NL1034807C1

NL1034807C1 - Under work footwear e.g. ladies shoe, and positioning body combination, has fixation body and contact body seizing body slot or other fixation body, where contact body retains position of body slot related to heel part

Info

Publication number: NL1034807C1
Application number: NL1034807A
Authority: NL
Inventors: Wouter Henk Kreuwel; Wouter Jan Konings
Original assignee: Wouter Henk Kreuwel
Priority date: 2007-07-27
Filing date: 2007-12-10
Publication date: 2009-01-29

Abstract

The combination a sole with a heel part (13) connected to a body slot (12) that is connected a toe part (11). A setting body (3) forms an angle between the heel part and the body slot, and includes a cam (31) and a ridge (41) for finalization of the setting body at the heel part. A fixation body (2) and a contact body (32) seize the body slot or another fixation body. The contact body retains the position of the body slot related to the heel part. A groove (22) receives a positioning body (4).

Description

Titel:. Samenstel van een onderwerk voor schoeisel, zoals een schoen of een laars, en een instelorgaanTitle:. Assembly of a base for footwear, such as a shoe or a boot, and an adjustment member

De uitvinding betreft een samenstel van een onderwerk voor schoeisel, zoals een schoen 5 of een laars, en een instelorgaan, waarbij het onderwerk voorzien is van een zool met een hieldeel, een met het hieldeel verbonden gelengdeel en een met het gelengdeel verbonden teendeel, waarbij het hieldeel en het gelengdeel een hoek α insluiten en waarbij het instelorgaan is aangepast voor het instellen van de hoek α tussen het hieldeel en het gelengdeel.The invention relates to an assembly of a base for footwear, such as a shoe or boot, and an adjusting member, wherein the base is provided with a sole with a heel part, an angular part connected to the heel part and a toe part connected to the angular part, wherein the heel part and the shank part enclose an angle α and wherein the adjusting member is adapted to adjust the angle α between the heel part and the shank part.

1010

Het samenstel volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor een damesschoen en kkan gebruikt worden voor het instellen van de lengte van de hak van die damesschoen.The assembly according to the invention is particularly suitable for a ladies 'shoe and can be used to adjust the length of the heel of that ladies' shoe.

In de tekst wordt met het woord ‘onderwerk’ verwezen naar het gedeelte van schoeisel dat 15 aansluit op de onderzijde van de voet.In the text, the word "base" refers to the part of footwear that connects to the bottom of the foot.

In de tekst wordt met het woord ‘schoeisel’ bedoeld: iedere schoen, laars, sandaal, slipper of ander product voor het bekleden of ondersteunen van de voet.In the text, the word "footwear" means any shoe, boot, sandal, slipper or other product for covering or supporting the foot.

20 Met het woord ‘’gelengdeel” wordt verwezen naar het gedeelte van de zool tussen het teendeel en het hieldeel, dat bestemd is om de middenvoet te ondersteunen.20 The word "angled part" refers to the part of the sole between the toe part and the heel part, which is intended to support the midfoot.

Met het woord “zool” wordt in de tekst verwezen naar de constructie waarin de cambreur geplaatst is. In het gebruik worden rondom deze constructie, ook wel het cambreurdeck 25 genoemd, laminaties van zooldelen aangebracht.The word “sole” in the text refers to the construction in which the scraper is placed. In use, laminations of sole parts are provided around this construction, also called the cambreurdeck 25.

Begrepen moet worden dat de respectieve delen van de zool geen volledig vlakken en rechte lichamen vormen. Met de hoeken α en β wordt verwezen naar de hoek die wordt ingesloten tussen in hoofdzaak de langsas van het hieldeel en in hoofdzaak de langsas het 30 gelengdeel, respectievelijk, in hoofdzaak de langsas van het teendeel en in hoofdzaak de langsas het gelengdeel.It must be understood that the respective parts of the sole do not form complete surfaces and straight bodies. With the angles α and β reference is made to the angle enclosed between substantially the longitudinal axis of the heel part and essentially the longitudinal axis the angular part, respectively, substantially the longitudinal axis of the toe part and essentially the longitudinal axis the angular part.

1034807 21034807 2

De uitvinding is met name geschikt voor schoeisel met een met een relatief hoge hak.The invention is particularly suitable for footwear with a relatively high heel.

Hoge hakken zorgen ervoor dat de gebruiker langer lijkt. Bovendien wordt het dragen van een hoge hak in het algemeen elegant en sexy gevonden.High heels make the user look taller. In addition, wearing a high heel is generally considered elegant and sexy.

5 Het dragen van hoge hakken heeft echter een aantal nadelen. Door de hoogte van hak wordt de voet van de drager in een onnatuurlijke positie ten opzichte van het onderbeen gedwongen. Daardoor kan het dragen van hoge hakken schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid van de drager. De gekantelde stand van de voet ten opzichte van het onderbeen, kan bij langdurig gebruik, bijvoorbeeld, leiden tot het verkorten van de 10 kuitspieren.However, wearing high heels has a number of disadvantages. Due to the height of the heel, the wearer's foot is forced into an unnatural position relative to the lower leg. As a result, wearing high heels can have harmful consequences for the wearer's health. The tilted position of the foot relative to the lower leg can, for example, lead to a shortening of the calf muscles in the case of prolonged use.

