[go: up one dir, main page]

NL1023584C2 - Werkwijze voor het ontladen van een beladingsruimte van een zelfrijdend voertuig alsmede een dergelijk voertuig. - Google Patents

Werkwijze voor het ontladen van een beladingsruimte van een zelfrijdend voertuig alsmede een dergelijk voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL1023584C2
NL1023584C2 NL1023584A NL1023584A NL1023584C2 NL 1023584 C2 NL1023584 C2 NL 1023584C2 NL 1023584 A NL1023584 A NL 1023584A NL 1023584 A NL1023584 A NL 1023584A NL 1023584 C2 NL1023584 C2 NL 1023584C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
self
driving vehicle
loading
wheel
loading space
Prior art date
Application number
NL1023584A
Other languages
English (en)
Inventor
Coenraad Gerard Van Gemert
Original Assignee
Gemco Mobile Systems B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gemco Mobile Systems B V filed Critical Gemco Mobile Systems B V
Priority to NL1023584A priority Critical patent/NL1023584C2/nl
Priority to EP04748625A priority patent/EP1628854B1/en
Priority to PCT/NL2004/000393 priority patent/WO2004106110A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1023584C2 publication Critical patent/NL1023584C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K7/00Disposition of motor in, or adjacent to, traction wheel
    • B60K7/0015Disposition of motor in, or adjacent to, traction wheel the motor being hydraulic
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K17/00Arrangement or mounting of transmissions in vehicles
    • B60K17/04Arrangement or mounting of transmissions in vehicles characterised by arrangement, location or kind of gearing
    • B60K17/043Transmission unit disposed in on near the vehicle wheel, or between the differential gear unit and the wheel
    • B60K17/046Transmission unit disposed in on near the vehicle wheel, or between the differential gear unit and the wheel with planetary gearing having orbital motion
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/02Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading with parallel up-and-down movement of load supporting or containing element
    • B60P1/027Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading with parallel up-and-down movement of load supporting or containing element with relative displacement of the wheel axles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P3/00Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects
    • B60P3/055Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects for transporting bottles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K7/00Disposition of motor in, or adjacent to, traction wheel
    • B60K2007/0038Disposition of motor in, or adjacent to, traction wheel the motor moving together with the wheel axle
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K7/00Disposition of motor in, or adjacent to, traction wheel
    • B60K2007/0092Disposition of motor in, or adjacent to, traction wheel the motor axle being coaxial to the wheel axle

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)

