NL1016131C2 - Inrichting omvattende een behuizing en een connector voor het aansluiten van een coaxiaalkabel, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke inrichting. - Google Patents
Inrichting omvattende een behuizing en een connector voor het aansluiten van een coaxiaalkabel, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke inrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1016131C2 NL1016131C2 NL1016131A NL1016131A NL1016131C2 NL 1016131 C2 NL1016131 C2 NL 1016131C2 NL 1016131 A NL1016131 A NL 1016131A NL 1016131 A NL1016131 A NL 1016131A NL 1016131 C2 NL1016131 C2 NL 1016131C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- connector
- housing
- coaxial
- positioning
- substantially cylindrical
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R24/00—Two-part coupling devices, or either of their cooperating parts, characterised by their overall structure
- H01R24/38—Two-part coupling devices, or either of their cooperating parts, characterised by their overall structure having concentrically or coaxially arranged contacts
- H01R24/40—Two-part coupling devices, or either of their cooperating parts, characterised by their overall structure having concentrically or coaxially arranged contacts specially adapted for high frequency
- H01R24/50—Two-part coupling devices, or either of their cooperating parts, characterised by their overall structure having concentrically or coaxially arranged contacts specially adapted for high frequency mounted on a PCB [Printed Circuit Board]
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R13/00—Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
- H01R13/46—Bases; Cases
- H01R13/502—Bases; Cases composed of different pieces
- H01R13/504—Bases; Cases composed of different pieces different pieces being moulded, cemented, welded, e.g. ultrasonic, or swaged together
- H01R13/5045—Bases; Cases composed of different pieces different pieces being moulded, cemented, welded, e.g. ultrasonic, or swaged together different pieces being assembled by press-fit
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R13/00—Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
- H01R13/73—Means for mounting coupling parts to apparatus or structures, e.g. to a wall
- H01R13/74—Means for mounting coupling parts in openings of a panel
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R2103/00—Two poles
Landscapes
- Coupling Device And Connection With Printed Circuit (AREA)
Description
) I
INRICHTING OMVATTENDE EEN BEHUIZING EN EEN CONNECTOR 5 VOOR HET AANSLUITEN VAN EEN COAXIAALKABEL, ALSMEDE EEN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN DERGELIJKE INRICHTING
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting 10 voorzien van een aansluitpunt voor een coaxiaalkabel, omvattende een behuizing welke is voorzien van een in hoofdzaak cilindrische opening en een daarin bevestigde coaxiaalconnector met een in hoofdzaak cilindrisch bevestigingsdeel. Onder "in hoofdzaak cilindrisch" 15 dienen hier ook licht conische varianten te worden verstaan.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse octrooischrift DE 36 20 lil. Hierin wordt een coaxiale 20 IEC-connector beschreven die een cilindrisch gekarteld bevestigingsdeel heeft die ter bevestiging in een opening in een behuizing wordt geperst. In de behuizing bevindt zich een printplaat waarop zowel de signaal-aansluiting als de massa-aansluiting van de connector 25 zijn vastgesoldeerd.
Coaxiaalkabels worden voornamelijk gebruikt bij het doorgeven van hoogfrequente TV-, radio-, telefonie- en datasignalen, welke doorgifteservice tegenwoordig door 30 kabelmaatschappijen vaak in combinatie aan consumenten of bedrijven worden aangeboden. Een dergelijke coaxiaalkabel omvat een binnenste geleider waarover de betreffende signalen worden doorgegeven en welke derhalve de signaaldraad wordt genoemd, en een buitenste 35 geleider, ook wel de massa genoemd, die de signaaldraad omhult en de signaaldraad beschermt tegen instraling van hoogfrequente signalen van buitenaf, alsmede de omgeving afschermt tegen de hoogfrequente signalen van de ,1016 13 1 t 1 2 signaaldraad zelf. De coaxiaalkabels kunnen verschillende apparaten, zoals de televisie, de radio, de telefoon en de computer (middels een kabelmodem) verbinden met een wandcontactdoos waar de genoemde 5 signalen door de kabelmaatschappij worden aangeboden en verzameld.
