NL1029601C1 - Doorschuifstelling voor pallets en bouwpakket voor een dergelijke doorschuifstelling. - Google Patents

Description

Doorschuifstelling voor pallets en bouwpakket voor een dergelijke doorschuifstelling ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

5 De uitvinding betreft een doorschuifstelling voor het in volgens banen georganiseerde palletposities opnemen van pallets, waarbij een baan in een richting dwars op zijn as de opgenomen pallets nabij hun buitenzijden ondersteunt, zulks verder volgens de aanhef van Conclusie 1. Door het gebruik van zulke pallets zijn transport, opslag, conditionering, enzovoorts van allerlei producten modulair te organiseren. Velerlei 10 palletafmetingen zijn voor allerlei toepassingen gedefinieerd. De kwaliteit van de pallets is (vooral voor relatief goedkope producten zoals groenten en fruit) vaak niet hoog.

Veelal betreft dit weggooipallets van laagwaardig hout, die slechts eenmaal worden gebruikt. In zo een stelling worden de pallets achtereenvolgens ingevoerd door een vorkheftruck en dergelijke. Daarbij moet(en) de vorige pallet(s) in de baan dan 15 opschuiven tezamen met de invoer van de volgende pallet, zodat hun onderlinge bewegingen verwaarloosbaar blijven.

De uitvinder heeft zich echter gerealiseerd dat de matige kwaliteit van de pallets verschillende problemen met zich meebrengt. Zo kunnen er stukken van het pallet-dek (waarop de producten geplaatst zijn) of van het pallet-onderstel afbreken, Desondanks 20 moet de kans op een obstructie van het aandrijfmechanisme voldoende klein blijven. Verder wordt bij het aanvoeren veelal een eerdere pallet opgeduwd door een volgende. Vooral bij een lichtgebouwd pallet-onderstel functioneert dat niet altijd correct. Bij het terugwaarts afvoeren van een pallet moeten alle pallets van een baan terugbewogen worden. Zeker in het laatste geval zijn collectief werkende aandrijfmiddelen nodig.

25

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Dientengevolge is het volgens één aspect van de uitvinding onder meer een doelstelling van de uitvinding om door eenvoudig werkende aandrijfmiddelen de pallets 30 ten opzichte van elkaar goeddeels te fixeren, terwijl er verder voldoende ruimte blijft om pallets in en uit de baan te verplaatsen, bijvoorbeeld met een vork-heftruck.

Dientengevolge is volgens één harer aspecten de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat genoemde aandrijfmiddelen een rondgekoppelde ketting omvatten die zich in een tussenliggende positie onder de palletposities bevindt en die voorzien is 1029601 2 van fixeerpunten die geschikt zijn om in bovenwaartse richting in het palletmateriaal door te dringen en alsdan de bewegingen van opvolgende pallets ten opzichte van elkaar tegen te gaan. Zo een passief werkende fixatie is bijzonder effectief bij pallets van zacht hout en dergelijke materialen. In vele gevallen is geen verdere aandrijving nodig dan de kracht 5 van de vorkheftruck die al nodig is voor het invoeren en uitvoeren van de pallets. De combinatie van een rondgekoppelde ketting en eindstandige passieve ondersteuning van de pallets is goedkoop en blijkt met een voldoend lage wrijving uitvoerbaar. Door een j dergelijke “ijle” constructie kunnen afgebroken delen van de pallets tussen de j respectievelijke onderdelen van de stelling naar beneden vallen zonder dat obstructie van 10 de aandrijving optreedt.

Op zichzelf beschrijft US 6,209,712 BI die gepubliceerd is op 3 april 2001 het voorzien van uitsteeksels op meerdere rondlopende kettingen van een transporteur tussen opslagrekken. De uitsteeksels zijn echter relatief klein waardoor de collectieverende functie van de fixeerpunten van de uitvinding niet gerealiseerd wordt: het doordringen in 15 het palletmateriaal wordt niet bereikt. Dit steekt temeer als de aandrijving in de terugwaartse richting plaats moet vinden. Dat gebeurt vaak doordat een vork-heftruck de laatste pallet (aan de uitvoerzijde) enigszins oplicht en terugtrekt. Zeker dan moet de fixatie van dat laatste pallet gehandhaafd blijven. Bovendien is volgens de uitvinding het scheiden van de aandrijffunctie (tussenliggende positie / centraal) en de steunfunctie 20 (nabij de buitenzijde / eindstandig) op velerlei manier gunstig: de pallets blijken stabieler transporteerbaar te zijn en afbreken van palletstukken leidt minder vaak tot stokken van de schuif-operatie. Tenslotte is door genoemd scheiden de steun-functie relatief goedkoop te realiseren.

