NL1015865C2

NL1015865C2 - Gekleurde deklaag.

Info

Publication number: NL1015865C2
Application number: NL1015865A
Authority: NL
Inventors: Andreas Drechsler; Daniel Neupert; Silke Peil; Guido Schermann
Original assignee: Lafarge Braas Gmbh
Priority date: 1999-08-03
Filing date: 2000-08-02
Publication date: 2005-03-31
Also published as: DE19936464B4; AT412357B; NL1015865A1; ATA12512000A; DE19936464A1

Description

Gekleurde deklaag.

De onderhavige uitvinding betreft een gekleurde deklaag met een transparante lak die in een enkele laag doorzichtige partikels bevat, waarbij de laagdikte van de transpa-5 rante lak kleiner is dan de dikte van de dóórzichte partikels, voor in het bijzonder een plaatvormig constructie-element.

Uit het Amerikaanse octrooi 2.963.378 is een reflecterende deklaag bekend, waarbij in een transparante lak doorzichtige glaskogels met een diameter van 10 tot 50 pm zijn ingebed. Volgens deze Amerikaanse publicatie is het essentieel dat de glasko-10 gels over een halve bol een reflecterende metallische deklaag omvatten, om een sterke reflectie te kunnen bewerkstelligen. In de deklaag worden per kubieke inch enkele miljoenen van dergelijke van een reflecterende laag voorziene glaskogels gehouden.

De glaskogels, die zijn voorzien van een reflecterende laag, volgens het genoemde Amerikaanse octrooi, voorzien in een sterke reflecterende werking van de 15 deklaag. De glaskogels zijn niet meer doorzichtig en kunnen het ingestraalde licht slechts reflecteren. Met behulp van de deklaag volgens het genoemde Amerikaanse octrooi is het niet mogelijk om de kleur van de deklaag te veranderen.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding, om het oppervlak van een plaatvormig constructie-element zo van een deklaag te voorzien, dat deze afhankelijk van de 20 hoek waaronder men naar het oppervlak kijkt een verschillende kleur toont.

Dat doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de transparante lak een andere kleur heeft dan de basiskleur van het oppervlak van het plaatvormige constructie-element, dat het met doorzichtige partikels voorziene aandeel van het oppervlak tussen 10% en 50% van de totale oppervlakte bedraagt en dat de basiskleur van het oppervlak 25 door de doorzichtige partikels heen zichtbaar is.

Bij een constructie-element dat op deze wijze van een deklaag is voorzien, is de basiskleur van het oppervlak door de doorzichtige partikels heen zichtbaar, terwijl in het gebied van de met een transparante lak voorziene vlakken een mengkleur verschijnt die bestaat uit de basiskleur en de kleur van de lak. Het is duidelijk dat het oppervlak 3 0 van het plaatvormige constructie-element een dunne laag grondkleur kan omvatten.

Wanneer men kijkt in de richting dwars op het vlak dan verschijnt in hoofdzaak de door de doorzichtige partikels zichtbare grondkleur. Bij een schuine kijkrichting verschijnt in hoofdzaak de mengkleur, en bij een vlakke ki jkrichting (langs het vlak) ] & 15 8 § s

I 2 I

I verschijnt in hoofdzaak de kleur van de transparante lak. Zo ontstaat dus een van de I

I kijkrichting afhankelijke wisselende kleurwerking. In het bijzonder bij een constructie- I

I element met een geprofileerd oppervlak, bijvoorbeeld bij een dakpan met vlakke water- I

I afvoeren en daartussen aangebrachte ronde ribben of bij een dakpan met een golfvor- I

I 5 mig geprofileerd oppervlak, komt de oppervlakstructuur als gevolg van de verschil- I

I lende kleurindrukken duidelijk naar voren. I

I Afhankelijk van de keuze van de grondkleur en de kleur van de transparante lak I

I kunnen gewenste kleurcombinaties worden bereikt Een rode grondkleur en een blauwe I

I transparante lak leiden bijvoorbeeld afhankelijk van de kijkrichting tot verschillende I

I 10 violette kleurtonen. Een rode grondkleur en een roodbruine transparante lak leiden af- I

I hankelijk van de kijkrichting tot verschillende kastanjekleurige kleurtonen. I

I Opgemerkt moet worden dat uit het Amerikaanse octrooi US 2.354.018 een re- I

I flecterende folie bekend is waarop naast elkaar glazen kogels liggen. De kogels liggen I

I volgens deze Amerikaanse publicatie zo dicht tegen elkaar aan dat deze een continue I

I 15 oppervlaktelaag vormen. De glaskogels zijn in een flexibele laag ingebed. I

I Het doel van de onderhavige uitvinding kan niet worden bereikt met de deklaag I

