[go: up one dir, main page]

NL1019509C2 - Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten. - Google Patents

Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten. Download PDF

Info

Publication number
NL1019509C2
NL1019509C2 NL1019509A NL1019509A NL1019509C2 NL 1019509 C2 NL1019509 C2 NL 1019509C2 NL 1019509 A NL1019509 A NL 1019509A NL 1019509 A NL1019509 A NL 1019509A NL 1019509 C2 NL1019509 C2 NL 1019509C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coin
coins
bend
guide channel
reservoir
Prior art date
Application number
NL1019509A
Other languages
English (en)
Inventor
Edwin Andre Roodenburg
Cornelis Martinus Suverein
Leonardus Albertus Pa Suverein
Original Assignee
Suzo Internat Nl B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Suzo Internat Nl B V filed Critical Suzo Internat Nl B V
Priority to NL1019509A priority Critical patent/NL1019509C2/nl
Priority to EP02783854A priority patent/EP1451782A1/en
Priority to PCT/NL2002/000794 priority patent/WO2003049049A1/en
Priority to AU2002347676A priority patent/AU2002347676A1/en
Priority to US10/496,613 priority patent/US20050014462A1/en
Priority to EA200400775A priority patent/EA005725B1/ru
Application granted granted Critical
Publication of NL1019509C2 publication Critical patent/NL1019509C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07DHANDLING OF COINS OR VALUABLE PAPERS, e.g. TESTING, SORTING BY DENOMINATIONS, COUNTING, DISPENSING, CHANGING OR DEPOSITING
    • G07D1/00Coin dispensers
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07DHANDLING OF COINS OR VALUABLE PAPERS, e.g. TESTING, SORTING BY DENOMINATIONS, COUNTING, DISPENSING, CHANGING OR DEPOSITING
    • G07D9/00Counting coins; Handling of coins not provided for in the other groups of this subclass
    • G07D9/008Feeding coins from bulk

