NL1001364C2

NL1001364C2 - Outsole for footwear.

Info

Publication number: NL1001364C2
Application number: NL1001364A
Authority: NL
Inventors: Johannes Hendricus Maas
Original assignee: Bata Nederland Bv
Priority date: 1995-10-06
Filing date: 1995-10-06
Publication date: 1997-04-08
Also published as: EP0766932A1

Description

Buitenzooi voor schoeisel.Outer sole for footwear.

De onderhavige aanvrage heeft betrekking op een buitenzooi voor schoeisel.The present application relates to an outer footwear.

Schoenen, en in het bijzonder sportschoenen en veiligheidsschoenen hebben naast het beschermen van de 5 voeten van de drager tot doel de krachten bij het inslaan van de voeten van de drager op de ondergrond zo goed mogelijk te dempen en bovendien een zo stevig mogelijke houvast ("grip") van de voeten van de drager op de grond of bijvoorbeeld op een trap of ladder te bieden.In addition to protecting the 5 feet of the wearer, shoes, and in particular sports shoes and safety shoes, serve to damp the impact of the wearer's feet on the ground as well as possible and also to provide the strongest possible grip (" grip ") of the wearer's feet on the ground or, for example, on a staircase or ladder.

10 Deze laatste twee doelen blijken in de praktijk moeilijk te bereiken. Vooral wanneer hogere eisen aan schokdemping en grip gesteld worden, zoals bijvoorbeeld bij sportschoenen en veiligheidsschoenen, zijn deze eisen moeilijk verenigbaar.10 The last two goals appear to be difficult to achieve in practice. These requirements are difficult to reconcile, especially when higher demands are made on cushioning and grip, such as for instance sports shoes and safety shoes.

15 De uitvinding beoogt deze nadelen op te heffen.The object of the invention is to eliminate these drawbacks.

Hiertoe is de uitgevonden buitenzooi op één of meer plaatsen voorzien van schokdemping en grip verbeterende organen. De zool volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld een dempingsholte hebben die onder het voorvoetge- 20 deelte, en bij voorkeur onder het balpartijgedeelte, van de zool is gevormd, of voorzien zijn van een op de over-gang van het voetholtegedeelte van de zool naar het balparti jgedeelte van de zool aan de onderzijde van de zool gevormd orgaan voor het vergroten van de grip van de zool.For this purpose, the invented outer sole is provided in one or more places with shock absorption and grip-improving organs. The sole according to the invention may, for example, have a cushioning cavity which is formed under the forefoot section, and preferably under the part of the ball, of the sole, or be provided with a transition from the arch of the foot from the sole to the ball part. The part of the sole on the underside of the sole is a shaped element for increasing the grip of the sole.

25 De uitgevonden buitenzooi biedt een verbeterde 1001364 2 schokdemping van het voorvoetgedeelte, terwijl bovendien een goede grip van de zool op de ondergrond kan worden verschaft.The invented outsole provides improved cushioning of the forefoot area while providing good traction of the sole to the ground.

Bij voorkeur wordt de bodem van de voorholte 5 gevormd door de onderzijde van de zool en wordt de voorholte in laterale richting begrensd door tenminste één aan de zool gevormde, uitstekende wand, die rond de voorholte loopt. De uitstekende wand draagt dan bij aan de grip van de zool op de ondergrond. Verder kan de wand onderbroken 10 zijn door tenminste één opening. Door deze opening kunnen vloeistoffen zoals water en olie en vastere substanties zoals modder en vuil worden weggedrukt, waardoor een "aquaplaning"-effect voorkomen wordt en optimale grip en stabiliteit ontstaan.Preferably, the bottom of the forehead 5 is formed by the underside of the sole and the forehead is bounded in lateral direction by at least one protruding wall formed on the sole, which runs around the forehead. The protruding wall then contributes to the grip of the sole on the surface. Furthermore, the wall can be interrupted by at least one opening. This opening allows liquids such as water and oil and more solid substances such as mud and dirt to be pushed away, preventing an "aquaplaning" effect and providing optimum grip and stability.

15 De zool omvat bij voorkeur een uitstekende verhoging op de bodem van de voorholte, waarvan de hoogte nagenoeg gelijk is aan die van de wand, zodat de voorholte de vorm heeft van een binnen de wand rond de verhoging verlopende gang. De verhoging draagt bij aan het in con-2 0 tact met de ondergrond komende draagvlak van de zool, waardoor het directe contact met de ondergrond steviger wordt.The sole preferably comprises a protruding elevation on the bottom of the forehead, the height of which is substantially equal to that of the wall, so that the forehead has the form of a corridor running within the wall around the elevation. The elevation contributes to the contact surface of the sole, which comes into contact with the ground, making the direct contact with the ground more firm.