Het dragen van een hoge hak is verder relatief vermoeiend. Door de onnatuurlijke stand van de voet ten opzichte het onderbeen en de onnatuurlijke stand van de tenen in de schoen, kan het dragen van een hoge hak na langere tijd ook pijn gaan doen.Furthermore, wearing a high heel is relatively tiring. Due to the unnatural position of the foot in relation to the lower leg and the unnatural position of the toes in the shoe, wearing a high heel can also start to hurt after a longer period of time.

15 Het dragen van schoeisel met hoge hakken heeft verder een aantal praktische nadelen.Furthermore, wearing high-heeled footwear has a number of practical drawbacks.

Hoge hakken zijn bijvoorbeeld erg onpraktisch tijdens het besturen van een auto. De hoge hak dwingt de voet in een positie ten opzichte van de pedalen van een auto, die niet optimaal is voor het veilig gebruik van de auto.For example, high heels are very impractical when driving a car. The high heel forces the foot into a position relative to the pedals of a car, which is not optimal for the safe use of the car.

20 Aan het dragen van hoge hakken mogen dan wel nadelen kleven, toch wegen voor veel gebruikers de nadelen niet op tegen de grote voordelen van een elegante en sexy uitstraling.20 While wearing high heels may have disadvantages, for many users the disadvantages do not outweigh the great benefits of an elegant and sexy appearance.

In de stand van de techniek zijn schoenen bekend die voorzien zijn een onderwerk met een 25 zool en een hak, waarbij de hak draaibaar is verbonden met de zool. Zie bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooi US 2,258,265. Dit document beschrijft een schoen met een relatief hoge hak, waarbij de lengte van de hak instelbaar is. Door het instellen van de lengte van de hak, is de hoogte van de schoen aan de achterzijde instelbaar.Shoes are known in the prior art which are provided with a base with a sole and a heel, the heel being rotatably connected to the sole. See, for example, U.S. Patent No. 2,258,265. This document describes a shoe with a relatively high heel, whereby the length of the heel is adjustable. By adjusting the length of the heel, the height of the shoe can be adjusted at the rear.

30 Een belangrijk nadeel van de oplossing volgens US 2,258,265 is het feit dat alleen de hoogte van de hak aan de achterzijde van de schoen instelbaar is. De vorm van de rest van de schoen verandert niet. Dat betekent dat bij het instellen van de hoogte van de hak, de hoek tussen het gelengdeel en het hieldeel niet overeenkomstig aangepast kan worden.An important disadvantage of the solution according to US 2,258,265 is the fact that only the height of the heel on the rear of the shoe is adjustable. The shape of the rest of the shoe does not change. This means that when adjusting the height of the heel, the angle between the leg part and the heel part cannot be adjusted accordingly.

33

Om comfortabel op een schoen te kunnen lopen is het van groot belang dat de hoek tussen het hieldeel en het gelengdeel in juiste verhouding staat tot de hoogte van de hak. Dat betekent dat bij het veranderen van de hoogte van de hak ook de hoek tussen het 5 gelengdeel en het hieldeel veranderd moet worden om op een comfortabele manier op de schoen te kunnen lopen.To be able to walk comfortably on a shoe it is of great importance that the angle between the heel part and the angled part is in the correct proportion to the height of the heel. This means that when changing the height of the heel, the angle between the leg part and the heel part must also be changed in order to be able to walk comfortably on the shoe.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een onderwerk voor schoeisel volgens de inleiding, waarbij de gebruiker op het moment dat hij dat wenst de vorm van het schoeisel 10 schoen kan aanpassen waarbij de hierboven beschreven nadelen van het onderwerk volgens de stand van de techniek vermeden of verminderd worden.The object of the invention is to provide a base for footwear according to the introduction, wherein the user can adjust the shape of the footwear shoe at the time he wishes, the above-described disadvantages of the base of the prior art described above avoided or reduced.

Dat doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de uitvinding voorziet in een samenstel van een onderwerk voor schoeisel, zoals een schoen of een laars, en een 15 instelorgaan, waarbij het onderwerk voorzien is van een zool met een hieldeel, een met het hieldeel verbonden gelengdeel en een met het gelengdeel verbonden teendeel, waarbij het hieldeel en het gelengdeel een hoek α insluiten en waarbij het instelorgaan is aangepast voor het instellen van de hoek α tussen het hieldeel en het gelengdeel, waarbij het instelorgaan is voorzien van middelen voor het fixeren van het instelorgaan op het 20 hieldeel of een daarmee verbonden lijf en een contactorgaan voor het aangrijpen van het gelengdeel of een daarmee verbonden lijf, voor het met behulp van dat contactorgaan fixeren van de positie van het gelengdeel ten opzichte van het hieldeel.This object is achieved according to the invention in that the invention provides an assembly of a base for footwear, such as a shoe or a boot, and an adjusting member, wherein the base is provided with a sole with a heel part, an angular part connected to the heel part and a toe part connected to the gel part, wherein the heel part and the gel part enclose an angle α and wherein the adjusting member is adapted to adjust the angle α between the heel part and the gel part, the adjusting member being provided with means for fixing the adjusting member on the heel part or a body connected thereto and a contact member for engaging the angled part or a body connected thereto, for fixing the position of the angled part with respect to the heel part with the aid of said contact member.