I die bekend is uit het genoemde Amerikaanse octrooi US 2.354.018, omdat de glazen I

I kogels een continue deklaag vormen. In tegenstelling tot deze bekende deklaag zitten I

I tussen de transparante partikels in de deklaag volgens de uitvinding delen oppervlak die I

I 20 niet worden afgedekt met transparante partikels. Bovendien zijn de transparante parti- I

I kels volgens de onderhavige uitvinding ingebed in een transparante laklaag, waarbij I

I aan de transparante laklaag een bepaalde kleur kan worden gegeven. Deze kenmerken I

I zijn niet te ontlenen aan het genoemde document US 2.354.018. I

I De wisselende kleurwerking van de deklaag hangt af van het aandeel van het to- I

I 25 tale oppervlak dat is voorzien van doorzichtige partikels. Bij voorkeur bedraagt het I

I aandeel dat de doorzichtige partikels uitmaken van het totale oppervlak tussen 10% en I

I 50% van het totale oppervlak. In de in de deklaag volgens de uitvinding te gebruiken I

I transparante lak zijn dus relatief weinig doorzichtige partikels aanwezig, zodat meer- I

I dere doorzichtige partikels niet op elkaar kunnen komen te liggen. Het vormen van I

I 30 agglomeraten van doorzichtige partikels hangt af van de werkwijze die wordt gebruikt I

I voor het aanbrengen van de deklaag. I

I Bij voorkeur zijn de doorzichtige partikels kleurloos. Er kunnen echter gekleurde I

I doorzichtige partikels worden gebruikt, waardoor extra kleureffecten ontstaan. I

i y ï· -s y I

3

Een optimale wisselende kleurwerking wordt bereikt, wanneer de doorzichtige partikels een in hoofdzaak constante grootte omvatten. Op deze manier wordt een gelijkmatige, slechts van de kijkrichting afhankelijke kleurwerking bereikt

Een uit kostenoverwegingen bijzonder gunstige deklaag is mogelijk wanneer de 5 doorzichtige partikels in hoofdzaak bolvormig zijn. Hier biedt zich de mogelijkheid aan om glaskogels, respectievelijk glasparels te gebruiken.

Bij voorkeur ligt de diameter van de bolvormige doorzichtige partikels in het gebied tussen 30 pm en 500 pm. De diameter van de bolvormige doorzichtige partikels moet niet meer dan ongeveer het drievoudige van de dikte van de uitgeharde laklaag 10 bedragen. Op deze manier wordt enerzijds een voor weersinvloeden bestendige inkapseling van de doorzichtige partikels bereikt, anderzijds is slechts een dunne laklaag nodig.

Transparante lakken volgens de uitvinding bestaan uit organische of anorganische materialen. Organische materialen zijn polymeren, bijvoorbeeld acrylaten of 15 styreenacrylaten, die als waterige acrylaatdispersies respectievelijk waterige styreenacrylaatdispersies opgebracht kunnen worden. Het is duidelijk dat ook in organische oplossingsmiddelen opgeloste polymeren kunnen worden ingezet. Ook oplos-singsmiddelvrije tweecomponentensystemen zoals polyurethanen zijn geschikt. Voor toepassingen, waarbij een bijzonder hoge bestendigheid tegen ultraviolette stralen no-20 dig is, kan de transparante lak uit organisch materiaal bestaan. Hiertoe zijn systemen op basis van kiezelsol of waterglas bijzonder geschikt.

Hieronder wordt de uitvoering van de uitvinding aan de hand van zeven uitvoe-ringsvoorbeelden beschreven.

25 Uitvoeringsvoorbeeld 1

Op een plaatvormig constructie-element, namelijk een uitgeharde betondaksteen met een eerste kleurlaag met een rode basiskleur is na het uitharden van deze eerste kleurlaag een deklaag aangebracht, die uit een transparante lak met daarin gehouden 30 doorzichtige partikels bestaat Als doorzichtige partikels worden kleurloze glaskogels gebruikt. Als transparante lak wordt 100 g van een waterige acrylaatdispersie met een vastestofgehalte van 40 gew.% gebruikt, waaraan 10 g van een waterige pigmentsus-pensie met een gehalte van 5 g blauw kobalt-Spinell-pigment toegevoegd was. Aan 110

4 I

g van deze blauwe gepigmenteerde acrylaatdispersie werd 15 g glaskogels met een I

diameter van 90 pm ± 20 pm toegevoegd. Van het gerede deklaagmengsel werd 115 I

g/m2 op de betondaksteen gesproeid. Na het uitharden van de opgesproeide laag heeft I

zich tussen de glaskogels een laklaag uit transparante lak met een gemiddelde dikte van I

