NL1019075C1 - Zaaimachine. - Google Patents
Zaaimachine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1019075C1 NL1019075C1 NL1019075A NL1019075A NL1019075C1 NL 1019075 C1 NL1019075 C1 NL 1019075C1 NL 1019075 A NL1019075 A NL 1019075A NL 1019075 A NL1019075 A NL 1019075A NL 1019075 C1 NL1019075 C1 NL 1019075C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- coulter
- pivot point
- parallelogram
- seed drill
- depth
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B63/00—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
- A01B63/14—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors
- A01B63/24—Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame
- A01B63/32—Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame operated by hydraulic or pneumatic means without automatic control
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01C—PLANTING; SOWING; FERTILISING
- A01C7/00—Sowing
- A01C7/20—Parts of seeders for conducting and depositing seed
- A01C7/201—Mounting of the seeding tools
- A01C7/203—Mounting of the seeding tools comprising depth regulation means
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Zoology (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Sowing (AREA)
Description
ZAAIMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een zaaimachine volgens de aanhef van conclusie 1.
5 Een dergelijke zaaimachine is bekend uit het DE-A-26 05 017. De kouterhoekinstelmiddelen worden in deze bekende zaaimachine gebruikt om, in afhankelijkheid van de te bewerken grondsoort, een scheppende hoek voor de ganzenvoetkouter in te stellen. De trekkracht waarmee de zaaimachine door een 10 trekkend voertuig wordt voortgetrokken is door de scheppende stand dan al voldoende om de ganzenvoetkouter eenvoudig de grond in te doen gaan. De in DE-A-26 05 017 beschreven constructie is verder zodanig dat, wanneer de ganzenvoetkouter in de grond wordt voortgetrokken, deze van de scheppende stand 15 in een stand loodrecht op de bodem beweegt.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een alternatieve zaaimachine te verschaffen.
Hiertoe bevat een zaaimachine van de boven beschreven soort volgens de uitvinding de maatregelen volgens 20 het kenmerk van conclusie 1. De diepte-instelmiddelen en de kouterhoekinstelmiddelen zijn onafhankelijk van elkaar werkzaam, met andere woorden, de werking van de diepte-instelmiddelen beïnvloedt niet de werking van de kouterhoekinstelmiddelen en beïnvloedt dus ook niet de 25 hoekinstelling zelf. Aldus wordt een alzijdig toepasbare zaaimachine verschaft, waarmee enerzijds per grondsoort de scheppende hoek kan worden ingesteld, zodat de kouter eenvoudig de grond in gaat, en anderzijds eenvoudig de gewenste diepte kan worden ingesteld onafhankelijk van de 30 scheppende hoek.
Een uitvoering van een zaaimachine volgens de uitvinding waarmee de diepte nauwkeurig kan worden ingesteld wordt gekenmerkt doordat elke ganzenvoetkouter met bijbehorend dieptewiel via een eerste parallellogramconstructie is 35 opgehangen aan een frame, waarbij een voorste scharnierpunt 2 van de eerste parallellogramconstructie aan het frame is bevestigd, het dieptewiel in een onderste scharnierpunt van de eerste parallellogramconstructie is opgehangen, de ganzenvoetkouter in een achterste scharnierpunt van de eerste 5 parallellogramconstructie is opgehangen en een bovenste scharnierpunt van de eerste parallellogramconstructie zich ongeveer boven het onderste scharnierpunt bevindt, waarbij de diepte-instelmiddelen op de eerste parallellogramconstructie aangrijpen.
10 Een uitvoering van een zaaimachine volgens de uitvinding waarmee de scheppende hoek van de ganzenvoetkouters nauwkeurig kan worden ingesteld wordt gekenmerkt doordat de kouterhoekinstelmiddelen een tweede, voorste en een derde, achterste parallellogramconstructie omvatten. Bij voorkeur 15 vallen twee scharnierpunten van de tweede en derde parallellogramconstructie samen, waarbij in het bijzonder de twee samenvallende scharnierpunten ongeveer boven elkaar zijn geplaatst.
Een uitvoeringsvorm van een zaaimachine volgens de 20 uitvinding waarmee een compacte constructie wordt verkregen wordt gekenmerkt doordat het onderste van de twee samenvallende scharnierpunten samenvalt met het bovenste scharnierpunt van de eerste parallellogramconstructie. Een in het bijzonder mechanisch eenvoudige constructie wordt 25 verkregen wanneer een voorste, onderste scharnierpunt van de tweede parallellogramconstructie samenvalt met het voorste scharnierpunt van de eerste parallellogramconstructie, en dat een onderste, achterste scharnierpunt van de derde parallellogramconstructie samenvalt met het achterste 30 scharnierpunt van de eerste parallellogramconstructie.
