NL1007745C2 - Hangtransportsysteem. - Google Patents

Description

Hancrtransport systeem.

De uitvinding heeft betrekking op een hangtrans-portsysteem voor slachterijen voor gevogelte. Een dergelijk transportsysteem omvat doorgaans een reeks transport-haken voor gevogelte, die'elk aangebracht zijn op een van 5 wielen voorziene trolley, een geleiding voor de trolleys, die daarop met hun wielen ondersteund zijn, een eindloze ketting voor verbinding van de trolleys met elkaar en aandrijfmiddelen voor het hangend aan en langs de geleiding aandrijven van de ketting en daarmee van de 10 trolleys en daarmee van de transporthaken.

In slachterijen voor gevogelte worden de vogels dan wel de karkassen daarvan langs een aantal bewerkings-stations getransporteerd, zoals een plukmachine, een aarsboor, een kropverwijderaar, een ingewanden-uithaler en 15 eventueel een aantal Snijmachines. Dit transport geschiedt middels het voornoemde hangtransportsysteem, dat daarvoor een geleiding en een ketting kan bezitten van meer dan een kilometer. Ketting en geleiding lopen door een of meerdere naast elkaar gelegen hallen en lopen daarbij in hoofdzaak 20 horizontaal. Het aandrijven van de ketting vindt plaats met behulp van een aantal op afstand van elkaar geplaatste, van een tandwiel voorziene aandrijfeenheden, die de ketting voortrekken. Voor een goede aandrijfwerking is het nodig dat de ketting ter plaatse van de aandrijfeenheid op 25 spanning staat.

1007745— 2

Voor het op spanning houden van de ketting wordt gebruik gemaakt van zogenoemde afspanners, die een over 180 graden in het horizontale vlak gebogen geleidingstra-ject omvatten dat met behulp van een schroefverbinding 5 verplaatst kan worden ten opzichte van vaste, rechte en parallelle geleidingsuiteinden, die aansluiten op de overige geleiding. Door het gebogen traject naar buiten te verplaatsen wordt de door de trolleys en de ketting af te leggen weg vergroot, zodat de spanning in de ketting 10 verhoogd wordt. Hierdoor wordt bereikt dat de trolleys niet op maar tussen de tanden van de aandrij f eenheid vallen en de ketting ten opzichte van de aandrijftanden op de juiste plaats blijft.

Een nadeel van dit systeem is dat met deze 15 af spanners extra bochten in de baan van de geleider en de ketting gebracht worden, waardoor het ruimtebeslag vergroot wordt, de te overwinnen wrijving verhoogd is en slijtage aan bewegende onderdelen hoog kan zijn. Bovendien treedt er, als gevolg van het feit dat de ketting over de 20 gehele lengte onder spanning wordt gezet, ongewenste rek op in de ketting, waardoor de aangrijping door de aandrij-vingseenheden onvolmaakt is of regelmatig naspannen nodig is, wat op den duur weer resulteert in verdere rek. De ongewenste rek in de ketting kan tot storingen in het 2 5 transport leiden en in het extreme geval tot breuk van de ketting.

De uitvinding heeft als een hoofddoel hierin verbetering in te verschaffen, en voorziet daartoe in een hangtransportsysteem van de in de eerste alinea omschreven 30 soort, waarbij de aandrijfmiddelen tenminste een, in aandrijvende aangrijping met de ketting gebrachte aandrijf eenheid omvatten, en waarbij de geleiding een traject kort bovenstrooms de aandrijfeenheid omvat, dat naar de aandrijfeenheid toe oploopt.

35 De trolleys en transporthaken die zich in het oplopende traject bevinden, alsmede het deze onderling verbindend kettinggedeelte oefenen door de zwaartekracht 10 07745-.

3 een langs het oplopende traject, weg van de aandrijfeenheid gerichte kracht uit op het kettinggedeelte dat op het punt staat aangegrepen te worden door de aandrijfeenheid. Er zijn daardoor geen afspanners nodig, en daarmee evenmin 5 de extra bochten in het verloop van de ketting, zodat op kosten en ruimte bespaard wordt. Het is daarmee ook niet meer nodig om de spanning in de ketting na te stellen, omdat de ketting steeds als vanzelf gespannen wordt, en wel slechts daar waar dat nodig is. Slijtage aan de bewe-10 gende delen wordt daardoor sterk verminderd, zodat het transportproces aan betrouwbaarheid wint.

Bij voorkeur is het oplopende traject in hoofdzaak recht, zodat alle in het oplopende traject gelegen delen in in hoofdzaak gelijke mate bijdragen aan de span-15 kracht.

