[go: up one dir, main page]

NL1009549C2 - Samenstel voorzien van een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel. - Google Patents

Samenstel voorzien van een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel. Download PDF

Info

Publication number
NL1009549C2
NL1009549C2 NL1009549A NL1009549A NL1009549C2 NL 1009549 C2 NL1009549 C2 NL 1009549C2 NL 1009549 A NL1009549 A NL 1009549A NL 1009549 A NL1009549 A NL 1009549A NL 1009549 C2 NL1009549 C2 NL 1009549C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
filling chamber
filling
container
assembly
outlet opening
Prior art date
Application number
NL1009549A
Other languages
English (en)
Inventor
Weiland Jan Adolf Ernst Sperna
Original Assignee
Sara Lee De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1007030A external-priority patent/NL1007030C2/nl
Application filed by Sara Lee De Nv filed Critical Sara Lee De Nv
Priority to NL1009549A priority Critical patent/NL1009549C2/nl
Priority to PCT/NL1998/000443 priority patent/WO1999006802A1/en
Priority to US09/463,901 priority patent/US6357630B1/en
Priority to AU87516/98A priority patent/AU752297B2/en
Priority to EP98939002A priority patent/EP1000325A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1009549C2 publication Critical patent/NL1009549C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01FMEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
    • G01F11/00Apparatus requiring external operation adapted at each repeated and identical operation to measure and separate a predetermined volume of fluid or fluent solid material from a supply or container, without regard to weight, and to deliver it
    • G01F11/28Apparatus requiring external operation adapted at each repeated and identical operation to measure and separate a predetermined volume of fluid or fluent solid material from a supply or container, without regard to weight, and to deliver it with stationary measuring chambers having constant volume during measurement
    • G01F11/286Apparatus requiring external operation adapted at each repeated and identical operation to measure and separate a predetermined volume of fluid or fluent solid material from a supply or container, without regard to weight, and to deliver it with stationary measuring chambers having constant volume during measurement where filling of the measuring chamber is effected by squeezing a supply container that is in fluid connection with the measuring chamber and excess fluid is sucked back from the measuring chamber during relaxation of the supply container

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)