Description

i ψ
Korte aanduiding: Werkwijze voor het ontladen van een beladingsruimte van een zelfrijdend voertuig alsmede een dergelijk voertuig.
5 BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ontladen van een van een laadvloer voorziene beladingsruimte van een zelfrijdend voertuig met wielen omvattende de stappen van het rijden van het zelfrijdend voertuig met lading naar een 10 bestemmi ng - het ter plaatse van de bestemming ontladen van het zelfrijdend voertuig.
Een dergelijke werkwijze is ruimschoots bekend bijvoorbeeld voor het bevoorraden van winkels in binnensteden. Gedurende de laatste 15 jaren kan men constateren dat de regelgeving die door overheden wordt gesteld met betrekking tot verkeer in binnensteden, meer in het bijzonder vrachtverkeer, steeds strenger wordt, met name ten aanzien van milieuaspecten zoals luchtverontreiniging en geluidsoverlast. Daarnaast vergt het ontladen van een beladingsruimte van een zelfrijdend voertuig 20 in de praktijk relatief veel tijd, hetgeen niet alleen uit bedrijfseconomisch oogpunt nadelig is, maar tevens met name in binnensteden een belemmerend effect kan hebben op de doorstroming van verkeer waarbij zelfs de veiligheid van verkeersdeelnemers in het geding kan zijn. Illustratief hiervoor is bijvoorbeeld het ontladen van een 25 vrachtwagen beladen met rolcontainers. Nadat de vrachtwagen op de bestemming is aangekomen, wordt aan de achterzijde van de laadruimte van de vrachtruimte een laadklep over 90° neergekanteld tot een horizontale stand, waardoor een draagplateau voor een beperkt aantal rolcontainers ontstaat. Zodra dit laadplateau vol is komen te staan met rolcontainers, 30 wordt een liftsysteem in werking gesteld waardoor het laadplateau over een afstand van ongeveer éên meter naar beneden zakt, waarna de I rolcontainers van het laadplateau af worden gereden en ter plaatse verder I worden verwerkt. Vervolgens verplaatst het laadplateau zich weer omhoog I totdat het laadplateau zich weer op hetzelfde niveau bevindt als de vloer van de laadruimte, waarna de cyclus zich weer kan herhalen. Zoals een I 5 ieder kan constateren, is deze manier van werken zeer tijdrovend.
I De uitvinding beoogt al dan niet in voorkeurs- uitvoeringsvormen ervan een werkwijze volgens de aanhef te verschaffen waarmee het in beginsel mogelijk is om een aanzienlijke verbetering te I bewerkstelligen ten aanzien van de bovenomschreven bezwaren van de stand 10 van de techniek. Hiertoe wordt de werkwijze volgens de uitvinding I gekenmerkt door de stap van het ten behoeve van het ontladen van het I zelfrijdend voertuig laten zakken van de beladingsruimte van een bovenste I stand naar een onderste stand waarbij de onderzijde van de laadvloer van I de beladingsruimte in hoofdzaak wordt gedragen door ondergrond voor de I 15 wielen van het zelfrijdend voertuig. Door de beladingsruimte te laten I zakken totdat de onderzijde van de laadvloer van de beladingsruimte in I hoofdzaak wordt gedragen door ondergrond voor de wielen van het I zelfrijdend voertuig, worden unieke ontladingsmogelijkheden (en tevens I beladingsmogelijkheden) geboden, waardoor het ontladen veel eenvoudiger I 20 en sneller kan plaatsvinden, hetgeen uit oogpunt van het milieu, I verkeersveiligheid en bedrijfseconomie belangrijke voordelen met zich I meebrengt. Bij rolcontainers ontstaat bijvoorbeeld aldus de mogelijkheid I om deze vanuit de beladingsruimte in de onderste stand daarvan I rechtstreeks daaruit te rollen, hetgeen niet alleen kan plaatsvinden aan 25 de achterzijde van de beladingsruimte, maar in beginsel ook aan de belde I zijkanten van de beladingsruimte, zodat om ten minste twee redenen het ontladen (en ook het beladen) sneller kan plaatsvinden. Bovendien hoeft H men bij het beladen van de beladingsruimte ook minder zorg te besteden I aan de volgorde waarop de beladingsruimte wordt gevuld, omdat het bij de 30 stand van de techniek noodzakelijk was dat die lading.die als laatste I uiteindelijk moet worden ontladen (bijvoorbeeld doordat er sprake is van t 3 verschillende bestemmingen voor de lading) ook als eerste in de beladingsruimte moest worden beladen.
