[go: up one dir, main page]

NL1030998C2 - Pneumatisch werkende aandrijfinrichting. - Google Patents

Pneumatisch werkende aandrijfinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1030998C2
NL1030998C2 NL1030998A NL1030998A NL1030998C2 NL 1030998 C2 NL1030998 C2 NL 1030998C2 NL 1030998 A NL1030998 A NL 1030998A NL 1030998 A NL1030998 A NL 1030998A NL 1030998 C2 NL1030998 C2 NL 1030998C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
piston
cylinder
rotor
combustion chamber
shaft
Prior art date
Application number
NL1030998A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrikus Peter Van Der Waal
Original Assignee
Hendrikus Peter Van Der Waal
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hendrikus Peter Van Der Waal filed Critical Hendrikus Peter Van Der Waal
Priority to NL1030998A priority Critical patent/NL1030998C2/nl
Priority to US12/161,217 priority patent/US20090000266A1/en
Priority to PCT/NL2007/000021 priority patent/WO2007086729A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1030998C2 publication Critical patent/NL1030998C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02CGAS-TURBINE PLANTS; AIR INTAKES FOR JET-PROPULSION PLANTS; CONTROLLING FUEL SUPPLY IN AIR-BREATHING JET-PROPULSION PLANTS
    • F02C1/00Gas-turbine plants characterised by the use of hot gases or unheated pressurised gases, as the working fluid
    • F02C1/02Gas-turbine plants characterised by the use of hot gases or unheated pressurised gases, as the working fluid the working fluid being an unheated pressurised gas
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02CGAS-TURBINE PLANTS; AIR INTAKES FOR JET-PROPULSION PLANTS; CONTROLLING FUEL SUPPLY IN AIR-BREATHING JET-PROPULSION PLANTS
    • F02C5/00Gas-turbine plants characterised by the working fluid being generated by intermittent combustion
    • F02C5/06Gas-turbine plants characterised by the working fluid being generated by intermittent combustion the working fluid being generated in an internal-combustion gas generated of the positive-displacement type having essentially no mechanical power output
    • F02C5/08Gas-turbine plants characterised by the working fluid being generated by intermittent combustion the working fluid being generated in an internal-combustion gas generated of the positive-displacement type having essentially no mechanical power output the gas generator being of the free-piston type

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)