Bij voorkeur bevatten genoemde aandrijfiniddelen slechts één zodanige zich 25 substantieel over de lengte van de baan uitstrekkende ketting. Dit blijkt een goedkope oplossing met een tevredenstellende kwaliteit. De ondersteunende functie nabij de buitenzijden kan dan met voordeel vervuld worden door rollenbanen, bij voorkeur in de vorm van rollenkettingen. Het is verder ook denkbaar dat bijvoorbeeld pallets van kunststof nabij hun buitenzijden door metalen strippen ondersteunt worden die dan tevens 30 als glijbanen fungeren.

In een voorkeursuitvoering wordt genoemd doordringen geactiveerd door het gewicht van een beladen pallet en/of het doorbuigen daarvan. Door optimaal gebruik te maken van eigenschappen van op zichzelf laag-kwalitatief, dus zacht, hout werkt de uitvinding zonder verdere maatregelen.

1029601 3

In een verdere voorkeursuitvoering is genoemde ketting substantieel midden tussen genoemde buitenzijden geplaatst. Dit strookt met de opbouw van de meeste pallets die veelal 3X3 steunen hebben tussen het dek en de draaglatten daaronder. Verder strookt één en ander goed met de pallets, vooral als daarvan een centrale steunlat boven 5 de ketting en in de richting van de baan wordt geplaatst. In zo'n geval betekent substantieel in het midden dat de ketting zich niet meer dan ongeveer een halve breedte van de steunlat uit het midden bevindt. Dit kan bijvoorbeeld overeenkomen met een tolerantie van +/-10 tot 15 cm uit het midden.

In een verdere voorkeursuitvoering is genoemde ketting is ingelaten in een 10 ondersteunende ligger. Dit leidt tot een goedkope en robuuste constructie, waarbij de ligger bijvoorbeeld van hout, kunststof of metaal kan zijn. Hout is bijvoorbeeld in koelcellen dienstig door zijn geringe warmtecapaciteit, en is gemakkelijk te bewerken.

In een verdere voorkeursuitvoering is genoemde ketting over substantieel zijn gehele lengte van per schakel opgestelde fixeerpunten voorzien. Daardoor is een FIFO (= 15 First In First Out) opstelling mogelijk waarbij invoer en uitvoer aan tegenoverliggende einden van de baan mogelijk zijn. Bij een LIFO (= Last In First Out) opstelling hoeft een gedeelte van de ketting niet met de pallets in aanraking te worden gebracht en kan het betreffende gedeelte eventueel zonder fixeerpunten worden uitgevoerd.

In een verdere voorkeursuitvoering is genoemde ketting per schakel uit in 20 dwarsrichting opeenvolgend opgestelde en rolvormige schakelmodules gevormd, waarbij genoemde fixeerpunten telkens tussen opeenvolgende schakelmodules en aan de einden daarvan zijn opgesteld. Door een dergelijke modulaire uitvoering van de schakels kan de stelling voor zwaardere, respectievelijk lichtere pallets worden gedimensioneerd. Zo kan het gewichtsverschil bijvoorbeeld tussen citrusvruchten en druiven aanzienlijk zijn: voor 25 de eerste kiest men dan een zwaardere uitvoering.

De uitvinding betreft mede een bouwpakket volgens Conclusie 15 geschikt voor het in samenwerking met een van stationaire onderdelen voorziene stelling opbouwen van een doorschuifstelling volgens Conclusie 1. De stationaire onderdelen van de stelling kunnen reeds aanwezig zijn, waarbij toepassing van de uitvinding een verbetering 30 meebrengt. Het bouwpakket kan bijvoorbeeld bevatten een rondgekoppelde of rondkoppelbare ketting met fixeerpunten en verder eventueel twee ondersteunende transportbanen voor montage aan de zijkanten, en verder eventueel een geschikte selectie van montage- en instelmaterialen. Verdere voordelige aspecten van de uitvinding zijn gereciteerd in afhankelijke Conclusies.