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Pinball Game Machines (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting zoals omschreven in het eerste gedeelte van conclusie 1.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europese octrooi-publicatie 0311320. Volgens deze octrooipublicatie bestaat met name 5 in het bochtstuk van het trogvormige muntgeleidingskanaal het gevaar van vastklemmen of vastlopen van een vervormde (gekromde) munt onder invloed van de door een stroomafwaarts gelegen munt of stroomopwaarts gelegen munt erop uitgeoefende druk c.q. tegendruk, wanneer het trogvormige muntgeleidingskanaal ter plaatse van het bochtstuk -10 overeenkomstig figuur 9 van de publicatie - vanaf beide zijden gedeeltelijk door een bovenwand(deel) is overdekt. De vervormde munt zou dan met een randdeel tussen de kanaalbodem en een bovenwand(deel) geklemd kunnen raken. Men gaat daarbij kennelijk uit van de veronderstelling, dat de inwendige afstand tussen de kanaalbodem en 15 de bovenwand(delen) betrekkelijk nauwkeurig aan een bepaalde muntdikte is aangepast.
In de in bovenstaande publicatie voorgestelde muntafgifte-inrichting nu bestaan de middelen voor het vermijden van vastklemmen resp. vastlopen van munten in het bochtstuk daarin, dat het munt-20 geleidingskanaal in het bochtstuk althans aan de buitenbochtzijde van boven geheel open is (dus niet door een bovenwand(deel) wordt overdekt) en dat de aan de buitenbochtzijde gelegen zijwand van het muntgeleidingskanaal een ten opzichte van de kanaalbodem naar buiten toe hellende stand inneemt, terwijl het muntgeleidingskanaal aan de 25 binnenbochtzijde hetzij (in een eerste uitvoeringsvorm volgens fig. 1 en 3 van de publicatie) "op normale wijze" gedeeltelijk door een vast bovenwanddeel wordt overdekt, dan wel (overeenkomstig een tweede uitvoeringsvorm volgens fig. 8 van de publicatie) van boven eveneens geheel open is en de aan de binnenbochtzijde gelegen zijwand van het 30 muntgeleidingskanaal tegen veerwerking in een weinig in stroomopwaartse c.q. stroomafwaartse richting om het kromtemiddelpunt van die zijwand kan uitwijken. In het tweede geval zou de hoogte van 1019509 - 2 - de zijwand aan de buitenbochtzijde van het muntgeleidingskanaal bij voorkeur kleiner zijn dan de dikte van een munt.
Voor beide bekende uitvoeringen zou gelden, dat een vervormde munt", die "normaal" zou vastlopen, thans eenvoudig door een 5 aangrenzende munt aan de buitenbochtzijde van het muntgeleidingskanaal wordt uitgeworpen.
Een nadeel van de beide zojuist beschreven uitvoeringen is, dat naarmate de zekerheid van uitwerpen van een vervormde munt groter is, de kans op het ongewild uitwerpen van een "normale" munt 10 toeneemt. Ook bij het verwerken van uitsluitend gave munten is namelijk in het bochtstuk van het muntgeleidingskanaal sprake van een onregelmatig krachtenspel, dat zich kenmerkt door zowel in richting als in grootte sterk variërende druk- en tegendrukkrachten. Het gevolg hiervan is een schoksgewijs transport van de munten door het 15 bochtstuk, waarbij vooral in het bovenste gedeelte van het bochtstuk opeenvolgende munten afwisselend uit elkaar bewegen en weer op elkaar botsen. Onder dergelijke omstandigheden geraakt ook een gave munt gemakkelijk los van de kanaalbodem, en bestaat - bij voldoende uitwijkmogelijkheid in een richting loodrecht op de kanaalbodem zoals 20 bij de hierboven besproken uitvoeringsvormen - de kans dat opeenvolgende munten in onderling overlappend verband geraken en aldus een bedrijfsstoring teweegbrengen.
De uitvinding nu beoogt een verbeterde muntafgifte-inrichting van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen, en wel meer in 25 het bijzonder de muntloop in het bochtstuk van het muntgeleidingskanaal te verbeteren en daarmede de bedrijfszekerheid van de inrichting te verhogen, zonder dat daarbij onnodig munten terzijde worden geworpen.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door het in het 30 tweede gedeelte van conclusie 1 genoemde kenmerk.