De uitvinding beoogt verder een zelfrijdend voertuig te verschaffen dat geschikt is voor toepassing bij een werkwijze volgens de 5 uitvinding zoals bovenstaand omschreven. Hierbij kan worden uitgegaan van een zelfrijdend voertuig omvattende een chassis met een gestel» achterwielen en voorwielen, het gestel mede omvattende een beladingsruimte met een laadvloer, het voertuig verder omvattende aandrijfmiddelen voor het aandrijven van ten minste een deel van de 10 wielen, veermiddelen werkzaam tussen de wielen en het gestel en verstelmiddel en voor het verstellen van de hoogte van de beladingsruimte. Een dergelijk zelfrijdend voertuig is in verschillende uitvoeringsvormen ruimschoots bekend, waarbij men in eerste instantie kan denken aan een vrachtauto, maar bijvoorbeeld ook aan een zogenaamde kniel bus. Het 15 zogenaamde "knielen" van een dergelijke bus vindt plaats door geschikte aansturing van de luchtvering van de bus, waarbij de knielslag gemiddeld circa 150 mm bedraagt. Door het knielen van de bus wordt het instappen en uitstappen door passagiers vergemakkelijkt, hetgeen met name voordelig is voor oudere en minder valide passagiers. Het is hierbij wel van belang op 20 te merken dat er bij een kniel bus ook in geknielde toestand altijd sprake blijft van een zekere spleet tussen het wegoppervlak en de onderzijde van de ruimte waarin de passagiers en de chauffeur zich bevinden. Deze ruimte rust dus in geknielde toestand niet op het wegdek.
Het voertuig volgens de uitvinding kenmerkt zich nu, 25 doordat de afstand tussen de bovenzijde van de laadvloer en de onderzijde van de laadvloer maximaal 15 cm bedraagt en bij verdere voorkeur maximaal 10 cm bedraagt, waardoor het zelfrijdend voertuig zeer geschikt is om te worden toegepast bij de werkwijze volgens de uitvinding zoals bovenstaand omschreven. Juist door de relatief geringe afstand tussen de bovenzijde 30 van de laadvloer en de onderzijde van de laadvloer (oftewel de dikte van de bodem van de beladingsruimte) wordt het ontladen en beladen van de I beladingsruimte vergemakkelijkt met name indien de lading uit I rolcontainers bestaat, hetgeen met name in binnensteden juist vaak het I geval is. Zeker wanneer ontlading van de beladingsruimte plaatsvindt ter I plaatse van een stoeprand, zal in de praktijk de hoogte van deze I 5 stoeprand reeds in belangrijke mate overeenkomen met de dikte van de I bodem van de beladingsruimte, waardoor de bovenzijde van de laadvloer tijdens ontladen/beladen in hoofdzaak op hetzelfde verticale niveau zal I zijn gelegen als het naastgelegen trottoir.
Juist om de ontladingsmogelijkheid te maximaliseren zodat I 10 het ontladen (en ook het beladen) zo snel mogelijk kan plaatsvinden, is I bij voorkeur de beladingsruimte aan de zijkant van het zelfrijdend voertuig voorzien van een ontlaadklep die kantelbaar is om een kantel as I die zich evenwijdig aan de rijrichting van het zelfrijdend voertuig ter I hoogte van de laadvloer uitstrekt. Het moge duidelijk zijn dat de lengte I 15 van een dergelijke ontlaadklep gezien in de richting loodrecht op de I kantelas zeer beperkt kan zijn in vergelijking met de lengte van de kantelbare laadkleppen zoals deze worden toegepast bij vrachtwagens volgens de stand van de techniek aan de achterzijde daarvan, zoals I bovenstaand reeds omschreven. De hoofdfunctie van de ontlaadklep volgens I 20 de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm is immers slechts het overbruggen I van een eventueel beperkt hoogteverschil en een eventuele spleet tussen de bovenzijde van de laadvloer en de naastgelegen ondergrond. Derhalve I kan de lengte van de ontlaadklep gezien in een richting loodrecht op de kantelas beperkt zijn tot minder dan éên meter of minder dan 60 cm of I 25 zelfs minder dan 40 cm.