Van oudsher zijn bekend de mannelijke en vrouwelijke IEC-connectoren die worden gebruikt voor het verbinden 10 van coaxkabels met TV en radio. Omdat deze echter niet een optimale bescherming bieden voor hoogfrequente instraling van buitenaf wordt met name voor doorgifte van dataverkeer steeds vaker de zogenaamde F-connector toegepast, welke geen onderbreking van de afscherming 15 kent. Ook de N-connector en de BNC-connector zijn bekende connectoren voor het onderling verbinden van computers en randapparaten. Hiermee zijn derhalve vier verschillende connectoren in gebruik. Een probleem dat daardoor wordt veroorzaakt is dat apparatuur die wordt 20 gebruikt bij het verbinden van de verschillende apparaten met de wandcontactdoos, zoals splitters, versterkers en kabelmodems, in verschillende uitvoeringen moeten worden geproduceerd om met de verschillende soorten connectoren te kunnen samenwerken. 25 Een splitter kan bijvoorbeeld verschillende ingangen en uitgangen hebben, elk met een ander soort connector, en de vereiste soort connector kan van situatie tot situatie verschillen. Het is erg duur en omslachtig om voor elke mogelijke combinatie een aparte splitter te 30 produceren, er bestaat derhalve behoefte aan een modulair systeem waarbij de connectoren afhankelijk van de toepassing gekozen kunnen worden en eenvoudig in de behuizing bevestigd kunnen worden. 1 1016131
De in het octrooischrift DE 36 20 111 beschreven bevestigingswijze zou een geschikte oplossing kunnen bieden voor bovenstaand probleem, omdat dit een 1 ’ 3 modulaire opbouw van een kabelverbindingssysteem mogelijk maakt. Echter dit systeem heeft als nadeel dat de rotatiepositie van de connector ten opzichte van de behuizing, en met name ten opzichte van de daarin 5 aanwezige printplaat, nauwkeurig op het oog moet worden ingesteld alvorens de connector definitief in de opening wordt geperst. Indien de connector scheef is geplaatst is het zeer moeilijk om dit nog te corrigeren.
10 Doel van de uitvinding is een eenvoudige, trefzekere en mechanisch sterkere bevestiging van coaxiale connectoren in een behuizing, waarbij de kans op foutieve positionering van de connector wordt geminimaliseerd, en welke minder gevoelig is voor hoogfrequente 15 signaalstoringen.
Daartoe omvatten de behuizing en de connector met elkaar samenwerkende positioneringsvlakken welke de connector in een juiste rotatiepositie in de behuizing dwingen.
20 Bij voorkeur is het bevestigingsdeel voorzien van een klemoppervlak welke in de cilindrische opening in de behuizing klemt. Ook een verbinding waarbij een schroef of een klemring aan de binnenzijde om het bevestigingsdeel en tegen de behuizing wordt geschroefd 25 of geklemd behoort tot de mogelijkheden, doch een dergelijke bevestigingswijze vereist complexere handelingen dan het klemmend in de behuizing persen van de connector. 1 2 3 4 5 6 1016131
De respectieve positioneringsvlakken zijn bij voorkeur 2 zodanig geplaatst dat deze bij het bevestigen van de 3 connector in de behuizing met elkaar in contact komen 4 voordat het klemoppervlak in contact komt met de 5 cilindrische opening. Men wordt met andere woorden 6 gedwongen de connector op de juiste wijze te positioneren voordat de connector in de behuizing wordt geklemd. Zoals betoogd is het moeilijk om nog correcties 4 ten aanzien van de positionering uit te voeren als de connector eenmaal in de behuizing klemt.
Bij voorkeur bevinden de positioneringsvlakken zich aan 5 de buitenzijde van de behuizing, zodat eenvoudig op het oog de respectieve positioneringsvlakken met elkaar in contact kunnen worden gebracht.
Bij voorkeur worden de respectieve positioneringsvlakken 10 gevormd door niet-cilindrische delen van respectieve geleidingsoppervlakken. De geleidingsoppervlakken zorgen voor het geleiden van de connector bij het inbrengen van de connector in de behuizing, en omvatten een cilindrisch deel. De positioneringsvlakken vormen als 15 het ware een onderbreking van dat cilindrische deel, en zorgen er voor dat de connector slechts in een of een beperkt aantal posities in de behuizing kan worden geplaatst.