1029601 4

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENING

Deze en verdere eigenschappen, aspecten en voordelen van de uitvinding zullen 5 hierna in meer detail besproken worden in de beschrijving van de voorkeursuitvoering van de uitvinding, en meer in het bijzonder aan de hand van de bijgevoegde Figuren, waarbij overeenkomstige verwijzingscijfers overeenkomstige onderdelen aangeven, en welke Figuren illustreren:

Figuur 1, een algemeen beeld van een doorschuifstelling dwars op de 10 baanrichting;

Figuur 2, een algemeen beeld van een doorschuifstelling in de baanrichting;

Figuur 3, de algemene configuratie van een doorschuifstelling volgens de uitvinding;

Figuren 4a, 4b, onderdelen van de doorschuifstelling volgens Figuur 3 in meer 15 detail;

Figuren 5a-c, details van de aandrijfinrichting;

Figuur 6, details van de transportbanen.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERING

20

Figuur 1 illustreert een algemeen beeld van een doorschuifstelling dwars op de baanrichting. In dit verband betekent doorschuiven dat bij plaatsen van een nieuw pallet in een baan alle reeds in de baan aanwezige pallets een plaats moeten opschuiven. Daarbij kunnen in principe pallets zowel aan de aanvoerzijde (LIFO) als aan de andere zijde 25 (FIFO) worden afgevoerd. In de tekst hierna wordt alleen het eerste geval beschouwd, maar de deskundige zal zich de andere configuratie, alsmede de mogelijkheden daarvan, direct realiseren.

De stelling als getoond heeft drie niveaus, waarvan de bovenste twee gevuld zijn met gevulde pallets 20 van twee verschillende afmetingen, waarbij de pallets zelf door 30 “28” zijn aangegeven. Indicatie 22 geeft de palletbanen aan, indicatie 21 de algemene constructie, indicatie 26 de vloer, en indicatie 24 een afsluitende achtermuur. Voor de verschillende standaard-afmetingen, draaggewichten en deelconstructies van de pallets wordt naar de algemene litteratuur verwezen.

1029601 5

Hierna zullen kort het laden en lossen van de pallets worden beschreven. Bij het laden wordt eerst met de heftruck de pallet op goede hoogte recht voor de baan gebracht. Dan wordt de pallet ingebracht door naar voren te rijden, waarbij de middelste draaglat van de pallet centraal gehouden wordt. De vorken van de heftruck staan daarbij 5 horizontaal en het nieuwe pallet maakt contact met het laatst ingevoerde pallet, en zo verder tussen alle aanwezige pallets. Deze laatste schuiven zo een plaats op. Als de nieuwe pallet voldoende ver is ingebracht laat men hem zakken totdat hij zich in de ketting met tanden “zet”. Daarna kan de heftruck zich achterwaarts verwijderen.

Bij het lossen wordt de heftruck weer midden voor de baan gepositioneerd, 10 waarbij de vorken horizontaal in de vrije ruimte van het onderstel van de pallet worden gestoken. De vorken mogen daarbij de tweede pallet in de baan niet raken. Vervolgens wordt het vorkenbord (waarlangs de aanzet van de vorken omhoog en omlaag kan bewegen) naar voren geneigd en de vorken licht geheven, zodat de buitenste (voorste) kant van de laatste pallet iets wordt geheven, maar de rest van de pallet blijft rusten op de 15 aandrijfketting.

Dan wordt door langzaam uitrijden van de heftruck de pallet naar achteren gesleept, waarbij dus het binnenste (achterste) deel van de pallet op de fïxeerpunten blijft rusten, en de aandrijfketting dus meebeweegt. De andere pallets bewegen zich dan gelijkelijk mee met de aandrijfketting. Als daarbij de voorste pallet praktisch vrij van de 20 baan is gekomen kan de “masf’van de heftruck naar achteren geneigd worden, en komt de pallet los van de kettingbaan. Daarna kan de pallet worden afgevoerd. Door een eventuele helling in de aandrijfbaan in de richting van de uitvoerpositie kunnen de achterblijvende pallets nog makkelijker meeschuiven. Deze voorziening is echter niet steeds noodzakelijk. In het val van een FIFO-opstelling is de helling aflopend naar de andere 25 (uitvoer-)zijde.

Figuur 2 illustreert een algemeen beeld van een doorschuifstelling als gezien in de baanrichting, met eveneens gevulde pallets 20 met palletconstructies 28, transportbanen 22, algemene constructie 21 en vloer 26. Het aantal pallet-banen naast elkaar (hier twee), boven elkaar (hier drie), en het aantal plaatsbare pallets per baan zijn in principe 30 willekeurig.

Figuur 3 illustreert de algemene configuratie van een doorschuifstelling volgens de uitvinding, voortbouwend op Figuur 2. De constructie 21 bevat naast staanders horizontale ondersteuningen 27 voor de banen. Voor elke baan zijn telkens twee eindstandige transportbanen 30, 32, (in deze uitvoering voorzien van rollen, zie Figuur "VO 2 9 6 0 1 6 4b) voorzien om de pallets op geschikte manier eindstandig te ondersteunen. Verder is een rondgekoppelde ketting met geleidermiddelen 34 getoond die in Figuur 4a gedetailleerd zal worden. Zeker gezien het niet onaanzienlijke vulgewicht van de pallets en de relatief laagwaardige constructie daarvan zullen de pallets ter plaatse van de 5 rondgekoppelde ketting enigszins doorzakken. Hiervan wordt bij de uitvinding met voordeel gebruik gemaakt. De relatieve hoogte tussen de elementen 30, 32, 34 kan door vulplaten en dergelijke op bekende manier worden ingesteld.