I Bij voorkeur hebben de achterwielen een gedeelde achteras, I waardoor het mogelijk is om een laadvloeroppervlakte te creëren die vanaf I de voorzijde van de achterwielen naar de achterzijde van de achterwielen doorlopend is, terwijl deze laadvloer toch op een lager niveau is 30 gelegen, ook in de bovenste stand van de beladingsruimte, dan de hartlijn van de achterwielen.
5
Bij voorkeur omvatten de aandrijfmiddelen individuele motoren voor ieder van de achterwielen. Dit biedt namelijk de mogelijkheid om bij het ontwerp van het zelfrijdend voertuig volgens de uitvinding uit te gaan van een standaard vrachtwagen waarvan de 5 achterwielen worden aangedreven, waarbij de achterzijde van de vrachtwagen inclusief de achterwielen met doorlopende as uiteindelijk bij het zelfrijdend voertuig volgens de uitvinding niet wordt toegepast, maar door andere componenten wordt vervangen.
Uit milieu-oogpunt geniet het de voorkeur dat de motoren 10 van het elektromotortype zijn.
Hierbij geniet het verder de voorkeur dat het zelfrijdend voertuig een generator omvat voor het elektrisch beladen van een accu die de elektromotoren voedt. Hierbij is het bijvoorbeeld denkbaar dat de generator slechts werkzaam is daar waar deze de minste overlast oplevert. 15 Alternatief is het tevens denkbaar dat de motoren van het hydromotor type zijn, die bijvoorbeeld rechtstreeks wordt gevoed door een verbrandingsmotor aan de voorzijde van het zelfrijdend voertuig.
Voor het kunnen laten zakken van de beladingsruimte van de bovenste stand naar de onderste stand (en uiteraard weer terug) geniet 20 het de voorkeur dat de verstelmiddelen besturingsmiddelen omvatten voor het besturen van de werkzaamheid van de veermiddelen. Middels het op geschikte wijze besturen van de werkzaamheid van de veermiddelen met behulp van de besturingsmiddelen kan aldus de gewenste verticale verplaatsing van de beladingsruimte worden gerealiseerd.
25 De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren.
Figuur 1 toont een zelfrijdend voertuig volgens de uitvinding in zijaanzicht in een bovenste stand; 30 figuur 2 toont het zelfrijdend voertuig volgens de uitvinding in zijaanzicht in een onderste stand; Η I figuur 3 toont dwarsdoorsnede III-III volgens figuur 1; figuur 4 toont dwarsdoorsnede IV-IV volgens figuur 2; I figuur 5 toont de achterwielophanging van het voertuig I volgens de figuren 1 t/m 4 in perspectivisch aanzicht; en I 5 figuur 6 toont de achterwielophanging volgens figuur 5 in I bovenaanzicht.
I Vrachtwagen 1 volgens de figuren 1 t/m 4 omvat een cabine 2 I voor een bestuurder met star daarmee verbonden een laadruimte 3. Onder de cabine 2 bevinden zich stuurbare voorwielen 4 terwijl aan de achterste 10 helft van de laadruimte 3 achterwielen 5 zijn voorzien. Cabine 2 en voorwielen 4 hebben oorspronkelijk deel uitgemaakt van een standaard I vrachtwagen met twee zich vanaf de achterzijde van de cabine uitstrekkende chassisbalken waarop enerzijds een vrachtruimte kon worden geplaatst en waaraan anderzijds de achterwiel ophanging was bevestigd.
15 Deze zich naar achteren uitstrekkende chassisbalken zijn echter kort achter de achterzijde van de cabine 2 doorgezaagd. De aldus ontstane I stompen zijn star bevestigd, bijvoorbeeld door middel van I 1 asverbindingen, aan de voorzijde 6 van de laadruimte 3.
De laadruimte 3 is met uitzondering van de wielkasten 7 ter I 20 plaatse van de achterwielen 5 volledig rechthoekig van vorm. In dit verband wordt opgemerkt dat de achterwielen 5 een volledige onafhankelijke wielophanging 8 hebben (zie figuren 5 en 6) met een I gedeelde achteras 9. Bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld betreft I wielophanging 8 een onafhankelijk wielophangingssysteem met een veerarm 25 aan het uiteinde waarvan het desbetreffend wiel roteerbaar is bevestigd.