Bij voorkeur is een voorste, bovenste scharnierpunt van de tweede parallellogramconstructie verbonden met de kouterhoekinstelmiddelen. De diepte-instelmiddelen grijpen bij voorkeur aan op de eerste parallellogramconstructie tussen het 35 voorste en bovenste scharnierpunt daarvan. Bij voorkeur is het 3 voorste scharnierpunt van de eerste parallellogramconstructie verbonden met een drukinstelmiddel. Op voordelige wijze is de ganzenvoetkouter een breedzaaikouter.
5 De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld worden toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoering. Hierin toont de enige figuur.
schematisch een zijaanzicht van een deel van een zaaimachine volgens de uitvinding.
10
In de figuur wordt schematisch een zijaanzicht getoond van een zaaimachine volgens de uitvinding. In de figuur worden alleen die onderdelen van de zaaimachine getoond, die voor het begrip van de uitvinding nodig zijn. 15 Andere onderdelen die bekend zijn bij de vakman, zoals bijvoorbeeld een zaadbak, eventueel een stijgbuis via welke buis door een ventilator geproduceerde luchtstroming zaad wordt gevoerd door leidingen van de zaadbak naar een aantal ganzenvoetkouters 1 (wel in de figuur weergegeven) die in een 20 rij dwars op de rijrichting A zijn geplaatst, zijn voor de eenvoud van de tekening weggelaten.
De zaaimachine bezit een balk 2. Deze balk 2, die zich althans nagenoeg horizontaal en althans nagenoeg dwars op de rijrichting A uitstrekt, kan op een op zichzelf bekende 25 wijze in hoogterichting worden ingesteld. Aan deze balk zijn een aantal naast elkaar opgestelde ganzenvoetkouters 1 aangebracht, in de weergegeven uitvoering in twee achter elkaar geplaatste rijen en zodanig dat de ganzenvoetkouters van een rij versprongen zijn geplaatst ten opzichte van de 30 ganzenvoetkouters in de andere rij. Hierdoor verschaft de zaaimachine, in de rijrichting A gezien, een aantal voren zaad.
Aan de balk 2 is een plaatvormig element 3 bevestigd. Elke ganzenvoetkouter 1 met bijbehorend dieptewiel 35 4 is via een eerste parallellogramconstructie 5 opgehangen aan 4 de balk 2, die onderdeel uitmaakt van een frame. Een voorste scharnierpunt 6 van de eerste parallellogramconstructie 5 is aan de balk 2 bevestigd. Het dieptewiel 4 is opgehangen in een onderste scharnierpunt 7 van de eerste parallellogram-5 constructie 5. De ganzenvoetkouter is opgehangen in een achterste scharnierpunt 8 van de eerste parallellogramconstructie 5. Hierbij bevindt een bovenste scharnierpunt 9 van de eerste parallellogramconstructie 5 zich ongeveer boven het onderste scharnierpunt 7, zodat ten opzichte van de bodem 10 gezien een ruitvormige parallellogramconstructie wordt gerealiseerd.
Diepte-instelmiddelen 10 grijpen op de eerste parallellogramconstructie 5 aan, bij voorkeur op een aangrijpingsplaats 11 gelegen tussen het voorste 6 en het 15 bovenste scharnierpunt 9 daarvan. De diepte-instelmiddelen 10 bevatten in het weergegeven voorbeeld een cilinder 12 die aangrijpt op een diepte-instelbalk 14, welke diepte-instelbalk 14 de eerste parallellogramconstructies 5, behorende bij de ganzenvoetkouters 1 van de voorste rij naast elkaar gelegen 20 ganzenvoetkouters 1, met elkaar verbindt. In de weergegeven uitvoering is een koppelstang 13 tussen de diepte-instelbalk 14 en de eerste parallellogramconstructie 5 van een ganzenvoetkouter van de tweede rij ganzenvoetkouters verbonden, zodat een centrale diepteregeling wordt 25 gerealiseerd. De aangri jpingsplaats van de koppelstang 13 is gelegen tussen het voorste en het bovenste scharnierpunt van de 'eerste parallellogramconstructie van de ganzenvoetkouter van de tweede rij.