De voorholte is bij voorkeur langgerekt in een richting dwars over het voorvoetgedeelte, en daarbij zijn 25 de wand en de verhoging bij voorkeur in hoofdzaak gevormd als dwarsribben. Deze dwarsribben dragen verder bij aan de grip van de zool op de ondergrond, in de lengterichting van de zool.The front cavity is preferably elongated in a direction transverse across the forefoot portion, the wall and elevation preferably being substantially formed as transverse ribs. These transverse ribs further contribute to the grip of the sole on the surface, in the longitudinal direction of the sole.

Bij de buitenzooi met daaraan aangebracht grip-30 orgaan, omvat dit griporgaan bij voorkeur tenminste één aan de zool gevormde, uitstekende wand, die om een binnenruimte loopt. De rondlopende wand draagt bij aan de stabiliteit in laterale richtingen.In the outer sole with grip member arranged thereon, this grip member preferably comprises at least one protruding wall formed on the sole, which runs around an inner space. The circumferential wall contributes to stability in lateral directions.

De wand is bij voorkeur onderbroken door tenmin-35 ste één opening. Door deze opening kunnen vloeistoffen en vastere substanties ontwijken zodat aquaplaning voorkomen wordt.The wall is preferably interrupted by at least one opening. Liquids and more solid substances can escape through this opening so that aquaplaning is prevented.

1001364 31001364 3

De wandopening bevindt zich bij voorkeur aan de in de looprichting voorste zijde van het griporgaan, en een wandgedeelte aan de in de looprichting achterste zijde van het griporgaan is bij voorkeur in hoofdzaak gevormd 5 als een in dwarsrichting over de zool lopende dwarsribbe. Deze dwarsribbe geeft een extra grip in het zoolprofiel ter voorkoming van het terugglijden op ladders en trappen.The wall opening is preferably located on the front side of the grip member in the running direction, and a wall portion on the rear side of the grip member in the running direction is preferably formed substantially as a transverse rib extending across the sole. This transverse rib provides extra grip in the sole profile to prevent slipping on ladders and stairs.

Verder kan de uitgevonden zool voorzien zijn van een dempingsholte die onder het hakgedeelte van de zool is 10 gevormd, welke hakdempingsholte in de richting daarin schuin naar elkaar toelopende zijwanden heeft die in aanwezigheid van een neerwaartse belastingskracht in horizontale richting vervormen voor het opnemen van in-slagkrachten, en van nagenoeg verticale sleuven met nage-15 noeg verticale wanden, die in de zijwanden aanwezig zijn met hun lengterichting in de omtreksrichting van de hakdempingsholte .Furthermore, the invented sole can be provided with a damping cavity formed under the heel portion of the sole, which heel damping cavity in the direction obliquely converging therein which deforms horizontally in the presence of a downward loading force to absorb int impact forces, and of substantially vertical slots with substantially vertical walls, which are present in the side walls with their longitudinal direction in the circumferential direction of the heel cushioning cavity.

In deze zool volgens de uitvinding kunnen de zijwanden van de hakdempingsholte zich onder belasting van 20 de hakholte gemakkelijker vervormen. Door deze grotere horizontale vervormbaarheid en verminderde stugheid van de zijwanden worden de inslagkrachten van de hakdempingsholte van een met de zool uitgeruste schoen op de grond geleide-lijker opgevangen zodat de been- en voetgewrichten van de 25 drager minder belast worden. Verder wordt een groter deel van de in de hakholte opgeslagen vervormingsenergie teruggegeven aan de loopbeweging van de drager tijdens het afwikkelen van de voet.In this sole according to the invention, the side walls of the heel damping cavity can deform more easily under load of the heel cavity. Due to this greater horizontal deformability and reduced stiffness of the side walls, the impact forces of the heel cushioning cavity of a shoe equipped with the sole are more gradually absorbed on the ground, so that the leg and foot joints of the wearer are less stressed. Furthermore, a larger part of the deformation energy stored in the heel cavity is returned to the walking movement of the wearer during the unwinding of the foot.

In de hakdempingsholte hebben de sleuven bij 30 voorkeur nagenoeg gelijke lengten en zijn de sleuven regelmatig verdeeld over de omtrek van de hakdempingsholte met nagenoeg gelijke tussenruimten. Dit levert een gelijkmatige vervorming van de zijwanden over de omtrek van de hakholte op.In the heel cushioning cavity, the slots preferably have substantially equal lengths and the slots are regularly distributed around the circumference of the heel cushioning cavity at approximately equal spacing. This produces an even deformation of the side walls over the circumference of the heel cavity.