Door de in bedrijf tussen de munten in het muntgeleidingskanaal van het bochtstuk reikende meeneemarmen wordt een gelijkmatiger beweging van de munten door het bochtstuk verkregen en wordt de neiging tot opwippen van de bodem bij individuele munten tot een 35 mimimum beperkt.
Voorts is stagnatie door vervormde (gekromde) munten of verschillen in dikte tussen overigens gave munten uitgesloten.
1 0 1 9 £ b - 3 -
Een voorkeursuitvoering bestaat daarin, dat de meeneemarmen de tanden c.q. schoepen vormen van een afzonderlijk tand- c.q. schoepenwiel, dat synchroon met de draaibare bodemplaat van het muntverzamelreservoir aandrijfbaar is. Met een dergelijk tand- c.q.
5 schoepenwiel, dat synchroon met de draaibare bodemplaat van het muntverzamelreservoir wordt aangedreven, worden de munten in het bochtstuk door de ronddraaiende armen c.q. schoepen in een zeer gelijkmatige stroom "de bocht om" geleid en wordt de aandrijfmotor van het systeem minimaal belast.
10 Daarbij dient te worden opgemerkt dat een synchroon met de draaibare bodemplaat van een muntverzamelreservoir aangedreven schoepenwiel op zichzelf bekend is bij een muntafgifte-inrichting volgens de Europese octrooipublicatie 0204405. Bij deze bekende muntafgifte-inrichting reikt het schoepenwiel met zijn schoepen in de 15 baan van de draaibare bodemschijf om munten uit die baan af te leiden en naar een hoger gelegen locatie te transporteren. Van geleiding van munten in een bochtstuk van een opvoertransporteur is daarbij geen sprake.
· Bij de inrichting volgens de uitvinding kan het op het 20 bochtstuk volgende opgaande deel van het muntgeleidingskanaal met voordeel vanaf één zijde met een aan de kanaalzijde met borstelharen bezette afdekstrip worden overdekt, zoals omschreven in de Europese octrooipublicatie EP 0950989.
Op overeenkomstige wijze is volgens een verder kenmerk van de 25 onderhavige uitvinding het stroomafwaarts gelegen, niet door de meeneemarmen bestreken gedeelte van het muntgeleidingskanaal in het bochtstuk overdekt met een dekwanddeel dat aan de naar de kanaalbodem toegekeerde zijde met borstelharen is bezet.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met 30 een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van de complete inrichting volgens de uitvinding, bestemd voor toepassing in een speelautomaat; fig. 2A is een aanzicht in perspectief op grotere schaal van 35 het bochtstuk tussen de muntopvoertransporteur (escalator) en het muntstukreservoir (hopper), waaruit het schoepenwiel volgens de uitvinding is verwijderd; 1019509 - 4 - fig. 2B is een aanzicht als weergegeven in fig. 2A, doch met het schoepenwiel volgens de uitvinding, en fig. 3 is een aanzicht in perspectief van een detail van het bovenste eindstuk van de muntopvoertransporteur.
5 De in fig. 1 weergegeven inrichting is een combinatie van een muntvoorraad- c.q. -verzamelreservoir A en een muntopvoertransporteur B met daartussen een overgangsbochtstuk C.
Het muntreservoir A - ook wel "hopper" genoemd - is van een op zichzelf bekend type; het is gemonteerd op een voetstuk Al en heeft 10 een hellend opgestelde bodemplaat a, die - gezien in de tekening -tegen de wijzers van een uurwerk in aandrijfbaar is door middel van een niet nader weergegeven aandrijfmotor. De bodemplaat a heeft een ringvormig buitenste deel al en een centraal gelegen schijfvormig deel a2 van kleinere diameter, dat zich over een afstand in de orde 15 van grootte van de dikte van de te verwerken munten boven het vlak van het ringvormige bodemplaatdeel al uitstrekt en voorts een stervormige muntbeweger a3 draagt. Het buitenste ringvormige bodemplaatdeel al is bezet met in de omtreksrichting verdeeld liggende meeneempennen a4.