Figuren 4a, 4b illustreren onderdelen van de doorschuifstelling volgens Figuur 3 in meer detail. Hierbij illustreert Figuur 4a de transportbanen 30,32. Deze bestaan uit een 10 ligger van een geschikt materiaal, zoals staal, RVS, duraluminium, of eventueel hout, het laatste bijvoorbeeld voor toepassing bij in temperatuur geconditioneerde ruimten, zoals koelcellen. In de ligger is een sleuf 60 ingelaten, waarin rollen 62 de pallets al draaiend kunnen ondersteunen. De as 64 van de rollen is in verticale richting gefixeerd, bijvoorbeeld door een eenvoudig lager, zie verder Figuur 6. De rollen zijn bij voorkeur 15 opgenomen in een ketting, waarvan elke schakel een rolmodule bevat en welke ketting strak gehouden wordt door een op de einden van de ligger gefixeerde verbinding; deze ketting beweegt dus niet. Door de rolmodules wordt de wrijving voor de daarop rustende pallets verder verminderd.

Figuur 4b toont in meer detail de opstelling van de aandrijfketting 34 in Figuur 3. 20 De werkzame zijde is in de figuur naar boven, waarbij ook hier rolvormige schakelmodules 42,44, en een as 40 zijn getoond. Aan de onderzijde van de ligger 34 wordt de ketting teruggevoerd. Om de ketting min of meer recht te houden zijn daar twee sleuven 66, 68 voor de assen 40 (zie ook Figuur 5a) voorzien. Eenvoudshalve zijn terugvoerende tandwielen aan begin en einde van de centrale ligger 34 niet getoond. De 25 ingelaten delen 50 en 70 kunnen van een geschikt materiaal, zoals kunststof zijn gemaakt.

Figuren 5a-c illustreren details van de aandrijfmiddelen. In deze uitvoering bevat elke schakel van de ketting twee rolvormige schakelmodules 42,44 die op een as 40 zijn gelagerd. De ketting zelf wordt gevormd door schakels 46 uit plaatmateriaal, bij voorbeeld roestvrij staal. Tussen de schakelrollen en de schakels 46 zijn afstandshouders 30 annex schakels 48 opgesteld, zodat de schakels 46 en 48 elkaar in de lengterichting afwisselen, zie Figuur 5c. De ketting kan op twee manieren werken. In de eerste plaats is het mogelijk dat de ketting uniform is rondgekoppeld. Dit is bijvoorbeeld noodzakelijk als aanvoer en afvoer van de pallets aan tegenoverliggende uiteinden van de baan plaatsvinden. Als aanvoer en afvoer altijd aan éénzelfde kant van de baan plaats vinden 1029601

7 I

(LIFO) is het in sommige gevallen mogelijk om een deel van de omloop eenvoudiger uit te voeren, omdat een zeker stuk van de ketting alleen dienstig is om de omloop daarvan samenhangend te maken. Dan kan voor dat stuk bijvoorbeeld een stalen band worden gebruikt.

5 Zoals in Figuur 5c is te zien, zijn de schakels 46 voorzien van uitstekende fixeerpunten die in het palletmateriaal kunnen doordringen, waardoor de pallets goeddeels ten opzichte van de ketting gefixeerd zijn. De schakels 48 hebben deze fixeerpunten echter niet, maar dat is geen beperking. Zoals te zien zijn voor de buitenkanten van de ketting deze schakels enkelvoudig, voor het midden echter dubbel uitgevoerd. Door de 10 laatstgenoemde voorziening is een grotere sterkte tegen verbuigen van de fixeerpunten gerealiseerd. Uiteraard kunnen de aantallen schakelmodules en de aantallen tanden per schakel naar behoefte worden veranderd. In een voordelige uitvoering is de afstand tussen opeenvolgende tanden 15 millimeter en de hoogte uit de as 20 millimeter. Voor vele toepassingen kunnen de tanden 15 millimeter uit de as steken. Andere maatvoering is 15 evenzeer dienstig, evenals een andere tandvorm, bijvoorbeeld een andere tophoek en/of tandvorm. Met name zullen voor grofVezelig pallet-materiaal een relatief grote tandafmeting en dito spatiëring gunstig zijn.

