[go: up one dir, main page]

NL1030912C2 - Werkwijze en inrichting voor het verwerken van voorwerpen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het verwerken van voorwerpen. Download PDF

Info

Publication number
NL1030912C2
NL1030912C2 NL1030912A NL1030912A NL1030912C2 NL 1030912 C2 NL1030912 C2 NL 1030912C2 NL 1030912 A NL1030912 A NL 1030912A NL 1030912 A NL1030912 A NL 1030912A NL 1030912 C2 NL1030912 C2 NL 1030912C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
station
support
objects
measuring station
measuring
Prior art date
Application number
NL1030912A
Other languages
English (en)
Inventor
Kees Von Son
Original Assignee
Bewo Maschf Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bewo Maschf Bv filed Critical Bewo Maschf Bv
Priority to NL1030912A priority Critical patent/NL1030912C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030912C2 publication Critical patent/NL1030912C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/74Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
    • B65G47/84Star-shaped wheels or devices having endless travelling belts or chains, the wheels or devices being equipped with article-engaging elements
    • B65G47/846Star-shaped wheels or wheels equipped with article-engaging elements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21CMANUFACTURE OF METAL SHEETS, WIRE, RODS, TUBES OR PROFILES, OTHERWISE THAN BY ROLLING; AUXILIARY OPERATIONS USED IN CONNECTION WITH METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL
    • B21C51/00Measuring, gauging, indicating, counting, or marking devices specially adapted for use in the production or manipulation of material in accordance with subclasses B21B - B21F

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Specific Conveyance Elements (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het verwerken van voorwerpen
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het verwerken van voorwerpen, zoals buizen, 5 die bewerkt zijn. De voorwerpen worden getransporteerd van een eerste station, waar de voorwerpen bewerkt worden, naar een tweede station, waar een bewerking of meting, bijvoorbeeld een meting wordt uitgevoerd.
Het is bekend voorwerpen, bijvoorbeeld buizen, te 10 bewerken. Een voorbeeld bewerking is het op lengte te zagen van de buizen. Na de bewerking kan een tweede bewerking worden uitgevoerd, bijvoorbeeld een meting of ontbraming. De bewerkte voorwerpen worden daartoe getransporteerd van een eerste bewerkstation naar een tweede bewerkstation. Het is 15 voordelig dat de stations als losse eenheden worden vervaardigd om vervolgens samengevoegd te worden tot een totale bewerkinrichting. Een dergelijke modulaire opbouw is bekend.
In het bijzonder wordt na het uitvoeren van een 20 bewerkingen zoals zagen of ontbramen deze bewerking gecontroleerd door middel van een meetstation. De meting wordt uitgevoerd op een stroomafwaarts gelegen station. Door de meting los te koppelen van het station waar een fysieke bewerking wordt uitgevoerd, kan de meting plaatsvinden zonder 25 verstoring, bijvoorbeeld door trilling, van de bewerkapparatuur.
Bij de bekende werkwijze en inrichting worden de bewerkte voorwerpen getransporteerd tussen de verschillende modulaire eenheden. Daarbij worden de voorwerpen door het eerste 30 station afgegeven en door het tweede station ontvangen. De stations zijn ingericht voor het ondersteunen van voorwerpen van verschillende grootte, lengte en doorsnede.
* 0309 72 2
Een probleem bij het verhogen van de verwerksnelheid van de bewerkte voorwerpen in de keten van modules is dat daarmee de transportsnelheid van de voorwerpen moet worden verhoogd, waarbij de kans op beschadigingen en wegspringen aan de 5 getransporteerde voorwerpen aanzienlijk wordt verhoogd, in het bijzonder bij het doorgeven van het bewerkte voorwerp van het transmiddel van een stroomopwaarts gelegen bewerkstation naar een volgend station. Tevens wordt de beschikbare tijd voor meting verkleind.
10 Doel van de uitvinding volgens een eerste aspect is het verschaffen van een werkwijze en inrichting voor het transporteren van de bewerkte voorwerpen, waarbij de kans op beschadigingen en wegspringen aanzienlijk is verminderd bij een hogere transportsnelheid. Dit doel wordt bereikt volgens 15 dit aspect van de uitvinding doordat een werkwijze omvat het verschaffen van een bewerkstation en een meetstation, het op het bewerkstation uitvoeren van een bewerking op het voorwerp, het transporteren van het bewerkte voorwerp naar het stroomafwaarts gelegen meetstation door het ondersteunen 20 en toevoeren van het bewerkte voorwerp, het ontvangen van de bewerkte voorwerpen in het meetstation, het uitvoeren van een meting voor het controleren van een eigenschap van de uitgevoerde bewerking. Bij voorkeur wordt de uitvinding gekenmerkt doordat het ontvangen volgens de werkwijze verder 25 omvat het overnemen van het ondersteunen van het toegevoerde voorwerp. Bij voorkeur wordt hierbij een in hoofdzaak gelijke wijze van ondersteunen toegepast. Hierdoor wordt het bewerkte voorwerp van het bewerkstation vervoerd naar het volgende meetstation, waarbij de ondersteuning van het voorwerp, in 30 het bijzonder de contactvlakken van de ondersteuning niet of nauwelijks veranderen. Het voorwerp wordt op een bepaalde wijze ondersteund, en die bepaalde wijze wordt overgenomen door overpakken. Doordat de contactoppervlakken van de 1030912 3 ondersteuning nauwelijks veranderen, worden geen versnellingen opgewekt die tot beschadigingen en wegspringen van de voorwerpen kunnen leiden.
