NL1031219C2 - Transportsysteem. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Transportsysteem

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transportsysteem voor het transporteren van voorwerpen, in het bijzonder bulkgoederen, over een transporttraject.

Transportsystemen voor het transporteren van voorwerpen over 5 een hellend traject - hetzij naar omhoog hetzij naar beneden - zijn bekend. Een daarvoor bekend systeem omvat een transportband zonder einde uit textiel of kunststofmateriaal met een aaneengesloten oppervlak waarop zogeheten vaste meenemers, zoals opstaande vingers of vlakken, zijn voorzien. De getransporteerde voorwerpen, in het 10 bijzonder bulkgoederen, rusten in de hellende gedeelten van het transporttraject, tegen deze meenemers. Wanneer de hoek van de helling klein is, kunnen ook dergelijke banden toegepast worden zonder meenemers. Ook zijn transportsystemen, in het bijzonder met uit modules opgebouwde transportbanden bekend, waarbij beweegbare 15 meenemers zijn voorzien, die in het oppervlak van een module kunnen verzinken. Zie bijvoorbeeld WO-A1-99/48779. Wanneer dergelijke systemen worden gebruikt voor het transporteren van plakkerige of kleverige producten, bijvoorbeeld voorbehandelde (voorgebakken) voedselproducten zoals frites, snacks e.d., kan een relatief grote 20 hoeveelheid daarvan aan het bandoppervlak en in het bijzonder de hoeken van al dan niet vaste meenemers blijven kleven, en worden deze producten niet aan het eind van het transporttraject daarvan verwijderd. Na afloop van een bedrijfsperiode wordt het systeem gereinigd en het resterend productmateriaal wordt als afval behandeld 25 en vernietigd. Dit brengt een economisch nadeel met zich mee.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel een transportsysteem te verschaffen waarbij dit nadeel in mindere mate optreedt, of ten minste een bruikbaar alternatief daarvoor.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt met een 30 transportsysteem voor het transporteren van voorwerpen, in het bijzonder bulkgoederen, over een transporttraject, omvattende een modulaire transportband zonder einde die een transportpart en een retourpart heeft, welke transportband door middel van ten minste een verbindingspen aan elkaar gekoppelde modules omvat, ten minste twee 35 keerrollen waarover de transportband wordt geleid en die de begin- en 10312 19 - 2 - eindposities van het transport- en retourpart van de transportband bepalen, en aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de transportband, waarbij de modulaire transportband is voorzien van ten minste een geleidingselement voor het over ten minste een deel van 5 het transporttraject positioneren van ten minste een module vanuit een normale stand naar een ten opzichte van het transportvlak van de modulaire transportband verhoogde werkstand, welk geleidingselement in de normale stand een zich beneden het transportvlak uitstekend steunvlak heeft, en dat het transportsysteem een onder de baan van 10 het geleidingselement opgesteld geleidingsstelsel voor het ondersteunen van het geleidingselement over genoemd deel van het transporttraject omvat, waarbij het geleidingsstelsel tot voorbij de in transportrichting gezien stroomafwaartse keerrol is opgesteld.

Het transportsysteem volgens de uitvinding omvat een modulaire 15 transportband zonder einde (ook wel schakelband genoemd) die is opgebouwd uit modules (schakels) die met verbindingspennen aan elkaar zijn gekoppeld. De transportband wordt over keerrollen (gebruikelijk tandwielen bij een schakelband) geleid, die de begin- en eindposities van het transport- en retourpart van de transportband bepalen. Met 20 transporttraject wordt in de context van deze aanvrage de baan bedoeld die de voorwerpen afleggen vanaf de positie waar deze in aanraking komen met de band tot de positie waar het merendeel van de producten van de band wordt verwijderd. Het transportsysteem omvat verder aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de transportband.