Volgens de uitvinding wordt met behulp van een instelorgaan de onderlinge stand van het 25 gelengdeel en het hieldeel ingesteld. Dat instelorgaan is enerzijds verbonden met het hieldeel en anderzijds met het gelengdeel.According to the invention, the mutual position of the angled part and the heel part is adjusted with the aid of an adjusting member. This adjusting member is connected on the one hand to the heel part and on the other hand to the angular part.

Volgens een voorkeurs uitvoeringsvorm is het instelorgaan losneembaar verbonden is met het onderwerk.According to a preferred embodiment, the adjusting member is releasably connected to the base.

3030

Om het bevestigen van het instelorgaan te vergemakkelijken is het mogelijk dat het onderwerk is voorzien van een fïxatieorgaan dat is verbonden met het hieldeel, waarbij dat fixatieorgaan is voorzien van middelen voor het ontvangen is van het instelorgaan.To facilitate the fixing of the adjusting member, it is possible that the base is provided with a fixation member connected to the heel part, said fixing member being provided with means for receiving the adjusting member.

44

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het fixatieorgaan voorzien van een uitsparing voor het in die uitsparing ontvangen van het met het gelengdeel verbonden lijf en het contactorgaan, voor het met behulp van de wanden van de uitsparing en het contactorgaan 5 fixeren van de positie van dat lijf ten opzichte van het hieldeel.According to a preferred embodiment, the fixation member is provided with a recess for receiving the body and the contact member connected to the gel part in that recess, for fixing the position of that body relative to the walls of the recess and the contact member 5 of the heel part.

Om ervoor te zorgen dat het instelorgaan op een goede en veilige manier op het onderwerk is vastgezet, is het mogelijk dat het instelorgaan is voorzien van een grendel voor het vergrendelen van het instelorgaan op het onderwerk.In order to ensure that the adjusting member is fixed on the base in a good and safe manner, it is possible that the adjusting member is provided with a latch for locking the adjusting member on the base.

1010

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het onderwerk voorzien van een cambreur, met een eerste cambreurdeel dat vast verbonden is met het gelengdeel en een daarmee verbonden tweede cambreurdeel dat zich uitstrekt in de richting van het hieldeel, en waarbij het instelorgaan is aangepast voor het aangrijpen van dat tweede cambreurdeel 15 met behulp van het contactorgaan.According to a preferred embodiment, the base is provided with a scraper, with a first scraper part that is fixedly connected to the lengthening part and a second scraper part connected thereto, which extends in the direction of the heel part, and wherein the adjusting member is adapted to engage that second part Cambrian part 15 with the aid of the contact member.

Volgens deze uitvoeringsvorm wordt de cambreur gebruikt, in samenwerking met het instelorgaan, voor het instellen van de onderlinge hoekstand tussen het gelengdeel en het hieldeel.According to this embodiment, the brush is used, in cooperation with the adjusting member, to adjust the mutual angular position between the angled part and the heel part.

2020

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het instelorgaan uitgevoerd als hak voor het onderwerk. Daarbij is het mogelijk dat de vorm van het contactorgaan van de hak zodanig is gevormd, dat de hoek α die door het contactorgaan aan het onderwerk wordt opgedrongen in verhouding staat met de lengte van de hak.According to a preferred embodiment, the adjusting member is designed as a heel for the undercarriage. It is possible here for the shape of the contact member of the heel to be shaped such that the angle α imposed on the substructure by the contact member is proportional to the length of the heel.

2525

Volgens deze uitvoeringsvorm wordt het onderwerk gebruikt in combinatie met twee of meer verschillende hakken. Op het moment dat de hak op het onderwerk wordt bevestigd, wordt met behulp van het contactorgaan automatisch de juiste hoekstand ingesteld tussen het gelengdeel en het hieldeel die past bij de specifieke lengte van de hak.According to this embodiment, the base is used in combination with two or more different heels. At the moment that the heel is attached to the base, the correct angular position is automatically set with the aid of the contact member between the angled part and the heel part that matches the specific length of the heel.

3030

De uitvinding betreft tevens een onderwerk geschikt voor het samenstel volgens de uitvinding.The invention also relates to a base suitable for the assembly according to the invention.

55

De uitvinding betreft tevens een instelorgaan geschikt voor het samenstel volgens de uitvinding.The invention also relates to an adjusting member suitable for the assembly according to the invention.

De verschillende details van de uitvinding en de voordelen daarvan zullen blijken uit be 5 volgende beschrijving, waarin verwaijzing wordt gemaakt naar de bijgaande figuren, waarin:The various details of the invention and the advantages thereof will be apparent from the following description, in which reference is made to the accompanying figures, in which:

Fig. 1 in perpectief een uitvoeringsvoorbeeld toont van het onderwerk voor schoeisel volgens de uitvinding, waarbij de verschillende onderdelen van het onderwerk 10 afzonderlijk zijn afgebeeld;FIG. 1 shows in perspective an exemplary embodiment of the footwear base according to the invention, wherein the different parts of the base 10 are shown separately;

Fig. 2 het onderwerk toont volgens figuur 1, in zijaanzicht;FIG. 2 shows the base according to figure 1, in side view;