Volgens de uitvinding wordt in een hoofdzaak continue 5 beweging van het bewerkte voorwerp gewaarborgd, waarbij bij het overpakken van het ene naar het andere station kan worden overgegaan op een totaal andere wijze van transport. Volgens de uitvinding is echter verrassenderwijs gebleken dat in het bijzonder het gelijk houden van de wijze van ondersteuning 10 bijzonder bij draagt aan een stabiele wijze van transport, waardoor de voorwerpen met hoge snelheid kunnen worden verwerkt. Bijzondere verstoringen van de beweging worden hierdoor uit de weggegaan.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het overnemen van 15 het voorwerp uitgevoerd met een beweging die een snelheidscomponent heeft die vergelijkbaar is met een toevoersnelheid van het bewerkte voorwerp. Hierdoor kan het bewerkte voorwerp opgepakt worden van het transportmiddel en een vergelijkbare snelheid houden. Ook hierdoor worden de 20 versnelling bij het overhevelen van het eerste naar het tweede station beperkt, waardoor beschadigingen en wegspringen worden tegengegaan. Het toevoeren van de bewerkte voorwerpen aan het tweede station gebeurt met een bepaalde beweging met een bepaalde toevoersnelheid en bepaalde 25 toevoerrichting. Bij het overnemen van de ondersteuning worden deze vergelijkbaar gehouden. De beweging van het overpakkende transportmiddel heeft bij voorkeur een beweging met een snelheidscomponent parallel aan de toevoersnelheid van het eerste station, welke een fractie, bijvoorbeeld tot 30 20%, maar bij voorkeur tot 10% groter is dan de toevoersnelheid, terwijl het overpakken ook een component loodrecht op de toevoersnelheid kan hebben, bij voorkeur 1030912 4 opwaarts, welke tot 25%, maar bij voorkeur tot 15% van de oorspronkelijk toevoersnelheid is.
Het is gunstig de transport van de voorwerpen tussen de stations te synchroniseren, zodanig dat het afgeven door het 5 eerste station gesynchroniseerd is met het overnemen van de ondersteuning door het daaropvolgende station. Een besturingsmiddel kan gekoppeld zijn met de aandrijving van de respectievelijke transportsystemen. De ondersteuning kan dan vloeiend worden overgenomen. Het vloeiend overnemen van de 10 ondersteuning wordt in ieder geval gerealiseerd wanneer het voorwerp stabiel ondersteund werd in het bewerkstation en daarna stabiel ondersteund wordt in het meetstation.
Verder is het voordelig het overpakken van de ondersteuning uit te voeren door het van een onderzijde van 15 het voorwerp aanbrengen van de ondersteuning door het meetstation, terwijl het voorwerp nog wordt ondersteund door het bewerkingsstation. Hierdoor wordt het overpakken uitgevoerd zonder dat een valversnelling van de voorwerpen optreedt. De nieuwe ondersteuning wordt onderlangs onder het 20 voorwerp gebracht en het voorwerp wordt bij voorkeur uit de ondersteuning door het transport van het bewerkstation getild.
Bij voorkeur omvat het transporteren en ondersteunen van het bewerkte voorwerp in het meetstation, het rond een as 25 roteren van een arm, waarbij het uiteinde van de arm het voorwerp ondersteunt, en waarbij de arm tijdens de opwaartse beweging het voorwerp van het bewerkstation overpakt.
Hierdoor kan op voordelige wijze het overpakken telkens herhalend en met hoge snelheid worden uitgevoerd.
30 Volgens een verdere voordelige uitvoering wordt volgens de uitvinding in het meetstation een carrousel verschaft met een aantal steunen voor de voorwerpen, en omvat de werkwijze 1030912 5 verder het roteren van de carrousel, waarbij het voorwerp in de steun wordt ontvangen.
Het is gunstig dat tijdens het roteren de meting aan het voorwerp wordt uitgevoerd. Het is op zichzelf bekend metingen 5 uit te voeren terwijl het te meten voorwerp wordt bewogen.
Bij voorkeur wordt de steun tijdens het roteren in een constante oriëntatie gehouden. Hierdoor blijft het voorwerp ook tijdens de rotatie op dezelfde wijze ondersteund.
Hierdoor treden geen beschadigingen op en is het voorwerp 10 beter controleerbaar en meetbaar.
Volgens een tweede aspect betreft de uitvinding tevens een inrichting voor de verwerking langwerpige, in het bijzonder cilindrische voorwerpen, zoals buizen. De inrichting volgens de uitvinding omvat een aantal stations, 15 waarbij een eerste bewerkstation is ingericht voor het uitvoeren van een bewerking en een tweede meetstation ingericht voor het uitvoeren van een meting, waarbij het meetstation stroomafwaarts gelegen is van het bewerkstation. Bij voorkeur heeft elk station een transportmiddel, dat 20 voorzien is van ten minste één steunmiddel voor het ondersteunen van de voorwerpen. De transportmiddelen zijn ingericht om samen te werken voor het stroomafwaarts vervoeren van de voorwerpen langs de respectievelijke stations. De inrichting wordt gekenmerkt doordat het 25 transportmiddel van het meetstation is ingericht voor het van het transportmiddel van het bewerkstation overpakken van het toegevoerde voorwerp, waarbij de steunmiddelen van de transportmiddelen in hoofdzaak gelijkvormig zijn. Hierdoor is het mogelijk bij het overpakken van het voorwerp van het 30 eerste naar het volgende station dat de ondersteuning vrijwel ongewijzigd blijft, waardoor het overpakken een vloeiende beweging is, waarbij de kans op beschadigingen aan het voorwerp aanzienlijk wordt beperkt. Daarnaast is de beweging T 0 3 0 9 i 2 6 van het voorwerp en de verdere transport van het voorwerp in het meetstation beter gecontroleerd en rustiger. Doordat de ondersteuning bij het overpakken in hoofdzaak gelijk blijft, treden geen of minder verstorende bewegingen op, zoals 5 stoten.
Het is voordelig dat de inrichting een synchronisatiemiddel omvat dat is gekoppeld met de ten minste twee stations. Hierdoor kunnen de transportmiddelen op elkaar afgestemd worden en kan elk toegevoerd voorwerp worden 10 ontvangen en ondersteund door het transportmiddel van het meetstation. De transportsnelheden/verwerktijd van de respectievelijke transportmiddelen kan hierdoor gelijk gehouden worden. Volgens de uitvinding is het mogelijk de inrichting meer dan 5000 bij voorkeur meer dan 6000 15 voorwerpen per uur op betrouwbare wijze te laten verwerken/transporten. Bij experimenten is gebleken dat meer dan 8000 voorwerpen per uur kunnen worden verwerkt.
Bij voorkeur wordt het voorwerp ondersteunt door een nok, die bij voorkeur een V-vormig ondersteuning vormt. Een 20 dergelijke ondersteuning is geschikt voor het ondersteunen van langwerpige voorwerpen met uiteenlopende afmetingen, doorsneden en grootten.