Description

f 1 ·
Pneumatisch werkende aandrijfinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een pneumatisch werkende aandrijfinrichting, omvattende ten minste één rotor, die is verbonden met een draaibaar opgestelde as en door middel van 5 lucht in draaiing wordt gebracht.
Bij de bekende inrichtingen van dit type wordt in een afzonderlijke inrichting perslucht vervaardigd, die aan de pneumatische werkende inrichting wordt toegevoerd.
De uitvinding beoogt nu deze beide afzonderlijke inrich-10 tingen tot een enkele inrichting te combineren. Hierdoor kan plaatsruimte worden bespaard en kan met minder leidingen worden volstaan.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat is voorzien in ten minste één cilinder, die bij de omtrek van de 15 rotor vast is opgesteld en bij ten minste zijn ene einde een verbrandingskamer bezit en in welke cilinder een zuiger vrij beweegbaar is opgesteld, welke zuiger vanuit een stand nabij de verbrandingskamer, door middel van een in de verbrandingskamer opgewekte verbranding van brandstof, naar het andere 20 einde van de cilinder kan worden verplaatst om daarbij lucht uit een daar aanwezig mondstuk op de rotor te blazen, waarbij verder is voorzien in middelen om de zuiger van uit zijn laatst genoemde stand naar zijn eerst genoemde stand terug te brengen.
25 De door middel van de verplaatsing van de zuiger in de cilinder samengeperste lucht wordt dus direct gebruikt voor het in draaiing brengen van de rotor. In het algemeen zal de rotor zijn aangebracht op een as die is verbonden met een aan te drijven inrichting.
30 De middelen voor het terugbrengen van de zuiger naar het, van de verbrandingskamer voorziene, einde van de cilinder kunnen worden gevormd door een veer, die direct of indirect inwerkt op de zuiger.
Het naar een uitgangs-stand terug bewegen van de zuiger 35 kan echter ook worden verkregen, doordat de cilinder en zuiger dubbelwerkend zijn uitgevoerd, waartoe bij elk einde van de cilinder een mondstuk en een verbrandingskamer aanwezig zijn en nabij elk einde van de zuiger een klep is aangebracht die 1030998 2 wanneer de zuiger zich bij het ene einde van de cilinder bevindt tegen een daar aanwezige zitting wordt aangedrukt wanneer de zuiger, door middel van een in de verbrandingskamer opgewekte verbranding van brandstof, naar het andere einde van 5 de cilinder toe wordt verplaatst, en welke klep naderhand onder de werking van een veer weer naar de zuiger toe wordt getrokken.
Bij een dergelijke uitvoerings-vorm zal de lucht in tegengestelde richtingen uit de nabij de einden van de cilin-10 der aanwezige mondstukken worden geblazen. Nu zou het mogelijk zijn de uit het ene mondstuk komende lucht via een bochtstuk in de zelfde richting te leiden als de lucht die uit het andere mondstuk komt. Dit zal echter energie-verlies met zich brengen.
15 In verband daarmee kan er in worden voorzien, dat gebruik wordt gemaakt van twee, in tegengestelde richtingen draaiende, rotors waarbij de ene vast met de aan te drijven as is verbonden en de andere draaibaar op de as is aangebracht en via een aan de rotor aangebrachte inwendige vertanding en ten 20 minste één tandwiel is gekoppeld met een, met de as verbonden, tandwiel.
In het algemeen zullen een aantal cilinders verdeeld over de omtrek van de rotor aanwezig zijn, waarbij het tijdstip van de in de verbrandingskamers opgewekte verbranding per cilinder 25 verschillend kan zijn.
Hierdoor wordt bereikt dat op de rotor dan wel de rotors een meer gelijkmatig verdeelde belasting wordt uitgeoefend.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van uitvoer ings- voorbeelden, getoond in de tekening, waarin: 3 0 Fig. 1 schematisch een aanzicht toont van een deel van een inrichting volgens een eerste uitvoerings-vorm van de uitvinding, gezien in de richting van de draaiingsas van de rotor;
