NL1031786C1 - Katheternaald voor het inwendig bestralen van een tumor in een lichaamsdeel. - Google Patents

Description

' i ..

Titel: Katheternaald voor het inwendig bestralen van een tumor in een lichaamsdeel.

De uitvinding heeft betrekking op een katheternaald voor het inwendig bestralen van een tumor in een lichaamsdeel.

Bij sommige therapeutische behandelingen, in het bijzonder, het bestralen van patiënten voor de behandeling van tumoren, is het nodig om 5 in het weefsel een meervoud van katheters aan te brengen. Bij de behandeling van prostaattumoren bij mannen, bijvoorbeeld is het conventionele gebruik de huid van de patiënt met een scherpe metalen punt voor te prikken voordat de kunststof naalden in de prostaat worden aangebracht. In deze naalden worden op een later tijdstip radioactieve 10 bronnen in de katheters gepositioneerd om een zich daar rondom bevindend tumor te bestralen zonder het omliggend weefsel te zwaar te belasten. Voor de patiënt is een behandeling met een dergelijke kunststof naald extra traumatisch, door het met kracht drukken van een stompe punt door het veelal hardere weefsel, dit is zeer pijnlijk waardoor vaak 15 totale verdoving noodzakelijk is. Tevens kan met grote kracht duwen van een stompe naald wondvochtvorming tot gevolg hebben.

De uitvinding heeft tot doel een alternatief te kunnen bieden voor bovengenoemde behandelingswijze en verschaft daartoe een inrichting volgens conclusie 1. In het bijzonder verschaft de uitvinding een 20 katheternaald die is gevormd als een langwerpige kunststof buis met gesloten uiteinde en een zich daarin bevindende scherpe punt van een hard materiaal.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de 25 figuurbeschrijving.

1031786 2

Hierin toont:

Figuur 1 een conventionele katheter;

Figuur 2 een ankernaald; 5 Figuur 3 een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding;

Figuur 4 een zijaanzicht van de inrichting in gebruik.

Figuur 1 toont een conventionele katheter 1. Het katheter 1 bevat 10 een conventionele kathetemaald 2 die door het katheter 1 wordt gevoerd, welke naald 2 met katheter 1 in het weefstel kan worden gestoken. Na aanbrengen van de naald 2 in het weefstel wordt deze uit de katheter 1 verwijderd door deze bijvoorbeeld aan de achterzijde terug te trekken en kan het katheter 1 worden aangesloten op een (niet getoonde) 15 brachytherapie-inrichting, die een radioactieve bron door het de katheter 1 brengt naar de te bestralen positie in het weefsel. De conventionele brachytherapie voorziet in het plaatsen van een aantal katheters in een te . bestralen weefsel op voorbestemde posities, zodanig dat het weefsel een voorbepaalde stralingsdosis ontvangt van radioactieve bronnen die in de 20 katheters worden aangebracht.

Figuur 2 toont een conventionele ankernaald 3 die kan worden gebruikt voor fixatie in een weefsel. Dergelijke, op zichzelf bekende, ankernaalden hebben typisch een ankermechanisme voor verankering in het weefsel. Typisch kunnen dergelijke naalden zijn voorzien van een 25 dubbele wand waarvan de buitenwand rondom meerdere parallelle inkepingen heeft waardoor bij het aantrekken van de binnenkatheter de buitenwand op de plaats van de inkepingen naar buiten buigt waardoor deze katheter in het weefsel blokkeert. De ankernaald 3 omvat typisch een fixeerstuk 4 en een lateraal beweegbaar in het lichaamsdeel te ankeren 30 ankerelement 5, dat door draaiing of verschuiving van het fixeerstuk kan worden gefixeerd. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door een centraal deel 6, dat in een buisdeel 7 kan worden verschoven en dat bij 3 verschuiving het ankerelement 5, gevormd door een stripvormige, in het buisdeel aangebrachte structuur, naar lateraal naar buiten drukt. Figuur 2 toont daarbij de naar buiten gedrukte positie van het ankerelement 5.

Figuur 3 toont de katheternaald 8 resp 9 volgens de uitvinding. In 5 het bijzonder toont de uitsnede 10 uiteinde 11 van respectievelijk katheternaald 8 met verankering en van katheternaald 9 zonder verankering. Uiteinde 11 wordt gevormd door een gesloten uiteinde 12 van een holle geleidingsbuis 13. Het buismateriaal is een kunststof. In het gesloten einde 12 wordt een scherpe punt 14 geplaatst, in het bijzonder 10 van een metaal of keramisch materiaal. Als voorbeeld kan als metaalsoort titanium worden gekozen. Kunststof punten 14 hebben de eigenschap niet dezelfde scherpte te hebben als metalen of keramische punten. De uitvinding lost dit probleem op door plaatsing van een scherpe punt 14 van een hard materiaal in het kunststof uiteinde 12 van de katheterbuis 8 resp 15 9. Hierdoor heeft de katheterbuis 8 resp 9 dezelfde scherpte heeft als een volledig metalen naald. De katheterbuis 8 resp 9 kan hierdoor zonder voorprikken of andere hulpmiddelen direct door de huid worden geprikt en . in voor kunststof naalden moeilijk doordringbare weefsels, zoals een prostaat worden gestoken.

20 Figuur 4 toont een schematische weergave van de kathernaald in gebruik. De katheternaald 1 kan zijn verankerd aan een zg. template 15, die dient ter positionering van katheternaalden 1. Enkele katheternaalden 3 kunnen de onder verwijzing naar Figuur 2 besproken uitvoeringsvorm 3 met een verankeringselement 5 betreffen. Beide katheternaalden 1 en 3 25 kunnen geschikt zijn voor gebruik als geleidingsbuis voor het geleiden van een radioactieve bron (niet weergegeven).

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening getoonde uitvoeringsvormen maar kan ook alternatieven of varianten daarvan omvatten die binnen het bereik van de navolgende conclusies vallen.

30 Dergelijke varianten worden geacht te vallen onder de conclusies als hiernavolgend gedefinieerd.

1031786

Claims (6)

1. Katheternaald voor het inwendig bestralen van een tumor in een lichaamsdeel, met het kenmerk, dat de katheternaald is gevormd als een langwerpige kunststof buis met gesloten uiteinde en een zich daarin bevindende scherpe punt van een 5 hard materiaal.

2. Katheternaald volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de scherpe punt van metaal is.

3. Katheternaald volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de scherpe punt van titanium is.

4. Katheternaald volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de scherpe punt van keramisch materiaal is.

5. Katheternaald volgens ten minste een van de voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de katheternaald een uitvouwbaar gedeelte heeft dat de katheter in weefsel kan borgen.

6. Katheternaald volgens conclusie 1-2 met het kenmerk dat de metalen punt als marker dient. 103 1 7 86 '