NL1030765C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een wandpaneel dat een kozijnopening bevat, en een sandwich gevelpaneel. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een wandpaneel dat een kozijnope-ning bevat, en een sandwich gevelpaneel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze 5 voor het vervaardigen van een wandpaneel dat een kozijnopening bevat.

Een dergelijke werkwijze is in het vak bekend. Hierbij wordt een kozijnframe dat is voorzien van verankeringsmiddelen op een be-kistingselement (dummy) geplaatst, welk bekistingselement op een mal is geplaatst. Vervolgens wordt mortel op de mal aangebracht, waarbij 10 de verankeringsmiddelen in de mortel worden ingebed, en deze vervolgens wordt uitgehard. Met deze werkwijze wordt een wandpaneel wordt verschaft waarvan het kozijnframe niet gesteld hoeft te worden, hetgeen een belangrijk economisch voordeel betekent.

De onderhavige uitvinding beoogt de bekende werkwijze te ver-15 beteren.

Hiertoe verschaft de onderhavige uitvinding een in de aanhef genoemde werkwijze, waarbij een dagstukprofiel wordt gebruikt dat een kozijnopening definieert en het dagstukprofiel aan de buitenomtreks-zijde is voorzien van een verankeringsorgaan, het verankeringsorgaan 20 van het dagstukprofiel in mortel wordt ingebed, en de mortel wordt uitgehard onder oplevering van een wandpaneel waarin het dagstukpro-fiel is geïntegreerd.

Door het dagstukprofiel als bekisting te gebruiken wordt het mogelijk gemaakt een kozijn buiten de voorzijde uit te laten steken, 25 zonder dat daarvoor (veel) stelwerk nodig is. Niettemin is ook een meer conventionele plaatsing van het kozijn of een aan de achterzijde van het wandpaneel gelegen kozijn mogelijk. Verder behoeft een met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigd wandpaneel minder afwerking, aangezien de kozijnopening reeds van een dagstuk-30 profiel is voorzien. In de onderhavige aanvraag wordt onder een dag-stuk een afscherming voor een opening van een paneel verstaan welke het inwendige van het paneel ten minste deels aan het zicht onttrekt, voor zover dat inwendige al niet deels door een kozijnframe aan het zicht wordt onttrokken. Bij een rechthoekige opening zijn er gebrui-35 kelijk 4 dagstukken, of, wanneer een kozijnframe dagstukken aan de binnenzijde en buitenzijde van het paneel met elkaar verbindt, 8 dagstukken. Een (na oprichten van het paneel) onderste dagstuk kan de vorm hebben van een vensterbank, en kan daarmee verdere afwerking 1030765 2 daarvan overbodig maken. Een dagstuk kan ook dienen voor het vereenvoudigen van verdere afwerking. Zo kan, bijvoorbeeld, een onderste dagstuk aan de voorzijde van het paneel gemakkelijk worden voorzien van een onderdorpel, die dan buiten de voorzijde van het paneel uit 5 kan steken. De term dagstukprofiel betekent in de onderhavige aanvraag een uit een of meer dagstukken opgebouwd element dat als bekisting kan fungeren en, al dan niet in samenwerking met een kozijnframe en een tweede dagstukprof iel, het hart van een wandpaneel aan het zicht kan onttrekken. Een dagstukprof iel zal in veel gevallen een 10 rechthoekige vorm hebben, maar andere vormen, zoals een ronde vorm, zijn eveneens denkbaar. Een rechthoekige vorm kan eenvoudig worden bereikt door het verbinden van vier losse dagstukken, welke bijvoorbeeld van hout zijn vervaardigd. In plaats daarvan een dergelijk dag-stukprofiel ook uit één stuk zijn gevormd, bijvoorbeeld van kunststof 15 zoals PVC. Het kozijnframe kan frame voor een raam of een deur zijn. Een dagstuk heeft gebruikelijk een dikte van 0,5 tot 5 cm en bij voorkeur 1-3 cm, ofschoon dikker of dunner ook mogelijk is. Het dagstuk zal gebruikelijk een dikte hebben die ten minste 3 keer kleiner is dan de breedte ervan (waarbij onder breedte een dimensie wordt 20 verstaan gemeten in de richting van de voorzijde naar achterzijde van het wandpaneel). Het verankeringsorgaan zal zich gebruikelijk op een afstand tussen 0,5 cm en 5 cm van de voorzijde van het wandpaneel bevinden. Het verankeringsorgaan bevindt zich bij voorkeur in of nabij het hart van de laag mortel.