35 Het heeft verder de voorkeur, dat de hakdem pingsholte een nagenoeg vlakke horizontale bodem heeft, en dat de sleuven nagenoeg vlakke horizontale bodems hebben 10 0 1 3 6 4 4 die ongeveer op dezelfde diepte in de zool liggen als de bodem van de hakdempingsholte. Hierdoor wordt de zijwand-vervorming op gunstige wijze gespreid over de hoogte van de zij wanden.It is further preferred that the heel cushioning cavity has a substantially flat horizontal bottom, and that the slots have substantially flat horizontal bottoms which are approximately the same depth in the sole as the bottom of the heel cushioning cavity. As a result, the sidewall deformation is spread favorably over the height of the side walls.

5 Verder kan de zool gleuven omvatten in de onder kant van de hak, die aan de achterzijde in omtreksrichting om de hakdempingsholte lopen. Deze gleuven voorkomen dat een met de zool uitgeruste schoen bij het neerzetten van de hak op een gladde ondergrond wegslipt.Furthermore, the sole may comprise slots in the bottom of the heel, which run circumferentially around the heel cushioning cavity. These slots prevent a shoe equipped with the sole from slipping when the heel is placed on a smooth surface.

10 Volgens de uitvinding kan verder een buitenzooi voor schoeisel, voorzien van een voorvoetgedeelte, een hakgedeelte en een daartussen gelegen hol gelenggedeelte dat bij plaatsing van de zool op een horizontale ondergrond een brug vormt en niet in contact komt met de onderis grond, worden verbeterd, door ribbels die in hoofdzaak dwars op de lengterichting van de zool onder de brug zijn gevormd en zich in een ruststand schuin vanaf de brug uitstrekken en veerkrachtig uit de ruststand verbuigbaar zijn tot in een dichter bij de brug gelegen stand.According to the invention, an outer footwear, provided with a forefoot section, a heel section and an intermediate hollow section which forms a bridge when the sole is placed on a horizontal surface and does not come into contact with the ground, can be improved, by ridges formed substantially transversely of the longitudinal direction of the sole under the bridge and extending obliquely from the bridge in a rest position and bend resiliently from the rest position to a position closer to the bridge.

20 Deze brugribbels verbeteren op zichzelf al de grip van de zool op ladders en trappen, en geven verder aan de holle brug in zij-aanzicht het uiterlijk van een verlaagd middenzoolgedeelte, zodat de zool van opzij het uiterlijk van een doorlopende sleezool heeft, terwijl de 25 zool toch door zijn holle brug een verbeterde grip biedt. Wanneer de brugribbels, bijvoorbeeld op een ladder of bij het afdalen van een trap belast worden, worden ze naar de brug toe verbogen, waardoor een hoger hakfront ontstaat. Dit hakfront voorkomt dan het wegglijden.20 These bridge ridges in themselves already improve the grip of the sole on ladders and stairs, and give the hollow bridge in side view the appearance of a lowered midsole section, so that the sole has the appearance of a continuous sled sole from the side, while the 25 sole offers an improved grip thanks to its hollow bridge. When the bridge ridges, for example on a ladder or when descending a staircase, are loaded, they are bent towards the bridge, creating a higher chopping front. This chopping front then prevents slipping.

30 Een dergelijke zool kan verder voorzien zijn van langs de zijranden van de zool onder de brug gevormde wallen waarop de ribbels achter elkaar en nagenoeg evenwijdig aan elkaar gevormd zijn. Hierdoor lijkt de zool van opzij nog meer op een sleezool, terwijl de holle brugfunc-35 tie gehandhaafd wordt.Such a sole can furthermore be provided with walls formed along the side edges of the sole under the bridge, on which the ridges are formed one behind the other and almost parallel to each other. This makes the sole look more like a sled sole from the side, while the hollow bridge function is maintained.

Bij voorkeur liggen de walgedeelten tussen het hakgedeelte en de daaraan naburige ribbels dieper in de 1001364 5 zool dan de verdere walgedeelten. De aan het hakfront naburige ribbels kunnen dan onder belasting verder weggebogen worden, zodat dan een nog hoger hakfront ontstaat.Preferably, the embankment portions between the chop portion and the adjacent ridges lie deeper in the sole 1001364 than the further embankment portions. The ridges adjacent to the chopping front can then be bent further away under load, so that an even higher chopping front is created.