20 Bij voorkeur is het bevestigingsdeel voorzien van ribbels, welke zich bij voorkeur in axiale richting uitstrekken. Deze ribbels worden tijdens het bevestigen bij voorkeur plastisch vervormd. Afhankelijk van de hardheid van de ribbels en de passing daarvan in de 25 opening van de behuizing kan de connector eenvoudig machinaal of met de hand in de behuizing worden geperst.
Bij voorkeur is de connector voorzien van ten minste een aansluitpin die op een in de behuizing aanwezige 30 printplaat is gesoldeerd. De uitvinding heeft als bijzonder voordeel dat de behuizing na het bevestigen van de connector kan worden voorzien van de printplaat, waarop vervolgens ten minste een aansluitpin van de connector kan worden gesoldeerd. Bij het genoemde Duitse 35 octrooischrift is de connector daartoe voorzien van een losneembaar deel waarvan de aansluitpinnen onderdeel uitmaken, zodat de aansluitpinnen na het plaatsen van de 1016 131 » » 5 connector in de behuizing alsnog in de juiste rotatiepositie ten opzichte van de printplaat geplaatst kunnen worden. Volgens de onderhavige uitvinding is dit niet nodig, en worden massa-aansluitpinnen van de 5 connector derhalve bij voorkeur uit een stuk vervaardigd met de massa-aansluiting, wat een mechanisch sterkere verbinding bevordert. Bij voorkeur staat althans een van de aansluitpinnen in elektrische verbinding met de massa-aansluiting van de connector, zodat er een directe 10 verbinding is tussen de massa van de coaxkabel en de printplaat. Bij veel splitters is het gebruikelijk om de massaverbinding via de behuizing te laten lopen, een directe verbinding heeft echter de voorkeur.
15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een behuizing voorzien, van een in hoofdzaak cilindrische opening waarin een coaxiaalconnector met een in hoofdzaak cilindrisch bevestigingsdeel kan worden bevestigd, waarbij de behuizing een positioneringsvlak omvat welke 20 kan samenwerken met een positioneringsvlak van de coaxiaalconnector en de connector in een juiste rotatiepositie in de behuizing kan dwingen. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een coaxiaalconnector omvattende een in hoofdzaak cilindrisch 25 bevestigingsdeel, waarbij de connector een positioneringsvlak omvat welke kan samenwerken met een positioneringsvlak van een behuizing waarin de coaxiaalconnector kan worden bevestigd en welke de connector in een juiste rotatiepositie in de behuizing 30 kari dwingen. Voorts heeft de uitvinding betrekking op een modulair systeem omvattende een dergelijke behuizing en een of meerdere dergelijke coaxiaalconnectoren, al of niet van verschillende typen, zoals mannelijke en/of vrouwelijke IEC-, F-, N- en/of BNC-connectoren.
35
Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een inrichting 1016 13 1 6 waarop een coaxiaalkabel kan worden aangesloten, waarbij een behuizing wordt voorzien van een in hoofdzaak cilindrische opening waarin een coaxiaalconnector wordt bevestigd met een in hoofdzaak cilindrisch 5 bevestigingsdeel, en waarbij een positioneringsvlak van de connector in contact wordt gebracht met een positioneringsvlak van de behuizing, welke positioneringsvlakken de connector in een juiste rotatiepositie in de behuizing dwingen.
10
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden welke in de figuren zijn weergegeven, waarbij overeenkomstige elementen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangeduid, en waarbij: 15
Figuur 1 een perspectiefweergave is van een deel van de wand van een behuizing en een coaxiale vrouwelijke IEC-connector; 20 Figuur 2A en 2B schematisch het bevestigen van een coaxiale IEC-connector in de wand van een behuizing weergeeft;
Figuur 3 een perspectiefweergave is van een deel van een 25 behuizing waarin respectievelijk een coaxiale F- connector en een coaxiale IEC-connector is bevestigd;
Figuur 4 een perspectiefweergave is van een deel van de wand van een behuizing en een coaxiale vrouwelijke IEC-30 connector; en
Figuur 5 schematisch de bevestiging van een coaxiale F-connector in een deel van de wand van een behuizing weergeeft.