25 Bij voorkeur is het verankeringsorgaan een over de buitenomtrek van het dagstukprofiel verlopende strook.

Een dergelijke strook heeft een breedte (de afstand waarover de strook zich van het dagstukprofiel uitstrekt) van bijvoorbeeld ten minste 5 mm, bij voorkeur ten minste 1 cm en met meer voorkeur ten 30 minste 2 cm. Aldus wordt niet alleen een goede verankering verzekerd maar wordt tevens een doelmatige barrière verschaft tegen het binnendringen van vocht. Onder de term buitenomtrek wordt in de onderhavige aanvraag elke omtrek van een dagstuk verstaan waarop zich een in de mortel verankerbaar verankeringsorgaan kan bevinden, daaronder dus 35 begrepen een zijomtrek. De strook is bijvoorbeeld een metalen, kunststof of houten strook. De strook kan zijn opgeruwd, geperforeerd of van een profiel zijn voorzien om een goede hechting aan mortel te 1030765 3 verzekeren. De strook is bij voorkeur aangebracht in een over de omtrek van het dagstukprofiel verlopende strook.

Ofschoon een kozijnframe na plaatsing van het dagstuk op de mal, daaronder begrepen na vervaardiging van het wandpaneel, met het 5 dagstukprofiel zou kunnen worden verbonden, geniet het sterk de voorkeur dat het dagstukprofiel deel uitmaakt van het kozijnframe, en het kozijnframe door inbedden en uitharden met het wandpaneel wordt geïntegreerd .

Aldus wordt de vervaardiging verder vereenvoudigd. De term 10 "deel uitmaakt" betekent in deze context dat het dagstukprofiel kan een losneembaar met het kozijnframe verbonden dagstuk zijn, het kan een vast met het kozijnframe verbonden dagstuk zijn, of het dagstuk-profiel maakt deel uit van het kozijnframe en vormt daar 1 geheel mee. Dit geldt indien er meer dan een dagstukprofiel is, voor de dag-15 stukprofielen onafhankelijk van elkaar. Zo kan, bijvoorbeeld, het eerste dagstukprofiel losneembaar met het kozijnframe verbonden zijn, terwijl het tweede dagstukprofiel integraal deel uitmaakt van het kozijnframe .

Volgens een voorkeursuitvoering hiervan maakt het kozijnframe 20 deel uit van een kozijn dat een raam omvat, en wordt het kozijn dat een raam en het dagstukprofiel omvat met het dagstukprofiel op de mal geplaatst alvorens het verankeringsorgaan van het dagstukorgaan in mortel wordt ingebed.

Aldus wordt een werkwijze verschaft die nog minder nabewerking 25 vereist.

Het dagstukprofiel kan, voor het op de mal plaatsen, afdichtend op een afdichtend op de mal geplaatst bekistingselement (dummy) , in de vorm van een frame of plaat, worden geplaatst, welk bekistingselement dan bij voorkeur een zodanig geringe hoogte heeft dat van de 30 uitgeharde mortel aan de voorzijde van het wandpaneel vanaf de achterzijde (d.w.z. de zijde die na het aanbrengen van de mortel op de mal van de mal is afgekeerd) ten hoogste 2 cm via de kozijnopening zichtbaar is. In het kader van de onderhavige uitvinding betekent de term "afdichtend" dat geen openingen toelaatbaar zijn die zo groot 35 zijn dat mortel vanaf een plaats buiten het dagstukprofiel naar een binnen het dagstukprofiel gelegen plaats kan stromen. De maximaal toelaatbare grootte van de openingen (dat wil zeggen kieren door slechte aansluiting) hangt af van de viscositeit en thixotrope eigen- 1030765 4 schappen van de gebruikte mortel of tweede mortel, en zal in het algemeen minder zijn dan 2 mm, zoals minder dan 1, 5 mm en bijvoorbeeld ca. 1 mm.

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm wordt het dagstukpro-5 fiel in direct contact met de mal afdichtend op de mal geplaatst.

Aldus kan met minder werk een esthetisch fraaie afwerking worden bewerkstelligd.