Description

Titel: Samenstel voorzien van een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel.
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voorzien van een flexibele houder met een binnenruimte waarin vloeistof kan worden opgeslagen en een op de houder aangesloten doseerinrichting voor het gedoseerd afgeven van 5 vloeistof uit de houder waarbij de doseerinrichting een vulkamer omvat en tenminste een toevoerleidingsysteem dat zich.uitstrekt van de binnenruimte van de houder tot in de vulkamer, waarbij het toevoerleidingsysteem is voorzien van een instroomopening die zich in de binnenruimte van de houder 10 bevindt en tenminste een uitstroomopening die zich in de vulkamer bevindt zodat de vulkamer vanuit de houder met de vloeistof kan worden gevuld door in de houder te knijpen waarbij de vulkamer een vulkamerbodem en tenminste een opstaande zijwand omvat die in combinatie een binnenruimte 15 van de vulkamer begrenzen en waarbij de doseerinrichting verder is voorzien van middelen voor het instellen van de vulhoogte van de vulkamer.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een doseerinrichting van een dergelijk samenstel.
20 Een dergelijk samenstel is onder meer bekend uit de internationale octrooiaanvrage 9603625. De houder kan zijn gevuld met een antivries voor ruitenwissers en andere vloeistoffen waarvan het gewenst is dat een nauwkeurige vooraf bepaalde hoeveelheid vloeistof wordt afgegeven. In 25 gebruik wordt hiertoe in de flexibele houder geknepen.
Hierdoor zal de vulkamer via een toevoerleidingsysteem worden gevuld. Wanneer vervolgens het samenknijpen van de houder wordt beëindigd, zal de houder weer in zijn oorspronkelijke vorm terugkeren. Hierbij zal vloeistof vanuit de vulkamer 30 naar de binnenruimte van de houder worden teruggezogen.
Wanneer het vloeistofniveau in de vulkamer echter is gedaald tot aan de uitstroomopening van het toevoerleidingsysteem zal 1 009549-¾ 2 het toevoerleidingsysteem in plaats van vloeistof lucht aanzuigen. Een en ander brengt met zich dat de vulkamer zal worden gevuld tot een hoogte die correspondeert met de hoogte van de uitstroomopening van het toevoerleidingsysteem.
5 Vervolgens kan het samenstel op zijn kop worden gezet om de vloeistof uit de vulkamer te laten stromen. Aldus worden een gedoseerde hoeveelheid vloeistof afgegeven.
Voor het instellen van de vulhoogte van de vulkamer is het toevoerleidingsysteem van het bekende samenstel opgebouwd 10 uit twee buizen die telescopisch met elkaar zijn verbonden. Door een bovenste van de twee buizen ten opzichte van de onderste buis op en neer te bewegen, kan de hoogte van de uitstroomopening van de bovenste buis ten opzichte van een bodem van de vulkamer traploos worden ingesteld. Aldus kan de 15 vulhoogte van de vulkamer traploos worden ingesteld.
Een nadeel van het bekende samenstel is dat het instellen van de vulhoogte door het met de hand op en neer bewegen van de bovenste leiding ten opzichte van de onderste leiding een grote onnauwkeurigheid met zich brengt. Bovendien 20 gaat het instellen veelal nogal stroef en schokkerig zodat het relatief veel tijd en moeite kost een en ander nauwkeurig in te stellen.
De uitvinding beoogt aan het bovengenoemde nadeel tegemoet te komen en heeft als kenmerk dat de 25 doseerinrichting verder is voorzien van een basisbodem die met de houder is verbonden waarbij de vulkamerbodem ten opzichte van de basisbodem verplaatsbaar of transleerbaar is bevestigd op de basisbodem en dat het toevoerleidingsysteem is voorzien van tenminste twee los van elkaar staande 30 leidingstukken die zich vanaf de vulkamerbodem naar boven toe uitstrekken waarbij de instroomopening naar keuze met een van de leidingstukken in fluïdum verbinding kan worden gebracht door verplaatsing of rotatie van de vulkamer ten opzichte van de basisbodem en waarbij een uitstroomopening van een eerste 35 leidingstuk van de tenminste twee leidingstukken zich op een eerste hoogte ten opzichte van de vulkamerbodem bevindt wanneer het eerste leidingstuk met de instroomopening is 1 0 0 9549-1 3 verbonden en een uitstroomopening van een tweede leidingstuk van de tenminste twee leidingstukken zich op een tweede hoogte ten opzichte de vulkamerbodem bevindt wanneer het tweede leidingstuk met de instroomopening is verbonden en 5 waarbij de eerste en tweede hoogte van elkaar verschillen.