Het oplopende traject loopt daarbij bij voorkeur onder een hoek van ongeveer 45 graden ten opzichte van de horizontaal.

Bij voorkeur drijft de aandrijfeenheid de ket-20 ting ter plaatse in hoofdzaak horizontaal aan en loopt de geleiding aldaar daaraan parallel, hetgeen bevorderlijk is voor de aangrijping van de ketting.

Op voordelige wijze omvat de geleiding voorts een traject kort benedenstrooms de aandrijfeenheid, dat 25 van de aandrijfeenheid af afloopt. Hierdoor werkt de zwaartekracht ook op het uit de aandrijfeenheid lopende kettingdeel, waardoor op eenvoudige wijze een precieze ingrijping van de aandrijftanden in de ketting, naast de trolleys verder bevorderd wordt.

3 0 Bij voorkeur is - om bovengenoemde reden - ook het aflopende traject in hoofdzaak recht, en loopt bij voorkeur onder een hoek van ongeveer 45 graden ten opzichte van de horizontaal.

Volgens de uitvinding is verder voorzien in een 35 hangtransportsysteem zoals boven omschreven, omvattend meerdere, op afstand van elkaar geplaatste aandrijfeenheden, die elk tussen een oplopend en een aflopend traject 10077 4 5·« 4 geplaatst zijn.

Vanuit een ander aspect verschaft de uitvinding een hangtransportsysteem voor slachterijen voor gevogelte, omvattend een reeks transporthaken voor gevogelte, een 5 geleiding voor de transporthaken, een eindloze ketting voor verbinding van de transporthaken met elkaar en aandrijfmiddelen voor het hangend aan en langs de geleiding aandrijven van de ketting en daarmee van de transporthaken, waarbij de aandrijfmiddelen tenminste een, 10 in aandrijvende aangrijping met de ketting gebrachte aandrijfeenheid omvatten, waarbij de geleiding een in hoofdzaak horizontaal hoofdtraject omvat en waarbij de aandrijfeenheid opgesteld is om de ketting aan te grijpen op een niveau boven het hoofdtraject.

15 De aandrijfeenheid is daarbij bij voorkeur opgesteld in een boven het hoofdtraject reikend open lustraject, dat met voordeel de bovenzijde en twee aangrenzende zijden van een trapeziumvorm bepaalt.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de 2 0 hand van een in de bij gevoegde tekening weergegeven voor-beelduitvoering.

In figuur 1 is een deel van een hangtransportsysteem voor slachterijen voor gevogelte weergegeven, waarin te onderscheiden zijn een geleidingsbuis 1, die met 25 behulp van niet weergegeven middelen opgehangen is aan het plafond van de slachterij, een transportketting 2 en een reeks karkasophangeenheden 7, die op regelmatige afstanden van elkaar gelegen plaatsen verbonden zijn met de transportketting 2. De ophangeenheden 7 omvatten elk een kunst-30 stof trolley 3 (zie figuur IA) , die aan het boveneind voorzien is van twee wieltjes 4 om daarmee over het opper vlak van de geleidingsbuis 1 verrijdbaar te zijn. Aan het ondereind van de trolleys 3 is een ophangstang 5 bevestigd, aan het ondereind waarvan ophanghaken 6 voor karkas-35 sen van gevogelte bevestigd zijn.

Duidelijk te zien is dat de geleidingsbuis 1 een aantal te onderscheiden trajecten omvat, te weten een i' L '~j i ' Lt 5 5 traject lb, dat bijvoorbeeld langs een bewerkingsstation voert, een traject lc, dat onder een hoek α van bij voorkeur 45 graden omhoog loopt en een lengte heeft van ongeveer 1 m, een traject ld, dat met een hoek van β bij 5 voorkeur 45 graden afloopt en een lengte heeft van ongeveer 1 m, en een tussen de trajecten lc en ld gelegen traject la, alwaar een aandrijving 10 opgesteld staat, die met aandrijfas 11 en daarop bevestigd aandrijftandwiel 12 zorgt voor aandrijving in de richting A van de transport-10 ketting 2 en daarmee van de ophangeenheden 7.

De tanden van de tandwielen 12 zijn op zodanige afstand in omtreksrichting gelegen, dat zij precies in de verticale schalmen kunnen grijpen. De trolleys 3 grijpen de transportketting 2 aan op de horizontale schalmen, en 15 kunnen daardoor, indien alles juist is afgesteld, net in de ruimte tussen twee tanden van de tandwielen 12 vallen.