25 Doorgaans wordt een van de keerrollen aangedreven. De modulaire transportband is tevens voorzien van een geleidingselement voor het over ten minste een deel van het transporttraject positioneren van ten minste een module vanuit een normale stand naar een verhoogde werkstand. In de normale stand liggen de oppervlakken van de modules 30 in een vlak. De verhoogde werkstand is een positie waarbij de module ten opzichte van het bovenoppervlak van de modulaire transportband verhoogd is. Dit geleidingselement heeft een steunvlak dat in de normale stand beneden het onderoppervlak van de modulaire band uitsteekt. Onder de bewegingsbaan van het geleidingselement is in het 35 betreffende deel van het transporttraject een geleidingsstelsel voorzien dat het geleidingselement ondersteunt en zodoende de daaraan gekoppelde module in de verhoogde werkstand positioneert. De extra lengte van de transportband die nodig is voor het in de verhoogde werkstand brengen van bepaalde modules, wordt verkregen uit de 40 doorhang van de band in het retourpart. Wanneer een module vanuit de - 3 - normale stand waarbij alle modules vlak liggen, in de verhoogde werkstand wordt gebracht met behulp van het geleidingselement en het bijbehorende geleidingsstelsel, wordt door de modules van de transportband die tussen twee, in verhoogde werkstand gepositioneerde 5 modules zijn gelegen, als het ware een vak gevormd. De in verhoogde werkstand gepositioneerde modules fungeren dan als meenemers, waartegen de goederen rusten. Bij het systeem volgens de uitvinding strekt het geleidingsstelsel zich tot voorbij de in transportrichting gezien stroomafwaartse keerrol (d.w.z. die keerrol gelegen nabij het 10 einde van het transporttraject) uit. Aldus vindt de overgang vanuit de verhoogde werkstand naar de normale stand in het retourpart plaats. Na deze overgang kunnen eventuele nog aan het bandoppervlak klevende producten worden afgeschraapt en in de normale productstroom opgenomen en dus niet als afval worden beschouwd. Daartoe kan in 15 transportrichting gezien stroomafwaarts van deze overgangspositie nog een aanvullend schraapelement zijn opgesteld teneinde ook de eventuele laatste resten te verwijderen. Aldus geeft het systeem volgens de uitvinding minder afval, en derhalve een flinke besparing op de bedrijfsvoering. Het transportsysteem volgens de uitvinding 20 leent zich bijzonder goed voor toepassing als opvoerband waarbij producten tussen op verschillende hoogten gelegen posities worden getransporteerd.

Terzijde wordt hier opgemerkt dat uit het Nederlandse octrooi nr. 1021084 een soortgelijk modulair transportsysteem bekend is 25 waarbij het geleidingsstelsel niet voorbij de aan het einde van het transporttraject voorziene keerrol loopt. Dit bekende systeem is eveneens geschikt als opvoerband of gecompartimenteerde band voor het op afstand van elkaar transporteren van afzonderlijke voorwerpen zoals koffers op een luchthaven. Bij de keerrollen is het 30 geleidingsstelsel echter afwezig, zodat de door omhoog staande modules gevormde meenemers de vervolgbewegingen van de voorwerpen aan het eind van het transporttraject niet belemmeren.

Verder wordt terzijde opgemerkt dat het op zich bij een uitvoeringsvorm van het transportsysteem volgens DE-U1-89 15 286 35 bekend is het geleidingsstelsel zich voorbij de hoogste keerrol te laten uitstrekken, zodat in het retourpart de transportband met behulp van een schraapelement kan worden schoongemaakt. De meenemers zelf zijn onafhankelijk van aangrenzende modules om in het vlak van de transportban verzinkbaar in tegenstelling tot het transportsysteem 40 volgens de uitvinding waarbij een module zelf in zijn geheel als - 4 - meenemer fungeert en de verplaatsing daarvan in de hoogterichting ten opzichte van het transportvlak ook een verplaatsing van ten minste een aangrenzende module tot gevolg heeft. Bij het transportsysteem volgens de uitvinding wordt de voor deze verplaatsing benodigde extra 5 lengte verkregen uit de doorhang in het retourpart van de transportband, welke extra lengte in het uit DE-U1-89 15 286 afwezig is.

Bij het transportsysteem volgens de uitvinding zijn ook geen afzonderlijke meenemers voorzien, die permanent buiten het 10 transportvlak steken en een schraapbeweging zouden belemmeren, maar worden tijdens bedrijf één of meer modules (ook wel schakels of schalmen genoemd) zelf ten opzichte van het transportvlak van de band verplaatst om aldus een tijdelijke begrenzing of steunvlak te vormen, die zich over de breedte van de transportband uitstrekt. Daartoe is 15 de transportband op de posities van de betreffende modules voorzien van een geleidingselement dat een steunvlak heeft, dat zich in de normale stand van de transportband onder het transportvlak uitstrekt. De module ligt dan in het transportvlak. Het transportvlak is het draagvlak van de transportband evenwijdig aan de transportrichting.