I Een bijzonder aspect daarbij wordt gevormd door het feit dat de I achterwielen 5 individueel worden aangedreven door een hydromotor 9 die hydraulisch wordt gevoed middels een dieselmotor die zich onder in de cabineruimte 2 bevindt.
30 Alternatief zou hydromotor 2 ook kunnen worden vervangen door een elektromotor die zich binnen de naaf van ieder achterwiel 5 Γ 7 bevindt. Dergelijke elektromotoren zouden kunnen worden gevoed door een accusysteem dat binnen de laadruimte 3 is ondergebracht boven de wielkasten 7. Dit deel van de laadruimte leent zich daar bij uitstek voor aangezien enerzijds deze ruimte zich dicht bij de elektromotor bevindt 5 terwijl anderzijds dit deel van de laadruimte 3 zich in zijn algemeenheid minder zal lenen voor het onderbrengen van belading voor de laadruimte 3. Een dergelijk accusysteem kan bijvoorbeeld op zijn beurt weer worden gevoed door een dieselgenerator die zich onder de cabine 2 bevindt. In gebruik is het hierbij denkbaar dat deze generator slechts werkzaam is 10 daar waar de minste overlast wordt veroorzaakt, bijvoorbeeld nadrukkelijk niet in binnensteden.
Zoals blijkt uit een vergelijking tussen de figuren 1 en 3 enerzijds waarin de vrachtwagen 1 zich in een bovenste stand bevindt waarbij vrachtwagen 1 zich kan verplaatsen en de figuren 2 en 4 15 anderzijds waarbij de vrachtwagen 1 zich in een onderste stand bevindt die ongeschikt is voor verplaatsing van vrachtwagen 1 maar uitermate geschikt voor het ontladen of beladen van de laadruimte 3 van vrachtwagen 1, kan de laadruimte 3 (tezamen met cabine 2) dusdanig laag worden gezakt dat laadruimte 3 steunt op ondergrond 10. Voor verplaatsing tussen de 20 bovenste stand volgens de figuren 1 en 3 en de onderst stand volgens de figuren 2 en 4 wordt gebruik gemaakt van een besturingssysteem die op geschikte wijze het luchtveringssysteem zowel aanwezig bij de voorwielen 4 als bij de achterwielen 5 aanstuurt. Een dergelijke aansturing is op zich bij de vakman reeds bekend, bijvoorbeeld bij zogenaamde knielbussen, 25 echter hierbij is men nooit zo ver gegaan dat het zakken van een zekere laadruimte zo ver wordt doorgevoerd dat deze laadruimte komt te steunen op een ondergrond 10 zoals dit bij de onderhavige uitvinding wél het geval is. Hierdoor wordt het beladen en ontladen van de laadruimte 3 zeer vergemakkelijkt waarbij wordt opgemerkt dat de bodem 11 met bovenzijde 12 30 en onderzijde 13 slechts een dikte heeft van circa 8 cm. Daarnaast zijn aan de zijkanten 12 en achterkant 13 in de figuren niet nader getoonde Η I δ I kantel kleppen aangebracht. Deze kleppen hebben een kantel as die zich I uitstrekt ter plaatse van de omtreksrand van de bodem 11 zodat voor wat I betreft de zijkanten 12 deze kantelassen zich evenwijdig aan de I verplaatsingsrichting van vrachtwagen 1 uitstrekken en aan de achterkant 5 13 loodrecht daarop, waarbij alle kantelassen horizontaal zijn georiënteerd. Ter plaatse van de achterwielen 5 zijn logischerwijs echter I geen kleppen voorzien. In de hoogste stand van de vrachtwagen 1 volgens I de figuren 1 en 3 zijn de kleppen omhoog geslagen zodat deze zich I verticaal uitstrekken terwijl in de onderste stand volgens de figuren 2 I 10 en 4 de kleppen neer worden gekanteld zodat zij dienst doen als brug tussen de laadruimte 3 en de omgeving van de laadruimte 3. Aldus kunnen I bijvoorbeeld stoepranden eenvoudig worden overbrugd en beperkte I hoogteverschillen eenvoudig worden overwonnen. De lengte van de kleppen I gemeten vanaf de kantelassen bedraagt circa 30 cm. Boven de kleppen I 15 bevinden zich in omhoog geklapte toestand niet nader getoonde rolluiken.