Fig. 2 schematisch een aanzicht toont van een deel van de 35 inrichting van fig. 1 in een richting haaks op het aanzicht van fig. 1 vanaf de rechter zijde daarvan; en
Fig. 3 schematisch een aanzicht toont van een deel van een tweede uitvoerings-vorm van een inrichting volgens de uitvinding.
1 0 3 0 Q o ft 3
De inrichting volgens de figuren 1 en 2 omvat de rotor 1, die is voorzien van schoepen 2 en is verbonden met de as 3, die draaibaar wordt ondersteund door het frame 4.
Op niet nader aangegeven wijze is met het frame 4 een 5 cilinder 5 verbonden, door middel van een steun 6. Het ene einde 7 van de cilinder 5 is voorzien van een verbrandingska-mer 8. De verbrandingskamer 8 is voorzien van niet nader aangeduide kleppen en van een ontstekings-inrichting.
In de cilinder 5 bevindt zich een vrij beweegbare zuiger 10 9, die tegen de wand van de cilinder aan ligt maar ter wille van de duidelijkheid op enige afstand daarvan is getekend.
De zuiger 9 staat onder invloed van de veer 10, die de zuiger naar het einde 7 van de cilinder toe drukt. Wanneer in de verbrandingskamer 8 een brandstofmengsel wordt ontstoken 15 wordt de zuiger 9 naar het andere einde 11 van de cilinder 5 toe gedrukt en zal de in de cilinder 5 aanwezige lucht naar buiten toe worden gedrukt via het mondstuk 12.
Vanuit het mondstuk 12 treft de lucht de schoepen 2 van de rotor l, zodat deze in draaiing wordt gebracht en de as 3 20 meeneemt. De draairichting van de rotor 1 is in figuur 1 aangegeven met de pijl P.
De hartlijn van het mondstuk 12 zal een zekere hoek maken met de hartlijn van de cilinder 5 om de luchtstroom in de juiste richting op de schoepen 2 van de rotor 1 te richten. 25 Ook bestaat de mogelijkheid de hartlijn van de cilinder 5 onder een zekere hoek op te stellen, zodat dus het einde 7 van de cilinder zich op grotere afstand van het vlak van de rotor bevindt dan het einde 11 van de cilinder 5. Mierdoor kan de aanstroming van de rotor zo gunstig mogelijk worden gemaakt.
30 Het zal duidelijk zijn, dat de dwars-doorsnede van het mondstuk 12 naar de rotor 1 toe kan verlopen, zoals van rond naar rechthoekig. Hierdoor kan een betere stroming van de lucht naar de schoepen toe worden bereikt.
De cilinder 5 is verder voorzien van een uitlaat 13, die 35 vrij komt wanneer de zuiger 9 nagenoeg het einde van zijn slag heeft bereikt. De uitlaat 13 kan op een centrale leiding zijn aangesloten, zodat de verbrandingsgassen eventueel nog kunnen worden gebruikt. De uitlaat 13 kan eventueel zijn voorzien van een bedienbare klep, zodat dan de plaats waar zich de uitlaat 1030998 4 13 bevindt minder kritisch is. Ook kan dan het openen en sluiten van de klep worden bestuurd. Deze besturing kan synchroon met de besturing van de klep of kleppen en bij voorbeeld van de ontstekings-inrichting van de verbrandingskamer 8 5 plaats vinden.
De rotor 1 met de schoepen 2 is opgenomen in een huis 14 dat plaatselijk is voorzien van een aansluitstuk, dat overgaat in het mondstuk 12.
Bij de uitvoerings-vorm volgens fig. 3 zijn voor overeen-10 komstige onderdelen de zelfde verwijzings-cijfers gebruikt als bij de uitvoerings-vorm volgens de figuren 1 en 2.