20 Op die plaatsen echter waar het steunvlak van het geleidingselement in aanraking verkeert met het daaronder gelegen geleidingsstelsel wordt het geleidingselement omhoog geduwd, en als gevolg daarvan de betreffende module en één of meer volgende aangrenzende modules. In deze positie liggen de omhoog geduwde modules dan niet meer in het 25 transportvlak, maar maken een hoek daarmee. Bij voorkeur staat de module die voorzien is van het geleidingselement, loodrecht op het transportvlak van de transportband. Aldus wordt een goed steunvlak bereikt, waartegen met name bulkgoederen die omhoog of naar beneden worden getransporteerd, kunnen aanliggen. In tegenstelling tot de 30 bekende modulaire transportband uit de stand van de techniek die als opvoerband kan fungeren, verkeert het geleidingselement ook bij de in transportrichting gezien stroomafwaartse keerrol in aanraking met het geleidingsstelsel, dat zich voorbij deze keerrol uitstrekt. Zodoende vindt de terugkeer vanuit de verhoogde werkstand naar de normale 35 stand van de modules plaats in het retourpart van de transportband. Dit geeft een rustige loop van de transportband over het transporttraject.

Hoewel bij de keerrol op zich tussen de tandwielen die op een (aangedreven) as zijn gemonteerd, voldoende ruimte is om daar een 40 vast geleidingsstelsel op te stellen, is het geleidingsstelsel op die - 5 - positie bij voorkeur gevormd door een op de keerrol voorziene geleidingsschijf. Bij het passeren van de keerrol verkeert het geleidingselement van de transportband dus in aanraking met deze geleidingsschijf, waardoor de betreffende modules in een verhoogde 5 werkstand blijven staan.

Bij voorkeur is aan de zijkanten van de transportband een zijgeleidingssysteem aanwezig, dat enerzijds verhindert dat producten van de band af kunnen vallen, hetgeen zeker bij bulkproducten van voordeel is. Daartoe is de breedte van de tenminste ene module die 10 vanuit de normale stand naar een ten opzichte van het transportvlak van de modulaire transportband verhoogde werkstand positioneerbaar is, bij voorkeur kleiner dan de breedte van de (in langsrichting van de transportband) aangrenzende niet in een verhoogde werkstand positioneerbare modules. Bij deze uitvoeringsvorm glijden de 15 zijranden van de in een verhoogde werkstand positioneerbare modules langs de zijgeleiders, terwijl de zijranden van de niet in een verhoogde werkstand positioneerbare modules onderlangs de zijgeleiders kunnen glijden en zodoende in een vlakke positie worden gehouden.

20 Teneinde de krachten die door het geleidingselement aan de betreffende module en zo naar de aangrenzende modules worden doorgegeven, te reduceren en in het algemeen vlakke compartimenten te behouden, zijn de geleidingselementen met voordeel nabij de randen van de tenminste ene module voorzien die vanuit een normale stand 25 naar een ten opzichte van het transportvlak van de modulaire transportband verhoogde werkstand positioneerbaar is, en zijn de niet in een verhoogde werkstand positioneerbare modules nabij de randen voorzien van rollers. Deze rollers rollen onderlangs de zijgeleiders.

Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het 30 transportsysteem volgens de uitvinding heeft een geleidingselement een geleidings- of contactvlak dat in aanraking met het geleidingsstelsel verkeert, dat in hoofdzaak vlak is. Dit verhoogt de rustige beweging van de transportband in het transporttraject.

Teneinde een module nagenoeg loodrecht op het transportvlak te 35 positioneren, is het geleidingselement bij voorkeur een in zijaanzicht driehoekig lichaam dat op twee hoeken met tenminste twee verbindingspennen draaibaar is verbonden, waarbij met meer voorkeur twee zijden van het driehoekig lichaam een hoek van 90° insluiten.

Teneinde de beweging vanuit de normale stand naar de verhoogde 40 werkstand en omgekeerd rustig te laten verlopen heeft het - 6 - geleidingselement bij voorkeur een concaaf steunvlak, waarop de in transportrichting gezien stroomopwaartse module(s) rust in de verhoogde werkstand.

Voor toepassing van het transportsysteem bij het transporteren 5 van kleverige producten, is het transportsysteem onder het retourpart nabij de eindpositie van het geleidingssysteem bij voorkeur voorzien van een schraapelement.