Doordat overeenkomstig de uitvinding de eerste en tweede hoogte rechtstreeks door de twee leidingstukken worden bepaald, weet de gebruiker precies welke hoeveelheden vloeistof gedoseerd zullen worden afgegeven. In het bijzonder 10 omvat de inrichting een groot aantal leidingstukken die elk een uitstroomopening hebben die wanneer het betreffende leidingstuk met de instroomopening is verbonden zich op een vooraf bepaalde hoogte ten opzichte van de vulkamer bevindt. Op deze wijze kan door selectie van een leidingstuk een 15 hiermee corresponderende discrete hoeveelheid vloeistof, die gedoseerd dient te worden afgegeven, worden ingesteld. Elk leidingstuk kan hierbij corresponderen met een vooraf bepaalde hoeveelheid vloeistof. De onnauwkeurigheid van de doseerinrichting kan hierbij beter dan 1 promille zijn.
20 Doordat de leidingstukken los van elkaar staan kunnen de leidingstukken en de vulkamerbodem eenvoudig uit één stuk door middel van spuitgieten worden vervaardigd. De ruimte van de vulkamer die in gebruik wordt gevuld met vloeistof wordt bepaald door de opstaande zijwand van de vulkamer. Een 25 voordeel van de losstaande leidingstukken is dat zij relatief weinig ruimte in beslag nemen en in gebruik geheel worden omspoeld door de vloeistof. Dit betekent dat een relatief groot deel van de binnenruimte van de vulkamer met vloeistof kan worden gevuld.
30 In het bijzonder hebben de leidingstukken een van elkaar verschillende lengte en bevindt de uitstroomopening van het leidingstuk zich bij een bovenste vrij uiteinde van het leidingstuk. Hierdoor kan het gehele leidingstuk goed worden belucht bij het leegstromen van het leidingstuk, met als 35 gevolg dat weinig of geen restvloeistof achterblijft. Dit voorkomt verstoppingen. Bij voorkeur zijn de leidingstukken elk recht uitgevoerd en althans nagenoeg verticaal gericht.
1 00 954 9 Ί 4
In het bijzonder geldt voorts dat de vulkamer aan zijn bovenzijde is voorzien van een bovenwand waarin een uitlaatopening is aangebracht. Deze constructie heeft als voordeel dat de gehele vulkamer geen ten opzichte van elkaar 5 bewegende delen omvat die via een vloeistofafdichting met elkaar zijn verbonden. Hiermee wordt lekkage voorkomen. Dit geldt eveneens wanneer de vulkamer via de uitlaatopening leestroomt of door een afsluitdop wordt afgesloten.
Een verder nadeel van de bekende inrichting is dat bij 10 het vullen van de vulkamer door in de houder te knijpen het risico bestaat dat te langdurig en te hard in de houder wordt m geknepen met als gevolg dat de vulkamer overstroomt. Hierbij wordt dan door het te hard knijpen in de fles een ongewenste hoeveelheid vloeistof door de vulkamer afgegeven.
15 Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt eveneens een oplossing gegeven voor dit nadeel. Het samenstel is hiertoe voorzien van een uitlaatopening voor het afgeven van in de binnenruimte opgeslagen vloeistof en van afsluitmiddelen die de uitlaatopening afsluiten wanneer de 20 vulhoogte van de vulkamer een vooraf bepaalde maximale waarde overschrijdt.
Wanneer aldus te hard wordt geknepen zodat de vulkamer dreigt te overstromen, bewerkstelligen de afsluitmiddelen dat de uitlaatopening wordt afgesloten. In het bijzonder omvatten 25 de afsluitmiddelen hiertoe een drijfelement waarbij het drijfelement door de vloeistop in de vulkamer omhoog wordt bewogen wanneer de vulhoogte van de vulkamer de vooraf bepaalde maximale waarde overschrijdt.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het drijfelement 30 kogelvormig uitgevoerd en bevindt het drijfelement zich in de vulkamer, waarbij de uitlaatopening aan een bovenzijde van de vulkamer is aangebracht en waarbij het drijfelement de uitstroomopening aan een binnenzijde van de vulkamer afsluit wanneer de vulhoogte van de vulkamer de vooraf bepaalde 35 maximale waarde overschrijdt.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: 1009548ï 5
Figuur 1 een bovenaanzicht van een mogelijke uitvoeringsvorm van een samenstel overeenkomstig de uitvinding; figuur 2 een dwarsdoorsnede volgens de lijn A-A van 5 figuur 1; figuur 3 een dwarsdoorsnede van de doseerinrichting van het samenstel volgens figuur 1 volgens de lijn A-A van figuur
Ikfiguur 4 een dwarsdoorsnede van de doseerinrichting 10 volgens figuur 3 volgens de lijn B-B van figuur 1; figuur 5 een onderdeel van figuur 3; figuur 6 in perspectief een onderdeel van de doseerinrichting van het samenstel volgen figuur 1; figuur 7 een dwarsdoorsnede volgens de lijn A-A van 15 figuur 1 waarbij de inrichting is voorzien van een alternatief drijfelement; figuur 8a het drijfelement van de inrichting volgens figuur 7; figuren 8b-8d alternatieve uitvoeringsvormen van 20 drijfelementen van de inrichting volgens figuur 1; en figuur 9 een dwarsdoorsnede van een mogelijke uitvoeringsvorm van het samenstel overeenkomstig de uitvinding met een bijzondere uitvoeringsvorm van een drijfelement van het samenstel; 25 figuur 10a in perspectief het drijfelement volgens figuur 9; figuur 10b een lengtedoorsnede van het drijfelement volgens figuur 10a; figuur 10c een onderaanzicht van het drijfelement 30 volgens figuur 10a; en figuur lOd een bovenaanzicht van het drijfelement volgens figuur 10a.