De uitvinding zal hieronder nader worden toege-5 licht onder verwijzing naar een uitvoeringsvoorbeeld, dat geïllustreerd is in de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een onderaanzicht is van een uitvoeringsvoorbeeld van een buitenzooi volgens de uitvinding; figuur 2 een doorsnede-aanzicht is van een 10 schoen met de buitenzooi van figuur 1, langs de streep-stippellijn II-II; figuur 3 een doorsnede-aanzicht is van een schoen met de buitenzooi van figuur 1, langs de streep-stippellijn III-III; 15 figuur 4 een doorsnede-aanzicht is van een schoen met de buitenzooi van figuur 1, langs de streep-stippellijn IV-IV; en figuur 5 een zij-aanzicht is van de buitenzooi van figuur 1, in de richting van de pijlen V-V.The invention will be further elucidated hereinafter with reference to an exemplary embodiment, which is illustrated in the accompanying drawings, in which: figure 1 is a bottom view of an exemplary embodiment of an outer cover according to the invention; Figure 2 is a cross-sectional view of a shoe with the outer sole of Figure 1, along the dashed-dotted line II-II; Figure 3 is a cross-sectional view of a shoe with the outer sole of Figure 1, along the dashed-dotted line III-III; Figure 4 is a cross-sectional view of a shoe with the outer sole of Figure 1, along the dashed-dotted line IV-IV; and Figure 5 is a side view of the outer sock of Figure 1, in the direction of arrows V-V.

20 In figuur 1 is een onderaanzicht van een uitvoe ringsvorm van een buitenzooi 1 volgens de uitvinding weergegeven. Onder de balpartij van de voorvoet bevindt zich een dempingsholte 2. De bodem van de voorvoetdem-pingsholte 2 wordt gevormd door de onderzijde van de zool. 25 In laterale richting wordt de voorholte 2 begrensd door een aan de zool gevormde wand 3 die rond de voorholte loopt, onder vrijlating van een opening 4. Binnen in de holte 2 bevindt zich, op afstand van de wand 3 een verhoging 5 die als één geheel met de zool 1, daaraan is ge-30 vormd. De hoogte van de verhoging 5 is nagenoeg gelijk aan de hoogte van de wand 3. De voorholte 2 heeft hierdoor de vorm van een binnen de wand rond de verhoging lopende gang. In de figuren 2 en 4 zijn de wand 3 en de verhoging 5 in doorsnede-aanzichten weergegeven.Figure 1 shows a bottom view of an embodiment of an outer garment 1 according to the invention. Under the ball of the forefoot is a cushioning cavity 2. The bottom of the forefoot cushioning cavity 2 is formed by the underside of the sole. In the lateral direction, the front cavity 2 is bounded by a wall 3 formed on the sole that runs around the front cavity, leaving an opening 4. Inside the cavity 2, at a distance from the wall 3, there is an elevation 5 which acts as one entirely with the sole 1, formed thereon. The height of the elevation 5 is almost equal to the height of the wall 3. The front cavity 2 hereby has the form of a corridor running within the wall around the elevation. Figures 2 and 4 show wall 3 and elevation 5 in cross-sectional views.

35 Op het moment dat de voorvoet, en in het bijzon der het balpartijgedeelte van de voorvoet van een schoen met een buitenzooi 1 volgens de uitvinding de bodem raakt, too 1364 6 wordt het draagvlak van het voorvoetgedeelte onder grote druk gezet door het lichaamsgewicht van de drager van de schoen. De voorvoetdempingsholte 2 zorgt door zijn vormgeving voor een optimale grip en schokabsorptie. De werking 5 van de voorvoetdempingsholte 2 kan door een gunstig af gestemd ontwerp gecombineerd worden met de demping van een flexibele tussenzooi 7 (zie de figuren 2, 3 en 4) van de schoen voor een optimalisatie van het schokabsorberend vermogen. De flexibele tussenzooi 7 draagt tijdens de 10 loopbeweging bij aan de elasticiteit van de voorvoetdempingsholte 2, de wand 3 en de verhoging 5, zodat het voorvoetgedeelte en de voorvoetdempingsholte 2 van de buitenzooi 1 de neiging hebben terug te keren in hun onbelaste vorm. De voorvoetdempingsholte 2 volgens de uitvinding 15 dempt dus de schok van het neerkomen van de voorvoet. De krachten op de gewrichten in de voorvoet van de drager worden daardoor verminderd.The moment the forefoot, and in particular the ball part of the forefoot of a shoe with an outer sole 1 according to the invention touches the bottom, too 1364 6 the support surface of the forefoot part is put under great pressure by the body weight of the wearer of the shoe. The forefoot cushioning cavity 2 ensures optimal grip and shock absorption due to its design. The action 5 of the forefoot cushioning cavity 2 can be combined by a favorable tuned design with the cushioning of a flexible insert 7 (see figures 2, 3 and 4) of the shoe for an optimization of the shock absorbing capacity. During the walking movement, the flexible intermediate pad 7 contributes to the elasticity of the forefoot cushioning cavity 2, the wall 3 and the elevation 5, so that the forefoot section and the forefoot cushioning cavity 2 of the outer pad 1 tend to return to their unloaded form. The forefoot cushioning cavity 2 according to the invention thus damps the shock of the forefoot coming down. This reduces the forces on the joints in the wearer's forefoot.