Volgens een belangrijke uitvoeringsvorm wordt de werkwijze gebruikt voor het vervaardigen van een gevelpaneel, welke hierdoor 10 wordt gekenmerkt dat de mortel voordat deze is uitgehard wordt bedekt met een plaat schuimmateriaal, op de plaat schuimmateriaaltweede mortel aangebracht, waarbij hetzij - het dagstuk een tweede verankeringsorgaan bezit en het dags-tuk als bekisting voor de tweede mortel fungeert waarbij het tweede 15 verankeringsorgaan in de tweede mortel wordt ingebed, en de tweede mortel vervolgens wordt uitgehard onder oplevering van een sandwich wandpaneel waarbij het dagstuk is geïntegreerd; danwel - een tweede dagstuk wordt verschaft dat aan de buitenomtreks-20 zijde ervan een tweede verankeringsorgaan bezit en het tweede dagstuk als bekisting fungeert voor de tweede mortel waarin het tweede verankeringsorgaan wordt ingebed en de tweede mortel vervolgens wordt uitgehard onder oplevering van een sandwich wandpaneel waarbij de dag-stukken zijn geïntegreerd.

25 Het schuimmateriaal is bijvoorbeeld schuimbeton, maar voor iso- latiedoeleinden en om een zo licht mogelijk gewicht te bereiken bij voorkeur een geëxpandeerd polymeer. In het kader van de onderhavige uitvinding wordt onder de term "geëxpandeerd polymeer" elke soort polymeer hard-schuim verstaan onafhankelijk van de wijze waarop het is 30 gevormd. De eerste en de tweede mortel kunnen dezelfde of een verschillende samenstelling hebben. De tweede mortel is bij voorkeur een afwerkmortel.

De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding maakt het mogelijk het geëxpandeerde polymeer op eenvoudige wijze, en zonder dat 35 dit ten koste hoeft te gaan van een goede integratie van een kozijn-frame in het wandpaneel, doelmatig tegen brand te beschermen met een strook isolatiemateriaal die over de omtrek van het kozijn dat een raam omvat wordt aangebracht, bij voorkeur voorafgaande aan het 1030765 5 plaatsen van het kozijn dat een raam omvat op de mal. Het isolatiemateriaal is bijvoorbeeld glaswol of steenwol.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een sandwich gevelpa-neel dat een eerste en een tweede laag van uitgeharde mortel en een 5 kernlaag uit hard schuimmateriaal omvat, welk gevelpaneel een kozijn-opening bezit, en is voorzien van dagstukprofielen welke veranke-ringsorganen bezitten die in de eerste respectievelijk de tweede laag mortel zijn ingebed.

Het harde schuimmateriaal is bij voorkeur geëxpandeerd polymeer 10 zoals hiervoor gedefinieerd. Een dergelijk sandwich paneel kan met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding worden vervaardigd, is zeer gemakkelijk te plaatsen en behoeft weinig afwerking. Eventuele afwerking op de bouwplaats kan grotendeels of geheel worden vermeden. Het wandpaneel is zeer geschikt als gevelpaneel. Gevelpanelen volgens 15 de uitvinding hebben gebruikelijk een breedte van ten minste 4 meter, bij voorkeur ten minste 5 meter en met voorkeur ten minste 6 meter.

Een voorkeursuitvoering wordt hierdoor gekenmerkt dat zowel het eerste als het tweede dagstukprofiel deel uitmaakt van het kozijnfra-me, en het kozijnframe door inbedden en uitharden met het wandpaneel 20 wordt geïntegreerd.

Aldus wordt het kozijnframe zeer stevig in het gevelpaneel verankerd .

Volgens een voorkeursuitvoering is verankeringsorgaan een over de omtrek van elk dagstukprofiel verlopende strook.

25 Aldus wordt een gevelpaneel verschaft waarbij koudebruggen en het binnendringen van vocht doelmatig en op vergaande wijze worden vermeden. De strook heeft een breedte van bijvoorbeeld ten minste 5 mm, bij voorkeur ten minste 1 cm en met meer voorkeur ten minste 2 cm.

30 De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en onder verwijzing naar de tekening, waarin

Fig. 1 een bovenaanzicht toont van een mal; en fig. 2a - e in een verticale doorsnede verschillende fasen 35 toont van een werkwijze voor het vervaardigen van een sandwich wandpaneel voorzien van een kozijnframe.

Fig. 1 toont een bovenaanzicht van een mal 1 met daarop aangebracht opstaande wanden 100, op welke mal 1 een wandpaneel volgens de 1030765 6 uitvinding voorzien van een rechthoekig kozijn 2 dat een raam omvat wordt gevormd.