20 In bedrijf, bij (gedeeltelijk) met munten gevuld reservoir A
en linksom (zie fig. 1) draaiende bodemplaat a, vormt zich (mede) onder invloed van de muntbeweger a3 onderin een ring van tussen de meeneempennen a4 plat op het buitenste ringvormige bodemplaatdeel al liggende munten. De munten uit deze ring van munten worden aan de 25 rechterzijde van het reservoir door de meeneempennen a4 mee naar boven genomen en komen in het bovenste rechterkwadrant met hun omtreksranden op de als steunrichel fungerende omtreksrand van het centrale bodemplaatdeel a2 te rusten. In het bovenste kwadrant links in fig. 1 is een afstrijkmes a5 werkzaam. De in de hoogste positie op 30 het buitenste ringvormige bodemplaatdeel al aangekomen munten worden door dit mes a5 van de steunrichel (omtreksrand) van het centrale bodemplaatdeel a2 "afgestreken" en over de althans in hoofdzaak horizontaal verlopende bovenrand van dit mes gerangschikt tot een althans nagenoeg horizontaal en tangentiaal ten opzichte van de 35 steunrichel van het centrale bodemplaatdeel a2 gerichte muntstroom. Deze muntstroom verlaat het muntreservoir A via een door een plaatselijke onderbreking van de reservoirwand gevormde muntuitlaat-opening en wel onder invloed van de door de meeneempennen a4 op de ' Z' · .
2 yO U y - 5 - munten in die muntstroom uitgeoefende drukkracht. De het munt-reservoir A aldus verlatende muntstroom wordt daarbij allereerst over een hoek van ongeveer 90° in het vlak van het ringvormige bodemplaat-deel al naar boven toe omgebogen alvorens via de muntopvoer-5 transporteur B verder in opwaartse richting naar de afgiftelocatie X te worden gestuwd.
Het over een hoek van 90° ombuigen van de muntstroom uit het muntreservoir A vindt plaats in het bochtstuk C, dat hieronder nader worden beschouwd. Daarbij wordt allereerst verwezen naar fig. 2A, 10 waarin een volkomen open bochtstuk is te zien, omdat het nog te beschrijven schoepenwiel volgens de uitvinding daaruit is verwijderd. Fig. 2A toont het moment, waarop de munt M, die het muntreservoir A vrijwel heeft verlaten, op het punt staat het contact met de meeneempen a4 te verliezen, daardoor niet langer individueel wordt 15 opgestuwd en derhalve op het punt staat in de richting van de eerstvolgende munt Ml terug te vallen. Het zal duidelijk zijn, dat deze neiging tot terugvallen wordt versterkt door het gewicht van de munt M2, die in een eerdere fase van zijn meeneempennen is losgekomen, reeds vrijwel "door de bocht" is bewogen en met zijn 20 omtreksrand tegen die van de munt M aanligt. Het gevolg is, dat de munten schoksgewijs door het bochtstuk C heen worden opgevoerd, waardoor de kans aanwezig is, dat een munt van zijn ondergrond loskomt, zoals dit in het bovenstaande reeds in vermeld. Deze kans op "opwippen" van een munt in het bochtstuk C is daarbij groter, 25 naarmate de muntdiameter groter is en de snelheid waarmede de munten door de meeneempennen a4 uit het muntreservoir A worden afgevoerd, hoger ligt.
Het bochtstuk C heeft een bodem cO met een daarvan opstaande buitenbochtwand cl, welke de munten naar de opvoertransporteur B 30 (fig. 1) geleidt. Om de bovenbeschreven neiging tot "opwippen" tegen te gaan is volgens de uitvinding (zie fig. 2B) in het bochtstuk C een stel meeneemarmen of schoepen c4 aangebracht, welke deel uitmaken van een om een as c3 draaibaar schoepenwiel c2. De meeneemarmen c4 van het schoepenwiel c2 liggen vrijwel op de bodem cO aan en hebben een 35 hoogte die overeenkomt met de (gemiddelde) dikte van de te verwerken munten.