Bij deze uitvoerings-vorm is de cilinder 15 aan beide einden 7 voorzien van een mondstuk 12, die elk naar een rotor 1 toe zijn gericht. De ene rotor is, zoals bij de eerste 15 uitvoerings-vorm, direct verbonden met de as 3. De andere rotor is vrij draaibaar op de as 3 en is voorzien van een naar de as toe gerichte vertanding 16, die in aangrijping is met ten minste één tandwiel 17, dat draaibaar op de, met de rotor verbonden, as 18 is aangebracht. Het tandwiel 17 is in aan-2 0 grijping met een tandwiel 19, dat vast met de as 3 is verbonden. Bij draaiing van de rotor in een bepaalde richting zal de as 3 in tegengestelde richting draaien en wel in dezelfde richting als hij wordt aangedreven door de andere rotor. De draairichting van de rotors is aangeduid met de pijlen R en S. 2 5 In de cilinder 15 bevindt zich een holle zuiger 20 met in het midden een schot 21. Aan beide einden is de zuiger 20 voorzien van een zitting 22, waarin een klep 23 kan worden opgenomen, die wordt geleid door enkele poten 24. De klep 23 kan anderzijds afdichtend aan liggen tegen een zitting 25 van 30 de cilinder 15. De klep 23 wordt door middel van een trekveer 26 naar het midden-schot 21 van de zuiger 20 toe getrokken.
Aan beide einden 7 van de cilinder 15 is deze voorzien van een verbrandingskamer 8 zoals deze is beschreven aan de hand van de figuren 1 en 2 en op de aangegeven wijze kan zijn 35 voorzien van kleppen, een ontstekings-inrichting enz.
Bij de in figuur 3 getoonde stand van de onderdelen is de zuiger 20 juist naar zijn meest rechter stand verplaatst, is de linker uitlaat 13 gepasseerd en zal de linker klep 23 door de veer 26 naar de zuiger 20 toe worden getrokken. Bij de 1 o 3 o Q Q fl 5 meest rechter zijde van de cilinder 15 zal nu de verbrandings-kamer 8 in werking worden gesteld waardoor de rechter klep 23 tegen de zitting 25 aangedrukt wordt gehouden en de zuiger 20 naar links toe wordt verplaatst. Het linker einde van de 5 zuiger, dat door de betreffende klep 23 is afgesloten, zal nu lucht uit het mondstuk 12 persen tot de stand is bereikt zoals weergegeven in het rechter deel van de figuur. Vervolgens wordt de linker verbrandingskamer 8 ingeschakeld en wordt weer de stand van de onderdelen bereikt zoals deze in figuur 3 is 10 aangegeven.
Zoals reeds toegelicht aan de hand van de figuren 1 en 2 kunnen de uitlaten 13 met elkaar worden verbonden en kunnen diverse kleppen en regel-inrichtingen worden toegepast.
Opgemerkt zij nog, dat de schoepen 2 van de rotor 1 de 15 vorm kunnen hebben van een vleugelprofiel. Om de aanstroming van de schoepen zo gunstig mogelijk te doen zijn, kan elke schoep worden aangebracht op een radiaal lopende as, die draaibaar wordt ondersteund door de rotor. Elke as kan worden voorzien van een arm en de armen kunnen met elkaar worden 20 gekoppeld. Ten minste één arm kan worden voorzien van een sleufgat waarin een met een bedienings-schijf verbonden pen steekt. De bedienings-schijf is niet draaibaar maar wel verschuifbaar op de as 3 aangebracht en kan door een bedienbaar regel-orgaan over de as 3 worden geschoven om de schoepen in 25 de gewenste stand te draaien. Ook kan eventueel gebruik worden gemaakt van tandwielen of dergelijke.
Het zal duidelijk zijn, dat slechts twee mogelijke uit-voerings-vormen van een inrichting volgens de uitvinding in de tekening zijn weergegeven en hierboven beschreven en dat vele 30 wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvin-dings-gedachte te vallen, zoals deze in de conclusies is aangegeven .
Geconcludeerd kan dus worden, dat de grondgedachte daarin is gelegen, dat de bovenstaande beschrijving een as-op-as 35 constructie betreft zonder welke de aangebrachte middelen niet werkbaar zouden zijn indien deze niet tot een geheel met de as zouden zijn samengebracht. Waarbij dus de as-op-as constructie één geheel vormt waarmede en waardoor het drijfstang-principe overbodig is geworden.
1030998