I Alternatief zou ook gebruik kunnen worden gemaakt van een rolscherm- afsluiting.
I Zoals met name zichtbaar in de figuren 1 en 2 is I vrachtwagen 1 beladen met rolcontainers die dankzij de uitvinding snel 20 uit de laadruimte 3 kunnen worden genomen dan wel in de laadruimte 3 I kunnen worden geplaatst. Alhoewel de voordelen volgens de uitvinding met I name tot uitdrukking komen bij dergelijke rolcontainers, is de uitvinding I ook voordelig indien er sprake is van anders soortige belading zoals I pallets die bijvoorbeeld eenvoudig met behulp van een handmatig te 25 bedienen steekwagen kunnen worden ontladen of beladen.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het ontladen van een van een laadvloer voorziene beladingsruimte van een zelfrijdend voertuig met wielen 5 omvattende de stappen van - het rijden van het zelfrijdend voertuig met lading naar een bestemmi ng - het ter plaatse van de bestemming ontladen van het zelfrijdend voertuig 10 gekenmerkt door de stap van - het ten behoeve van het ontladen van het zelfrijdend voertuig laten zakken van de beladingsruimte van een bovenste stand naar een onderste stand waarbij de onderzijde van de laadvloer van de beladingsruimte in 15 hoofdzaak wordt gedragen door ondergrond voor de wielen van het zelfrijdend voertuig.
2. Zelfrijdend voertuig voor toepassing bij een werkwijze volgens conclusie 1 omvattende een chassis met een gestel, achterwielen en voorwielen, het gestel mede omvattende een zelfdragende beladlngs- 20 ruimte met een laadvloer, aandrijfmiddelen voor het aandrijven van tenminste een deel van de wielen, veermiddelen werkzaam tussen de wielen en het gestel, verstel middel en voor het verstellen van de hoogte van de beladingsruimte, met het kenmerk, dat de afstand tussen de bovenzijde van de laadvloer en de onderzijde van de laadvloer maximaal 15 cm bedraagt.
3. Zelfrijdend voertuig volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de afstand tussen de bovenzijde van de laadvloer en de onderzijde van de laadvloer maximaal 10 cm bedraagt.
4. Zelfrijdend voertuig volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de beladingsruimte aan de zijkant van het zelfrijdend 30 voertuig is voorzien van een ontlaadklep die kantelbaar is om een kantelas die zich evenwijdig aan de rijrichting van het zelfrijdend I 10 I voertuig ter hoogte van de laadvloer uitstrekt.
5. Zelfrijdend voertuig volgens conclusie 2, 3 of 4, met het I kenmerk, dat de achterwielen een gedeelde achteras hebben.
6. Zelfrijdend voertuig volgens conclusie 5, met het kenmerk, I 5 dat de aandrijfmiddelen individuele motoren voor ieder van de I achterwielen omvatten.
7. Zelfrijdend voertuig volgens conclusie 6, met het kenmerk, I dat de motoren van het elektromotor type zijn.
8. Zelfrijdende voertuig volgens conclusie 7, met het kenmerk, I 10 dat het zelfrijdend voertuig een generator omvat voor het elektrisch beladen van een accu die de elektromotoren voedt.
9. Zelfrijdend voertuig volgens conclusie 6, met het kenmerk, I dat de motoren van het hydromotor type zijn.
10. Zelfrijdend voertuig volgens één van de conclusies 2 tot en I 15 met 9, met het kenmerk, dat de verstelmiddelen besturingsmiddelen omvat I voor het besturen van de werkzaamheid van de veermiddelen.
NL1023584A 2003-06-03 2003-06-03 Werkwijze voor het ontladen van een beladingsruimte van een zelfrijdend voertuig alsmede een dergelijk voertuig. NL1023584C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023584A NL1023584C2 (nl) 2003-06-03 2003-06-03 Werkwijze voor het ontladen van een beladingsruimte van een zelfrijdend voertuig alsmede een dergelijk voertuig.
EP04748625A EP1628854B1 (en) 2003-06-03 2004-06-02 Wheel suspension and vehicle
PCT/NL2004/000393 WO2004106110A1 (en) 2003-06-03 2004-06-02 Wheel suspension and vehicle

