voorzien, waardoorheen een aan de electromotor 10 5 gekoppelde schroefas 17 is gevoerd.

Met een draaien van de schroefas 17 wordt de bus 8 in de richting naar de trapas 2 toe bewogen voor het innemen van de blokkeerstand en met het tegengesteld draaien van de schroefas 17 vindt een beweging van de bus 8 in de richting weg van de trapas 2 plaats.

10 In de behuizing zijn verder aan weerszijden van de bus twee drukschakelaars 18 en 19 voorzien, die bij het bereiken van een eindstand van de bus 8 in de behuizing 4 door de bus 8 worden bediend, waarbij onder de inwerking van het daarvan afkomstige signaal de motor wordt bestuurd.

15 Het fietsslot is voorzien van een afstandsbediening met behulp waarvan de elektromotor bedienbaar is.

In figuur 3b is getoond hoe, wanneer de uitsparing 7 in de trapas 2 niet juist is gepositioneerd ten opzichte van de sluitpen 5, de sluitpen 5 onder de druk van de 20 veer 13 tegen de trapas 2 aanduwt. Bij het bereiken van een juiste positie van de uitsparing 7 ten opzichte van de sluitpen 5 kan de sluitpen 5 onder de druk van de veer 13 alsnog in de uitsparing 7 klikken.

25 30 1034950

Claims

1. Fietsslot voor het blokkeren van de rotatie van de trapas van een fiets, omvattend een in de zadelbuis nabij de trapas op te nemen behuizing voor het slot, waarbij het 5 slot is voorzien van een heen en weer beweegbare sluitpen waarvan een uiteinde kan worden opgenomen in een in de trapas opgenomen uitsparing, en door middel waarvan de trapas wordt geblokkeerd en de fiets op slot wordt gezet, waarbij het andere uiteinde van de sluitpen via een veer is gekoppeld met een aandrijving voor het in en uit de blokkeerstand bewegen van de sluitpen, met het kenmerk, dat in de 10 behuizing een tussen twee eindstanden heen en weer beweegbare bus is opgenomen die aan een uiteinde is gekoppeld met de aandrijving en aan het andere uiteinde is voorzien van een doorvoeropening waarbinnen de sluitpen heen en weer beweegbaar is, waarbij de veer in de bus is opgenomen en enerzijds op de binnenkant van de bus en anderzijds op de sluitpen is afgesteund. 15

2. Fietsslot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koppeling van de bus met de aandrijving wordt gevormd door een in de bus van een binnenschroefdraad voorziene opening waardoorheen een aan de aandrijving verbonden schroefas is gevoerd. 20

3. Fietsslot volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aandrijving wordt gevormd door een electromotor.

4. Fietsslot volgens 3, met het kenmerk, waarbij, bij het bereiken van een eindstand 25 van de bus in de behuizing, de motor wordt uitgeschakeld onder de inwerking van een signaal dat afkomstig van een of meer door de bus bediende schakelaars.

5. Fietsslot volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de schakelaars in de behuizing aan weerszijden van de bus zijn aangebracht. 30

6. Fietsslot volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de schakelaars worden gevormd door drukschakelaars. 1034950