De voorvoetdempingsholte 2 is langgerekt in een richting dwars over het voorvoetgedeelte, en de wand 3 en 20 de verhoging 5 daarvan zijn tot op zekere hoogte gevormd als dwarsribben. Verder is de buitenzooi onder het voorvoetgedeelte daarvan nog voorzien van grijpribben 6, die de grip van de schoen op de ondergrond verbeteren. De wand 3 en de verhoging 5 dragen door hun vormgeving als dwars-25 ribben verder bij aan de verbetering van de grip op de ondergrond. De voorvoetdempingsholte 2 geeft door zijn vorm een vergroot draagvlak, waardoor de stabiliteit van de schoen verbeterd wordt en de kans op omzwikken verkleind wordt. Door de aanwezigheid van de verhoging 5 30 wordt het oppervlak van direct contact met de ondergrond groter, en ontstaat een steviger greep op de grond. Door de opening 4 kunnen olie, water en vuil worden weggedrukt. Hierdoor wordt uitglijden door aquaplaning voorkomen en ontstaat een optimale grip en stabiliteit.The forefoot cushioning cavity 2 is elongated in a direction transverse across the forefoot section, and the wall 3 and the elevation 5 thereof are formed to some extent as transverse ribs. Furthermore, the outer sole under the forefoot part thereof is also provided with gripping ribs 6, which improve the grip of the shoe on the ground. Due to their design as transverse ribs, the wall 3 and the elevation 5 further contribute to the improvement of the grip on the ground. The forefoot cushioning cavity 2 gives an increased support surface due to its shape, whereby the stability of the shoe is improved and the chance of turning over is reduced. The presence of the elevation increases the surface area of direct contact with the substrate, resulting in a firmer grip on the ground. Oil, water and dirt can be pushed away through the opening 4. This prevents slipping through aquaplaning and provides optimum grip and stability.

3 5 Op de overgang van het voetholtegedeelte van de zool 1 naar het balpartijgedeelte van de zool 1 is aan de onderzijde van de zool 1 een orgaan 8 aangevormd voor het 10 o 1 3 ?· i 7 vergroten van de grip van de zool 1. Het griporgaan 8 wordt gevormd door een aan de zool gevormde uitstekende wand 9. Deze wand 9 loopt om een binnenruimte 10 heen. De wand 9 is onderbroken door een opening 11 die zich aan de 5 in de looprichting voorste zijde van het griporgaan 8 bevindt. Een wandgedeelte 12 aan de in de looprichting achterste zijde van het griporgaan is gevormd als een in dwarsrichting over de zool 1 lopende dwarsribbe. Het griporgaan 9, en in het bijzonder het als dwarsribbe 10 gevormde wandgedeelte 12 daarvan, biedt een extra houvast van de buitenzooi op ladders en trappen, ter voorkoming van terugglijden daarop. Door de opening 11 kan olie, water en vuil worden weggedrukt, zodat uitglijden door aquaplaning voorkomen wordt. Aldus draagt het griporgaan 8 15 zowel op een vlakke ondergrond als op ladders en trappen bij aan de stabiliteit en houvast van de buitenzooi 1.3 5 On the transition from the base of the sole of the sole 1 to the ball part of the sole 1, an element 8 has been formed on the underside of the sole 1 for increasing the grip of the sole 1. The grip member 8 is formed by a protruding wall 9 formed on the sole. This wall 9 extends around an inner space 10. The wall 9 is interrupted by an opening 11 which is located on the 5 front side of the grip member 8 in the running direction. A wall portion 12 on the rear side of the gripping member in the running direction is formed as a transverse rib running transversely over the sole 1. The grip member 9, and in particular its wall portion 12 formed as a transverse rib 10, provides an additional hold of the outer sole on ladders and stairs, to prevent slipping back thereon. Oil, water and dirt can be pushed away through the opening 11, so that slipping by aquaplaning is prevented. Thus, the grip member 8 15 contributes to the stability and hold of the outer sole 1 both on a flat surface and on ladders and steps.

In de figuren 1 en 2 is verder in de hak van de buitenzooi l een dempingsholte 13 getoond. Deze hakdem-pingsholte 13 heeft een vlakke bodem 14 en schuine zijwan-20 den 15. In de wanden zijn verticale sleuven 16 aangebracht die zo diep zijn, dat hun bodems (met onderbroken lijnen aangegeven in figuur 2) op ongeveer dezelfde diepte in de zool 1 liggen als de bodem 14 van de hakholte 13. De sleuven 16 hebben nagenoeg gelijke lengten en zijn met 25 ongeveer gelijke tussenruimten regelmatig verdeeld over de omtrek van de hakdempingsholte 13.Figures 1 and 2 further show a damping cavity 13 in the heel of the outer sole 1. This heel cushioning cavity 13 has a flat bottom 14 and sloping sidewalls 15. Vertical slots 16 are provided in the walls so deep that their bottoms (shown in broken lines in Figure 2) are approximately the same depth in the sole 1 lie as the bottom 14 of the heel cavity 13. The slots 16 are of substantially equal lengths and are approximately equally spaced over the circumference of the heel cushioning cavity 13.