Volgens een voordelige uitvoering hebben de steunmiddelen van beide stations in dwarsdoorsnede een V-vorm. De V-vorm is 25 bijzonder geschikt voor het ondersteunen van een langwerpig voorwerp, zoals een buis. De buis wordt in de V-vorm opgenomen, zodanig dat twee lijncontacten worden gemaakt tussen steunmiddel en het voorwerp. De twee zijden van het steunmiddel liggen middels het lijncontact aan op het 30 voorwerp.
In een voordelig uitvoering is de punt van de V-vorm van het steunmiddel naar beneden gericht. Hierdoor wordt gebruik gemaakt van de zwaartekracht die het voorwerp in de hoek van 1030912 7 de V dwingt. Het voorwerp wordt zodoende stabiel ondersteunt in het steunmiddel onder zijn eigen gewicht.
Bij voorkeur wordt het voorwerp ondersteunt door een ten opzichte van de horizontaal schuin lopend vlak voorzien van 5 een in hoofdzaak haaks uit de schuine zijde stekende tweede zijde. De tweede zijde kan ook in hoofdzaak verticaal gericht zijn.
Bij voorkeur omvat het transportmiddel van het meetstation ten minste een aan het gestel gelagerde arm met 10 nok als steunmiddel. Hierdoor wordt een transportmiddel verkregen dat roteerbaar is. De beweging van het steunmiddel is dan cirkelvormig. In een bijzondere uitvoering wordt met de nok het voorwerp van het transportmiddel van het bewerkstation opgetild doordat de arm een slag naar boven 15 maakt, en daarbij het voorwerp van de onderzijde aangrijpt.
De nok heeft bij voorkeur een V-vormig deel voor het ondersteunen van voorwerpen.
De nok is bij voorkeur gelagerd verbonden met de arm, waarbij oriëntatiemiddelen aanwezig voor het onafhankelijk 20 van de rotatie vasthouden van de oriëntatie van de nok en dus van het steunmiddel. Het lijncontact dat het steunmiddel heeft met het voorwerp blijft hierdoor gedurende de gehele ondersteuning gelijk, waardoor minder verstoringen optreden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het transportmiddel 25 van meetstation een aan het gestel gelagerde carrousel die voorzien van een aantal armen, die elk een nok hebben. De nokken vormen de steunmiddelen. Hierdoor wordt het mogelijk een aantal voorwerpen tegelijkertijd in het meetstation te ondersteunen.
30 Bij voorkeur is de carrousel voorzien van oriëntatiemiddelen gevormd door een vast met het gestel verbonden eerste tandwiel, door een met het aantal armen overeenkomend, op de carrousel gelagerde tweede tandwielen, 1 030912 8 die gekoppeld zijn met het eerste tandwiel, en door een zelfde aantal derde tandwielen, die op de carrousel gelagerd zijn aangebracht, die op elk tweede tandwiel aangrijpen en die telkens verbonden zijn met de nok van de arm. Een 5 dergelijk uitgevoerd tandwielmechanisme is in staat de aan de carrousel gelagerde nokken in een vaste oriëntatie ten opzichte van het gestel te houden, waardoor de aangrijping, bij voorkeur door lijncontact, tijdens de transport niet veranderd, waardoor geen verstoringen optreden.
10 In een gunstige uitvoering is een van de transportmiddelen, bij voorkeur het transportmiddel van het bewerkstation een transportband of transportketting voorzien van nokken, waarbij de transportband en de nok het steunmiddel van het bewerkte voorwerp vormen. Een dergelijke 15 transportmiddel wordt al uitgebreid toegepast in bestaande bewerkstations. De uitvinding kan samenwerken met de bestaande bewerkstations.
Het meetstation is bij voorkeur uitgevoerd met een optisch meetsysteem.
20 Het meetstation volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een op het gestel aangebrachte aangrijpunit en een op een geleidingsmiddel geleidbare tweede aangrijpunit, waarbij de afstand tussen de aangrijpunits instelbaar is, en waarbij de aangrijpunits het transportmiddel volgens de uitvinding 25 omvatten. Hierdoor wordt een meetstation verkregen dat toegepast kan worden voor het ondersteunen en meten aan langwerpige voorwerpen, waarbij de uiteinde van de voorwerpen door de transportmiddelen van de aangrijpunits worden aangegrepen en ondersteund. De afstand tussen de 30 aangrijpunits is afhankelijk van de lengte van de langwerpige voorwerpen.
Volgens een verdere uitvoeringvorm is het meetstation voorzien van een sorteermiddel gekoppeld met het meetmiddel 1030912 9 voor het sorteren van de gemeten voorwerpen. Het sorteermiddel heeft twee toestanden. Het sorteermiddel wordt in een eerste toestand gebracht, wanneer het gemeten voorwerp voldoet aan een bepaalde eis voor de gemeten eigenschap, 5 bijvoorbeeld de lengte van de buis ligt binnen een voorafbepaald bereik. In de eerste toestand wordt het goedgekeurde voorwerp verder stroomafwaarts getransporteerd, bijvoorbeeld door het sorteermiddel de voorwerpen van de ondersteuning geleid, bijvoorbeeld doordat het sorteermiddel 10 een beweegbaar, bij voorkeur schuifbare nok omvat, welke in het bewegingstrajeet van het transportmiddel van het meetstation verplaatsbaar is. Het sorteermiddel, bij voorkeur aangebracht op de beide aangrijpunits, neemt de ondersteuning van het transportmiddel over en voert het voorwerp af naar 15 een afvoerzijde van het meetstation, waar het voorwerp verder kan worden verwerkt bij voorbeeld in een volgend bewerkstation, bijvoorbeeld een coating of reinigingsinrichting. Wanneer de gemeten eigenschap niet van het voorwerp niet aan een voorafbepaalde voorwaarde voldoet, 20 wordt het voorwerp afgekeurd, en wordt het sorteermiddel in een tweede toestand gebracht, waarbij het voorwerp niet naar de afvoerzijde voor verdere transport/bewerking wordt gevoerd, maar naar een uitgang voor afgekeurde voorwerpen.