De binnenbochtwand van het muntgeleidingskanaal in het bochtstuk C wordt in feite gevormd door de as c3 c.q. de naaf van het 1019509 - 6 - schoepenwiel c2. Het schoepenwiel c2 wordt synchroon met de bodemplaat cO aangedreven. In fig. 2B is dit geïllustreerd door de bodem c van het bochtstuk C voor een deel weer te geven als tandwiel c5, dat in een passende overbrengingsverhouding wordt aangedreven door het 5 van een buitenomtreksvertanding voorziene buitenste ringvormige deel al van de bodemplaat a van het muntreservoir A.
Door toepassing van het schoepenwiel c2 wordt telkens een munt M, die op het punt staat het contact met de betreffende meeneem-pen(nen) c4 te verliezen, door de eerstvolgende achterliggende 10 meeneemarm (c.q. -schoep) a4 tegen terugvallen geborgd en verder in de transportrichting meegenomen. Tegelijkertijd wordt ook de munt M2 (vergelijk fig. 2A), die in een eerdere fase reeds vrijwel "door de bocht" is bewogen, door de zich direct stroomafwaarts van de munt M bevindende meeneemarm c4 (c.q. -schoep) van het schoepenwiel c2 tegen 15 terugvallen geborgd en in het onderste gedeelte van het munt-geleidingskanaal van de opvoertransporteur B gedrukt.
In elk der in fig. 2A, 2B weergegeven gevallen wordt de van de bochtstukbodem CO opstaande buitenbochtwand cl verkregen door op een vlakke ondergrond, waarvan de bochtstukbodem c deel uitmaakt, een 20 plaatstuk c6 aan te brengen, dat in het getoonde voorbeeld een geheel vormt met het afstrijkmes a5.
De opvoertransporteur B is bij voorkeur van het in de Europese octrooipublicatie EP 0 950 989 beschreven type, voorzien van een muntgeleidingskanaal met een bodem en daarvan opstaande zijwanden, 25 welk kanaal door een met borstelharen bezette afdekstrook wordt overdekt.
In fig. 1 is een uit secties samengestelde afdekstrook b toegepast, waarvan de naar de kanaalbodem van de opvoertransporteur B gerichte borstelharen uiteraard in de tekening niet zichtbaar zijn.
30 De afdekstrook is in dwarsrichting (zie pijlrichting) verstelbaar en bevat de aan de linkerzijde aanwezige, van de kanaalbodem opstaande kanaalzijwand. De afdekstrook b wordt overeenkomstig de diameter van de te verwerken munten ingesteld en sluit met zijn verstelbare kanaalzijwand op de buitenbochtwand cl van het bochtstuk C aan. Van 35 bijzondere betekenis is daarbij, dat de onderste sectie bl van de afdekstrook b zich uitstrekt tot boven het bovenste gedeelte van het muntgeleidingskanaal in het bochtstuk C, dat niet door de meeneem-armen c4 van het schoepenwiel wordt bestreken. Ook in dat gedeelte 1 H *1 O 7 η λ, $ t) ·' · ' - 7 - van het muntgeleidingskanaal zijn daardoor (bij voorkeur schuin in de transportrichting gerichte) borstelharen werkzaam, die een in dat kanaalgedeelte gedrukte munt beletten terug te vallen nadat het contact met de betreffende meeneemarm is verbroken om de munt in de 5 gelegenheid te stellen in randcontact met een volgende munt te treden.
Met de beschreven combinatie van het muntreservoir A, de opvoertransporteur B en het overgangsbochtstuk C daartussen wordt de muntvoorraad uit het muntreservoir A verwerkt tot een gelijkmatig via 10 het bochtstuk C en de opvoertransporteur B naar het afgiftepunt X lopende muntstroom. Eventuele dikteverschillen, bijvoorbeeld als gevolg van vervorming doen daarbij aan de gelijkmatigheid van de munstroom geen afbreuk. Van belang is uiteraard dat die gelijkmatigheid zich aan het boveneinde van de opvoertransporteur B, waar 15 zich een eindstuk D met een opzij daarvan uitmondende afgiftesleuf dl bevindt, voortzet. In het eindstuk D (zie fig. 3) is daartoe een paar licht conische uitwerprollen d2, d3 toegepast, waarvan de ene rol d2 vast en de andere rol d3 tegen veerwerking in in de richting van de geleidesleuf d4 kan uitwijken. Met name door de coniciteit van de 20 rollen d2 en d3 worden de munten met de ondergrond in het eindstuk D in contact gehouden en wordt stagnatie in de afgifte voorkomen.
1019509