Het samenstel 1 volgens de figuren 1-6 is voorzien van een flexibele houder 2 met een binnenruimte 4 waarin 35 vloeistof 6 kan worden opgeslagen. Het samenstel is voorts voorzien van een doseerinrichting 8 voor het gedoseerd afgeven van de vloeistof 6 uit de houder 2. De «S s·'* ^ ; '· ' } 6 doseerinrichting 8 omvat een vulkamer 10 met een vulkamerbodem 12 en een opstaande zijwand 14. De vulkamerbodem 12 is roteerbaar bevestigd op een basisbodem 16 die vast met de houder 2 is verbonden. De vulkamer 10 staat 5 via een toevoerleidingsysteem in fluïdum verbinding met de binnenruimte 4 van de houder 2. Het toevoerleidingsysteem bestaat in dit voorbeeld uit een basisleiding 18 die zich vanaf de binnenruimte 4 van de houder 2 naar een doorstroomopening 20 in de basisbodem 16 uitstrekt. Voorts 10 omvat het toevoerleidingsysteem een aantal leidingstukken 22.i (i = 1, 2, 3, 4, 5) die los van elkaar staan en elk mechanisch met de vulkamerbodem 12 zijn verbonden.
De vulkamer 10 is aan zijn bovenzijde voorzien van een bovenwand 24 waarin een uitlaatopening 26 is aangebracht. De 15 bovenwand 24 is vast verbonden met de opstaande zijwand 12 van de vulkamer. De vulkamer is verder nog voorzien van een vanaf de bovenwand 20 naar beneden en in radiale richting naar buiten toe uitstrekkende buitenwand 28. In gebruik kan de buitenwand 28 worden beetgepakt om de vulkamer, inclusief 20 de leidingstukken 22.i ten opzichte van de basisbodem 16 te roteren voor het selecteren van een van de leidingstukken 22 .i.
De leidingstukken 22.i zijn op een dusdanige positie met de vulkamerbodem 12 verbonden dat elk leidingstuk 22.i naar 25 keuze door een rotatie van de vulkamerbodem 12 met de basisleiding 18 in fluïdum verbinding kan worden gebracht. De basisleiding 18 omvat derhalve een instroomopening 30 die naar keuze in fluïdum verbinding kan worden gebracht met één van de uitstroomopeningen 32.i (i = 1, 2, 3, 4, 5) van de 30 respectievelijke leidingstukken 22.i.
In dit voorbeeld hebben de leidingstukken 22.i elk een van elkaar verschillende lengte. Bovendien zijn de leidingstukken recht uitgevoerd en zijn elk althans nagenoeg verticaal gericht. Voorts geldt dat de uitstroomopeningen 35 nabij een bovenste vrij uiteinde van de leidingstukken zijn aangebracht. Een en ander brengt met zich dat de uitstroomopeningen 32.i telkens een van elkaar verschillende \009549^ 7 hoogte hebben ten opzichte van de bodem 12 van de vulkamer 10. Met andere woorden, voor een eerste leidingstuk 22.i en een tweede leidingstuk 22.j, waarbij i ongelijk is aan j, geldt dat de uitstroomopening van het eerste leidingstuk 18.i 5 zich op een eerste hoogte ten opzichte van de bodem 12 van de vulkamer 10 bevindt, wanneer het eerste leidingstuk met de instroomopening 30 is verbonden en een uitstroomopening 32.j van het tweede leidingstuk 22.j zich op een tweede hoogte ten opzichte van de bodem 12 van de vulkamer 10 bevindt, wanneer 10 het tweede leidingstuk 22.j met de instroomopening 30 is verbonden, waarbij de eerste en tweede hoogte van elkaar verschillen.
De binnenruimte 4 wordt in gebruik alleen via het toevoerleidingsysteem belucht. De vulkamerbodem 14 kan nog in 15 een dusdanige rotatiepositie worden gemanipuleerd dat geen enkele van de leidingstukken 22.i met de instroomopening 30, dat wil zeggen met de basisleiding 16 is verbonden. Dit is het geval wanneer een opstaand been 37, dat met de vulkamerbodem 12 is verbonden door rotatie van de 20 vulkamerbodem boven de basisleiding 16 wordt gemanipuleerd (zie figuur 6 waarin de vulkamerbodem 12 met de leidingstukken 22.i worden getoond). Het in figuur 6 getoonde onderdeel is via een snapverbinding met de opstaande zijwand 14 verbonden.
25 De inrichting is voorts voorzien van afsluitmiddelen die de uitlaatopening 26 afsluiten wanneer de vulhoogte van de kamer een maximale vulhoogte overschrijdt. De afsluitmiddelen omvatten hiertoe een drijfelement 34 dat in dit voorbeeld kogelvormig is uitgevoerd. Het drijfelement bevindt zich in 30 de vulkamer 10 onder de uitlaatopening 26.