Claims (5)

1. Pneumatisch werkende aandrijfinrichting, omvattende ten minste één rotor (1), die is verbonden met een draaibaar opgestelde as (3) en door middel van lucht in draaiing wordt 5 gebracht, met het kenmerk, dat is voorzien in ten minste één cilinder (5;15), die bij de omtrek van de rotor (1) vast is opgesteld en bij tenminste zijn ene einde (7) een verbran-dingskamer (8) bezit en in welke cilinder (5,15) een zuiger (9;20) vrij beweegbaar is opgesteld, welke zuiger (9;20) 10 vanuit een stand nabij de verbrandingskamer (8), door middel van een in de verbrandingskamer opgewekte verbranding van brandstof, naar het andere einde (11;7) van de cilinder (5;15) kan worden verplaatst om daarbij lucht uit een daar aanwezig mondstuk (12) op de rotor (1) te blazen, waarbij verder is 15 voorzien in middelen (10,-22-26) om de zuiger (9;20) van uit zijn laatst genoemde stand naar zijn eerst genoemde stand terug te brengen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het terugbrengen van de zuiger (9) naar het van 20 een verbrandingskamer (8) voorziene, einde (7) van de cilinder (5), worden gevormd door een veer (10), die direct of indirect inwerkt op de zuiger (9).
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de cilinder (15) en de zuiger (20) dubbelwerkend zijn uitgevoerd, 25 waartoe bij elk einde (7) van de cilinder een mondstuk (12) en een verbrandingskamer (8) aanwezig zijn en nabij elk einde van de zuiger (20) een klep (23) is aangebracht die wanneer de zuiger (20) zich bij het ene einde (7) van de cilinder (15) bevindt tegen een daar aanwezige zitting (25) wordt aangedrukt 3 0 wanneer de zuiger (20), door middel van een in de verbrandingskamer (8) opgewekte verbranding van brandstof, naar het andere einde (7) van de cilinder (15) toe wordt verplaatst, en welke klep (23) naderhand onder de werking van een veer (26) weer naar de zuiger (20) toe wordt getrokken. (030998
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat twee, in tegengestelde richtingen draaiende, rotors (1) aanwezig zijn, waarbij de ene vast met de aan te drijven as (3) is verbonden en de andere draaibaar op de as (3) is aangebracht 5 en via een aan de rotor (1) aangebrachte inwendige vertanding (16) en ten minste één tandwiel (17) is gekoppeld met een, met de as (3) verbonden, tandwiel (19).
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aantal cilinders (5;15) verdeeld over de 10 omtrek van de rotor (1) dan wel rotors aanwezig is, waarbij het tijdstip van de in de verbrandingskamers (8) opgewekte verbranding per cilinder (5;15) verschilt. 1030998
NL1030998A 2006-01-25 2006-01-25 Pneumatisch werkende aandrijfinrichting. NL1030998C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030998A NL1030998C2 (nl) 2006-01-25 2006-01-25 Pneumatisch werkende aandrijfinrichting.
US12/161,217 US20090000266A1 (en) 2006-01-25 2007-01-23 Pneumatic Operating Driving Device
PCT/NL2007/000021 WO2007086729A1 (en) 2006-01-25 2007-01-23 Pneumatic operating driving device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030998A NL1030998C2 (nl) 2006-01-25 2006-01-25 Pneumatisch werkende aandrijfinrichting.
NL1030998 2006-01-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030998C2 true NL1030998C2 (nl) 2007-07-26

Family

ID=36694314

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030998A NL1030998C2 (nl) 2006-01-25 2006-01-25 Pneumatisch werkende aandrijfinrichting.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US20090000266A1 (nl)
NL (1) NL1030998C2 (nl)
WO (1) WO2007086729A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2502582B (en) * 2012-05-31 2017-09-27 Abu Al-Rubb Khalil An internal combustion engine and method of operating an internal combustion engine
RU2511952C1 (ru) * 2013-01-09 2014-04-10 Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего профессионального образования "Казанский государственный энергетический университет" (ФГБОУ ВПО "КГЭУ") Газотурбинный двигатель со свободнопоршневым генератором газа
ITUB20154169A1 (it) * 2015-10-02 2017-04-02 Thelyn S R L Metodo e apparato di foto-indurimento a substrato auto-lubrificante per la formazione di oggetti tridimensionali.
RU202173U1 (ru) * 2020-07-23 2021-02-05 Герман Васильевич Половинкин Роторный двигатель с внешней камерой сгорания