Claims (5)

1. Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals 5 munten, omvattende een muntvoorraadreservoir met een hellend opgestelde, draaibare bodemplaat en voorzien van een in hoofdzaak tangentiaal ten opzichte van het hoogst liggende gedeelte van de bodemplaat gerichte muntuitlaatopening, waarbij de bodemplaat is ingericht om de munten 10 in het reservoir te rangschikken tot een continue stroom van opeenvolgende, platliggende munten en om de munten uit die stroom vanaf het hoogst liggende gedeelte van de draaiende bodemplaat volgens een in hoofdzaak rechte baan in in hoofdzaak horizontale richting stuk voor stuk naar en door de muntuitlaatopening te 15 drukken, alsmede een transporteur voor het opvoeren van de munten vanaf het niveau van de muntuitlaatopening van het reservoir naar een hoger gelegen afgiftelocatie, welke transporteur een in hoofdzaak door een bodem en twee overstaande zijwanden begrensd trogvormig 20 muntgeleidingskanaal bevat, welk kanaal aan zijn benedeneinde een op de muntuitlaatopening van het reservoir aansluitend bochtstuk heeft, dat de in bedrijf door de muntuitlaatopening van het reservoir heen naar buiten tredende stroom munten in een plat op de kanaalboden» liggende positie opneemt en de muntstroom vervolgens haaks dan wel 25 nagenoeg haaks ombuigt naar het opvoerende deel van het geleidings-kanaal, waarbij het bochtstuk middelen bevat om stagnatie van de muntbeweging in het trogvormige geleidingskanaal tegen te gaan, met het kenmerk, dat genoemde middelen een stel om een nabij de binnen-bochtzijwand van het bochtstuk gelegen as in de transportrichting 30 draaibare, zich in hoofdzaak radiaal ten opzichte van die as naar buiten gerichte meeneemarmen omvatten, welke armen in bedrijf tussen de opeenvolgende munten in het muntgeleidingskanaal van het bochtstuk reiken, waarbij de aan de binnenbochtzijde gelegen zijwand van het muntgeleidingskanaal over een met de diameter van de door de 35 meeneemarmen beschreven bewegingsbaan corresponderende afstand is onderbroken.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de meeneemarmen de tanden c.q. schoepen vormen van een afzonderlijk ] r> 1 iï C Cl !i !i." 5 .J , / :) V' - 9 - tand- c.q. schoepenwiel, dat synchroon met de draaibare bodemplaat van het muntverzamelreservoir aandrijfbaar is.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de in de transport- c.q. opvoerrichting wijzende randen van de meeneemarmen 5 een in radiaal buitenwaartse richting gezien naijlend verloop hebben.
4. Inrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het stroomafwaarts gelegen, niet door de meeneemarmen bestreken gedeelte van het muntgeleidingskanaal in het bochtstuk is overdekt met een dekwanddeel dat aan de naar de kanaalbodem toegekeerde zijde met 10 borstelharen is bezet.
5. Muntopvoertransporteur, meer in het bijzonder voor toepassing in de inrichting volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het muntgeleidingskanaal daarvan uitloopt in een bovenste eindstuk met een tweetal onder veerwerking uit elkaar beweegbare uitwerprollen, 15 welke een in de richting van de bodem taps toelopende vorm hebben. 1019509
NL1019509A 2001-12-06 2001-12-06 Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten. NL1019509C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019509A NL1019509C2 (nl) 2001-12-06 2001-12-06 Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.
EP02783854A EP1451782A1 (en) 2001-12-06 2002-12-05 A device for dispensing disc-shaped objects, such as coins
PCT/NL2002/000794 WO2003049049A1 (en) 2001-12-06 2002-12-05 A device for dispensing disc-shaped objects, such as coins
AU2002347676A AU2002347676A1 (en) 2001-12-06 2002-12-05 A device for dispensing disc-shaped objects, such as coins
US10/496,613 US20050014462A1 (en) 2001-12-06 2002-12-05 Device for dispensing disc-shaped objects, such as coins
EA200400775A EA005725B1 (ru) 2001-12-06 2002-12-05 Устройство для выдачи дискообразных объектов, таких как монеты