Fig. 2a toont in een verticale doorsnede een detail van de mal 1 waarop afdichtend het kozijn 2 dat een raam omvat is geplaatst. Het 5 kozijn 2 dat een raam omvat bezit een kozijnframe 3, dubbele beglazing 4 alsmede een eerste dagstukprofiel 5 en een tweede dagstukpro-fiel 6. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn het kozijnframe 3 en de beide dagstukprofielen 5, 6 in de vorm van hout uitgevoerd en door middel van lijmverbindingen met elkaar verbonden. Om te voorkomen dat 10 tijdens het vervaardigen van een wandpaneel het kozijn 2 verschuift, wordt met voordeel een dummylichaam A verschaft, dat hetzij door zijn gewicht, hetzij doordat het met mal 1 is verbonden of daar deel van uitmaakt, verplaatsen van het kozijn 2 bemoeilijkt of onmogelijk maakt.

15 De dagstukprof ielen 5, 6 bezitten elk een over de buitenomtrek ervan verlopende verankeringsstrook 7 respectievelijk 8.

Na het afdichtend op de mal 1 plaatsen van het kozijn 2 dat een raam omvat wordt eerste mortel 9 aangebracht op de mal 1, waarbij de eerste verankeringsstrook 7 in de eerste mortel 9 wordt ingebed. 20 Voordat de eerste mortel 9 is uitgehard wordt een plaat polystyreen 10 op de niet-uitgeharde eerste mortel 9 geplaatst, waarna op de polystyreen 10 een tweede mortel 11 wordt aangebracht, waarbij de tweede verankeringsstrook 8 in de tweede mortel 11 wordt ingebed. Hierna laat men nog niet-uitgeharde eerste mortel 9, 11 uitharden onder op- 25 levering van een vergaand afgewerkt gevelpaneel waarin de dagstukken 5, 6 zijn geïntegreerd. Indien er meer dan 1 plaat geëxpandeerde polymeer 10 wordt gebruikt, kunnen deze met elkaar worden verbonden, bijvoorbeeld door lijmen. Dit zal veelal gebeuren na het aanbrengen van het geëxpandeerde polymeer op de eerste mortel 9, teneinde het 30 invangen van lucht onder het geëxpandeerde polymeer 10 te vermijden.

Voor het verwijderen van onder het geëxpandeerde polymeer 10 gevangen luchtbellen kan een onderdruk worden aangelegd. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door het geheel van de mal en paneel te bedekken met een PVC folie, en de ruimte onder het folie onder een onderdruk 35 te brengen. Overigens wordt opgemerkt dat de aanwezigheid van bellen weliswaar niet wenselijk is, doch dat het met name grote bellen zijn die nadelig zijn, en het zijn juist de grote bellen die, zo zij al ontstaan, goed met de hierboven beschreven onderdruktechniek kunnen 1030765 7 worden verwijderd. De lucht kan ontsnappen tussen aanliggende platen geëxpandeerde polymeer of tussen voor dit doel in de platen aangebrachte gaten. Deze gaten kunnen bijvoorbeeld met al dan niet hete naalden worden aangebracht. Een andere, gunstige wijze om te voorko-5 men dat lucht bij de werkwijze volgens de uitvinding onder geëxpandeerde polymeer wordt ingevangen is om stroken hardschuim te gebruiken met een breedte van 50 cm of minder, zoals 40 cm of minder. Met voordeel worden platen tot stroken gesneden, en worden de stroken met een snijvlak (dus dwars op het oorspronkelijke oppervlak van de 10 plaat) op de eerste mortel geplaatst.