Fig. 3 een gedeelte van het onderwerk toont volgens de figuren 1 en 2, waarbij het 15 onderwerk is voorzien van een relatief hoge hak en waarbij de relatieve hoekstand tussen het hieldeel en het gelengdeel is gefixeerd in een overeenkomstige hoekstand al; enFIG. 3 shows a part of the underwork according to figures 1 and 2, wherein the underwork is provided with a relatively high heel and wherein the relative angular position between the heel part and the angled part is fixed in a corresponding angular position a1; and

Fig. 4 een gedeelte van het onderwerk toont volgens de figuren 1 en 2, waarbij het onderwerk is voorzien van een relatief lage hak en waarbij de relatieve hoekstand tussen 20 het hieldeel en het gelengdeel is gefixeerd in een overeenkomstige hoekstand a2.FIG. Fig. 4 shows a part of the underwork according to Figs. 1 and 2, wherein the underwork is provided with a relatively low heel and wherein the relative angular position between the heel part and the angled part is fixed in a corresponding angular position a2.

De figuren 1 en 2 tonen een uitvoeringsvorm van het onderwerk volgens de uitvinding.Figures 1 and 2 show an embodiment of the base according to the invention.

Het onderwerk omvat een zool 1 en een fixatieorgaan 2. In het gebruik is het fixatieorgaan 2 verbonden met de zool 1 (zie de figuren 3 en 4). Om de vorm van het fixatieorgaan 2 te 25 tonen is het fixatieorgaan 2 in de figuren 1 en 2 los afgebeeld.The base comprises a sole 1 and a fixation member 2. In use, the fixation member 2 is connected to the sole 1 (see Figures 3 and 4). To show the shape of the fixation member 2, the fixation member 2 is shown separately in Figures 1 and 2.

Begrepen moet worden dat met het woord “zool” in de onderhavige tekst verwezen wordt naar de constructie waarin de cambreur geplaatst is. In het gebruik worden rondom deze constructie, ook wel het cambreurdeck genoemd, laminaties van zooldelen aangebracht.It must be understood that the word "sole" in the present text refers to the construction in which the scraper is placed. In use, laminations of soleplate parts are applied around this construction, also known as the cambreurdeck.

30 Op het cambreurdeck is het bovenwerk van het schoeisel aangebracht.30 The upper of the footwear is mounted on the Cambreur deck.

66

De zool 1 omvat een teendeel 11, dat in het gebruik de tenen zal ondersteunen, een gelengdeel 12, dat in het gebruik onder het midden-metatarsale deel van de voet is geplaatst, en een hieldeel 13, dat de hiel van een gebruiker ondersteunt.The sole 1 comprises a toe part 11 which will support the toes in use, a gel part 12, which in use is placed below the middle metatarsal part of the foot, and a heel part 13, which supports the heel of a user.

5 Op het fïxatieorgaan 2 kan een hak worden gefixeerd. In de figuren 1 en 2 zijn een relatief hoge hak 3 en een relatief lage hak 4 te zien. De bevestiging van deze hakken 3,4 op het fixatieorgaan 2 wordt in detail besproken met verwijzing naar de figuren 3 en 4.A heel can be fixed on the fixation member 2. 1 and 2 show a relatively high heel 3 and a relatively low heel 4. The attachment of these heels 3,4 to the fixation member 2 is discussed in detail with reference to Figures 3 and 4.

Zoals in figuur 2 te zien is, staat het teendeel 11 onder een hoek β ten opzichte van het 10 gelengdeel 12. Het hieldeel 13 maakt een hoek α met het gelengdeel 22. Om comfortabel op het onderwerk 1 volgens de uitvinding te kunnen lopen, moeten de hoeken α en β tussen respectievelijk het teendeel 11, het gelengdeel 12, en het hieldeel 13, in de juiste verhouding staan met de hoogte van de hak 3,4. Met de hoogte van de hak 3,4 wordt bedoeld de afstand tussen het hieldeel 13 en de onderzijde van de hak 3,4 dat contact 15 maakt met de grond.As can be seen in figure 2, the toe part 11 is at an angle β with respect to the angular part 12. The heel part 13 forms an angle α with the angular part 22. In order to be able to walk comfortably on the base 1 according to the invention, the angles α and β between the toe part 11, the leg part 12, and the heel part 13, are in the correct proportion to the height of the heel 3,4. With the height of the heel 3,4 is meant the distance between the heel part 13 and the underside of the heel 3,4 which makes contact with the ground.

Het teendeel 11 van het onderwerk 1 volgens de uitvinding is met het gelengdeel verbonden via de overgang 14. Met opzet is het woord ‘overgang’ gebruikt omdat de delen 11 en 12 niet via een scharnier verbonden zijn, maar op zodanige manier verbonden 20 zijn dat een onderlinge hoekverdraaiing mogelijk is.The toe part 11 of the base 1 according to the invention is connected to the gel part via the transition 14. The word "transition" is intentionally used because the parts 11 and 12 are not connected via a hinge, but are connected in such a way that a mutual angular rotation is possible.

De overgang 14 is relatief flexibel. In het gebruik wordt de hoekstand β bepaald door de druk die door de voorvoet op het teendeel 11 wordt gezet. Op deze manier wordt de onderlinge stand tussen het teendeel 11 en het gelengdeel 12 automatisch ingesteld op het 25 moment dat de gebruiker op het onderwerk loopt.The transition 14 is relatively flexible. In use, the angular position β is determined by the pressure that is placed on the toe part 11 by the forefoot. In this way the mutual position between the toe part 11 and the gel part 12 is set automatically at the moment that the user walks on the base.

