BE522213A

BE522213A -

Info

Publication number: BE522213A
Authority: BE

Description

WERKWIJZE VOOR HET VERTRAGEN VAN DE ONTSTEKING BIJ PROJECTIELSCHOKBUIZEN NA DE AANSLAG ALSMEDE INRICHTING VOOR HET TOEPASSEN VAN DE WERKWIJZE.

Bij projectielschokbuizen met grote gevoeligheid is het dikwijls nodig om de explosie van de springlading na de aanslag zodanig te vertragen, dat het projectiel tijd heeft qm de doelweerstand te overwinnen en een korte afstand af te leggen. Dit is in het bijzonder van belang bij projectielschokbuizen, die voor de afweer van vliegtuigen zijn bestemd. De vertraging van de projectielex- plosie, die het projectiel toestaat b. v. in de romp of een vleugel naar binnen te dringen voor het tot explosie komt, levert een aanmerkelijke vergroting van de vernietigende werking op.

Er zijn projectielschokbuizen bekend, waarbij door het aanbrengen van een ontstekingsas, die pyrotechnisch met het ontstekingsslaghoedje van het projectiel is verbonden, een vertraging van de ontsteking teweeg wordt gebracht., Verder is het ook bekend om de ontstekingsas en het ontstekingsslaghoedje door een luchtkanaal te verbinden. Deze oplossingen zijn echter in zoverre niet be- vredigend, dat de begrenzing van de vertragingstijd tot een bepaalde gewenste waarde niet met voldoende nauwkeurigheid kan plaats vinden. Bovendien brengt het aanbrengen van deze elementen binnen een zeer kleine ruimte bepaalde moeilijkheden mede.

Door de werkwijze voor het vertragen van de ontsteking volgens de uitvinding worden deze nadelen opgeheven. De werkwijze volgens de uitvin- ding voor het vertragen van de ontsteking bij projectielschokbuizen na de aan- slag is daardoor gekenmerkt, dat de drukontwikkeling van een ontstekingsas wordt gebruikt voor het teweegbrengen van de ontstekingsbeweging van een in zijn beweging gestuite ontstekingspen, waarbij de ontstekingspen na.. het over- winnen van de stuitweerstand in een ontstekingsslaghoedje binnendringt.

De inrichting volgens de uitvinding voor het toepassen van de werkwijze is daardoor gekenmerkt, dat voor het ontstekingsslaghoedje een bij de aanslag te ontsteken, door de ontstekingspen van het slaghoedje geschei- den notstekingssas is gelegen, waarbij de in langsrichting bewegelijk gele- gerde, in zijn beweging geremde ontstekingspen door de drukontwikkeling van de door de ontsteking van de ontstekingssas ontstaande kruitgassen in het ontstekingsslaghoedje kan worden gedreven.

In de tekening zijn twee uitvoeringsvormen van het vertragings- element volgens de uitvinding afgebeeld.

Fig. 1 toont een langsdoorsnede door een vertragingselement voor projectielschokbuizen in de beveiligde stand ;
Fig. 2 toont het vertragingselement van fig. 1 in de ontstekings- stand ;
Fig. 3 toont een andere uitvoeringsvorm van een vertragingsele- ment in de beveiligde stand.

Het in fig. 1 getoonde vertragingselement 1 is in de bodem van een schokbuis van willekeurige uitvoeringsvorm geschroefd. Een bus 3 sluit het vertragingselement van het schokbuislichaam 2 af en bevat in een axiale boring een kap 4, die de ontstekingssas 5 gedeeltelijk omsluit. De kap 4 heeft een axiale, naar het schokbuislichaam 2 gerichte boring 4a. De ontstekingssas 5 wordt door een aambeeld 6, die tegen een inspringing van de boring 3a van de bus 3 steunt, vastgehouden.

Het aambeeld 6 heeft vier gelijkmatig om de lang- sas verdeeld liggende en parallel aan deze as aangebrachte boringen 6a, die in een holle ruimte 6b aan de onderkant van het aambeeld uitmonden. Een ont- stekingspen 7, die met een aan zijn bovenzijde aangebrachte schouder 7a tegen een tweede inspringing van de boring 3a aanligt, is onder het aambeeld 6 aan- gebracht en heeft een naar beneden wijzende punt 7b. Het vertragingselement 1 bevat in zijn onderste deel het ontstekingsslaghoedje 8, datdoor middel van een ingeperste doorboorde kap 9 wordt vastgehouden.