35
Volgens figuur 1 omvat een vrouwelijke IEC-connector 1 een binnenste cilindrisch signaalcontactelement 2 voor 1016 f3 1 7 aansluiting op de signaaldraad van een coaxkabel en een buitenste cilindrisch massacontactelement 3 voor aansluiting op de massa van de coaxkabel. Deze aansluiting wordt op bekende wijze tot stand gebracht 5 door middel van een mannelijke IEC-connector welke vast met de coaxkabel is verbonden. Voorts omvat de connector 1 een cilindrisch bevestigingsdeel 4 dat is voorzien van ribbels, die zich in axiale richting uitstrekken. Vanaf het bevestigingsdeel 4 strekken zich twee massa-10 aansluitpinnen 5 uit, waartussen zich centraal een signaal-aansluitpin 6 uitstrekt. Het buitenste massacontactelement 3, het bevestigingsdeel 4 en de massa-aansluitpinnen 5 vormen samen een elektrisch geleidende eenheid, dat door middel van een isolatie-15 element 7 (zie figuur 3) elektrisch geïsoleerd is van het binnenste signaalcontactelement 2 en de signaal-aansluitpin 6 die samen een tweede elektrisch geleidende eenheid vormen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 1016131
Figuur 1 toont voorts een deel van de wand van een 2 behuizing 8, waarin een cilindrische, eventueel licht 3 conische opening 9 is aangebracht. Het cilindrische 4 bevestigingsdeel 4 van de connector 1 kan onder 5 vervorming van de ribbels van het bevestigingsdeel in de 6 opening 9 worden geperst. Op de buitenzijde van de 7 behuizing 8 is een positioneringsring 10 gevormd, die 8 een gedeeltelijk cilindrische boring heeft, en welke 9 boring in het bijzonder twee vlakke 10 positioneringsvlakken 11 vertoont. De connector 1 heeft 11 een eveneens gedeeltelijk cilindrisch positioneringsdeel 12 12, waarvan de doorsnede overeenkomt met de cilindrische 13 boring van positioneringsring 10. Voorts vertoont het 14 positioneringsdeel 12 ook twee positioneringsvlakken 13, 15 die corresponderen met de positioneringsvlakken 11 van 16 de positioneringsring 10. De corresponderende positioneringsvlakken 11, 13 zorgen tijdens de bevestiging van de connector 1 in de behuizing 8 voor δ een juiste positie van de massa-aansluitpinnen 5 ten opzichte van een in de behuizing te plaatsen printplaat 14 (zie figuur 3), en zorgen er tevens voor dat de connector 1 na het plaatsen niet meer in de behuizing 8 5 kan roteren.
Figuren 2A en 2B tonen hoe de connector 1 in de behuizing 8 wordt geperst. In figuur 2A is te zien dat de positioneringsvlakken 11, 13 met elkaar in contact 10 komen vóórdat het bevestigingsdeel 4 met zijn ribbels in contact komt met de opening 9. Hierdoor wordt de rotatiepositie van de connector 1 in de behuizing 8 op de juiste wijze ingesteld, vóórdat deze in de behuizing wordt geperst. In de bevestigde positie, zoals getoond 15 in figuur 2, zijn de ribbels van het bevestigingsdeel 4 enigszins vervormd en klemt de connector 1 stevig in de behuizing 8.
Figuur 3 toont twee connectoren 1 van respectievelijk 20 het F-type en het IEC-type, welke op de hiervoor beschreven wijze in een behuizing 8 zijn bevestigd. Het massacontactelement 3 van de F-connector vertoont aan zijn buitenoppervlak schroefdraad, waarop een corresponderende F-connector kan worden geschroefd. In 25 de behuizing 8 is na het bevestigen van de connectoren 1 een printplaat 14 geplaatst, waaraan vervolgens de massa-aansluitpinnen 5 en de signaalaansluitpinnen 6 middels soldeerverbindingen 15 zijn bevestigd. Daartoe is de printplaat 14 voorzien van uitsparingen 17 welke 30 corresponderen met de aansluitpinnen 5, 6. De soldeerverbindingen 15 van de massa-aansluitpinnen 5 vormen tevens een extra mechanische versterking ter voorkoming van rotatie en het uit de behuizing 8 trekken van de connector 1.