Teneinde de druk te kunnen instellen is het voorste 30 scharnierpunt 6 van de eerste parallellogramconstructie 5 verbonden met een drukinstelmiddel 15. Dit drukinstelmiddel 15 kan worden gevormd door een cilinder 16 waarvan een uiteinde via een pen 17 in een sleufgat 18 is aangebracht.
Teneinde de hoek, in het bijzonder de scheppende 35 hoek, van de ganzenvoetkouters te kunnen instellen, is de 5 zaaimachine van een tweede, voorste 20 en een derde, achterste 21 parallellogramconstructie voorzien. Twee scharnierpunten 9 en 22 van de tweede 20 en derde 21 parallellogramconstructie vallen samen, waarbij in het bijzonder deze twee samenvallende 5 scharnierpunten 9, 22 ongeveer boven elkaar zijn geplaatst.
Het onderste 9 van de twee samenvallende scharnierpunten valt samen met het bovenste scharnierpunt 9 van de eerste parallellogramconstructie 5, zodat een compacte constructie wordt verkregen.
10 Verder is de constructie zodanig dat een voorste, onderste scharnierpunt 6 van de tweede parallellogramconstructie 20 samenvalt met het voorste scharnierpunt 6 van de eerste parallellogramconstructie 5, en dat een onderste, achterste scharnierpunt 8 van de derde parallellogram-15 constructie 21 samenvalt met het achterste scharnierpunt 8 van de eerste parallellogramconstructie 5. Een voorste, bovenste scharnierpunt 23 van de tweede parallellogramconstructie 20 is verbonden met kouterhoekinstelmiddelen 19, bijvoorbeeld omvattende een door een cilinder bediende arm 25, waarvan een 20 uiteinde via een pen 26 in een sleufgat 27 kan bewegen.
Door deze constructie zijn de diepte-instelmiddelen 10 voor het instellen van de diepte van de ganzenvoetkouter 1 en de kouterhoekinstelmiddelen 19 onafhankelijk van elkaar werkzaam, met andere woorden, de werking van de instelmiddelen 25 10 beïnvloedt de werking van de instelmiddelen 19 niet, en vice versa. Aldus verandert de scheppende hoek waaronder de ganzenvoetkouter 1 is geplaatst niet wanneer de diepte wordt veranderd.
In het bijzonder voordelig is de uitvinding wanneer 30 de ganzenvoetkouter een breedzaaikouter is.
De uitvinding is niet beperkt tot hetgeen hiervoor is beschreven, maar heeft ook betrekking op andere uitvoeringen, waarbij de diepte-instelmiddelen en de kouterhoekinstelmiddelen onafhankelijk van elkaar werkzaam 35 zijn.
Claims (11)
1. Zaaimachine voorzien van een kouterbalk voorzien van een ganzenvoetkouter (1) met een bijbehorend dieptewiel (4) , 5 waarbij de zaaimachine is voorzien van kouterhoekinstel- middelen (19) voor het instellen van de hoek tussen de ganzenvoetkouter (1) en de kouterbalk, met het kenmerk, dat de zaaimachine is voorzien van diepte-instelmiddelen (10) voor het instellen van de diepte van de ganzenvoetkouter (1) , 10 waarbij de diepte-instelmiddelen (10) en de kouterhoek- instelmiddelen (19) onafhankelijk van elkaar werkzaam zijn.
2. Zaaimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke ganzenvoetkouter (1) met bijbehorend dieptewiel (4) via een eerste parallellogramconstructie (5) is opgehangen aan 15 een frame, waarbij een voorste scharnierpunt (6) van de eerste parallellogramconstructie (5) aan het frame is bevestigd, het dieptewiel (4) in een onderste scharnierpunt (7) van de eerste parallellogramconstructie (5) is opgehangen, de ganzenvoet kouter (1) in een achterste scharnierpunt (8) van de eerste 20 parallellogramconstructie (5) is opgehangen en een bovenste scharnierpunt (9) van de eerste parallellogramconstructie (5) zich ongeveer boven het onderste scharnierpunt (7) bevindt, waarbij de diepte-instelmiddelen (10) op de eerste parallellogramconstructie (5) aangrijpen.
3. Zaaimachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kouterhoekinstelmiddelen (19) een tweede, voorste (20) en een derde, achterste (21) parallellogramconstructie omvatten.
4. Zaaimachine volgens conclusie 3, met het kenmerk, 30 dat twee scharnierpunten (9, 22) van de tweede (2 0) en derde parallellogramconstructie (21) samenvallen.
5. Zaaimachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de twee samenvallende scharnierpunten (9, 22) ongeveer boven elkaar zijn geplaatst.