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023584A NL1023584C2 (nl) 2003-06-03 2003-06-03 Werkwijze voor het ontladen van een beladingsruimte van een zelfrijdend voertuig alsmede een dergelijk voertuig.
NL1023584 2003-06-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023584C2 true NL1023584C2 (nl) 2004-12-06

Family

ID=34075107

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023584A NL1023584C2 (nl) 2003-06-03 2003-06-03 Werkwijze voor het ontladen van een beladingsruimte van een zelfrijdend voertuig alsmede een dergelijk voertuig.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1023584C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1022530B1 (nl) * 2014-09-24 2016-05-24 LOADLOW bvba Stadsvoertuig voor goederenvervoer.
EP3702211A1 (en) * 2018-06-06 2020-09-02 Valsch Dynamic Mechatronics Ltd. Truck with lowerable bed
WO2021255232A1 (de) * 2020-06-19 2021-12-23 Ujet SA Fahrzeug

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1202146B (de) * 1961-12-21 1965-09-30 Rheinstahl Siegener Eisenbahnb Als Aufsattler oder Anhaenger ausgebildetes Strassenfahrzeug mit heb- und senkbarer Ladeflaeche
US3240506A (en) * 1962-07-25 1966-03-15 Wayne W Mcmullen Truck having vertically movable trailer
EP0444735A1 (en) * 1990-02-26 1991-09-04 Koninklijke KPN N.V. Modular motor transport vehicle
DE4037191A1 (de) * 1990-11-22 1992-05-27 Fritsch Michael Fahrzeug zum transportieren von lasten
DE19754425A1 (de) * 1997-12-08 1999-06-10 Volker H Rosenkranz Radaufhängung für Fahrzeuge als modular montierbarer Radsatz ausgebildet
DE20220225U1 (de) * 2002-11-13 2003-03-13 Hurler, Walter, 86391 Stadtbergen Fahrzeug mit Ladeboxen oder Ladeflächen

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1202146B (de) * 1961-12-21 1965-09-30 Rheinstahl Siegener Eisenbahnb Als Aufsattler oder Anhaenger ausgebildetes Strassenfahrzeug mit heb- und senkbarer Ladeflaeche
US3240506A (en) * 1962-07-25 1966-03-15 Wayne W Mcmullen Truck having vertically movable trailer
EP0444735A1 (en) * 1990-02-26 1991-09-04 Koninklijke KPN N.V. Modular motor transport vehicle
DE4037191A1 (de) * 1990-11-22 1992-05-27 Fritsch Michael Fahrzeug zum transportieren von lasten
DE19754425A1 (de) * 1997-12-08 1999-06-10 Volker H Rosenkranz Radaufhängung für Fahrzeuge als modular montierbarer Radsatz ausgebildet
DE20220225U1 (de) * 2002-11-13 2003-03-13 Hurler, Walter, 86391 Stadtbergen Fahrzeug mit Ladeboxen oder Ladeflächen

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1022530B1 (nl) * 2014-09-24 2016-05-24 LOADLOW bvba Stadsvoertuig voor goederenvervoer.
EP3702211A1 (en) * 2018-06-06 2020-09-02 Valsch Dynamic Mechatronics Ltd. Truck with lowerable bed
WO2021255232A1 (de) * 2020-06-19 2021-12-23 Ujet SA Fahrzeug

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1628854B1 (en) Wheel suspension and vehicle
US20080018064A1 (en) Delivery vehicle
US6910844B2 (en) Self-loading vehicle for shipping containers
CA2347900A1 (en) Vehicle for lifting and transporting containers
EP2983971B1 (en) Electric dumper vehicle
JP2004243805A (ja) 異形長尺物の運搬方法および運搬装置
CN100360359C (zh) 用于半拖车或两机动车的铁路/公路联运的铁路装置
US12330728B2 (en) Work vehicle auxiliary axle control
NL1023584C2 (nl) Werkwijze voor het ontladen van een beladingsruimte van een zelfrijdend voertuig alsmede een dergelijk voertuig.
US20180178135A1 (en) Amusement ride comprising a modified vehicle, machine, vessel, container or platform
JP2012218605A (ja) 運搬車両の製造方法
US12139356B2 (en) Material handling system and method and load carrying vehicle thereof
US6375409B1 (en) Combined lorry and transport unit system and method
EP3219541B1 (fr) Ensemble de deux véhicules pour la distribution d'objets
CN1564764A (zh) 用于公路车辆的铁路/公路联合运输的混合使用的铁路单元
JP6765108B1 (ja) 軌陸車の切り替え方法
US6257639B1 (en) Cargo carrying deck for the tractor of a semitrailer truck
JP2024166803A (ja) 業務用車両及び業務用車両の無線給電システム
FR3136705A1 (fr) Hayon pour véhicule automobile
FR2863226A1 (fr) Systeme de manutention de plates-formes mobiles de wagons de chemin de fer pour le chargement et le dechargement de camions ou de remorques routieres
FR3022879A1 (fr) Vehicule a motorisation electrique ou hybride ou a hydrogene ou gaz liquefie, equipe d'une cabine de pilotage reglable en hauteur et une benne recouverte avec des panneaux photovoltaiques mobiles
NL1019336C2 (nl) Het airloadframe is een inrichting voor het vervoer van goederen.
JP2025060054A (ja) ダンプトラック
JPH0541074Y2 (nl)
JP4086976B2 (ja) 移動式バラスト積込機

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: VAN GEMERT MOBILE SYSTEMS B.V.

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150101