Bij voorkeur is stroomafwaarts van het sorteermiddel een 25 afvoerband voor afgekeurde voorwerpen aangebracht, die de niet door het sorteermiddel naar de afvoerzijde geleide voorwerpen opvangt en afvoert naar de uitgang voor afgekeurde voorwerpen. Het zal duidelijk zijn dat de vakman verschillende uitvoeringen voor het sorteermiddel kan kiezen. 30 In een voorkeursuitvoeringsvorm is het meetstation voorzien van een buffereenheid, waarin de voorwerpen getransporteerd kunnen worden, bij voorkeur na meting, waarbij de buffereenheid een ondersteuning voor een aantal 1030912 10 voorwerpen omvat en een bufferschuif. Wanneer een voorafbepaald aantal voorwerpen in de buffereenheid aanwezig is, wordt de bufferschuif geopend, en kunnen de voorwerpen verder worden getransporteerd, bijvoorbeeld naar een volgend 5 bewerkstation. De buffereenheid kan een voorafbepaald aantal voorwerpen verzamelen en deze vervolgens tegelijk naar het volgende bewerkstation vrijgeven en transporteren.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een meetstation voor het meten van een eigenschap van een langwerpig bewerkt 10 voorwerp, zoals een buis, waarbij het meetstation is ingericht als module voor een reeks van een aantal stations, waarbij het meetstation is uitgevoerd voorzien van ten minste een van de bovenstaande maatregelen.
Het zal duidelijk zijn dan binnen het principe van de 15 uitvinding verschillende uitvoeringen mogelijk zijn.
Hieronder de uitvinding verder worden beschreven aan de hand van een aantal voorkeursuitvoeringsvormen, die niet bedoeld zijn om de uitvinding te beperken, waarbij de uitvinding telkens wordt aangegeven in de conclusies.
20 Er wordt hier opgemerkt dat de beschrijving opgesteld met het doel de uitvinding te beschrijven. Bepaalde details zijn niet nader beschreven. Ook zijn niet alle voordelen van alle onderdelen weergegeven. Vermelding of tonen van die onderdelen in de beschrijving of in de tekeningen kan echter 25 telkens voldoende basis vormen voor het doen van een afgesplitste aanvrage gericht op een tweede uitvinding, ook in gevallen waarbij de specifieke voordelen van de maatregel niet apart hier zijn vermeld. Het zal de vakman duidelijk zijn dat alle genoemde en getoonde maatregelen onafhankelijk 30 genomen kunnen worden van de uitvinding volgens de huidige conclusies.
De uitvinding zal verder worden besproken aan de hand van de bijgesloten tekeningen, waarin: 1030912_ 11
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht is van een eerste uitvoeringsvorm van een meetstation volgens de uitvinding,
Figuur 2 een deels opengewerkt zijaanzicht is van de 5 eerste uitvoeringsvorm van het meetstation,
Figuur 3 een detail is volgens pijl III in figuur 2,
Figuur 4 een deels opengewerkt zijaanzicht is van een eerste stap van een eerste uitvoeringsvorm van de werkende inrichting volgens de 10 uitvinding,
Figuur 5 een deels opengewerkt zijaanzicht is van een tweede stap van een eerste uitvoeringsvorm van de werkende inrichting volgens de uitvinding, 15 Figuur 6 een deels opengewerkt zijaanzicht is van een derde stap van een eerste uitvoeringsvorm van de werkende inrichting volgens de uitvinding. Figuur 1 toont een meetstation 1 dat is ingericht voor het ontvangen van langwerpige voorwerpen zoals buizen 2, 20 waarvan de lengte gemeten wordt. Twee meetmiddelen 3,4 zijn aan weerszijden van een meetgebied geplaatst, en meten de lengte van een toegevoerde buis 2.
Het meetstation 1 omvat een gestel 5 met een tweetal aangrijpunits 6,7. In deze uitvoeringsvorm is aangrijpunit 6 25 vast verbonden met het gestel 5 en is.aangrijpunit 7 verplaatsbaar volgens pijl 8 in een lengterichting van het gestel 5 over een geleiding 10, daarbij beweegbaar met een motor 11. De afstand tussen de aangrijpunits kan zodoende worden aangepast en worden ingesteld op een lengte die 30 overeenkomt met de lengte van de toegvoerde buizen 2. Het meetstation kan een module zijn van een verwerkinrichting. De buizen worden op lengte gezaagd of op een andere wijze bewerkt.
1030912 12
De buizen 2 worden aan het meetstation toegevoerd vanaf een stroomopwaarts gelegen station, de meting wordt uitgevoerd, en de buizen worden verder verwerkt. In het meetstation worden de buizen in deze uitvoeringsvorm aan een 5 zijde ontvangen en ondersteund. Vervolgens worden de buizen 2 getransporteerd en naar een afvoerzijde gevoerd.
De buizen, waarvan is vastgesteld dat zij een lengte hebben die vergelijkbaar is met de gewenste lengte, bij voorbeeld een lengte met een foutenamarge van minder dan 10 0,1%, worden afgevoerd naar een een volgend station (niet getoond) voor verdere verwerking. Zodoende is het meetstation als module in te zetten in een keten van bewerk- en meetstations voor het bewerken van voorwerpen, in het bijzonder langwerpige voorwerpen, zoals holle voorwerpen, in 15 het bijzonder buizen.
De meetmiddelen worden in het bijzonder gevormd door optische meetmiddelen. Hierdoor is het eenvoudig waar te nemen wat de lengte is van een buis. De uiteinden van de buis worden door een meetzone van het meetmiddel geleid. De 20 meetzone wordt bijvoorbeeld gevormd door een laseraftast gebied. Met de laser kan worden vastgesteld hoever het uiteinde van de buis in de zone uitsteekt. Omdat de afstand tussen de meetzones bekend is, kan de lengte van de buis worden gemeten.