Het gelengdeel 12 is met het hieldeel 13 verbonden via de overgang 15. De delen 12 en 13 kunnen ten opzichte van elkaar bewegen om de onderlinge hoekstand α in te kunnen stellen. Om op het onderwerk te kunnen lopen, moeten de delen 12 en 13 echter stijf met 30 elkaar verbonden zijn. Dat wil zeggen dat het onderwerk voorzien moet zijn van middelen om de delen 12 en 13 in de gewenste hoek α te kunnen fixeren.The angled part 12 is connected to the heel part 13 via the transition 15. The parts 12 and 13 can move relative to each other in order to be able to adjust the mutual angular position α. However, in order to be able to walk on the support, the parts 12 and 13 must be rigidly connected to each other. That is, the base must be provided with means to enable fixing of the parts 12 and 13 in the desired angle α.

77

Voor het fixeren van de gewenste hoek α tussen het gelengdeel 12 en het hieldeel 13 wordt, volgens de uitvinding, gebruik gemaakt van een cambreur 16.In order to fix the desired angle α between the angled part 12 and the heel part 13, use is made according to the invention of a brush 16.

Het is gebruikelijk om een cambreur te gebruiken om een zool voldoende stijfheid te 5 geven. Een cambreur is voorzien van een stijf lichaam, bijvoorbeeld van staal.It is common to use a scraper to give a sole sufficient stiffness. A scraper is provided with a rigid body, for example of steel.

Normalerwijze is de cambreur met een eerste gedeelte stijf met het gelengdeel verbonden. Om te zorgen voor een voldoende stijve constructie van de zool is een tweede gedeelte van de cambreur stijf verbonden met het hieldeel van een onderwerk. Meestal wordt dat tweede gedeelte van de cambreur vastgeschroefd op het bovengedeelte van de hak.Normally, the shaker is rigidly connected to the angled portion with a first portion. In order to ensure a sufficiently rigid construction of the sole, a second part of the shank is rigidly connected to the heel part of a base. Usually the second part of the brush is screwed onto the upper part of the heel.

1010

In figuur 2 is te zien dat de cambreur 16 met een eerste gedeelte 16a in het gelengdeel 12 is geplaatst. Het gedeelte 16a maakt onderdeel uit van en is is stijf verbonden met het gelengdeel 12. In figuur 2 is te zien dat cambreur verder een tweede gedeelte 16b omvat dat zich uitstrekt vanaf het eerste cambreurdeel 16a, in de richting van het hieldeel 13. Dit 15 tweede cambreur deel 16b is stijf verbonden met het eerste cambreurdeel 16a en daardoor met het gelengdeel 12. Het hieldeel 13 is niet direct met het tweede cambreurdeel 16b verbonden. Dat wil zeggen dat de afstand tussen het hieldeel 13 en het tweede cambreurdeel 16b instelbaar is. Door het instellen van deze afstand tussen het hieldeel 13 en het tweede cambreurdeel 16b is de hoek instelbaar tussen het hieldeel 13 en het 20 gelengdeel 12.In figure 2 it can be seen that the brush 16 with a first part 16a is placed in the lengthening part 12. The part 16a is part of and is rigidly connected to the lengthening part 12. In Fig. 2 it can be seen that shaker further comprises a second part 16b that extends from the first shaker part 16a, in the direction of the heel part 13. This second damper part 16b is rigidly connected to the first damper part 16a and thereby to the lengthening part 12. The heel part 13 is not directly connected to the second damper part 16b. That is, the distance between the heel part 13 and the second shank part 16b is adjustable. By adjusting this distance between the heel part 13 and the second shank part 16b, the angle between the heel part 13 and the angular part 12 can be adjusted.

De afstand tussen het hieldeel 13 en het tweede cambreurdeel 16 b wordt met behulp van het fixatieorgaan 2 en de hak 3,4. Het fixatieorgaan wordt vast verbonden aan de onderzijde van het hieldeel 13. Het fixatieorgaan 2 wordt bijvoorbeeld vastgeschroefd 25 tegen de onderzijde van het hieldeel 13.The distance between the heel part 13 and the second brush part 16 b becomes 3 with the aid of the fixation member 2 and the heel. The fixation member is fixedly connected to the underside of the heel part 13. The fixation member 2 is for instance screwed down against the underside of the heel part 13.

Zoals te zien is in figuur 2, is het fixatieorgaan 2 voorzien van een uitsparing 21. Het fixatieorgaan wordt op zodanige wijze onder het hieldeel 13 bevestigd, dat het tweede cambreurdeel 16b zich bevindt in of zich uitstrekt tot in deze uitsparing 21. Door deze 30 constructie kunnen het hieldeel 13 en het daaraan bevestigde fixatieorgaan 2 gezamelijk bewegen ten opzichte van het tweede cambreurdeel 16b. Het tweede cambreurdeel 16b beweegt zich daarbij in de uitsparing 21 in het fixatieorgaan 2.As can be seen in figure 2, the fixation member 2 is provided with a recess 21. The fixation member is fixed under the heel part 13 in such a way that the second brush part 16b is located in or extends into this recess 21. Through this In construction, the heel part 13 and the fixation member 2 attached thereto can move together relative to the second arm part 16b. The second camming part 16b moves in the recess 21 in the fixing member 2.