De werking van de inrichting is als volgt. Een gebruiker selecteert allereerst door rotatie van de vulkamer 10 ten opzichte van de basisbodem 16 een van de leidingstukken 22.i voor het vullen van de vulkamer 10. Hiermee wordt dan 35 tegelijkertijd de vulhoogte van de vulkamer 10 ingesteld.
Door het instellen van de vulhoogte van de vulkamer 10 wordt de hoeveelheid vloeistof bepaald die uiteindelijk door het 1009549η δ samenstel zou worden afgegeven. Nadat bijvoorbeeld het leidingstuk 22.3 door rotatie van de vulkamerbodem boven het basisleidingstuk 16 is gemanipuleerd, knijpt een gebruiker in de flexibele houder 2. Een vloeistofstroomtrajeet van de 5 binnenruimte 4 naar de vulkamer 10 strekt zich thans uit vanaf de instroomopening 30, door de basisleiding 16, door het leidingstuk 22.3 naar de uitstroomopening 32.3 van het leidingstuk 22.3. Vloeistof zal thans vanuit de binnenruimte 4 via de basisleiding 16 en het leidingstuk 22.3 in de 10 vulkamer 10 stromen. Een gebruiker knijpt dusdanig in de houder 2 dat een overmaat aan vloeistof in de vulkamer 10 wordt gebracht. Het vloeistofniveau 36 bevindt zich dan op een hoogte boven de uitstroomopening 30.3 van het leidingstuk 22.3. Wanneer een gebruiker vervolgens na het vullen van de 15 vulkamer 10 het knijpen in de houder 2 beëindigt, zal de houder 2 weer in zijn oorspronkelijke toestand willen terugkeren. Hierdoor begint de houder 2 via de basisleiding 16 en het leidingstuk 22.3 vloeistof vanuit de vulkamer 10 terug te zuigen naar de binnenruimte 4 van de houder 2. Het 20 vloeistofniveau 36', dat wil zeggen de hoogte van het vloeistofniveau ten opzichte van de bodem 12 begint dan te dalen. Wanneer het vloeistofniveau 36' is gedaald tot aan de uitstroomopening 32.3 zal echter geen verdere vloeistof uit de vulkamer terugstromen naar de binnenruimte 4 van de houder 25 2. In plaats hiervan zal de houder zich via de uitstroomopening 32.3 verder met lucht vullen. Het vloeistofniveau 36 staat dan exact gelijk met de uitstroomopening 32.3. Aldus bepaalt de hoogte van de uitstroomopening 32.3 de hoeveelheid vloeistof die 30 uiteindelijk in de vulkamer 10 achterblijft nadat een gebruiker in de flexibele houder 2 heeft geknepen en deze vervolgens weer heeft laten expanderen.
Vervolgens kan een gebruiker het samenstel op zijn kop zetten zodat de vulkamer 10 via de uitlaatopening 36 leeg kan 35 stromen en zodat derhalve een vooraf bepaalde hoeveelheid vloeistof gedoseerd door het samenstel wordt afgegeven.
4 o o 0 £ A
9
Wanneer een gebruiker vervolgens een andere hoeveelheid vloeistof wenst af te geven, kan hij een hiermee corresponderend ander leidingstuk 22.i selecteren. In dit voorbeeld geldt dat voor een toenemende waarde van i een 5 grotere hoeveelheid vloeistof wordt gedoseerd. Doordat de hoogte van de leidingstukken 22.i vooraf nauwkeurig is bepaald, weet een gebruiker precies welke hoeveelheid vloeistof door het samenstel zal worden afgegeven.
Wanneer een gebruiker om welke reden dan ook bij zonder 10 krachtig in de houder 2 knijpt, wordt de vulkamer 10 bijzonder snel gevuld. Hierbij zou het risico aanwezig zijn dat de vulkamer via de uitlaatopening 26 gaat overstromen.
Dit zal echter niet plaatsvinden doordat het vloeistofniveau 36 in dat geval het drijfelement 34 naar boven zal doen 15 bewegen. Uiteindelijk zal het drijfelement 34 de uitlaatopening 26 afsluiten, zoals in figuur 2 is getoond. Wanneer het drijfelement 24 de uitlaatopening 26 afsluit, kan vloeistof niet uit de uitlaatopening 26 worden geperst. Bovendien kan het vloeistofniveau van de vulkamer 10 zich 20 niet verder vullen omdat in de vulkamer 10 en hiermee in de binnenruimte 4 een druk ontstaat die het verder indrukken van de flexibele houder 2 tegenwerkt. In dit voorbeeld is aan de binnenzijde van de vulkamer rond de uitlaatopening 26 een in zichzelf gesloten ringvormige rand 38 aangebracht. Deze 25 ringvormige rand 38 geeft enerzijds een goede afsluiting met het drijfelement 34. Anderzijds zorgt de rand 38 ervoor dat het drijfelement 34 niet aan de uitlaatopening 26 blijft plakken wanneer de fles wordt losgelaten en de vloeistof vanuit de vulkamer 10 weer gedeeltelijk terugstroomt naar de 30 binnenruimte 4 van de houder 2. Het drijfelement 34 zal dan onder zijn gewicht drijvend op het dalende vloeistofniveau 36 ten opzichte van de rand 38 naar beneden toe bewegen, zodat de uitlaatopening 36 weer wordt vrijgegeven.
In dit voorbeeld vormt het drijfelement 34 derhalve een 35 afsluitmiddel waarbij het drijfelement door de vloeistof in de vulkamer omhoog wordt bewogen wanneer de vulhoogte van de vulkamer een vooraf bepaalde maximale waarde overschrijdt. De