25 De meting is in het bijzonder gekoppeld met een geheugen, waarin de meetwaarden worden opgeslagen. Hierdoor is het mogelijk waarden van de uitgevoerde bewerking te verzamelen en te analyseren. In het bijzonder kunnen statistische bewerkingen worden uitgevoerd, zodat een hoeveelheid buizen 30 kan worden gekarakteriseerd, bijvoorbeeld met een gemiddelde lengte en een standaarddeviatie.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de meting gekoppeld met een besturing voor het uit de toegevoerde voorwerpen 1 0309 12 13 afscheiden van voorwerpen die niet voldoen aan een bepaalde eis. De eis kan bijvoorbeeld een lengte zijn binnen een bepaalde foutenmarge. De besturing is ingericht om het meetstation in twee toestanden te sturen. In een eerste 5 toestand worden de gemeten voorwerpen geschikt bevonden voor verdere verwerking, en worden de voorwerpen naar een verdere verwerking geleid. Wanneer echter een te grote afwijking van de gewenste lengte wordt gemeten, kan het meetstation naar een tweede toestand worden gebracht, waarbij het gemeten 10 voorwerp wordt afgevoerd via een alternatieve afvoer, in deze uitvoering naar de transportband 9. Deze buizen worden niet verder verwerkt. De aangrijpunits zijn vergelijkbaar uitgevoerd. Hieronder wordt een aangrijpunit uitgebreid besproken.
15 Figuur 2 toont een deels opengewerkt zijaanzicht van het meetstation 1, in het bijzonder een aanzicht van de aangrijpunit 7. De aangrijpunit 7 is beweegbaar over geleiding 10. Aan het opstaande deel van de beweegbare aangrijpunit 7 is een as 12 gelagerd, waaraan de carrousel 13 20 met vier armen 14-17 is gelagerd. De aangrijpunit 6 is vergelijkbaar uitgevoerd. De aangrijpunit is voorzien van een aandrijving gekoppeld met de carrousel voor het aandrijven van de carrousel om te roteren rond de as 12. Een besturing stuurt de aandrijving. De besturing is in staat het toerental 25 van de carrousel te besturen. In een bijzondere uitvoering heeft de besturing een hoekaandrijving, die in staat is de positie van de carrousel te bepalen en nauwkeurig de carrousel in een bepaalde positie op een bepaald moment te leiden.
30 De carrousel 13 is gelagerd verbonden met de aangrijpunit 7 en kan draaien volgens pijl 18 rond as 12. Het aantal armen is niet beperkt volgens de uitvinding. Meer of minder armen zijn mogelijk.
1030912 14
De carrousel 13 omvat een set tandwielen die zijn opgenomen in het binnenwerk van de klaverbladachtig gevormde armen. Een centraal tandwiel 20 is vast verbonden met de aangrijpunit 7. De op het centrale tandwiel aangrijpende 5 eerste tandwielen 21-24 zijn elk gelagerd verbonden met de carrousel, elk in een van de armen. De verzameling tweede tandwielen 25-28 zijn ook gelagerd verbonden met elk van de armen 14-17 en grijpen aan op elk van de eerste tandwielen. Hierdoor wordt een tandwielmechaniek verkregen, waarbij de 10 tweede tandwielen ten opzichte van de vaste wereld niet roteren, maar in hoofdzaak dezelfde oriëntatie houden. De tandwielen vormen een oriëntatiemiddel voor het tijdens de rotatie van de carrousel houden van dezelfde oriëntatie.
Met elke as 33-36 van de tweede tandwielen is een nok 15 29-32 verbonden, welke zich bevindt buiten de armen van de carrousel. De nokken vormen ondersteuningsmiddelen voor een voorwerp, zoals het uiteinde van een buis. Door de oriëntatiemiddelen worden de nokken telkens in een vaste oriëntatie gehouden, tijdens de rotatie van de carrousel 13. 20 Het geheel van carrousel, oriëntatiemiddel en nokken vormen het transportmiddel van het meetstation, welk transportmiddel in staat is voorwerpen te ontvangen, te transporteren en af te voeren.
De nokken 29-32 hebben een bovenoppervlak dat een V- of 25 L-achtige vorm heeft. Een eerste lange zijde 38 is vooral ingericht als steunvlak voor het opvangen van de op ondersteunde voorwerpen werkende zwaartekracht. Dit vlak is schuin, aflopend georienteerd ten opzichte van de horizontaal. Nabij het lage einde van de lange zijde is de 30 nok voorzien van een opstaande zijde 39, in de voorkeursuitvoering, haaks uitstekende van de lange zijde 38. De zijden 38,39 vormen een V-vorm, waarin een voorwerp, in 1030912 15 het bijzonder het uiteinde van een langwerpig voorwerp zoals een buis kan worden ondersteund.
In de uitvoeringsvorm is een zijaanzicht van de nokken 29-32 getoond. Van de voorwerpen is een doorsnede getoond. De 5 uitvinding is niet beperkt tot buizen met een cilindrische doorsnede. Ook vierkante en rechthoekige buizen of massieve staven kunnen worden toegepast.
Een nok uitgevoerd volgens de uitvinding ondersteunt het cilindrische voorwerp in deze uitvoeringsvorm middels twee 10 lijncontacten 40,41, waarbij elke zijde een lijncontact met de buis maakt. Een dergelijke nok zal een cilindrische buis van een willekeurige diameter op de wijze zoals getoond in figuur 2 ondersteunen. Het is niet nodig de nokken af te stemmen op de diameter van de voorwerpen. Ook voorwerpen met 15 een andere diameter kunnen gemakkelijk met de getoonde nokken worden ondersteund. Een dergelijke nok voor de ondersteuning van buizen is bijzonder voordelig. Een dergelijk steunmiddel in een van de stations in een inrichting voor het bewerken van buizen is voordelig ook in andere uitvoeringsvormen. De 20 nok en in het bijzonder de combinatie van nok en oriëntatiemiddelen is een onderwerp voor een mogelijke afsplitsing onafhankelijk van de uitvinding volgens deze aanvrage.
Door het eigengewicht van de voorwerpen worden de 25 voorwerpen in de door het steunmiddel 29-32 gevormde kom ondersteund en vastgehouden. Zijde 38 maakt bij voorkeur een hoek van tussen 5-20, bij voorkeur 7-15 graden met de horizontaal.
Het meetstation volgens de uitvinding wordt bij voorkeur 30 als module in een verwerkketen van een aantal stations toegepast. In figuur 2 is een zijaanzicht van een transportband 50 van een andere module 51, zoals een bewerkstation, getoond. Het bewerkstation kan een zaagstation 10 3091?_ 16 of een ontbraamstation zijn. In een ontbraamstation worden de uiteinden van de zojuist gezaagde buizen behandeld en worden bramen verwijderd. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan middels borstelen of schuren.