35
Figuur 4 toont een ander uitvoeringsvoorbeeld. Hierbij worden de positioneringsvlakken 11 in de behuizing 8 10 16 131 9 gevormd door twee nokken die aan de binnenzijde van de opening 9 in de boring zijn aangebracht, en worden de positioneringsvlakken 13 van de connector 1 gevormd door met deze nokken corresponderende uitsparingen in het 5 positioneringsdeel 12 welke het onderste deel vormt van het bevestigingsdeel 4 dat niet is voorzien van ribbels. Nadeel van deze uitvoeringsvorm ten opzichte van de eerder beschreven uitvoeringsvorm is, dat teneinde de positioneringsvlakken met elkaar in aanraking te laten 10 komen vóórdat het bevestigingsdeel 4 de opening 9 raakt om zodoende het bijbehorende voordeel te verkrijgen, het positioneringsdeel 12 en de uitsparing 13 zich over een grotere lengte dienen uit te strekken dan in de figuur getoond, waardoor de afmeting van de connector toenemen. 15 Een ander nadeel is dat de positioneringsvlakken 11, 13 zich nabij de binnenzijde van de behuizing 8 bevinden, zodat bij het bevestigen van de connector de juiste rotatiepositie moeilijk is te zien, en men in de opening 9 moet kijken voordat de connector 1 daarin wordt 20 gestoken.
Figuur 5 toont nog een ander uitvoeringsvoorbeeld van de bevestiging van een F-connector, waarbij het bevestigingsdeel 4 niet in de opening 9 van de behuizing 25 8 wordt geklemd, maar waarbij daartoe een losse klemring 16 met verende schuin binnenwaarts gerichte lippen over het bevestigingsdeel 4 tegen de binnenzijde van de behuizing 8 wordt geschoven. Hierbij worden de positioneringsvlakken 11, 13 gevormd door 30 respectievelijk nokken die zich aan de buitenzijde van de behuizing 8 aan de rand van de opening 9 bevinden en corresponderende uitsparingen in het positioneringsdeel 12 van de connector 1. De positioneringsvlakken 11, 13 strekken zich in dit uitvoeringsvoorbeeld schuin vanaf 35 de behuizing 8 uit, zodat de positionering van de connector 1 verder wordt vereenvoudigd. Dit principe kan eventueel op overeenkomstige wijze worden toegepast bij 1016 131 10 de hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeelden.
1016131
Claims (15)
1. Inrichting voorzien van een aansluitpunt voor een coaxiaalkabel, omvattende een behuizing (8) welke 5 is voorzien van een in hoofdzaak cilindrische opening (9) en een daarin bevestigde coaxiaalconnector (1) met een in hoofdzaak cilindrisch bevestigingsdeel (4), met het kenmerk, dat de behuizing (8) en de connector (1) met elkaar 10 samenwerkende positioneringsvlakken (11, 13) omvatten welke de connector (1) in een juiste rotatiepositie in de behuizing (8) dwingen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat het bevestigingsdeel (4) is voorzien van een klemoppervlak welke in·de cilindrische opening (9) in de behuizing (8) klemt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, 20 dat de respectieve positioneringsvlakken (11, 13) zodanig zijn geplaatst dat deze bij het bevestigen van de connector (1) in de behuizing (8) met elkaar in contact komen voordat het klemoppervlak (4) in contact komt met de cilindrische opening (9). 25
4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de positioneringsvlakken (11, 13) zich aan de buitenzijde van de behuizing (8) bevinden. 30
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de respectieve positioneringsvlakken (11, 13) worden gevormd door niet-cilindrische delen van respectieve 3. geleidingsoppervlakken (12, 10) .
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies .1016 131 1-5, met het kenmerk, dat het bevestigingsdeel (4) is voorzien van ribbels.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, 5 dat de ribbels tijdens het bevestigen plastisch zijn vervormd.
8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de connector (1) is 10 voorzien van ten minste een aansluitpin (5, 6) die op een in de behuizing (8) aanwezige printplaat (14) is gesoldeerd.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, 15 dat de aansluitpin (5) in elektrische verbinding staat met de massa-aansluiting (3) van de connector (1) ·
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, 20 dat de aansluitpin (5) een onlosneembaar geheel vormt met de massa-aansluiting (3) van de connector (1) .
11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 25 1-10, met het kenmerk, dat de connector (1) een mannelijke of vrouwelijke IEC-, F-, N- of BNC-connector is.