88

De onderlinge stand tussen het hieldeel 13 en het tweede cambreurdeel 16b wordt gefixeerd met behulp van de hak 3, 4. De hak 3, 4 is zodanig uitgevoerd dat de hak 3,4 op het fixatieorgaan 2 gefixeerd kan worden. De buitenzijde van het fixatieorgaan 2 is voorzien van een uitsparing of gleuf 22. De hak 3 is voorzien van een nok of 5 geleidingsorgaan 31. De hak 4 is voorzien van een nok of een geleidingsorgaan 41. In figuur 1 is van het fixatieorgaan 2 slechts een gleuf 22. Het zal duidelijk zijn dat het fixatieorgaan symmetrisch is uitgevoerd en voorzien is van twee gleuven 22. Verder is zijn in figuur 1 slechts een nok 31 en een nok 41 te zien. De hakken 3,4 zijn elk voorzien van twee nokken 31,41 aan weerszijden van de hak.The mutual position between the heel part 13 and the second brush part 16b is fixed with the aid of the heel 3, 4. The heel 3, 4 is designed such that the heel 3,4 can be fixed on the fixation member 2. The outside of the fixation member 2 is provided with a recess or slot 22. The heel 3 is provided with a cam or guide member 31. The heel 4 is provided with a cam or guide member 41. In Figure 1, of the fixation member 2 only a slot 22. It will be clear that the fixation member is of symmetrical design and is provided with two slots 22. Furthermore, in figure 1 only one cam 31 and one cam 41 can be seen. The heels 3, 4 are each provided with two cams 31, 41 on either side of the heel.

1010

Bij het plaatsen van de hak 3, 4 op het fixatieorgaan, wordt de hak 3, 4 wordt vanaf de achterzijde van het onderwerk 1 in de richting van het fixatieorgaan 2 bewogen totdat de nokken 31,41 aangrijpen in de gleuven 22. Bij het verder bewegen van de hak 3, 4 in de richting van het fixatieorgaan 2 wordt de hak 3,4 geleid naar de juiste eindpositie van de 15 hak 3, 4 (zie figuren 3 en 4). Wanneer de hak 3,4 in de eindpositie is gekomen, zorgen de nokken 31,41 en de gleuven 22 ervoor dat de hak niet kan roteren ten opzichte van het fixatieorgaan 2.When placing the heel 3, 4 on the fixation member, the heel 3, 4 is moved from the rear of the base 1 in the direction of the fixation member 2 until the cams 31, 41 engage in the slots 22. During the further moving the heel 3, 4 in the direction of the fixation member 2, the heel 3,4 is guided to the correct end position of the heel 3, 4 (see figures 3 and 4). When the heel 3,4 has come to the end position, the cams 31, 41 and the slots 22 ensure that the heel cannot rotate with respect to the fixing member 2.

De hak 3 is verder voorzien van een aanslag of lip 32. De hak 4 is voorzien van een 20 aanslag of lip 42. De vorm van deze lippen 32,42 is duidelijk te zien in figuur 2. In figuur 2 is ook te zien dat de vorm van de lip 32 duidelijk verschilt van de vorm van de lip 42.The heel 3 is further provided with a stop or lip 32. The heel 4 is provided with a stop or lip 42. The shape of these lips 32,42 can be clearly seen in figure 2. Figure 2 also shows that the shape of the lip 32 clearly differs from the shape of the lip 42.

De lippen 32 en 42 zijn aangepast om aan te grijpen op het tweede cambreurdeel 16b op het moment dat de hak 3,4 op het fixatieorgaan 2 wordt geplaatst. Met behulp van de lip 25 32,42 wordt de positie van het tweede cambreurdeel 16b in de uitsparing 21 bepaald.The lips 32 and 42 are adapted to engage on the second lever part 16b at the moment that the heel 3,4 is placed on the fixation member 2. With the aid of the lip 32,42, the position of the second camming part 16b in the recess 21 is determined.

Daarmee wordt tegelijkertijd de hoekstand van het hieldeel 13 ten opzichte van het gelengdeel 12 bepaald.At the same time, the angular position of the heel part 13 relative to the gel part 12 is thereby determined.

In figuur 3 is de achterzijde van het onderwerk 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij 30 de hak 3 op het fixatie orgaan 2 is geplaatst. De nok 31 en de gleuf 22 zijn in figuur 3 weggelaten. In figuur 3 is te zien dat de uitsparing 21 in het fixatieorgaan 2 in hoofdzaak de vorm heeft van een ‘V’. Deze uitsparing 21 is gevuld door enerzijds het tweede cambreurdeel 16b en anderzijds de lip 32 van de hak 3. De lip 32 grijpt aan op de 9 onderzijde van het tweede cambreurdeel 16b en drukt dit tweede cambreurdeel 16b tegen de bovenzijde van de uitsparing 21. Het hieldeel 13 samen met het fixatieorgaan 2 worden door de lip 32 ten opzichte van het tweede cambreurdeel 16b omlaag gedrukt. Daardoor komt het hieldeel 13 onder een relatief grote hoekstand al te staan ten opzichte van het 5 gelengdeel 12. Deze hoek al staat in verhouding met de lengte LI van de hak 3. De lengte LI is de afstand tussen de bovenzijde van het hieldeel 13 en de onderzijde van de hak 3.Figure 3 shows the rear side of the substructure 1 according to the invention, wherein the heel 3 is placed on the fixation member 2. The cam 31 and the slot 22 are omitted in Figure 3. Figure 3 shows that the recess 21 in the fixation member 2 is substantially in the form of a "V". This recess 21 is filled by, on the one hand, the second brush member 16b and, on the other hand, the lip 32 of the heel 3. The lip 32 engages the bottom of the second brush member 16b and presses this second brush member 16b against the top of the recess 21. heel part 13 together with the fixation member 2 are pressed down by the lip 32 relative to the second arm part 16b. As a result, the heel part 13 is already placed at a relatively large angular position with respect to the angular part 12. This angle already is proportional to the length L1 of the heel 3. The length L1 is the distance between the top of the heel part 13 and the underside of the heel 3.