5 Een meetstation moet een nauwkeurige meting kunnen uitvoeren. Om die reden is het zeer gunstig het gestel van het meetstation te scheiden van het gestel van bewerkstations, waarbij met trillingen en andere verstoringen op hoge snelheid bewerkingen op de voorwerpen worden 10 uitgevoerd. Door met modules te werken wordt dit effect bereikt.
Het bewerkstation 51 voert bewerkte voorwerpen 52 toe op een transportband 50, gevormd in deze uitvoeringsvorm door een flexibele band 50, die gespannen is rond een wiel 54. Op 15 de band zijn nokken 52 aangebracht. Een voorwerp 2 wordt door de band ondersteunt en door de nok 52 meegenomen. De transportband 50 beweegt volgens pijl 53. Er kunnen bijzonder robuuste materialen gebruikt worden voor de band en voor de nok, in het bijzonder metaallegeringen, zoals een ketting.
20 De ondersteuning van het bewerkstation is in zijaanzicht gelijk aan de ondersteuning in het meetstation gevormd door de nokken 29-32. Deze gelijkvormigheid is zeer voordelig bij het overpakken van de voorwerpen van een eerste station naar een tweede station.
25 De gelijkvormigheid volgens de uitvinding wordt verkregen door het verschaffen van een gelijksoortige ondersteuning, in hoofdzaak bepaald door de vorm van de respectievelijke steunmiddelen. Echter de steunmiddelen kunnen verschillende doorsneden hebben, en toch dezelfde ondersteuning bieden. De 30 gelijkvormigheid volgens de uitvinding wordt telkens gehaald wanneer bij het overdragen van de voorwerpen tussen de stations, de controle over de beweging van de voorwerpen vrijwel volledig gecontroleerd is, in het bijzonder door het 10309 12 17 toepassen van een vergelijkbaar aangrijpmiddel voor het ondersteunen. De overdraging is vloeiend en continu. Aan deze kenmerken kan de uitvinding volgens deze aanvrage herkend worden.
5 Door de vloeiende ondersteuning kan het meetmiddel veel dichter bij de invoerzijde van het meetstation geplaatst worden dan volgens de stand van de techniek. Door de gestabiliseerde ondersteuning treden geen verstoringen op. Hierdoor kunnen een aantal stabilisatie technieken zoals in 10 de stand van de techniek achterwege gelaten worden.
De uitvinding is niet beperkt tot twee verschillende stations. De uitvinding kan ook worden toegepast bij het overnemen van de ondersteuning tussen twee bewerkstations.
Terwijl een voorwerp ondersteund op het transportmiddel 15 50 wordt toegevoerd, roteert de carrousel 13. Nok 30 beweegt en pakt vanaf een onderzijde de buis 2 over uit de ondersteuning van band 50 en nok 52. Door de gelijkvormigheid van de respectievelijke ondersteuningen, kan dit zonder of met zeer kleine trillingen en verstoringen worden uitgevoerd. 20 De transportband 50 beweegt met een voorwaartse snelheid weergegeven in figuur 2 met vector 55. De nok 30 komt onder het voorwerp 2 met een snelheid die kan worden weergegeven door middel van vector 56, waarbij de richting en grootte van de vectoren op schaal zijn. De vector 56 heeft een snelheid 25 die in grote mate overeenstemt met de voorwaartse snelheid die het voorwerp 2 al heeft. De hoek 57 is klein bijvoorbeeld kleiner dan 20 graden, in het bijzonder kleiner dan 15 graden. De vector 56 heeft bij voorkeur een miniem grotere voorwaartse snelheid, zodat het overpakken met zekerheid 30 wordt uitgevoerd.
De beweging van de transportband 50 en de rotatie van de carrousel zijn op elkaar afgestemd en in ieder geval gesynchroniseerd. Telkens wanneer een nok 52 zich op de 1030912 18 plaats van nok 52 zoals getoond in figuur 2 bevindt, zal een nok 30 aan een arm 15 van de carrousel 13 zich op die getoonde positie bevinden, zodat een eventueel aanwezige buis 2 van het eerst transportmiddel 50 kan worden overgenomen en 5 worden verder verwerkt in het tweede station, in het bijzonder het meetstation. Het zal de vakman duidelijk zijn dat een dergelijke synchronisatie door middel van een geschikt besturingsmiddel kan worden verkregen.
De synchronisatie leidt er ook toe dat de beide modules 10 worden afgestemd op een bepaalde verwerksnelheid. De uitvinding maakt verwerksnelheden van meer dan 5000 stuks per uur mogelijk, in het bijzonder meer dan 6000 stuks. Doordat het overzetten van de voorwerpen, die vaak een groot gewicht hebben en dus een grote traagheid, vloeiender en meer continu 15 plaatsvindt, worden verstoringen die bij de stand van de techniek op treden uit de weg gegaan.
Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van de koppeling van de twee stations 51 en 1. De afgebeelde situatie verschilt enigszins van de situatie in figuur 2.
20 Getoond is het moment juist voor het overpakken van de buis 2. Voor het gemak zijn dezelfde verwijzingscijfers gebruikt. Een geleidingsmiddel 60 in bewerkstation 51 brengt de buizen in een centrale positie.
Figuur 3 toont tevens het meetmiddel 3, waarbij duidelijk 25 is dat bij rotatie van de carrousel 13, de uiteinden van de buis 2 door de meetzone van het meetmiddel 3 zal bewegen. In figuur 4 is de meetsituatie getoond. De carrousel 13 zal tijdens werking bij voorkeur continu bewegen. Desondanks is het meetmiddel in staat de lengte van de bewegende voorwerpen 30 vast te stellen.
Figuur 4 toont een tweede voorwerp 70 dat op de transportband wordt ondersteunt, waarbij nok 31 onderweg is om naar de overpak positie te bewegen.