Het transportsysteem kan als opvoerband voor transport over een hellend traject worden gebruikt, waarbij de keerrollen op een 10 verschillende hoogte ten opzichte van de vaste wereld zijn opgesteld. Begrepen zal worden dat horizontaal transport ook mogelijk is.

De modules kunnen een gesloten draagvlak bezitten, maar kunnen ook van het open type zijn, afhankelijk van de aard, vorm en afmetingen van de te transporteren producten. Een open type is 15 bijvoorbeeld in WO 99/48779 weergegeven. De open uitvoeringsvorm leent zich voor natte toepassingen. Voorbeelden van materialen waaruit de modules kunnen zijn vervaardigd, omvatten kunststof zoals polyetheen, polypropeen, polyester, nylon en acetaal. Het vlak van het geleidingsstelsel, waarmee het steunvlak van het 20 geleidingselement, dat veelal eveneens uit een van bovengenoemde kunststoffen is vervaardigd, in de verhoogde werkstand in aanraking verkeert, is met voordeel uit een kunststof met goede glij-eigenschappen vervaardigd, zoals hogedichtheidspolyetheen. Een transportsysteem dat in hoofdzaak uit dergelijke kunststoffen is 25 vervaardigd produceert nauwelijks lawaai en geeft zodoende nauwelijks geluidshinder.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekeningen, waarin

Fig. 1 op schematische wijze een uitvoeringsvorm van een 30 transportsysteem volgens de uitvinding toont;

Fig. 2 in zijaanzicht de werking van het systeem illustreert;

Fig. 3 een gedeelte van de in fig. 1 weergegeven transportband in bovenaanzicht toont;

Fig. 4 een gedeelte van het in fig. 1 weergegeven 35 transportsysteem in doorsnede toont;

Fig. 5 een detail van fig. 4 verduidelijkt; en

Fig. 6 een detail van een uitvoeringsvorm van een keerrol toegepast in het transportsysteem toont.

In fig. 1 is een uitvoeringsvorm van een transportsysteem 10 40 volgens de uitvinding weergegeven. Dit systeem 10 wordt in de - 7 - weergegeven situatie voor het omhoog transporteren van bulkgoederen 12 toegepast. Het systeem 10 omvat een modulaire transportband zonder einde 14 die over twee keerrollen 16 wordt geleid, waarvan er één wordt aangedreven met behulp van een schematisch weergegeven motor 5 18. De keerrollen 16 zijn op verschillende hoogtes opgesteld. De modulaire transportband 14 is opgebouwd uit schakels of modules 20, die aan elkaar zijn geschakeld met behulp van verbindingspennen 22.

De transportrichting is met pijlen aangeduid. Het bovenste deel van de modulaire transportband 14 waarop de producten 12 worden vervoerd, 10 wordt het transportpart 14A genoemd, en het teruggaande deel van de transportband 14 wordt als retourpart 14B aangeduid. Het transporttraject is de baan die de producten 12 in aanraking met de transportband 14 afleggen: in de weergegeven situatie vanaf een positie voorbij de onderste keerrol 16A tot de bovenste keerrol 16B. 15 Gebruikelijk zijn bij modulaire transportbanden de keerrollen 16 tandwielen. Onder een deel van het transportpart 14A is een geleidingsstelsel 24 opgesteld, dat ervoor zorgt dat de modules 20' die voorzien zijn van een geleidingselement 26 en direct aangrenzende modules ten opzichte van het vlak van de transportband 14 omhoog 20 worden verplaatst, en aldus kunnen fungeren als steunvlakken voor de bulkgoederen 12 over de breedte van de transportband 14. Het geleidingsstelsel 26 strekt zich uit voorbij de bovenste keerrol 16B tot in het teruggaande traject van de transportband 14. Het retourpart 14B hangt vanwege het eigen gewicht enigszins door, en 25 geeft aldus extra lengte voor de relatieve verplaatsing van de modules 20 met geleidingselementen 26 en eventueel aangrenzende modules. Nabij het uiteinde van het geleidingsstelsel 24 is een schraapelement 28 opgesteld, dat eventueel nog aanwezige aan de transportband 14 klevende producten 12 verwijdert. De producten 30 kunnen bijvoorbeeld op een volgende transportband 30 vallen.