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019509 2001-12-06
NL1019509A NL1019509C2 (nl) 2001-12-06 2001-12-06 Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019509C2 true NL1019509C2 (nl) 2003-06-10

Family

ID=19774370

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019509A NL1019509C2 (nl) 2001-12-06 2001-12-06 Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US20050014462A1 (nl)
EP (1) EP1451782A1 (nl)
AU (1) AU2002347676A1 (nl)
EA (1) EA005725B1 (nl)
NL (1) NL1019509C2 (nl)
WO (1) WO2003049049A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4810691B2 (ja) * 2003-12-12 2011-11-09 旭精工株式会社 コインホッパー
JP4604156B2 (ja) * 2003-12-25 2010-12-22 旭精工株式会社 コイン払出装置
NL1033631C2 (nl) 2007-02-19 2008-08-20 Suzo Internat Nl B V Inrichting en werkwijze voor het voorkomen van fraude bij het uitbetalen van munten.
EP2784756B1 (en) 2013-03-28 2020-03-18 Scan Coin Ab Rim geometry of a coin sorting device
ES2758041T3 (es) 2013-03-28 2020-05-04 Scan Coin Ab Un módulo de conteo y clasificación de monedas

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5181881A (en) * 1990-11-15 1993-01-26 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Outlet device for coin payout hoppers
JPH0594575A (ja) * 1991-10-01 1993-04-16 Asahi Seiko Kk エスカレーター付コイン送出装置
EP0612041A1 (en) * 1993-02-05 1994-08-24 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Coin dispensing apparatus
EP0950989A1 (en) * 1998-04-14 1999-10-20 Suzo International (NL) B.V. Coin guiding device

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS61281385A (ja) * 1985-06-07 1986-12-11 旭精工株式会社 硬貨投出装置
JP2946468B2 (ja) * 1990-03-13 1999-09-06 旭精工株式会社 コイン送出装置
WO1994005385A1 (en) * 1992-09-07 1994-03-17 Kabushiki Kaisha Ace Denken Coin game machine island and coin treating device
JP3206699B2 (ja) * 1994-06-27 2001-09-10 旭精工株式会社 硬貨送出装置

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5181881A (en) * 1990-11-15 1993-01-26 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Outlet device for coin payout hoppers
JPH0594575A (ja) * 1991-10-01 1993-04-16 Asahi Seiko Kk エスカレーター付コイン送出装置
EP0612041A1 (en) * 1993-02-05 1994-08-24 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Coin dispensing apparatus
EP0950989A1 (en) * 1998-04-14 1999-10-20 Suzo International (NL) B.V. Coin guiding device

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 017, no. 445 (P - 1593) 16 August 1993 (1993-08-16) *

Also Published As

Publication number Publication date
EP1451782A1 (en) 2004-09-01
AU2002347676A1 (en) 2003-06-17
US20050014462A1 (en) 2005-01-20
WO2003049049A1 (en) 2003-06-12
EA200400775A1 (ru) 2004-12-30
EA005725B1 (ru) 2005-06-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2011102193A (ja) 仕分けコンベヤ
JP2013522141A (ja) パッケージカリングコンベヤシステム及び方法
JPH08324777A (ja) ローラ運搬装置
US10181234B2 (en) Coin sorting head and coin processing system using the same
NL1019509C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.
US7147552B2 (en) Apparatus for separating coins
NL1019510C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.
US20130052926A1 (en) Coin depositing and dispensing apparatus, control method thereof
USRE32872E (en) Apparatus for depositing sheets in a pile
NL8203705A (nl) Inrichting voor het richten van eieren.
EP2500297B1 (en) Feeding device for agricultural products
US10351380B2 (en) Diverter conveyor
EP3170152B1 (en) Conveying money items
SE460722B (sv) Foerfarande och anordning foer att framstaella staplar av boejliga alster, saerskilt tryckprodukter och anvaendningen av dessa staplar saasom buffertstaplar
EP2800071B1 (en) Coin conveyor for coin processing machines
US4934982A (en) Apparatus for the individual separation of disk-shaped items, in particular coins
CN110799328B (zh) 用于旋转式片剂压机的压制物品的出口设备及具有出口设备的旋转式片剂压机
EP3118143B1 (fr) Dispositif centrifuge destine a organiser des produits en vrac
US20050134637A1 (en) Device and method for handling ink drops
JPH0594575A (ja) エスカレーター付コイン送出装置
KR100390756B1 (ko) 주화 송출 장치의 출구 슈트 장치
CN114930411B (zh) 硬币升降机构
NL1002712C2 (nl) Muntafgifte-inrichting.
CN110626832A (zh) 一种转移输送机
FR3062996A1 (fr) Station d'encaissement d'articles de marchandise configuree pour equiper un magasin de vente au detail

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120701