1030912 19
Buis 71 is ondertussen over een sorteerschuif 72 afgevoerd voor verdere verwerking. In deze uitvoering is de schuif in dit aanzicht beweegbaar in en uit het vlak van de figuur. In een andere uitvoering kan de sorteerschuif 5 beweegbaar zijn volgens pijl 73, in en uit het traject van de buizen ondersteund door de carrousel. De sorteerschuif wordt in de getoonde positie gebracht, in het traject van de buizen die door de carrousel gesteund worden, wanneer bij de meting van de lengte van de buis gebleken is dat het voorwerp 10 voldoet aan de gestelde lengte-eisen. Door de sorteerschuif worden de buizen uit de ondersteuning van de nok getild en zullen de ronde buizen in deze uitvoering naar de bufferruimte 74 rollen. De bufferruimte 74 is in de getoonde uitvoering een ondersteuning met een poort 75. In de 15 bufferruimte 74 kunnen een aantal buizen verzameld worden. Daarna kan de poort worden geopend en kunnen de verzamelde, gebufferde buizen tegelijk worden afgevoerd voor verdere behandeling. De buffering kan worden afgestemd op de verdere verwerking, bijvoorbeeld een coatingstation of een 20 reinigingsstation, waarin een aantal buizen tegelijk verwerkt kunnen worden. In figuur 5 is het afvoeren naar de bufferruimte in detail getoond.
De poort 75 en de sorteerschuif 72 kunnen uitgevoerd worden als elektronisch bestuurbare pallen gekoppeld met een 25 besturing, die tevens gekoppeld is met de meting en of het geheugen waarin de metingen worden opgeslagen.
Wanneer de sorteerschuif 72 niet in de eerste toestand wordt gebracht, blijft de buis ondersteund worden door de nok van de carrousel en zal de buis verder roteren. Daarbij zal 30 de buis dan in aanraking komen met de vaste aanslag 78 bij de positie van nok 29 in figuur 6. De vaste aanslag tilt de buis op uit de ondersteuning, en de buis wordt afgevoerd 80 naar 1030912 20 de transportband 9. De buis is niet correct bevonden en hoeft niet verder verwerkt te worden.
Alhoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van de voorkeursuitvoeringsvorm, zal het de vakman duidelijk zijn 5 dat verschillende andere uitvoeringen eveneens mogelijk zijn binnen het concept van de uitvinding. In het bijzonder kan de ondersteuning door de steunmiddelen en transportmiddelen in de diverse stations anders uitgevoerd worden. Echter door het gebruik van de gelijkvormigheid wordt een grote mate van 10 vermindering van de verstoring van de overgang van het eerste naar het tweede station verkregen, waardoor de verwerking van de geïndividualiseerde buizen mogelijk is.
1 0309 12_

Claims (22)

1. Werkwijze voor de verwerking van bewerkte langwerpige voorwerpen, zoals buizen, omvattende: 5. het verschaffen van een bewerkstation en een meetstation voor de voorwerpen; - het op het bewerkstation uitvoeren van een bewerking op het voorwerp, - het transporteren van het bewerkte voorwerp naar een 10 stroomafwaarts gelegen meetstation, door het ondersteunen en toevoeren van het bewerkte voorwerp, - het ontvangen van het bewerkte voorwerp in het meetstation, - het uitvoeren van een meting voor het controleren van een eigenschap van de uitgevoerde bewerking, en 15. het verder transporteren van de voorwerpen, gekenmerkt doordat het ontvangen omvat het overnemen van het ondersteunen van het toegevoerde voorwerp met een in hoofdzaak zelfde wijze van ondersteunen. 20
2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het overnemen omvat het aanbrengen van de ondersteuning door het meetstation onder het voorwerp en het van de ondersteuning van het bewerkstation afnemen van het voorwerp. 25
3. Werkwijze volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de ondersteuning ten minste een snelheidscomponent heeft gericht in de transportrichting van het voorwerp in het bewerkstation die vergelijkbaar is met de transportsnelheid van het 30 voorwerp in het bewerkstation. 1030912
4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-3, gekenmerkt doordat het ondersteunen van het voorwerp omvat het door een lijncontact ondersteunen van het voorwerp.
5. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-4, gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat het synchroniseren van het transporten in het bewerkstation en het meetstation, zodanig dat het ondersteunen van het voorwerp vloeiend kan worden overgenomen. 10
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-5, gekenmerkt doordat het transporteren en ondersteunen van het bewerkte voorwerp in het meetstation verder omvat, het rond een as roteren van een arm, waarbij het uiteinde van de arm 15 het voorwerp ondersteunt, en waarbij de arm tijdens de opwaartse beweging het voorwerp van het bewerkstation overpakt.
7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, 20 gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat het in het meetstation verschaffen van een carrousel met een aantal steunen voor de voorwerpen, en het roteren van de carrousel, waarbij het voorwerp in de steun wordt ontvangen en ondersteund. 25
8. Werkwijze volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat tijdens het roteren de meting aan het voorwerp wordt uitgevoerd.
9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, gekenmerkt doordat de steun tijdens het roteren in een constante oriëntatie ten opzichte van een vast punt wordt gehouden. 103091?
10. Inrichting voor de verwerking langwerpige, in het bijzonder cilindrische voorwerpen, zoals buizen, omvattende een aantal stations, waarbij een eerste bewerkstation is ingericht voor het uitvoeren van een bewerking en een tweede 5 meetstation ingericht voor het uitvoeren van een meting, waarbij het meetstation stroomafwaarts gelegen is van het bewerkstation, waarbij de stations elk een transportmiddel hebben voorzien van een steunmiddel voor het ondersteunen van de voorwerpen, en waarbij de transportmiddelen zijn ingericht 10 om samen te werken voor het stroomafwaarts vervoeren van de voorwerpen langs de respectievelijke stations, met het kenmerk, dat het transportmiddel van het meetstation is ingericht voor het van het transportmiddel van het bewerkstation overpakken van het toegevoerde voorwerp, 15 waarbij de steunmiddelen van de transportmiddelen in hoofdzaak gelijkvormig zijn
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het steunmiddel een V-vormige ondersteuning is. 20
12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat beide steunmiddelen in dwarsdoorsnede een V-vorm hebben.
13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het 25 kenmerk, dat een punt van de V-vorm van het steunmiddel naar beneden gericht.