In Figuur 5b is nog een ondersteunende transportbaan 50 aangegeven om de schakelrollen 42, 44 en daarmee een deel van het palletgewicht af te steunen. In Figuur 5a 20 zijn enkele schakelrollen in doorsnede, andere in aanzicht weergegeven.

Figuur 6 illustreert details van de eindstandige transportbanen (opgenomen in de leggers 30, 32 van Figuur 4a). In feite vormen deze eenvoudige uitvoeringen van de constructie van Figuur 5 met assen 50, rolvormige schakelmodules 52 en afwisselende binnen- en buiten-schakels 54, 66, en uiteraard zonder tanden. Eenvoudshalve is de 25 eindstandige fixatie van de transportbanen niet getoond. Ook hier kan een ondersteunend element 50 in analogie met onderdeel #50 in Figuren 4b, 5b eveneens worden voorzien.

De onderhavige uitvinding is hierboven beschreven aan de hand van een voorkeursuitvoering daarvan. Zij die deskundig zijn in de techniek zullen zich echter realiseren dat talrijke wijzigingen en veranderingen daarin kunnen worden aangebracht 30 zonder de omvang van de bij gevoegde conclusies te buiten te gaan. Dientengevolge moeten de uitvoeringen beschouwd worden als illustratief en mogen daaruit geen beperkingen worden afgeleid, anders dan zulke die in de conclusies zijn opgenomen.

102960 1

Claims (15)

1. Een doorschuifstelling voor het in volgens banen georganiseerde palletposities opnemen van pallets (20,28), waarbij een baan in een richting dwars op zijn 5 as de opgenomen pallets nabij hun buitenzijden ondersteunt en waarbij de baan verder j voorzien is van aandrijfiniddelen om in tenminste één van de baanbewegingsrichtingen de bewegingen van de pallets aan elkaar te egaliseren, ! met het kenmerk dat genoemde aandrijfiniddelen (34) een rondgekoppelde ' ketting omvatten die zich in een tussenliggende positie onder de palletposities bevindt en 10 die voorzien is van fixeerpunten (46) die geschikt zijn om in bovenwaartse richting in het palletmateiiaal door te dringen en alsdan de bewegingen van opvolgende pallets (20,28) ten opzichte van elkaar tegen te gaan.

2. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 1, waarin genoemde 15 aandrijfiniddelen slechts één zodanige zich substantieel over de lengte van de baan uitstrekkende ketting bevatten.

3. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 1, waarbij genoemd doordringen door het gewicht van een beladen pallet en/of het doorbuigen daarvan wordt geactiveerd. 20

4. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 1, waarbij genoemde ketting substantieel midden tussen genoemde buitenzijden is geplaatst.

5. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 1, waarbij genoemde ketting is 25 ingelaten in een ondersteunende ligger. !

6. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 5, waarbij genoemde ligger in , hoofdzaak is opgebouwd uit hout, kunststof of metaal.

7. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 1, waarbij genoemde ketting over substantieel zijn gehele lengte van per schakel opgestelde fixeerpunten is voorzien. i i

8. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 1, waarbij genoemde ketting per schakel uit in de dwarsrichting van de baan opeenvolgend opgestelde schakelmodules .10 2 9 6 0 1 (42,44) is gevormd, waarbij genoemde fixeerpunten (46) telkens zowel tussen opeenvolgende schakelmodules als aan de einden daarvan zijn opgesteld.

9. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 1, waarbij genoemde ketting per 5 schakel een of meer rollen bevat die op een gemeenschappelijke as in genoemde dwarsrichting zijn aangebracht.

10. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 9, waarin voor genoemde schakelrollen een ondersteunende steun-baan (50) is voorzien om een deel van het 10 palletgewicht af te steunen.

11. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 10, waarin voor de assen van genoemde schakelrollen over een terugloop traject sleuven (66,68) in de richting van de baan-as is voorzien om alsdan de schakels langs een substantieel rechte lijn te geleiden. 15

12. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 1, voorzien van rollenbanen (62, 64) om de uiteinden van de pallets langs de palletbaan te ondersteunen.

13. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 12, waarin genoemde 20 rollenbanen zijn uitgevoerd als rolkettingen.

14. Een doorschuifstelling volgens Conclusie 1, waarbij genoemde aandrijfmiddelen volgens een naar een invoer-positie en/of uitvoer-positie van de doorschuifstelling aflopende helling zijn opgesteld. 25

15. Een bouwpakket geschikt voor het in samenwerking met een van stationaire onderdelen voorziene stelling opbouwen van een doorschuifstelling volgens Conclusie 1. 1029601