Fig. 2 toont in zijaanzicht de opbouw van een uitvoeringsvorm van de modulaire transportband 14, en de werking van het systeem volgens de uitvinding. De modules 20 van de transportband zijn met verbindingspennen 22 aan elkaar gekoppeld. Bepaalde modules 20' zijn 35 voorzien van een geleidingselement 26. In de weergegeven uitvoeringsvorm omvat het geleidingselement 26 een driehoekig lichaam met één rechte hoek van 90°. De rechte zijde van het element 26 fungeert als contactvlak 32, dat indien aanwezig op het geleidingsstelsel 24 rust, terwijl de hypotenusa een concaaf 40 oppervlak 34 heeft, waarop een volgende module 20' kan rusten. Het - 8 - element 26 is aan de hoeken voorzien van doorgaande openingen 27 voor het opnemen van een verbindingspen 22. Het tandwiel 29 van onderste keerrol 16A is voorzien van uitsparingen 36, waarin de koppelingsdelen van aangrenzende modules 20 verbonden met elkaar door 5 de verbindingspen 22 worden opgenomen. Het geleidingsstelsel 26 omvat hier een strip 38 met een gebogen uiteinde 40, waardoor een module 20' geleidelijk in de verhoogde werkstand wordt gebracht, wanneer het contactvlak 32 van een geleidingselement 26 in aanraking komt met dit uiteinde. Het geleidingsstelsel 24 kan in de transportrichting 10 verplaatsbaar (weergegeven met dubbele pijl) zijn teneinde de positie voor het in verhoogde werkstand brengen van de betreffende modules te kunnen variëren. Zoals blijkt uit deze figuur wordt de module 20' met geleidingselement 26 in hoofdzaak loodrecht op de in de transportrichting gezien aangrenzende module gepositioneerd. Hierdoor 15 ontstaat een goed gericht steunvlak voor de transporteren voorwerpen. In deze fig. 2 is ook een zijgeleider 40 weergegeven, die de zijranden van niet in een verhoogde werkstand positioneerbare modules opneemt, zoals hierna nog zal worden toegelicht.

Fig. 3 toont in bovenaanzicht, dat de modules 20 een gesloten 20 oppervlak bezitten. Een module 20 kan in de breedte uit een rij deelmodules 20A, 20B, 20C bestaan. De module 20' is aan beide zijranden 42 van een geleidingselement 26 voorzien. De breedte van deze module 20' en de overige in een verhoogde werkstand positioneerbare modules is kleiner dan die van de niet in een 25 verhoogde werkstand positioneerbare modules teneinde de benodigde relatieve verplaatsing tussen de aan weerszijden opgestelde zijgeleiders 40 (niet weergegeven in fig. 3; zie fig 4 en 5) toe te laten. Op de verbindingspennen 22', die de eerste en laatste in verhoogde werkstand positioneerbare modules met de betreffende 30 bredere modules verbinden zijn aan de uiteinden tussen de uitsteeksels 41 van de bredere modules draaibare rollers 44 opgenomen.

Deze rollers 44 (zie fig. 4 en 5) rollen onderlangs het horizontale been 46 van de zijgeleiders 40, die een L-vormig profiel 35 bezitten waardoor de bredere modules 20 omlaag worden gedrukt en zodoende een vlak transportvlak definiëren en behouden. Het opstaande been 48 van de zijgeleiders 40 zorgt aan beide randen voor een zijbegrenzing zodat de producten niet van de transportband 14 kunnen afvallen. Fig. 4 en 5 tonen verder dat de strips 38 die het 40 geleidingstelsel vormen, zijn voorzien onder de banen van de - 9 - geleidingselementen 26 aan weerszijden van de transportband 14. Aan de onderkant van fig. 4 is ook het retourpart 14B van de transportband 14 in doorsnede weergegeven, waarbij dit part door geleiders 50 wordt ondersteund. Fig. 5 laat in meer detail de 5 samenhang tussen enerzijds de rollers 44 en de zijgeleiders 42 en anderzijds de geleidingselementen 26 en strippen 38 zien.