In het kader van de onderhavige uitvinding betekent de term "afdichtend" dat geen openingen toelaatbaar zijn die zo groot zijn dat eerste mortel of tweede mortel vanaf een plaats buiten het eerste dagstukprofiel 5 naar een binnen het eerste dagstukprofiel 5 gelegen 15 plaats kan stromen. De maximaal toelaatbare grootte van de openingen (dat wil zeggen kieren door slechte aansluiting tussen het eerste dagstukprofiel 5 en de mal 1) hangt af van de viscositeit en thixotrope eigenschappen van de gebruikte eerste mortel 9 of tweede mortel 11, en zal in het algemeen minder zijn dan 2 mm, zoals minder 20 dan 1,5 mm en bijvoorbeeld ca. 1 mm. De bij de onderhavige uitvinding toegepaste mojrtels zijn verder krimp-arm, dat wil zeggen dat zij bij uitharden een krimp of zwelling vertonen van niet meer dan 1%, bij voorkeur minder dan 0,5% en met meer voorkeur minder dan 0,2%. Een voorbeeld van een geschikte mortel is TM5203 (Tillman, Megchelen, Ne-25 derland) , dat volgens het voorschrift van de fabrikant wordt bereid. De gevelpanelen volgens de uitvinding zullen bij voorkeur gewapende uitgeharde mortellagen omvatten. De wapening heeft bijvoorbeeld de vorm van wapeningsmatten, zoals thermisch verzinkt gaas Casanet (draaddikte 2,05 mm; maas 50 x 50 mm; Van Rooy en Co, Rotterdam, Ne-30 derland) . Deze wordt in de mortellaag gedrukt, welke vervolgens werd afgestreken. In plaats van gaas kan ook, bijvoorbeeld, een geweven glasvezelmat worden gebruikt, zoals die welke leverbaar is onder de aanduiding Glasgitter wFsl GW545 (Romar-Voss, Roggel, Nederland). De tweede mortel 11 is met voordeel een zelf-nivellerende mortel, zoals 35 ABS 340 van Beamix (Eindhoven, Nederland). Deze mortel bevat vezels welke als wapening fungeren. Teneinde uitdrogen te voorkomen kan de mortel 11 tijdens het uitharden worden afgedekt, bijvoorbeeld met PVC folie.

1030765 8

In de in fig. 2c en verder weergegeven uitvoeringsvorm bezit het kozijn 2 dat een raam omvat over de buitenomtrek ervan een brandwerende strook 12, bijvoorbeeld van steenwol. Deze beschermt het geëxpandeerde polymeer 10 (fig. 2d), hier polystyreen (EPS 150 SE, 5 dikte 200 mm, Unidek, Gemert, Nederland ) in geval van brand.

Het tweede dagstukprofiel 6 bezit bij voorkeur een vanaf de voorzijde gerekend taps toelopend of afgerond uiteinde 13, waarbij zoveel tweede mortel 11 op de polystyreen 10 wordt aangebracht, dat de tweede mortel 11 tot ten minste dat taps toelopende of afgeronde 10 uiteinde 13 reikt. Aldus wordt op eenvoudige wijze een esthetisch aantrekkelijke, waarbij het deel van het tweede dagstukprofiel 6 dat, vanaf de voorzijde van het gevelpaneel gerekend, voorbij de achterzijde van het gevelpaneel uitsteekt niet als slecht afgewerkt wordt ervaren, terwijl de precieze dikte van de laag tweede mortel 11 min-15 der kritisch is. Dit geldt mutatits mutandis ook voor uitvoeringsvormen waarbij alleen een eerste dagstuk aanwezig is dat zich van de voorzijde tot de achterzijde uitstrekt, en bij de werkwijze dus zowel voor de eerste mortel als voor de tweede mortel als bekisting fungeert en na uitharding in het wandpaneel is geïntegreerd. Het uithar-20 den duurt gewoonlijk 16 uur, voordat de mal tezamen met het gevelpaneel vertikaal wordt geplaatst en het gevormde gevelpaneel kan worden weggezet voor verdere uitharding gedurende ca 1 week.

Gebruikelijk zal ten minste het glas van het kozijn 2 dat een raam omvat van een beschermfolie zijn voorzien (niet weergegeven) Of-25 schoon een kozijnframe 3 na plaatsing van het dagstuk op de mal 1, daaronder begrepen na vervaardiging van het wandpaneel, met het dag-stukprofiel 5 zou kunnen worden verbonden, geniet het sterk de voorkeur dat het dagstukprofiel 5 deel uitmaakt van het kozijnframe 3, en het kozijnframe 3 door inbedden en uitharden met het wandpaneel wordt 30 geïntegreerd.

Aldus wordt de vervaardiging verder vereenvoudigd. Het dagstuk-profiel 5 kan een losneembaar met het kozijnframe 3 verbonden dags-tukprofiel 5 zijn, het kan een vast met het kozijnframe 3 verbonden dagstukprofiel 5 zijn, of het dagstukprofiel 5 maakt deel uit van het 35 kozijnframe 3 en vormt daar 1 geheel mee. Dit geldt indien er meer dan één dagstukprofiel is, voor de dagstukprofielen 5, 6 onafhankelijk van elkaar. Zo kan, bijvoorbeeld, het eerste dagstukprofiel 5 1030765 9 losneembaar met het kozijnframe 3 verbonden zijn, terwijl het tweede dagstukprofiel 6 integraal deel uitmaakt van het kozijnframe 3.