5 ongeveer 30 pm gevormd, waarbij als gevolg van de capillaire kracht de dikte van de I

laag die grenst aan de glaskogels iets groter is, zodat de glaskogels voor weersinvloe- I

den bestendig zijn vastgelegd. In dit eerste voorbeeld bedekten de glaskogels ongeveer I

10% van het van een deklaag voorziene oppervlak. I

10 Uitvoeringsvoorbeeld 2 I

Op een uitgeharde betondaksteen met een eerste kleurlaag met een rode basis- I

kleur is na het uitharden van deze eerste kleurlaag een deklaag aangebracht, die uit een I

transparante lak met daarin gehouden kleurloze glaskogels bestond. Als transparante I

15 lak werd 100 g van een waterige acrylaatdispersie met een vastestofgehalte van 40 I

gew.% gebruikt, waaraan 10 g van een waterige pigmentsuspensie met een gehalte van I

0,5 g zwart ijzeroxide-pigment (Bayfeirox 306) en 4,5 g roodbruine ijzeroxide-pig- I

ment-menging (Bayferrox 655) toegevoegd waren. Aan 110 g van deze donkere rood- I

bruine van pigmenten voorziene acrylaatdispersie werd 45 g glaskogels met een dia- I

20 meter van 90 pm ± 20 pm toegevoegd. Van het gerede deklaagmengsel werd 130 g/m2 I

op de betondaksteen gesproeid. Na het uitharden van de opgesproeide laag heeft zich I

tussen de glaskogels een laklaag uit transparante lak met een gemiddelde dikte van on- I

geveer 40 pm gevormd, waarbij tengevolge van de capillaire kracht de dikte van de I

25 den bestendig ingebed zijn. In dit tweede voorbeeld bedekten de glaskogels ongeveer I

30% van het van een deklaag voorziene oppervlak. I

Uitvoeringsvoorbeeld 3 I

30 Op een uitgeharde betondaksteen met een eerste kleurlaag met een rode basis- I

kleur is na het uitharden van deze eerste kleurlaag een deklaag opgebracht, die uit een

lak werd 100 g van een waterige acrylaatdispersie met een vastestofgehalte van 40 I

101^0^5 I

5 gew.% gebruikt, waaraan 2 g van een waterige pigmentsuspensie met een gehalte van 1 g blauw kobalt-Spinell-pigment toegevoegd was. Aan 102 g van deze blauwe gepig-menteerde acrylaatdispersie werd S0 g glaskogels met een diameter van 90 pm ± 20 pm toegevoegd. Van de gerede deklaagmenging werd 46 g/m2 op de betondaksteen opge-5 sproeid. Na het uitharden van de opgesproeide laag bedroeg de gemiddelde dikte van de transparante laklaag ongeveer 14 pm. De glaskogels bedekten ongeveer 12% van het van een deklaag voorziene oppervlak.

Uitvoeringsvoorbeeld 4 10

Op een uitgeharde betondaksteen met een eerste kleurlaag met een rode basiskleur is na het uitharden van deze eerste kleurlaag een deklaag aangebracht, die uit een transparante lak met daarin gehouden kleurloze glaskogels bestond. Als transparante lak werd 100 g van een waterige acrylaatdispersie met een vastestofgehalte van 40 gew.% ge-15 bruikt, waaraan 2 g van een waterige pigmentsuspensie met een gehalte van 1 g blauw kobalt-Spinell-pigment toegevoegd was. Aan 102 g van deze blauw gepigmenteerde acrylaatdispersie werd 50 g glaskogels met een diameter van 90 pm ± 20 pm toegevoegd. Van deze gerede deklaagmenging werd 92 g/m2 op de betondaksteen gesproeid. Na het uitharden van de opgesproeide laag bedroeg de gemiddelde dikte van de trans-20 parante laklaag ongeveer 35 pm. De glaskogels bedekten ongeveer 24% van het van een deklaag voorziene oppervlak.