14. Inrichting volgens een van de conclusies 10-13, met het kenmerk, dat de steunmiddelen een ten opzichte van de 30 horizontaal schuin lopend vlak heeft voorzien van een in hoofdzaak haaks uit de schuine zijde stekende tweede zijde. 1030912
15. Inrichting volgens een van de conclusies 10-14, met het kenmerk, dat het transportmiddel van meetstation ten minste een aan het gestel gelagerde arm met nok als steunmiddel omvat. 5
16. Inrichting volgens een van de conclusies 10-14, met het kenmerk, dat het transportmiddel van meetstation een aan het gestel gelagerde carrousel omvat, waarbij de carrousel voorzien is van een aantal nokken, welke de steunmiddelen 10 vormen.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de nok een V-vormig deel heeft voor het ondersteunen van voorwerpen. 15
18. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de nok gelagerd verbonden is met de carrousel, waarbij oriëntatiemiddelen aanwezig zijn voor het onafhankelijk van de rotatie van de carrousel vasthouden van de oriëntatie van 20 de nok.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de oriëntatiemiddelen gevormd worden door een vast met het gestel verbonden eerste tandwiel, door een met het aantal 25 armen overeenkomend, op de carrousel gelagerde tweede tandwielen, die gekoppeld zijn met het eerste tandwiel, en door een zelfde aantal derde tandwielen, die op de carrousel gelagerd zijn aangebracht, die op elk tweede tandwiel aangrijpen en die telkens verbonden zijn met de nok van de 30 arm.
20. Inrichting volgens een van de conclusies 10-19, met het kenmerk, dat het transportmiddel van het bewerkstation 1 0309 12 een transportband of transportketting voorzien van nokken is, waarbij de transportband of transportketting en de nok het steunmiddel van het bewerkte voorwerp vormen.
21. Inrichting volgens een van de conclusie 10-20, met het kenmerk, dat het bewerkstation en het meetstation gekoppeld zijn met een synchronisatiemiddel voor het synchroniseren van de transmiddelen van de stations.
22. Meetstation voor het meten van een eigenschap van bewerkte langwerpige voorwerpen, zoals buizen, waarbij het meetstation als module toepasbaar is in een serie van stationen, waaronder ten minste een bewerkstation, waarbij het meetstation omvat een gestel, twee op het gestel 15 aangebrachte, ten opzichte van elkaar van en naar elkaar toe beweegbare aangrijpunits voorzien van transportmiddelen voor het overnemen van een toegevoerd bewerkt voorwerp van een eerder station, waarbij het transportmiddel een steunmiddel voor het bewerkte voorwerp omvat, gekenmerkt doordat het 20 steunmiddel een V-vormig steunmiddel voor ten minste lijncontact met het voorwerp is. 1030912
NL1030912A 2006-01-13 2006-01-13 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van voorwerpen. NL1030912C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030912A NL1030912C2 (nl) 2006-01-13 2006-01-13 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van voorwerpen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030912A NL1030912C2 (nl) 2006-01-13 2006-01-13 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van voorwerpen.
NL1030912 2006-01-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030912C2 true NL1030912C2 (nl) 2007-07-17

Family

ID=36676097

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030912A NL1030912C2 (nl) 2006-01-13 2006-01-13 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van voorwerpen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030912C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1584602A (nl) * 1968-07-26 1969-12-26
GB1266589A (nl) * 1968-07-02 1972-03-15
DE2903741A1 (de) * 1979-02-01 1980-08-07 Bayerische Motoren Werke Ag Verfahren und vorrichtung zum ablaengen und endseitigen bearbeiten von profil- oder rohrmaterialabschnitten unterschiedlicher laenge, insbesondere von bremsleitungsrohren fuer kraftfahrzeuge
US5726366A (en) * 1994-06-15 1998-03-10 Advanced Technik Gmbh Device for measuring dimensions of workpieces
DE10016036A1 (de) * 2000-03-31 2001-10-18 Tracto Technik Metallbearbeitungsmaschine mit Zuführvorrichtung für stabförmige Werkstücke

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1266589A (nl) * 1968-07-02 1972-03-15
FR1584602A (nl) * 1968-07-26 1969-12-26
DE2903741A1 (de) * 1979-02-01 1980-08-07 Bayerische Motoren Werke Ag Verfahren und vorrichtung zum ablaengen und endseitigen bearbeiten von profil- oder rohrmaterialabschnitten unterschiedlicher laenge, insbesondere von bremsleitungsrohren fuer kraftfahrzeuge
US5726366A (en) * 1994-06-15 1998-03-10 Advanced Technik Gmbh Device for measuring dimensions of workpieces
DE10016036A1 (de) * 2000-03-31 2001-10-18 Tracto Technik Metallbearbeitungsmaschine mit Zuführvorrichtung für stabförmige Werkstücke

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5193293B2 (ja) ガラス瓶、ボトルなどを組分けする方法
US9145268B2 (en) Conveyor system and a method for producing a sequence of discrete food items from a plurality of incoming food objects
EP2978696B1 (en) Orienting apparatus and method
EP1764318A1 (en) Retractable transfer device for a metering apparatus
JP6050346B2 (ja) 卵を搬送するための装置および方法
US9758318B2 (en) Method and system for transferring objects
US4462201A (en) Method and apparatus for discharging objects from holders
RU2744280C2 (ru) Аппарат и способ разделения драгоценных камней
DK2560882T3 (en) Device and method for supply of eggs to a package unit
EP1469301B1 (en) An apparatus for optically checking the exterior quality of bulbous fruits and vegetable products of various shapes and sizes
SE1051192A1 (sv) Flyttningsanordning
JPS5846414B2 (ja) 大量生産された個々の物品間に所定間隙を設ける装置
NL1030912C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwerken van voorwerpen.
JP2011105396A (ja) 物品搬送装置
NL2009988C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het positioneren van een aantal flessen op een houder.
US7377375B2 (en) Continuous motion product transfer system with conveyors
JP6736078B2 (ja) 物品の多列振り分け装置及び物品の多列振り分け方法
JP5018562B2 (ja) 搬送設備
JP6308887B2 (ja) アキューム装置
JP4728037B2 (ja) 除去装置
US11498173B2 (en) Wood-processing system and wood-processing method
GB1585440A (en) Apparatus for feeding ojects from a conveyor
JP6143564B2 (ja) 物品仕分装置
EP2377763B1 (en) Apparatus and method for turning eggs
JP2007204235A (ja) 果菜選別装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090801