12. Behuizing (8) voorzien van een in hoofdzaak 30 cilindrische opening (9) waarin een coaxiaalconnector (1) met een in hoofdzaak cilindrisch bevestigingsdeel (4) kan worden bevestigd, met het kenmerk, dat de behuizing (8) een positioneringsvlak (11) omvat welke kan 35 samenwerken met een positioneringsvlak (13) van de coaxiaalconnector (1) en welke de connector (1) in een juiste rotatiepositie in de behuizing (8) kan 1016151 dwingen.
13. Coaxiaalconnector (1) omvattende een in hoofdzaak cilindrisch bevestigingsdeel (4), met het kenmerk, 5 dat de connector (1) een positioneringsvlak (13) omvat welke kan samenwerken met een positioneringsvlak (11) van een behuizing (8) waarin de coaxiaalconnector (1) kan worden bevestigd en welke de connector (1) in een juiste 10 rotatiepositie in de behuizing (8) kan dwingen.
14. Modulair systeem omvattende een behuizing (8) volgens conclusie 12 en een of meerdere coaxiaalconnectoren (1) volgens conclusie 13, al of 15 niet van verschillende typen, zoals mannelijke en/of vrouwelijke IEC-connectoren, F-connectoren, N-connectoren en/of BNC-connectoren.
15. Werkwijze voor het vervaardigen van een inrichting 20 waarop een coaxiaalkabel kan worden aangesloten, waarbij een behuizing (8) wordt voorzien van een in hoofdzaak cilindrische opening (9) waarin een coaxiaalconnector (1) wordt bevestigd met een in hoofdzaak cilindrisch bevestigingsdeel (4), met het 25 kenmerk, dat een positioneringsvlak (13) van de connector (l) in contact wordt gebracht met een positioneringsvlak (11) van de behuizing (8), welke positioneringsvlakken (11, 13) de connector (1) in een juiste rotatiepositie in de behuizing (8) 3. dwingen. 1 1016131 Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat na het bevestigen van de connector (1) de behuizing (8) wordt voorzien van een printplaat 35 (14), waarop ten minste een aansluitpin (5, 6) van de connector (1) wordt gesoldeerd.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1016131A NL1016131C2 (nl) | 2000-09-08 | 2000-09-08 | Inrichting omvattende een behuizing en een connector voor het aansluiten van een coaxiaalkabel, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke inrichting. |
FR0111412A FR2813998B1 (fr) | 2000-09-08 | 2001-09-04 | Dispositif comprenant un boitier et un connecteur pour liaison a un cable coaxial et procede de fabrication d'un tel dispositif |
DE20114593U DE20114593U1 (de) | 2000-09-08 | 2001-09-05 | Vorrichtung mit einem Anschlußpunkt für ein Koaxialkabel |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1016131 | 2000-09-08 | ||
NL1016131A NL1016131C2 (nl) | 2000-09-08 | 2000-09-08 | Inrichting omvattende een behuizing en een connector voor het aansluiten van een coaxiaalkabel, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke inrichting. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1016131C2 true NL1016131C2 (nl) | 2002-03-11 |
Family
ID=19772040
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1016131A NL1016131C2 (nl) | 2000-09-08 | 2000-09-08 | Inrichting omvattende een behuizing en een connector voor het aansluiten van een coaxiaalkabel, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke inrichting. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE20114593U1 (nl) |
FR (1) | FR2813998B1 (nl) |
NL (1) | NL1016131C2 (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6561848B1 (en) * | 2002-01-18 | 2003-05-13 | Adc Telecommunications, Inc. | Triaxial connector adapter and method |
US6575786B1 (en) | 2002-01-18 | 2003-06-10 | Adc Telecommunications, Inc. | Triaxial connector and method |
US6942491B2 (en) * | 2003-08-12 | 2005-09-13 | Adc Telecommunications, Inc. | Triaxial bulkhead connector |
CN102354826B (zh) * | 2011-07-22 | 2014-02-19 | 深圳市大富科技股份有限公司 | 一种连接器、连接器安装套及连接器套件 |
CN105870698A (zh) * | 2016-05-16 | 2016-08-17 | 苏州博豪精密机械有限公司 | 一种插头圆盘壳体 |
CN111210970B (zh) | 2020-02-12 | 2022-09-27 | 台达电子企业管理(上海)有限公司 | 端子及电子设备 |