Uitvoeringsvoorbeeld 5 25 Op een uitgeharde betondaksteen met een eerste kleurlaag met een rode basis kleur is na het uitharden van deze eerste kleurlaag een deklaag opgebracht, die uit een transparante lak met daarin gehouden kleurloze glaskogels bestond. Als transparante lak werd 100 g van een waterige acrylaatdispersie met een vastestofgehalte van 40 gew.% gebruikt, waaraan 2 g van een waterige pigmentsuspensie met een gehalte van 1 30 g blauw kobalt-Spinell-pigment toegevoegd was. Aan 102 g van deze blauw gepigmenteerde acrylaatdispersie werd 80 g glaskogels met een diameter van 90 pm ± 20 pm toegevoegd. Van de gerede deklaagmenging werd 61,5 g/m2 op de betondaksteen gesproeid. Na het uitharden van de opgesproeide laag bedroeg de gemiddelde dikte van 1 · v ,.·

4 5 ^ ϋ V

I 6 I

I de transparante laklaag ongeveer 25 μηι. De glaskogels bedekten ongeveer 25% van het I

I van een deklaag voorziene oppervlak. I

I Uitvoeringsvoorbeeld 6 I

I 5 I

I Op een uitgeharde betondaksteen met een eerste kleurlaag met een rode grond- I

I kleur is na het uitharden van deze eerste kleurlaag een deklaag aangebracht, die uit een I

I transparante lak met daarin gehouden kleurloze glaskogels bestond. Als transparante I

I lak werd 100 g van een waterige acrylaaldispersie met een vastestofgehalte van 40 I

I 10 gew.% gebruikt, waaraan 2 g van een waterige pigmentsuspensie met een gehalte van 1 I

I g blauw kobalt-Spinell-pigment toegevoegd was. Aan 102 g van deze blauw gepig- I

I menteerde acrylaatdispersie werd 80 g glaskogels met een diameter van 90 pm ± 20 pm I

I I

toegevoegd. Van het gerede deklaagmengsel werd 115,4 g/m op de betondaksteen ge- I

I sproeid. Na het uitharden van de opgesproeide laag bedroeg de gemiddelde dikte van I

I 15 de transparante laklaag ongeveer 60 pm. De glaskogels bedekten ongeveer 47% van het I

I van een deklaag voorziene oppervlak. I

I Uitvoeringsvoorbeeld 7 I

I 20 Onder krachtig roeren werden aan 360 g van een kiezelsol met 50% vastestofaan- I

I deel met een BET-oppervlak van 160 m2/g 20 g ijzeroxidepigment (Bayer BF 110), 600 I

I g glaskogels met een diameter van 90 pm ± 20 pm en 40 g siliconenhars (waterige I

I emulsie met 50 gew.% vastestofgehalte) toegevoegd. Van dit mengsel werd 200 g/m2 I

I op een uitgeharde betondaksteen met een eerste kleurlaag met een zwarte basiskleur I

I 25 gesproeid. Na het uitharden van de opgesproeide anorganische laag bedroeg de gemid- I

I delde dikte van de transparante laklaag ongeveer 30 pm. De glaskogels bedekten meer I

I dan 50% van het van een deklaag voorzien oppervlak. I

I In de tekening is schematisch een van een deklaag voorzien constructie-element I

I 30 10 volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede afgebeeld. Een plaatvormig constructie- I

I element 12, hier een betondaksteen, omvat een eerste kleurlaag 14 met een rode basis- I

I kleur. Deze eerste kleurlaag 14 is bedekt met een deklaag, die uit een transparante lak I

I I

7 16 met daarin aanwezig doorzichtige partikels 18 bestaat Als doorzichtige partikels 18 zijn hier glaskogels gebruikt.

Claims

8 I Conclusies I

1. Gekleurde deklaag met een transparante lak die in een enkele laag doorzichtige I partikels bevat, waarbij de laagdikte van de transparante lak kleiner is dan de dikte van I 5 de dóórzichte partikels, voor in het bijzonder een plaatvormig constructie-element, met I het kenmerk, dat de transparante lak (16) een andere kleur heeft dan de basisldeur van I het oppervlak van het plaatvormige constructie-element (12), dat het met doorzichtige I partikels (18) voorziene aandeel van het oppervlak tussen 10% en 50% van de totale I oppervlakte bedraagt en dat de basiskleur van het oppervlak door de doorzichtige parti- I 10 kels heen zichtbaar is. I

2. Gekleurde deklaag volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de doorzichtige I partikels (18) kleurloos zijn. I

3. Gekleurde deklaag volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de door- I zichtige partikels (18) een in hoofdzaak constante grootte hebben. I

4. Gekleurde deklaag volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, I dat de doorzichtige partikels (18) in hoofdzaak bolvormig zijn. I

20 I

5. Gekleurde deklaag volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de diameter van I de bolvormige doorzichtige partikels in het gebied tussen 30 pm en 500 pm ligt. I ^

6. Gekleurde deklaag volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, I 25 dat de transparante lak (16) uit organisch materiaal bestaat zoals acrylaat of polyure- I thaan. I

7. Gekleurde deklaag volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, I dat de transparante lak (16) uit organisch materiaal bestaat zoals siliciumdioxide of I 30 silicaat. I ******* I 1 0 1 ^ 9 $ £ I