De werking van het vertragingselement is in het kort de volgende-
Bij aanslag wordt de ontstekingsas 5 door bekende middelen,b.v. een ontstekingspen, tot ontsteking gebracht..Daarbij ontstaat een druk, die zich door de boringen 6a naar de holle ruimte 6b voortplant. Daar de dikte van de schouder 7a van de ontstekingspen 7 zodanig is gedimensioneerd, dat hij pas bij het bereiken van een bepaalde druk kan worden afgeschoven,ver- loopt een bepaalde tijd voordat de ontstekingspen vrij wordt en door de ex- panderende kruitgassen in het ontstekingsslaghoedje 8 wordt gedreven (fig. 2).

Hierdoor wordt het projectiel op de gebruikelijke wijze tot explosie ge - bracht.

Bij de in fig. 3 afgebeelde uitvoeringsvorm wordt de ontstekings- pen 10 door een afschuifring 11, die in de .boring 12a van de bus 12 is aange- bracht en door een schroefring 13 wordt vastgehouden, ondersteundo De ontste- kingspen heeft bovendien een als afschuifmes uitgevoerde onderkant 10c, die het afschuiven van de ring 11 vergemakkelijkt. De werking van dit vertragings- element is dezelfde als die van het eerste uitvoeringsvoorbeeld.

Het is vanzelfsprekend mogelijk om de beveiliging van de ontste- kingspen door andere dan getekende elementen te bewerkstelligen. Zo kan b.v. de ontstekingspen door afschuifbouten worden vastgehouden. Verder is het ook mogelijk om in plaats van een afschuifring een van tongen voorziene ring aan te brengen, waarbij het vrijgeven van de ontstekingspen door het ombuigen van deze tongen plaatsvindt. Een verder mogelijke vereenvoudiging van het vertragingloelement bestaat daarin, dat de ontstekingspen zelf als aambeeld wordt uitgevoerd en direct onder de ontstekingsas 5 wordt aangebracht.

Claims

CONCLUSIES 1. Werkwijze voor het vertragen van de ontsteking bij projectiel- schokbuizen na de aanslag, daardoor gekenmerkt, dat de drukontwikkeling van een <Desc/Clms Page number 3> door de aanslag ontstoken ontstekingsas op een ontstekingspen werkt, die in zijn beweging wordt gestuit, zodat pas bij een voldoend grote, de stuit- weerstand overwinnende, drukverhogng een binnendringen van de ontstekings- pen in het de springlading van het projectiel ontstekende ontstekingsslag- hoedje plaats vindt.

2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, daadoor gekenmerkt, dat voor het ontstekingsslaghoedje een bij de aanslag te ontsteken, door de ontstekingspen van het slaghoedje geschei- den ontstekingsas gelegen is, waarbij de in langsrichting bewegelijk gele- gerde, in zijn beweging geremde ontstekingspen door de drukontwikkeling van de door de ontsteking van de ontstekingsas ontstaande kruitgassen in het ontstekingsslaghoedje kan worden gedreven.

3. Inrichting volgens conclusie 2, daardoor gekemerkt, dat een cylindrische, in zijn onderste deel een ontstekingsspringlading bevattende huls in zijn bovenste deel van een bus is voorzien, waarbij in een vernauwde, in de richting van het ontstekingsslaghoedje openende boring van de bus een ontstekingspen in langsrichting bewegelijk is gelegerd en in zijn bovenste stand beveiligd is, en waarbij verder in de verwijde boring boven de ontste- kingspen een door een aambeeld tegen de bus afgesteund ontstekingsslaghoedje is aangebracht, terwijl het aambeeld een aantal, het ontstekingsslaghoedje met de holle ruimte tussen aambeeld en ontstekingspen verbindende boringen heeft.

4. Inrichting volgens conclusies 2 en 3, daardoor gekenmerkt dat de ontstekingspen een schouderstuk heeft, waardoor hij in zijn bovenste stand wordt vastgehouden, zodanig, dat de ontsteking van het ontstekings- slaghoedje pas na afschuiving van het schouderstuk kan plaats vinden.

5. Inrichting volgens conclusies 2 en 3, daardoor gekenmerkt, dat de ontstekingspen door een in de ontstekingspen omvattende bus aange- bra@hte afschuifring in zijn bovenste stand wordt vastgehouden. bijgaand 1 tekening.