6. Zaaimachine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het onderste (9) van de twee samenvallende scharnierpunten samenvalt met het bovenste scharnierpunt (9) van de eerste parallellogramconstructie (5) .
7. Zaaimachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een voorste, onderste scharnierpunt (6) van de tweede parallellogramconstructie (20) samenvalt met het voorste scharnierpunt (6) van de eerste parallellogramconstructie (5), en dat een onderste, achterste scharnierpunt (8) van de derde 10 parallellogramconstructie (21) samenvalt met het achterste scharnierpunt (8) van de eerste parallellogram-constructie (5) .
8. Zaaimachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een voorste, bovenste scharnierpunt (23) van de tweede 15 parallellogramconstructie (2 0) is verbonden met de kouterhoekinstelmiddelen (19).
9. Zaaimachine volgens een der conclusies 2 tot en met 8, met het kenmerk, dat de diepte-instelmiddelen (10) aangrijpen op de eerste parallellogramconstructie (5) tussen 20 het voorste (6) en bovenste scharnierpunt (9) daarvan.
10. Zaaimachine volgens een der conclusies 2 tot en met 9, met het kenmerk, dat het voorste scharnierpunt (6) van de eerste parallellogramconstructie (5) is verbonden met een drukinstelmiddel (15).
11. Zaaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ganzenvoetkouter (1) een breedzaaikouter is.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1019075A NL1019075C1 (nl) | 2001-10-01 | 2001-10-01 | Zaaimachine. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1019075 | 2001-10-01 | ||
NL1019075A NL1019075C1 (nl) | 2001-10-01 | 2001-10-01 | Zaaimachine. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1019075C1 true NL1019075C1 (nl) | 2003-04-02 |
Family
ID=19774097
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1019075A NL1019075C1 (nl) | 2001-10-01 | 2001-10-01 | Zaaimachine. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1019075C1 (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ES2388228A1 (es) * | 2010-05-25 | 2012-10-10 | Universidad De León | Dispositivo de siembra directa de rejas con mecanismos rodante antibloqueo de pisado del rastrojo. |
EP2983462A4 (en) * | 2013-04-11 | 2016-11-16 | Gusset Pty Ltd | ASSEMBLY AND PLANTING MACHINE |
EP3607808A1 (en) * | 2018-08-10 | 2020-02-12 | Kverneland Group Les Landes Genusson S.A.S. | An implement for soil preparation |
-
2001
- 2001-10-01 NL NL1019075A patent/NL1019075C1/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ES2388228A1 (es) * | 2010-05-25 | 2012-10-10 | Universidad De León | Dispositivo de siembra directa de rejas con mecanismos rodante antibloqueo de pisado del rastrojo. |
EP2983462A4 (en) * | 2013-04-11 | 2016-11-16 | Gusset Pty Ltd | ASSEMBLY AND PLANTING MACHINE |
EP3607808A1 (en) * | 2018-08-10 | 2020-02-12 | Kverneland Group Les Landes Genusson S.A.S. | An implement for soil preparation |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA1105326A (en) | Press grain drill | |
US20130112123A1 (en) | Parallel linkage opener with adjustable spring loaded packer wheel | |
US8479669B2 (en) | Depth control arrangements for a rotary row cleaner for a planter | |
US20080257237A1 (en) | Furrow opener | |
US6895876B2 (en) | Seed drill element having improved topsoiling means | |
AU2007221788A1 (en) | Parallel link mounting arm for a furrow opener | |
US20030111002A1 (en) | Agricultural apparatus | |
US20230165185A1 (en) | Row cleaner | |
NL1019075C1 (nl) | Zaaimachine. | |
US8011440B2 (en) | Precision hoe opener assembly with adjustable packer wheel location | |
US7216596B2 (en) | Agricultural apparatus | |
AU2006201632B2 (en) | Seeder with trailing arm and hoe-type mid row bander | |
US4304304A (en) | Planter V-wing and attachment therefor | |
CA1047823A (en) | Harrow | |
US11064650B2 (en) | Sowing unit for a sowing machine | |
US5794711A (en) | Ground following opener apparatus | |
US634239A (en) | Furrow-opener. | |
US278497A (en) | Corn-planter | |
US907302A (en) | Plow. | |
US941369A (en) | Spreading attachment for plows. | |
US1011731A (en) | Single-disk furrow-opener. | |
WO2024150051A1 (en) | Row cleaner | |
USRE3148E (en) | Improvement in corn-planters | |
US106898A (en) | Improvement in corn-planters | |
US1431767A (en) | Planter |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20060501 |