Wanneer de hakdempingsholte 13 bij het lopen op de grond gezet wordt en met een verticale kracht belast wordt, dan worden de zijwanden 15 in horizontale richting 30 vervormd.When the heel cushioning cavity 13 is placed on the ground when walking and is loaded with a vertical force, the side walls 15 are deformed in horizontal direction.

Op het moment dat de hakdempingsholte 13 van een schoen met een buitenzooi 1 volgens de uitvinding de bodem raakt, wordt de hakdempingsholte 13 onder zeer grote druk gezet door het neerkomende lichaamsgewicht van de drager 3 5 van de schoen. De hakdempingsholte 13 zorgt door zijn vormgeving voor een optimale schokabsorptie, zodat de belasting van het enkelgewricht en het kniegewricht van de 1001364 8 drager verminderd wordt. De werking van de hakdempingshol-te 13 kan door een gunstig afgestemd ontwerp gecombineerd worden met de demping van de flexibele tussenzooi 7 (zie de figuren 2, 3 en 4) van de schoen voor een optimalisatie 5 van het schokabsorberend vermogen. De flexibele tussenzooi 7 draagt tijdens de loopbeweging bij aan de elasticiteit van de hakdempingsholte 13, zodat het hakgedeelte en de hakdempingsholte 13 van de buitenzooi 1 de neiging hebben terug te keren in hun onbelaste vorm. Hierdoor zorgt het 10 hakgedeelte en in het bijzonder de hakdempingsholte 13 van de zool 1 ervoor dat de daarin door samendrukking afgegeven energie tijdens het lopen van de drager tenminste gedeeltelijk weer wordt teruggebracht in de voet van de drager tijdens de afwikkelingsbeweging van de voet bij het 15 lopen. De hakdempingsholte 13 volgens de uitvinding vermindert dus de overmatige kracht van het neerkomen van de hak, en levert de daardoor afgegeven energie weer grotendeels terug aan de drager. De krachten op de gewrichten in de voet en benen van de drager worden aanzienlijk vermin-20 derd, waardoor het risico van beschadiging van de gewrichten van de drager, bijvoorbeeld doordat botgedeelten overmatige krachten op elkaar uitoefenen of over elkaar schuren, wordt verminderd en het risico van artrose kleiner wordt.The moment the heel cushioning cavity 13 of a shoe with an outer sole 1 according to the invention touches the bottom, the heel cushioning cavity 13 is put under very great pressure by the decreasing body weight of the wearer 3 of the shoe. The heel cushioning cavity 13, due to its design, ensures optimal shock absorption, so that the load on the ankle joint and the knee joint of the 1001364 8 carrier is reduced. The action of the heel cushioning hole 13 can be combined by a favorably coordinated design with the cushioning of the flexible insert 7 (see figures 2, 3 and 4) of the shoe for an optimization of the shock absorbing capacity. During the walking movement, the flexible intermediate pad 7 contributes to the elasticity of the heel cushioning cavity 13, so that the heel section and the heel cushioning cavity 13 of the outer cushion 1 tend to return to their unloaded form. As a result, the heel part and in particular the heel cushioning cavity 13 of the sole 1 ensures that the energy released therein by compression during walking of the wearer is at least partly returned to the foot of the wearer during the unwinding movement of the foot during the walk. The heel cushioning cavity 13 according to the invention thus reduces the excessive force of the heel coming down and largely returns the energy released thereby to the wearer. The forces on the joints in the foot and legs of the wearer are significantly reduced, thereby reducing the risk of damage to the joints of the wearer, for example due to bone parts applying excessive force or rubbing against each other and the risk of osteoarthritis is getting smaller.

25 Door de sleuven 16 is de stugheid van de zijwan den 15 verminderd, en wordt de inslagkracht van de hak op de grond beter gedempt.The grooves of the side walls 15 are reduced by the slots 16, and the impact force of the heel on the ground is better damped.

De hak van de buitenzooi 1 is verder achter de hakdempingsholte 13 voorzien van rondlopende gleuven 17 30 (zie figuur 1) . De gleuven 17 voorkomen dat de buitenzooi 1 bij het eerste neerzetten van de achterkant van de hak op een gladde ondergrond tijdens de loopbeweging wegslipt.The heel of the outer sole 1 is further provided with circumferential slots 17 30 behind the heel cushioning cavity 13 (see figure 1). The slots 17 prevent the outer sole 1 from slipping during the walking movement when the back of the heel is first deposited on a smooth surface.