DE102020133001B3 (de) * | 2020-12-10 | 2022-05-05 | Provertha Connectors, Cables & Solutions Gmbh | Einpress-Gerätesteckverbinder zum Pressfügen mit einem Metallgehäuse |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3678444A (en) * | 1971-01-15 | 1972-07-18 | Bendix Corp | Connector with isolated ground |
US4030797A (en) * | 1975-06-11 | 1977-06-21 | International Telephone And Telegraph Corporation | Electrical connector |
US4652074A (en) * | 1985-05-03 | 1987-03-24 | Kings Electronics Co., Inc. | Co-axial isolated ground bulkhead receptacle |
US5145408A (en) * | 1989-06-26 | 1992-09-08 | Siemens Aktiengesellschaft | Connector for solderless attachment to a printed circuit board |
EP0751592A1 (en) * | 1995-06-30 | 1997-01-02 | Labinal Components And Systems, Inc. | Coaxial connector for press fit mounting |
-
2000
- 2000-09-08 NL NL1016131A patent/NL1016131C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2001
- 2001-09-04 FR FR0111412A patent/FR2813998B1/fr not_active Expired - Fee Related
- 2001-09-05 DE DE20114593U patent/DE20114593U1/de not_active Expired - Lifetime
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3678444A (en) * | 1971-01-15 | 1972-07-18 | Bendix Corp | Connector with isolated ground |
US4030797A (en) * | 1975-06-11 | 1977-06-21 | International Telephone And Telegraph Corporation | Electrical connector |
US4652074A (en) * | 1985-05-03 | 1987-03-24 | Kings Electronics Co., Inc. | Co-axial isolated ground bulkhead receptacle |
US5145408A (en) * | 1989-06-26 | 1992-09-08 | Siemens Aktiengesellschaft | Connector for solderless attachment to a printed circuit board |
EP0751592A1 (en) * | 1995-06-30 | 1997-01-02 | Labinal Components And Systems, Inc. | Coaxial connector for press fit mounting |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2813998A1 (fr) | 2002-03-15 |
DE20114593U1 (de) | 2002-01-10 |
FR2813998B1 (fr) | 2004-09-17 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US10658774B2 (en) | Method of assembling a vehicular camera having coaxial connector | |
TWI558022B (zh) | 具有耦合器和固持及釋放機制的推入固定式纜線連接器 | |
US5716236A (en) | System for terminating the shield of a high speed cable | |
US8591268B2 (en) | Electrical plug-in connector and electrical plug-in connection | |
US5725387A (en) | System for terminating the shield of a high speed cable | |
CN103814481A (zh) | 具有集成射频干扰与接地遮蔽的同轴电缆接头 | |
KR102168371B1 (ko) | 전기 커넥터 | |
KR20150004905A (ko) | 플러그 커넥터의 절연 바디 | |
US4447100A (en) | Apparatus for grounding and terminating a cable | |
NL1016131C2 (nl) | Inrichting omvattende een behuizing en een connector voor het aansluiten van een coaxiaalkabel, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke inrichting. | |
US6663432B2 (en) | Shielded cable connector and electronic device | |
US6695650B2 (en) | Plug-type connector for simultaneously connecting several coaxial cables | |
EP3067992B1 (en) | Electrical connector kit, electronic component, and assembly method | |
US8118613B2 (en) | Apparatus to connect a shielded line to a housing using a crimp sleeve with a sealing projection with a metal seal | |
WO1996031925A1 (en) | Right angled coaxial connector | |
US20190190181A1 (en) | Electrical plug connector | |
JP4279929B2 (ja) | ケーブルターミナル、同軸ケーブルユニット及びハイフィックス | |
EP1583173B1 (en) | Antenna device and protection against antenna noise | |
EP2209163A1 (en) | Connector assemblies, combinations and methods for use with foil-shielded twisted pair cables | |
EP0991138A2 (en) | An electrical connector and earthing element | |
JP2900807B2 (ja) | Emi対策用コネクタならびに接地端末処理方法 | |
JP2001332320A (ja) | 同軸コネクタ | |
PL176096B1 (pl) | Urządzenie do przyłączania ekranowanych przewodów, w telefonii i przy transmisji danych | |
EP3751834B1 (en) | Vehicle imaging device | |
KR100800788B1 (ko) | 실드쉘 접속수단 및 이를 구비한 실드커넥터 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20191001 |