Dit laatste vereiste echter tot nu toe bijzondere handelingen en inspanning, door de transportketting 2 over zijn gehele lengte op spanning te houden. Middels het 20 oplopende traject lc van de geleidebuis wordt er thans echter voor gezorgd, dat de zwaartekracht G op dat deel van het samenstel van de transportketting 2 en ophangeenheden 7 werkt, dat zich in dat oplopende traject lc bevindt . Hierdoor wordt op de transportketting 2 een kracht 25 Fs van G sin a uitgeoefend, resulterend in een spankracht op de transportketting 2 bovenstrooms het tandwiel 12 van Fh van G sin a . cos a. Een zelfde kracht werkt ook in tegengestelde richting in benedenstroomse richting (indien σ=β) , als gevolg van het gewicht van de ophangeenheden 7 3 0 die zich bevinden op het aflopende traject ld van de geleidebuis 1.

Aldus wordt er met plaatselijke ingrepen, die de transportrichting 2 in de trajecten lb ongemoeid laten, voor gezorgd dat de transportketting 2 daar waar dit nodig 35 is, ter plaatse van aandrijftandwiel 12, strak staat en op betrouwbare wijze in aangrijping kan komen met de tanden van het tandwiel 12.

100 77 4 5«,

Claims (13)

1. Hangtransportsysteem voor slachterijen voor gevogelte, omvattend een reeks transporthaken voor gevogelte, een geleiding voor de transporthaken, een eindloze ketting voor verbinding van de transporthaken met elkaar 5 en aandri j fmiddelen voor het hangend aan en langs de geleiding aandrijven van de ketting en daarmee van de transporthaken, waarbij de aandrijfmiddelen tenminste een, in aandrijvende aangrijping met de ketting gebrachte aandrijfeenheid omvat, waarbij de geleiding een traject 10 kort bovenstrooms de aandrijfeenheid omvat, dat naar de aandrijfeenheid toe oploopt.

2. Hangtransportsysteem volgens conclusie 1, waarbij het oplopende traject in hoofdzaak recht is.

3. Hangtransportsysteem volgens conclusie 2, 15 waarbij het oplopende traject onder een hoek van ongeveer 45 graden loopt ten opzichte van de horizontaal.

4. Hangtransportsysteem volgens conclusie 1, 2 of 3 waarbij de aandrijfeenheid de ketting ter plaatse in hoofdzaak horizontaal aandrijft.

5. Hangtransportsysteem volgens een der conclu sies 1-4, waarbij de geleiding een traject kort benedenstrooms de aandrijfeenheid omvat, dat van de aandrijfeenheid af afloopt.

6. Hangtransportsysteem volgens conclusie 5, 25 waarbij het aflopende traject in hoofdzaak recht is.

7. Hangtransportsysteem volgens conclusie 6, waarbij het aflopende traject onder een hoek van ongeveer 45 graden loopt ten opzichte van de horizontaal.

8. Hangtransportsysteem volgens een der 30 conclusies 5, 6 of 7, omvattend meerdere, op afstand van elkaar geplaatste aandrijfeenheden, die elk tussen een 1007745 · oplopend en een aflopend traject geplaatst zijn.

9. Hangtransportsysteem voor slachterijen voor gevogelte, omvattend een reeks transporthaken voor gevogelte, een geleiding voor de transporthaken, een eindloze 5 ketting voor verbinding van de transporthaken met elkaar en aandrijfmiddelen voor het middels transporthaken hangend aan en langs de geleiding aandrijven van de ketting en daarmee van de transporthaken, waarbij de aandrijfmiddelen tenminste een, in aandrijvende aangrijping met de 10 ketting gebrachte aandrijfeenheid omvat, waarbij de geleiding een in hoofdzaak horizontaal hoofdtraject omvat en waarbij de aandrijfeenheid opgesteld is om de ketting aan te grijpen op een niveau boven het hoofdtraject.

10. Hangtransportsysteem volgens conclusie 9, 15 waarbij de aandrijfeenheid opgesteld is in een boven het hoofdtraject reikend open lustraject.

11. Hangtransportsysteem volgens conclusie 10, waarbij het lustraject de bovenzijde en twee aangrenzende zijden van een trapeziumvorm bepalen.

12. Hangtransporteur voorzien van een of meer van de kenmerkende maatregelen zoals omschreven in de bijbehorende beschrijving en/of getoond in de bijbehorende tekeningen. -o-o-o-o-o-o-o-o-

1 Q 0 i i 4 h m