Verder is de hak van de zool 1 aan zijn achterzijde voorzien van een afvoerkanaal 18 dat in de hakdem-35 pingsholte 13 uitmondt. Door dit kanaal kunnen vloeistoffen (bijvoorbeeld water of olie) en vastere substanties (bijvoorbeeld vet, modder of vuil) uit de tijdens het i 0 0 ·; 3 6 4 9 lopen samengedrukte hakdempingsholte 13 ontwijken, waardoor uitglijden door een "aquaplaning"-effect wordt voorkomen .The heel of the sole 1 is further provided at its rear with a discharge channel 18 which opens into the heel damping cavity 13. Through this channel, liquids (eg water or oil) and solid substances (eg fat, mud or dirt) can escape from the water during the i 0 0 ·; 3 6 4 9 avoid compressed heel cushioning cavity 13, preventing slipping due to an "aquaplaning" effect.

Zoals in figuur 2 duidelijk te zien is, heeft de 5 schoen met de buitenzooi 1 tussen het voorvoetgedeelte en het hakgedeelte een hol gelenggedeelte dat bij plaatsing van de zool op een horizontale ondergrond een brug vormt op afstand van de ondergrond. Langs de zijranden van de zool 1 zijn onder de brug wallen 19 gevormd (zie figuren 10 1, 2 en 5). Aan de wallen 19 zijn onder de brug ribbels 20 achter elkaar, en ongeveer evenwijdig aan elkaar gevormd. De ribbels 2 0 zijn in een richting die in hoofdzaak dwars op de lengterichting van de zool 1 staat gevormd, en strekken zich in een ruststand schuin naar achteren uit 15 vanaf de brug met de wallen 19. De ribbels 20 zijn uit hun ruststand veerkrachtig verbuigbaar tot in een dichter bij de brug gelegen stand.As can be clearly seen in figure 2, the shoe with the outer sole 1 between the forefoot section and the heel section has a hollow lengthening section which forms a bridge at a distance from the ground when the sole is placed on a horizontal surface. Walls 19 have been formed under the bridge along the side edges of the sole 1 (see Figures 10 1, 2 and 5). On the ramparts 19 under the bridge, ridges 20 are formed one behind the other and approximately parallel to each other. The ridges 20 are formed in a direction substantially transverse to the longitudinal direction of the sole 1, and in a rest position extend obliquely rearwardly 15 from the bridge with the ramparts 19. The ridges 20 are resiliently bendable from their rest position to a position closer to the bridge.

Wanneer de schoenzool 1 met de brug op een ladder of bijvoorbeeld op de rand van een traptrede ge- 20 plaatst wordt en met het gewicht van de drager van de schoen belast wordt, dan worden de ribbels 20 veerkrachtig naar de wallen 19 en de brug toe verbogen, zodat effectief een hoger hakfront 21 ontstaat dat het in voorwaartse richting van de betreffende laddersport of traptrede 25 afglijden van de zool 1 stuit.When the shoe sole 1 is placed with the bridge on a ladder or, for example, on the edge of a stair tread 20 and is loaded with the weight of the wearer of the shoe, the ridges 20 become resilient towards the walls 19 and the bridge bent, so that a higher heel front 21 is effectively created so that the sole 1 stops sliding in the forward direction of the respective ladder rung or stair tread 25.

Hiertoe zijn de tussen het hakfront 21 en de daaraan naburige ribbels 22 gelegen walgedeelten 23 lager in de richting naar de zool 1 toe dan de verdere walgedeelten (zie de figuren 5 en 2) . De naburige ribbels 22 30 worden onder belasting weggebogen tot in de verdiepte walgedeelten 23 en tegen deze verdiepte walgedeelten 23 aan. Dit levert een verdere plaatselijke verhoging van het hakfront 21 op voor het stuiten van het afglijden van laddersporten en traptreden.For this purpose, the shore sections 23 located between the chopping front 21 and the adjacent ridges 22 are lower in the direction towards the sole 1 than the further shore sections (see Figures 5 and 2). The adjacent ridges 22 are bent under load into the recessed shore sections 23 and against these recessed shore sections 23. This provides a further local elevation of the chopping front 21 to stop ladder rungs and stair treads from slipping.