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191224378A (en) * 1912-10-25 1913-10-23 James Dunlop Improvements in Internal Combustion Turbine Motors.
US3540215A (en) * 1968-05-13 1970-11-17 Luke J O Connell Rotary combustion turbine engine
US3757515A (en) * 1972-07-06 1973-09-11 G Pais Autocombine engine
DE2540250A1 (de) * 1975-09-10 1977-03-24 Hoegg Franz Hoegg-motor
DE2619932A1 (de) * 1976-05-04 1977-11-17 Walter Renner Benzinmotor
EP0240850A1 (en) * 1986-04-08 1987-10-14 Naczelna Organizacja Techniczna Oddzial Krakowski, Zespol Uslug Technicznych An internal-combustion turbine engine, particularly for driving vehicles
DE4210313A1 (de) * 1992-03-30 1993-10-07 Beuster Hans Uwe Gasturbinenanlage
DE10124056A1 (de) * 2001-05-16 2002-11-21 Reinhard-Michael Sperling Verbrennungsmotor
DE102004028950A1 (de) * 2004-06-14 2005-12-29 Roland Mahler Thermische Energiewandlung durch Beschleunigung und Massenerhöhung

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3051148A (en) * 1955-05-31 1962-08-28 Douglas K Warner Two cycle-radial, high-supercharge engines

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191224378A (en) * 1912-10-25 1913-10-23 James Dunlop Improvements in Internal Combustion Turbine Motors.
US3540215A (en) * 1968-05-13 1970-11-17 Luke J O Connell Rotary combustion turbine engine
US3757515A (en) * 1972-07-06 1973-09-11 G Pais Autocombine engine
DE2540250A1 (de) * 1975-09-10 1977-03-24 Hoegg Franz Hoegg-motor
DE2619932A1 (de) * 1976-05-04 1977-11-17 Walter Renner Benzinmotor
EP0240850A1 (en) * 1986-04-08 1987-10-14 Naczelna Organizacja Techniczna Oddzial Krakowski, Zespol Uslug Technicznych An internal-combustion turbine engine, particularly for driving vehicles
DE4210313A1 (de) * 1992-03-30 1993-10-07 Beuster Hans Uwe Gasturbinenanlage
DE10124056A1 (de) * 2001-05-16 2002-11-21 Reinhard-Michael Sperling Verbrennungsmotor
DE102004028950A1 (de) * 2004-06-14 2005-12-29 Roland Mahler Thermische Energiewandlung durch Beschleunigung und Massenerhöhung

Also Published As

Publication number Publication date
WO2007086729A1 (en) 2007-08-02
US20090000266A1 (en) 2009-01-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1030998C2 (nl) Pneumatisch werkende aandrijfinrichting.
US20100150701A1 (en) Variable geometry turbocharger
JP5349602B2 (ja) タービンエンジン用可変ジオメトリ装置、特にベルクランクを制御するシステム
CN102159794B (zh) 用于可变导向叶片的方法、系统和装置
EP3686418B1 (fr) Turboréacteur double flux comportant une série de lames rotatives pour obturer la veine du flux secondaire
FR2936560A1 (fr) Systeme de commande d'au moins deux equipements a geometrie variable d'un moteur a turbine a gaz, notamment par cremaillere
US710756A (en) Rotary engine.
CN101899997A (zh) 具有由液压和机械弹力致动的可变涡轮喷嘴的涡轮增压器
US4003675A (en) Actuating mechanism for gas turbine engine nozzles
FR3090048A1 (fr) Turboreacteur double flux comportant une serie de lames rotatives pour obturer la veine du flux secondaire
CN102301106A (zh) 内燃机的可变容积式增压器
CN102434230A (zh) 可变几何构造涡轮机
US1256647A (en) Rotary explosion-motor.
US769082A (en) Rotary engine.
US1497239A (en) Engine
US960992A (en) Rotary engine.
KR102013695B1 (ko) 터보차저 유량 설정장치
US594730A (en) dicey
US3889552A (en) Actuating device for multiple dampers
US863520A (en) Compound rotary engine.
US902472A (en) Rotary engine.
US628418A (en) Rotary engine.
DE525866C (de) Drehkolben-Brennkraftmaschine mit schwingenden Widerlagern im Gehaeuse
US1033985A (en) Rotary motor.
US638440A (en) Combined distributer and regulator for explosive-engines.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090801