Volgens een voorkeursuitvoering hiervan maakt het kozijnframe 3 deel uit van een kozijn 2 dat een raam omvat, en wordt het kozijn 2 5 dat een raam omvat dat ten minste het ene dagstukprofiel 5 omvat met het ene dagstukprofiel 5 op de mal 1 geplaatst alvorens het veranke-ringsorgaan 7 in eerste mortel 9 wordt ingebed, dat in de praktijk na plaatsing van het gevelpaneel zal worden verwijderd. Ook de dagstukprof ielen 5, 6 en het kozijnframe 3 kunnen van een dergelijk be- 10 schermfolie zijn voorzien. Eventuele spatten mortel en verder vuil kunnen op die manier gemakkelijk worden verwijderd.

Door gebruik te maken van profielmatten (zoals bijvoorbeeld profielmat 2/70 PO leverbaar door Reckli (Herne, Duitsland) op de malbodem, kan een gevelpaneel worden vervaardigd waarvan de aanzicht-15 zijde geen of slechts een minimale nabewerking nodig heeft en er toch aantrekkelijk uitziet. In geval het kozijn op de profielmatten rust, dient voor een toereikende afdichting te worden gezorgd, zoals hierboven reeds uiteengezet.

1030765

Claims (9)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een wandpaneel dat een kozijn-5 opening bevat, waarbij een dagstukprofiel wordt gebruikt dat een ko- zijnopening definieert en het dagstukprofiel aan de buitenomtrekszij-de is voorzien van een verankeringsorgaan, het verankeringsorgaan van het dagstukprofiel in mortel wordt ingebed, en de mortel wordt uitgehard onder oplevering van een wandpaneel waarin het dagstukprofiel is 10 geïntegreerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het verankeringsorgaan een over de omtrek van het dagstukprofiel verlopende strook is.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het dagstukprofiel deel uitmaakt van het kozijnframe, en het kozijnframe door inbedden en uitharden met het wandpaneel wordt geïntegreerd.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het kozijnframe deel uit 20 maakt van een kozijn dat een raam omvat, en het kozijn dat een raam en het dagstukprofiel omvat op de mal wordt geplaatst alvorens het verankeringsorgaan in mortel wordt ingebed.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het dag-25 stukprofiel in direct contact met de mal afdichtend op de mal wordt geplaatst.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de mortel voordat deze is uitgehard wordt bedekt met een plaat geëxpandeerd po- 30 lymeer, op de plaat geëxpandeerd polymeer tweede mortel aangebracht, waarbij hetzij - het dagstuk een tweede verankeringsorgaan bezit en het dags-tuk als bekisting voor de tweede mortel fungeert waarbij het tweede verankeringsorgaan in de tweede mortel wordt ingebed, en de tweede 35 mortel vervolgens wordt uitgehard onder oplevering van een sandwich wandpaneel waarbij het dagstuk is geïntegreerd; danwel 1030765 - een tweede dagstuk wordt verschaft dat aan de buitenomtrekszijde ervan een tweede verankeringsorgaan bezit en het tweede dagstuk als bekisting fungeert voor de tweede mortel waarin het tweede verankeringsorgaan wordt ingebed en de tweede mortel vervolgens wordt uitge-5 hard onder oplevering van een sandwich wandpaneel waarbij de dag-stukken zijn geïntegreerd.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij zowel het eerste als het tweede dagstukprofiel deel uitmaakt van het kozijnframe, en het ko- 10 zijnframe door inbedden en uitharden met het wandpaneel wordt geïntegreerd .

8. Sandwich gevelpaneel dat een eerste en een tweede laag van uitgeharde mortel en een kernlaag uit geëxpandeerd polymeer omvat, welk 15 gevelpaneel een kozijnopening bezit, en is voorzien van dagstukpro-fielen welke verankeringsorganen bezitten die in de eerste respectievelijk de tweede laag mortel zijn ingebed.

9. Sandwich gevelpaneel volgens conclusie 8, waarbij het veranke-20 ringsorgaan een over de omtrek van elk dagstukprofiel verlopende strook is. 1030765