In figuur 3 is verder te zien dat de hak 3 voorzien is van een grendel 5. De grendel 5 is er voor bedoeld om de hak 3 op een veilige manier op het fixatieorgaan 2 vast te grendelen. 10 De grendel 5 is voorzien van een pal 51 die aangrijpt in een uitsparing 23 aan de onderzijde van het fixatieorgaan 2. De grendel 5 wordt naar een grendelpositie gedwongen met behulp van een veer 52. De pal 51 kan uit de uitsparing 23 worden getrokken met behulp van een lip 53. Deze lip 53 is zo gevormd dat deze met een vinger aangegrepen kan worden en met beperkte kracht tegen de werking van de veer 52 omlaag bewogen kan 15 worden. Op het moment dat de pal 51 uit de uitsparing 23 is getrokken kan de hak 3 van het fixatieorgaan worden verwijderd.Figure 3 further shows that the heel 3 is provided with a latch 5. The latch 5 is intended for locking the heel 3 securely onto the fixation member 2. The latch 5 is provided with a pawl 51 which engages in a recess 23 on the underside of the fixation member 2. The latch 5 is forced to a locking position with the aid of a spring 52. The pawl 51 can be pulled out of the recess 23 with with the aid of a lip 53. This lip 53 is shaped such that it can be grasped with a finger and can be lowered with limited force against the action of the spring 52. Once the pawl 51 has been pulled out of the recess 23, the heel 3 can be removed from the fixation member.

In figuur 4 is de achterzijde van het onderwerk 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij de hak 4 op het fixatieorgaan 2 is geplaatst. De nok 41 en de gleuf 22 zijn in figuur 4 20 weggelaten. In figuur 4 is te zien dat de uitsparing 21 in het fixatieorgaan 2 in hoofdzaak de vorm heeft van een ‘V’. Deze uitsparing 21 is gevuld door enerzijds het tweede cambreurdeel 16b en anderzijds de lip 42 van de hak 4. De lip 32 grijpt aan op de bovenzijde van het tweede cambreurdeel 16b en drukt dit tweede cambreurdeel 16b tegen de onderzijde van de uitsparing 21. Het hieldeel 13 samen met het fixatieorgaan 2 worden 25 door de lip 42 ten opzichte van het tweede cambreurdeel 16b omhoog gedrukt. Daardoor komt het hieldeel 13 onder een relatief kleine hoekstand a2 te staan ten opzichte van het gelengdeel 12. Deze hoek a2 staat in verhouding met de lengte L2 van de hak 4. De lengte L2 is de afstand tussen de bovenzijde van het hieldeel 13 en de onderzijde van de hak 4.Figure 4 shows the rear side of the substructure 1 according to the invention, wherein the heel 4 is placed on the fixation member 2. The cam 41 and the slot 22 have been omitted in Figure 4. Figure 4 shows that the recess 21 in the fixation member 2 is substantially in the form of a "V". This recess 21 is filled by, on the one hand, the second brush member 16b and, on the other hand, the lip 42 of the heel 4. The lip 32 engages on the upper side of the second brush member 16b and presses this second brush member 16b against the underside of the recess 21. The heel part 13 together with the fixation member 2 are pushed upwards by the lip 42 relative to the second shank part 16b. As a result, the heel part 13 is placed at a relatively small angular position a2 relative to the angular part 12. This angle a2 is proportional to the length L2 of the heel 4. The length L2 is the distance between the top of the heel part 13 and the bottom of the heel 4.

30 In figuur 4 is verder te zien dat de hak 4, overeenkomstig aan de hak 3, voorzien is van een grendel 5. De grendel 5 van de hak 4 werkt op dezelfde manier samen met de uitsapring 23 in het fixatieorgaan 2 als de grendel van hak 3, die hierboven in detail beschreven is.Figure 4 further shows that the heel 4, similar to the heel 3, is provided with a latch 5. The latch 5 of the heel 4 cooperates in the same way with the outlet ring 23 in the fixation member 2 as the latch of heel 3, described in detail above.