λ λ n f” * C\ -T
10 genoemde vooraf bepaalde maximale waarde wordt in dit voorbeeld mede bepaald door de afmetingen van het drijfelement.
In dit voorbeeld is de doseerinrichting verder nog 5 voorzien van een verwijderbare afsluitdop 40. De afsluitdop 40 is losmakelijk met de zijwand 14 verbonden.
In figuur 7 is de inrichting volgens figuur 1 getoond waarbij de inrichting echter is voorzien van een alternatieve uitvoeringsvorm van een drijfelement. Dit drijfelement is in 10 detail getoond in figuur 8a.
Het drijfelement 24 is in dit voorbeeld langwerpig uitgevoerd. Een lengteas 1 van het drijfelement 34 is althans nagenoeg verticaal gericht. Tevens loopt het drijfelement zowel aan zijn boven- als onderzijde taps toe. Hierbij reikt 15 het drijfelement zowel in zijn uiterste bovenste positie als in zijn uiterste onderste positie tot in de uitlaatopening 26. Tevens geldt dat in dit voorbeeld het drijfelement aan zijn onderzijde in elk der genoemde posities tussen tenminste twee van de leidingstukken reikt. Het drijfelement kan dus 20 onder invloed van het vloeistofniveau in verticale richting op en neer bewegen, waarbij het echter niet mogelijk is dat het drijfelement zijdelings wegschuift of valt. Dit wordt bewerkstelligd doordat de bovenzijde van het drijfelement tot in de uitlaatopening reikt, terwijl de onderzijde van het 25 drijfelement tenminste tussen twee van de leidingstukken reikt.
Ook bij deze uitvoeringsvorm zorgt de ringvormige rand 38 voor een goede afsluiting. Anderzijds zorgt de rand er wederom voor dat het drijfelement niet aan de uitlaatopening 30 26 blijft plakken.
Ook andere vormen van het drijfelement zijn denkbaar, zoals bijvoorbeeld in de voorbeelden van figuur 8b-8d zijn getoond. Het drijfelement van figuur 8a heeft weliswaar minder drijfvermogen dan het drijfelement volgens figuur 8b, 35 echter in geval van uitschenken blijkt het drijfelement volgens figuur 8a een beter gedrag te hebben. Dit wordt veroorzaakt doordat de onderzijde van het drijfelement 10095491 11 volgens figuur 8a minder taps toeloopt dan de bovenzijde van het drijfelement volgens figuur 8a.
Het drijfelement 34 zoals getoond in de figuren 9 en 10 loopt aan zijn bovenzijde eveneens taps toe. Een bovenste 5 gedeelte van het drijfelement omvat een vloeistofdichte kamer 40. Een onderste gedeelte van het drijfelement omvat een kamer 44 die aan zijn onderzijde open is. De kamer 44 wordt als het ware gevormd door een cilindervormig manteloppervlak 46. In dit manteloppervlak zijn twee sleuven 48 aangebracht 10 die zich vanaf de onderzijde van het drijfelement naar boven toe uitstrekken. Deze sleuven werken samen met opstaande wanden 50 in de vulkamer 10. Een en ander dusdanig dat deze opstaande wanden zich althans voor een gedeelte in de sleuven uitstrekken. Het drijfelement kan hierdoor op en neer bewegen 15 in de vulkamer 10, waarbij sleuven en wanden als een rechtgeleiding voor het drijfelement fungeren. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor 20 geschetste uitvoeringsvormen. Zo kunnen meer of minder leidingstukken 22.i worden toegepast. De leidingstukken 22.i behoeven niet speciaal recht te zijn uitgevoerd en de lengterichtingen van de leidingstukken behoeven eveneens niet verticaal te zijn gericht. Het is eveneens mogelijk dat de 25 leidingstukken derhalve een bocht omvatten. In dit voorbeeld bevinden de uitstroomopeningen van de leidingstukken zich aan een bovenste vrij uiteinde van de leidingstukken. Het is echter eveneens mogelijk dat de uitstroomopeningen zich in een zijwand van de leidingstukken bevinden.
30 Ook is het mogelijke dat de vulkamerbodem verplaatsbaar in plaats van roteerbaar met de basisbodem 16 is verbonden.
In dat geval worden de leidingstukken door een translerende beweging in plaats van een roterende beweging geselecteerd om met de basisleiding 16 in fluïdum verbinding te worden 35 gebracht. Voorts kan de inrichting nog zijn voorzien van snapmiddelen 52 die ervoor zorg dragen dat de vulkamerbodem 12 ten opzichte van de basisbodem 16 een aantal klikposities inner ! n ..
12 kent die corresponderen met de rotatie posities waarop de basisleiding 18 respectievelijk met de leidingstukken 22.i is verbonden.
Bij voorkeur neemt de diameter van de basisleiding 18 5 toe in een richting van boven naar beneden (zie ook figuur 2). Dit heeft als voordeel dat de buis niet gemakkelijk verstopt kan raken, ook niet wanneer zeer visceuze vloeistoffen worden gedoseerd.
Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader 10 van de uitvinding te vallen.
'i ü Ü *-