Fig. 6 illustreert een uitvoeringsvorm van de bovenste keerrol 16B in zijaanzicht. Op de beide uiteinden van een as 70 zijn de tandwielen 29 met uitsparingen 36 voorzien. Op een positie 10 overeenkomend met die van een geleidingselement 26 van de transportband is een geleidingsschijf 72 gemonteerd, zodat de schijven 72 de geleidingselementen bij het passeren van de keerrol en zodoende de betreffende modules in een verhoogde werkstand houden. De diameter van deze schijven 72 is zodanig dat er een meervoud van de 15 steek van de module 20 ontstaat, waardoor de band in de uitsparingen 36 past. Het uiteinde 80 van de strip 38 nabij de schijf 72 heeft een geleidelijke overgang, zodat het steunvlak, gevormd door een in werkstand geplaatste module een grotere hoek met het transportvlak maakt. Verder zijn in het eerste deel van het retourpart ook een 20 bovengeleider 82 en ondergeleider 50 weergegeven. De verticale en horizontale posities van beide zijn instelbaar. De bovengeleider 82 van het geleidingsstelsel 24 heeft een gekromd geleidingsoppervlak 84 zodat de terugkeer van een module vanuit de verhoogde werkstand naar de normale vlakke stand rustig verloopt.

10312 19

Claims (12)

1. Transportsysteem (10) voor het transporteren van voorwerpen (12) over een transporttraject, omvattende een modulaire transportband (14) zonder einde die een transportpart (14Δ) en een retourpart (14B) heeft, welke transportband (14) door middel van ten 5 minste een verbindingspen (22) aan elkaar gekoppelde modules (20) omvat, ten minste twee keerrollen (16) waarover de transportband (14) wordt geleid en die de begin- en eindposities van het transport- en retourpart (14A,14B) van de transportband (14) bepalen, en aandrijfmiddelen (18) voor het aandrijven van de transportband (14), 10 waarbij de modulaire transportband (14) is voorzien van ten minste een geleidingselement (26) voor het over ten minste een deel van het transporttraject positioneren van ten minste een module (20') vanuit een normale stand naar een ten opzichte van het transportvlak van de modulaire transportband verhoogde werkstand, welk geleidingselement 15 (26) in de normale werkstand een zich beneden het transportvlak uitstekend contactvlak (32) heeft, en dat het transportsysteem (10) een onder de baan van het geleidingselement opgesteld geleidingsstelsel (24) voor het ondersteunen van het geleidingselement over genoemd deel van het transporttraject omvat, 20 welk geleidingsstelsel (24) zich in de transportrichting gezien tot voorbij de in transportrichting gezien stroomafwaartse keerrol (16B) is opgesteld.

2. Transportsysteem volgens conclusie 1, waarbij het 25 geleidingsstelsel (24) op de positie van de overgang van transportpart (14A) naar retourpart (14B) een op de keerrol (16B) voorziene geleidingsschijf (72) omvat.

3. Transportsysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de breedte 30 van de ten minste ene module (20') die vanuit een normale stand naar een ten opzichte van het transportvlak van de modulaire transportband verhoogde werkstand positioneerbaar is, kleiner is dan de breedte van de aangrenzende niet in een verhoogde werkstand positioneerbare modules (20). 35

4. Transportsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een geleidingselement (26) is voorzien nabij de randen van de ten minste ene module (20') die vanuit een normale stand naar een ten 1031219 - 11 - opzichte van het transportvlak van de modulaire transportband verhoogde werkstand positioneerbaar is.

5. Transportsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, 5 waarbij de niet in een verhoogde werkstand positioneerbare modules (20) nabij de randen zijn voorzien van rollers (44).

6. Transportsysteem volgens conclusie 5, waarbij zijgeleiders (42) zijn voorzien, die zijn opgesteld boven de randen van het 10 transportpart (14A), zodanig dat de rollers (44) daarmee in aanraking verkeren.

7. Transportsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een geleidingselement (26) een contactvlak (32) heeft, dat in 15 hoofdzaak vlak is.

8. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het geleidingselement (26) een driehoekig lichaam omvat, dat op twee hoeken met ten minste twee verbindingspennen (22) draaibaar 20 is verbonden.

9. Transportsysteem volgens conclusie 8, waarbij 2 zijden van het driehoekig lichaam een hoek van 90° insluiten.

10. Transportsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het geleidingselement (26) een concaaf steunvlak (34) heeft.

11. Transportsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij onder het retourpart (14B) nabij de eindpositie van het 30 geleidingsstelsel (24) een schraapelement (28) is voorzien.

12. Transportsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de keerrollen (16) op een verschillende hoogte ten opzichte van de vaste wereld zijn opgesteld. 1031219 35