1010

Het zal duidelijk zijn dat verdere varianten mogelijk zijn voor de constructie van de hak en de lip die aangrijpt op het tweede cambreurorgaan 16b. Met behulp van de hakken 3 en 4 wordt het tweede cambreurdeel 16b naar twee uiterste standen gedrukt. Het is 5 bijvoorbeeld mogelijk om het tweede cambreurdeel 16b in een tussengelegen stand te fixeren. Om dit te realiseren is een lip nodig met een uitsparing voor het in die uitsparing onvangen van het tweede cambreurorgaan 16b. Deze uitvoering kan gebruikt worden voor een hak met een lengte kleiner dan de lengte LI van hak 3 en groter dan de lengte L2 van de hak 4.It will be clear that further variants are possible for the construction of the heel and the lip which engages the second shank member 16b. With the help of the heels 3 and 4, the second shank part 16b is pushed to two extreme positions. It is, for example, possible to fix the second combing part 16b in an intermediate position. To realize this, a lip is needed with a recess for receiving the second scraper member 16b in said recess. This embodiment can be used for a heel with a length smaller than the length L1 of heel 3 and greater than the length L2 of heel 4.

1010

Opgemerkt wordt dat de hoeken al en a2 tussen respectievelijk het gelengdeel 12 en het hieldeel 13 volgens de figuren 3 en 4 aan het onderwerk opgedrongen worden, om met beide hakken 3 en 4 comfortabel op het onderwerk 1 te kunnen lopen.It is noted that the angles a1 and a2 between the angled section 12 and the heel section 13 according to Figs. 3 and 4, respectively, are forced on the base to be able to walk comfortably on the base 1 with both heels 3 and 4.

15 De verschillende onderdelen van het onderwerk 1 zijn zodanig uitgevoerd dat deze niet alleen de onderlinge stand van het gelengdeel 12 en het hieldeel 13 bepalen, maar tegelijkertijd voldoende stijfheid geven aan het onderwerk 1 om comfortabel op het schoeisel te kunnen lopen.The different parts of the base 1 are designed in such a way that they not only determine the mutual position of the gel part 12 and the heel part 13, but at the same time provide sufficient rigidity for the base 1 to be able to walk comfortably on the footwear.

20 In de tekst is aangeven op welke wijze de respectieve delen van het onderwerk ten opzichte van elkaar kunnen bewegen in het geval de hoogte van de hak onder het onderwerk wordt veranderd.In the text it is indicated how the respective parts of the undercarriage can move relative to each other in case the height of the heel under the undercarriage is changed.

In de figuren wordt niet verwezen naar het bovenwerk, dat op het onderwerk wordt geplaatst.In the figures, no reference is made to the upper, which is placed on the lower.

2525

Om de verplaatsing tussen de respectieve delen van het onderwerk ten opzichte van elkaar mogelijk te maken, moet het bovenwerk aangepast worden, bijvoorbeeld door op onderdelen van het bovenwerk gebruik te maken van stretchleer of een vergelijkbaar materiaal dat de verplaatsing van de delen van de zool ten opzichte van elkaar voldoende 30 kan volgen.In order to allow the movement between the respective parts of the base relative to each other, the upper has to be adjusted, for example by using stretch leather or a comparable material on parts of the upper that facilitate the movement of the parts of the sole sufficiently follow each other.

0 3 480 70 3 480 7

Claims

An assembly of a base (1) for footwear, such as a shoe or a boot, and a setting member (3, 4), wherein the base (1) is provided with a sole with a heel part 5 (13), one with the heel part (13) connected to the heel part (12) and a toe part (11) connected to the part length (12), the heel part (13) and the part length (12) enclosing an angle α and the adjusting member (3, 4) adapted to adjust the angle α between the heel part (13) and the angular part (12), characterized in that the adjusting member (3, 4) is provided with means (31, 41) for fixing the adjusting member to the heel part 10 (13) or a body (2) connected thereto and a contact member (32, 42) for engaging the lengthening part (12) or a body (16b) connected thereto, for the purpose of using said contact member (32,42) fixation of the position of the gel part (12) relative to the heel part (13).

Assembly according to claim 1, wherein the adjusting member (3, 4) is releasably connected to the base (1).

3. Assembly as claimed in claim 1 or 2, wherein the base (1) is provided with a fixation member (2) which is connected to the heel part (13), said fixation member (2) being provided with means (22) for receiving is from the setting member (3,4).

Assembly as claimed in claim 3, wherein the fixation member (2) is provided with a recess (21) for receiving in said recess (21) the body (16b) connected to the gel part and the contact member (32, 42) for fixing the position of said body (16b) relative to the heel part (13) with the aid of the walls 25 of the recess (22) and the contact member (32,42).

5. Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the adjusting member (3, 4) is provided with a lock (5) for locking the adjusting member (3, 4) on the base (1).

Assembly according to one of the preceding claims, in which the base (1) is provided with a scraper (16), with a first scraper part (16a) which is fixedly connected to the angular part (12) and connected to it second armrest part (16b) which extends in the direction of the heel part (13), and wherein the adjusting member (3, 4) is adapted to engage that second armrest part (16b) with the aid of the contact member (32,42). 5

An assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the adjusting member (3, 4) is designed as a heel for the base (1).

8. Assembly as claimed in claim 7, wherein the shape of the contact member (32,42) of the heel (3,4) is shaped such that the angle α which is formed by the contact member (32,42) on the underframe (1) is forced in proportion to the length (L1, L2) of the heel (3, 4).

9. Base (1) suitable for the assembly according to one of the preceding claims. 15

An adjustment member (3, 4) suitable for the assembly according to any of claims 1-8. 1 0 3 48 0 7