Claims (24)

1. Samenstel voorzien van een flexibele houder met een binnenruimte waarin vloeistof kan worden opgeslagen en een op de houder aangesloten doseerinrichting voor het gedoseerd afgeven van vloeistof uit de houder waarbij de 5 doseerinrichting een vulkamer omvat en tenminste een toevoerleidingsysteem dat zich uitstrekt van de binnenruimte van de houder tot in de vulkamer, waarbij het toevoerleidingsysteem is voorzien van een instroomopening die zich in de binnenruimte van de houder bevindt en tenminste 10 een uitstroomopening die zich in de vulkamer bevindt zodat de vulkamer vanuit de houder met de vloeistof kan worden gevuld door in de houder te knijpen waarbij de vulkamer een vulkamerbodem en tenminste een opstaande zijwand omvat die in combinatie een binnenruimte van de vulkamer begrenzen en 15 waarbij de doseerinrichting verder is voorzien van middelen voor het instellen van de vulhoogte van de vulkamer, met het kenmerk, dat de doseerinrichting verder is voorzien van een basisbodem die met de houder is verbonden waarbij de vulkamerbodem ten opzichte van de basisbodem verplaatsbaar of 20 transleerbaar is bevestigd op de basisbodem en dat het toevoerleidingsysteem is voorzien van tenminste twee los van elkaar staande leidingstukken die zich vanaf de vulkamerbodem naar boven toe uitstrekken waarbij de instroomopening naar keuze met een van de leidingstukken in fluïdum verbinding kan 25 worden gebracht door verplaatsing of rotatie van de vulkamer ten opzichte van de basisbodem en waarbij een uitstroomopening van een eerste leidingstuk van de tenminste twee leidingstukken zich op een eerste hoogte ten opzichte van de vulkamerbodem bevindt wanneer het eerste leidingstuk 30 met de instroomopening is verbonden en een uitstroomopening van een tweede leidingstuk van de tenminste twee leidingstukken zich op een tweede hoogte ten opzichte de vulkamerbodem bevindt wanneer het tweede leidingstuk met de 1 0 0954 9-" instroomopening is verbonden en waarbij de eerste en tweede hoogte van elkaar verschillen.
2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de leidingstukken een van elkaar verschillende lengte hebben.
3. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de leidingstukken recht zijn uitgevoerd en althans nagenoeg verticaal zijn gericht.
4. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vulkamer roteerbaar rond een loodrecht op de basisbodem 10 gerichte as met de basisbodem is verbonden waarbij in tenminste een rotatiepositie van de vulkamer geen een van de leidingstukken met de instroomopening is verbonden zodat de houder is afgesloten van de vulkamer.
5. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de vulkamer is voorzien van een uitlaatopening voor het afgeven van in de binnenruimte opgeslagen vloeistof en van afsluitmiddelen die de uitlaatopening afsluiten wanneer de vulhoogte van de vulkamer een vooraf bepaalde maximale waarde overschrijdt.
6. Samenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen een drijfelement omvatten waarbij het drijfelement door de vloeistof in de vulkamer omhoog wordt bewogen wanneer de vulhoogte van de vulkamer de vooraf bepaalde maximale waarde overschrijdt.
7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het drijfelement kogelvormig is uitgevoerd en zich in de vulkamer bevindt waarbij de uitlaatopening aan een bovenzijde van de vulkamer is aangebracht en waarbij het drijfelement de uitstroomopening aan een binnenzijde van de vulkamer afsluit 30 wanneer de vulhoogte van de vulkamer de vooraf bepaalde maximale waarde overschrijdt.
8. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het drijfelement langwerpig is uitgevoerd waarbij een lengteas van het drijfelement althans nagenoeg verticaal is gericht en 35 waarbij de uitlaatopening aan een bovenzijde van de vulkamer is aangebracht en waarbij het drijfelement de uitstroomopening aan een binnenzijde van de vulkamer afsluit wanneer 1 0 0 bu 4 0 ü de vulhoogte van de vulkamer de vooraf bepaalde maximale waarde overschrijdt.
9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het drijfelement aan zijn bovenzijde taps toeloopt.
10. Samenstel volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het drijfelement aan zijn onderzijde taps toeloopt.
11. Samenstel volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het drijfelement aan zijn bovenzijde tot in de uitlaat-opening reikt.
12. Samenstel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het drijfelement aan zijn onderzijde tot tussen tenminste twee van de leidingstukken reikt.
13. Samenstel volgens een der conclusies 7-12, met het kenmerk, dat in de vulkamer rond de uitlaatopening een 15 ringvormige rand is aangebracht die kan samenwerken met het drijflichaam om de uitlaatopening af te sluiten.
14. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 6-14, met het kenmerk, dat de vulkamer aan zijn bovenzijde is voorzien van een bovenwand waarin de uitlaatopening is 20 aangebracht.
15. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de vulkamer aan zijn bovenzijde is voorzien van een bovenwand waarin een uitlaatopening is aangebracht.
16. Samenstel voorzien van een flexibele houder met een 25 binnenruimte waarin vloeistof kan worden opgeslagen en een op de houder aangesloten doseerinrichting voor het gedoseerd afgeven van vloeistof uit de houder waarbij de doseerinrichting een vulkamer omvat en tenminste een toevoerleidingsysteem dat zich uitstrekt van de binnenruimte 30 van de houder tot in de vulkamer, het toevoerleidingsysteem is voorzien van een instroomopening die zich in de binnenruimte van de houder bevindt en tenminste een uitstroomopening die zich in de vulkamer bevindt zodat de vulkamer vanuit de houder met de vloeistof kan worden gevuld 35 door in de houder te knijpen, met het kenmerk, dat de vulkamer is voorzien van een bovenwand met een uitlaatopening voor het afgeven van in de binnenruimte opgeslagen vloeistof en van afsluitmiddelen die de uitlaatopening afsluiten wanneer de vulhoogte van de vulkamer een vooraf bepaalde maximale waarde overschrijdt.
17. Samenstel volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de 5 afsluitmiddelen een drijfelement omvatten waarbij het drijfelement door de vloeistof in de vulkamer omhoog wordt bewogen wanneer de vulhoogte van de vulkamer de vooraf bepaalde maximale waarde overschrijdt.
18. Samenstel volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het 10 drijfelement kogelvormig is uitgevoerd en zich in de vulkamer bevindt waarbij het drijfelement de uitstroomopening aan een binnenzijde van de vulkamer afsluit wanneer de vulhoogte van de vulkamer de vooraf bepaalde maximale waarde overschrijdt.
19. Samenstel volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het 15 drijfelement langwerpig is uitgevoerd waarbij een lengteas van het drijfelement althans nagenoeg verticaal is gericht en waarbij de uitlaatopening aan een bovenzijde van de vulkamer is aangebracht en waarbij het drijfelement de uitstroomopening aan een binnenzijde van de vulkamer afsluit 20 wanneer de vulhoogte van de vulkamer de vooraf bepaalde maximale waarde overschrijdt.
20. Samenstel volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het drijfelement aan zijn bovenzijde taps toeloopt.
21. Samenstel volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, 25 dat het drijfelement aan zijn onderzijde taps toeloopt.
22. Samenstel volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat het drijfelement aan zijn bovenzijde tot in de uitlaatopening reikt.
23. Samenstel volgens een der conclusies 18-22, met het 30 kenmerk, dat in de vulkamer rond de uitlaatopening een ringvormige rand is aangebracht die kan samenwerken met het drijflichaam om de uitlaatopening af te sluiten.
24. Doseerinrichting van het samenstel volgens een der voorgaande conclusies. 10095491
NL1009549A 1997-08-01 1998-07-03 Samenstel voorzien van een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel. NL1009549C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009549A NL1009549C2 (nl) 1997-08-01 1998-07-03 Samenstel voorzien van een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel.
PCT/NL1998/000443 WO1999006802A1 (en) 1997-08-01 1998-07-31 Assembly comprising a flexible container having a dosing device and dosing device of such assembly
US09/463,901 US6357630B1 (en) 1997-08-01 1998-07-31 Assembly comprising a flexible container having a dosing device and dosing device of such assembly
AU87516/98A AU752297B2 (en) 1997-08-01 1998-07-31 Assembly comprising a flexible container having a dosing device and dosing device of such assembly
EP98939002A EP1000325A1 (en) 1997-08-01 1998-07-31 Assembly comprising a flexible container having a dosing device and dosing device of such assembly