35 De wallen 19 en de ribbels 20 geven de zool 1 in zij-aanzicht het uiterlijk van een doorlopende sleezool (zie figuren 5 en 2) , zodat een daarmee ontworpen veilig- fOO 1364 10 heidsschoen het karakter kan krijgen van een sportschoen, terwijl toch de voordelen van een holle brug met een verbeterde grip behouden worden.The bags 19 and the ribs 20 give the sole 1 the side view of a continuous sled sole (see figures 5 and 2), so that a safety shoe designed therewith can have the character of a sports shoe, while at the same time the advantages of a hollow bridge with improved grip are retained.

Het griporgaan 8, de voorvoetdempingsholte 2, de 5 hakdempingsholte 13 met de anti-slip-gleuven 17, en de veerkrachtig verbuigbare ribbels 20 leveren een aanzienlijke verbetering van comfort, schokdemping, grip en stabiliteit van een met de buitenzooi 2 uitgeruste schoen op, en dragen daarnaast bij aan de gezondheid van de 10 drager van dergelijke schoenen.The grip member 8, the forefoot cushioning cavity 2, the heel cushioning cavity 13 with the anti-slip slots 17, and the resiliently bendable ridges 20 provide a significant improvement in comfort, cushioning, grip and stability of a shoe equipped with the outer sole 2, and also contribute to the health of the wearer of such shoes.

10 0 130 '·10 0 130 '

Claims

Footwear outer sole, characterized by a cushioning cavity (2) formed under the forefoot portion of the sole (1).

Sole according to claim 1, characterized in that the front cavity (2) is formed below the ball part of the sole (1).

Sole according to claim 1 or 2, characterized in that the bottom of the front cavity (2) is formed by the underside of the sole (1) and the front cavity (2) is bounded laterally by at least one on the sole (1) formed, protruding wall (3), which runs around the front cavity (2).

Sole according to claim 3, characterized in that the wall {3) is interrupted by at least one opening 15 (4).

Sole according to claim 3 or 4, characterized in that the sole (1) has a protruding elevation (5) on the bottom of the front cavity (2), the height of which is almost equal to that of the wall (3) so that the front cavity 20 (2) is in the form of a corridor running within the wall (3) around the elevation (5).

Sole according to claim 5, characterized in that the front cavity (2) is elongated in a direction transverse across the forefoot section, and in that the wall (3) and the elevation (5) are essentially formed as transverse ribs.

Outer sole for footwear, characterized by a member (8) formed on the transition from the base of the sole of the sole (1) to the ball part of the sole (1) at the bottom of the sole (1) to enlarge the grip of the sole (1).

Sole according to claim 7, characterized in that the grip member (8) comprises at least one protruding wall (9) formed on the sole, which runs around an inner space (10).

Sole according to claim 8, characterized in that the wall (9) is interrupted by at least one opening (11).

Sole according to claim 9, characterized in that the wall opening (11) is located on the front side of the grip member (8) in the running direction.

Sole according to claim 8, 9 or 10, characterized in that a wall section (12) on the rear side of the gripping member (8) in the running direction, is substantially formed as a transverse rib running transversely over the sole (1) .

Footwear outer sole, characterized by a cushioning cavity (13) formed below the heel portion of the sole (1), which has a heel cushioning cavity (13) in the direction of oblique side walls (15) therein which, in the presence of a downward deform stress load horizontally to absorb impact forces, and through substantially vertical slots (16) with substantially vertical walls, which are present in the side walls with their longitudinal direction in the circumferential direction of the heel cushioning cavity (13).

Sole according to claim 12, characterized in that the slots (16) have substantially equal lengths and are regularly distributed over the circumference of the heel cushioning cavity (13) at substantially equal spacings. 3 0

Sole according to claim 12 or 13, characterized in that the heel cushioning cavity (13) has a substantially flat horizontal bottom (14), and the slots (16) have substantially flat horizontal bottoms which are approximately the same depth in the sole ( 1) lie as the bottom of the 35 heel cushioning cavity (13).

Sole according to claim 12, 13 or 14, characterized by grooves (17) in the bottom of the heel, which run 100130½ circumferentially around the heel cushioning cavity (13).

16. Outer sole for footwear, provided with a forefoot section, a heel section, and a hollow elongated section located between them which, when the sole is placed on a horizontal surface, forms a bridge and does not come into contact with the surface, characterized by ridges (2 0) which are formed substantially transversely of the longitudinal direction of the sole (1) under the bridge 10 and extend obliquely from the bridge in a rest position and are resiliently bendable from the rest position into a position closer to the bridge.

Sole according to claim 16, characterized by walls (19) formed along the side edges of the sole (1) under the bridge, on which the ridges (20) are formed one behind the other and substantially parallel to each other.

Sole according to claim 17, characterized in that the shore sections between the heel section and the adjacent ridges (22) lie deeper in the sole (1) than the further shore sections.

Sole according to two or more of the preceding claims.

A shoe with an outer sole according to any one of the preceding claims. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1001364