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006707 1997-08-01
NL1006707 1997-08-01
NL1007030 1997-09-12
NL1007030A NL1007030C2 (nl) 1997-08-01 1997-09-12 Samenstel voorzien van een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel.
NL1009549 1998-07-03
NL1009549A NL1009549C2 (nl) 1997-08-01 1998-07-03 Samenstel voorzien van een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1009549C2 true NL1009549C2 (nl) 1999-02-02

Family

ID=27351160

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1009549A NL1009549C2 (nl) 1997-08-01 1998-07-03 Samenstel voorzien van een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US6357630B1 (nl)
EP (1) EP1000325A1 (nl)
AU (1) AU752297B2 (nl)
NL (1) NL1009549C2 (nl)
WO (1) WO1999006802A1 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2001036921A1 (de) * 1999-11-18 2001-05-25 Alpla-Werke Alwin Lehner Gmbh & Co. Kg Quetschflasche mit einer dosierkammer
JP4037792B2 (ja) * 2002-09-06 2008-01-23 住友ゴム工業株式会社 容器の逆流防止口栓および容器ならびに注出装置
EP1429120A1 (fr) 2002-12-10 2004-06-16 Distriflac Sprl Système de distribution d'un liquide permettant le dosage de plusieurs volumes
US7073678B1 (en) * 2003-08-04 2006-07-11 Helen Of Troy Limited Travel beverage container
US8047405B2 (en) * 2006-03-20 2011-11-01 Hewlett-Packard Development Company, L. P. Volumetric is fluid dispensing devices, systems, and methods
FR2938057B1 (fr) * 2008-11-05 2013-05-17 Patrick Wozna Doseur a delta de pression
US9625299B2 (en) 2013-03-15 2017-04-18 Diversey, Inc. Adjustable dosing cap
USD746137S1 (en) 2013-11-15 2015-12-29 Diversey, Inc. Dosing cap
US20180362195A1 (en) * 2017-06-16 2018-12-20 Stallion Sport Limited Method for filling container with fluid

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB183217A (en) 1921-04-15 1922-07-17 Gen Electric Improvements in and relating to methods of refining silicon steel and other metals and alloys
US1859833A (en) * 1930-08-23 1932-05-24 Manley Job Rigby Dispensing apparatus
DE1075967B (de) * 1956-05-07 1960-02-18 Walter Schaedler Elastische Dosierungs- und Transportflasche aus transparentem, elastischem Kunststoff
US3246807A (en) * 1963-05-13 1966-04-19 Leeds & Micallef Containers
US4143794A (en) * 1977-07-28 1979-03-13 Burroughs Wellcome Co. Fluid dispensing device
DE2752669A1 (de) * 1977-11-25 1979-05-31 Henkel Kgaa Dosierer fuer fluessigkeiten
DE3204118C2 (de) * 1982-02-06 1985-04-18 Wella Ag, 6100 Darmstadt Dosiervorrichtung
GB8528138D0 (en) * 1985-11-14 1985-12-18 Plaspharm Uk Ltd Dosage device
US5363991A (en) * 1986-02-07 1994-11-15 Reyman Mark E Device for the controlled measuring and dispensing of a fluid
US5259536A (en) * 1986-02-07 1993-11-09 Reyman Mark E Device for the controlled measuring and dispensing of a fluid
US4830226A (en) * 1987-10-08 1989-05-16 Kong Cheung T Liquid dispensing apparatus
NZ228137A (en) * 1988-03-30 1991-10-25 Merck & Co Inc Infinitely variable dose measuring cup for use with squeeze bottle
DE3940534A1 (de) * 1989-12-07 1991-06-13 Zeller Plastik Koehn Graebner Fluessigkeits-dosiervorrichtung
DE4305390C1 (de) * 1993-02-22 1994-01-27 Design Udo Suffa Gmbh S Flüssigkeitsbehälter mit aufgesetzter Dosierkammer
US5392966A (en) * 1994-01-18 1995-02-28 Merck & Co., Inc. Fluid dispensing device with gravity-fill continuously variable dosage selection
IT1267839B1 (it) 1994-07-22 1997-02-18 Taplast Srl Ora Taplast S P A Tappo dosatore per recipienti deformabili contenenti liquidi
US5833124A (en) * 1996-05-21 1998-11-10 Pfizer Inc. Fluid dispensing device
US5868285A (en) * 1997-05-07 1999-02-09 Boyte, Sr.; James M. Float valve structure for controlling pouring of liquid from resiliently flexible container
US6186367B1 (en) * 1999-10-19 2001-02-13 Valley Design Inc. Metered liquid squeeze dispenser

Also Published As

Publication number Publication date
WO1999006802A1 (en) 1999-02-11
AU752297B2 (en) 2002-09-12
AU8751698A (en) 1999-02-22
EP1000325A1 (en) 2000-05-17
US6357630B1 (en) 2002-03-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1334660C (en) Liquid dispensing apparatus
NL1009549C2 (nl) Samenstel voorzien van een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel.
US4828149A (en) Tiltable metering dispenser
US3233797A (en) Measuring pourer having a gravity operated valve
US20210310846A1 (en) Dosing timer and dispensers using the same
US6068165A (en) Premeasured dispensing bottle cap
JP3457673B2 (ja) 重力充填連続可変用量選択を有する流体分与装置
JP5305801B2 (ja) 液体注出容器
US6494350B2 (en) Self-measuring dispensing container
EP1000326B1 (en) Assembly comprising a flexible container having a dosing device and dosing device of such assembly
NL1007030C2 (nl) Samenstel voorzien van een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel.
CA2469337A1 (en) Container for storing and pouring liquids
US5071039A (en) Viscous liquid dispensing container
WO1991010115A1 (en) Dosing device for liquids
AU2002364287A1 (en) Container for dispensing a dual phase fluid product
NL1009141C2 (nl) Samenstel voorzien van een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel.
US4190181A (en) Dispensing device
JPH0531927B2 (nl)
US1799401A (en) Measuring dispenser
CN112368216A (zh) 容器
JP2023507604A (ja) 流動性物質を分注するための給配装置および方法
NL1003895C1 (nl) Samenstel omvattende een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel.
US6257462B1 (en) Self-measuring dispensing container
US1295508A (en) Liquid-dispensing mechanism.
JPS596740Y2 (ja) 液体容器の注出口装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2A A request for search or an international type search has been filed
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050201