[go: up one dir, main page]

BE1026326B1 - Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen. - Google Patents

Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen. Download PDF

Info

Publication number
BE1026326B1
BE1026326B1 BE20185360A BE201805360A BE1026326B1 BE 1026326 B1 BE1026326 B1 BE 1026326B1 BE 20185360 A BE20185360 A BE 20185360A BE 201805360 A BE201805360 A BE 201805360A BE 1026326 B1 BE1026326 B1 BE 1026326B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
floor panels
floor
aforementioned
panel
panels
Prior art date
Application number
BE20185360A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026326A1 (nl
Inventor
Klaus Lozie
Original Assignee
Unilin Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Unilin Bvba filed Critical Unilin Bvba
Priority to BE20185360A priority Critical patent/BE1026326B1/nl
Priority to EP19731797.7A priority patent/EP3802989B1/en
Priority to US17/057,998 priority patent/US12071768B2/en
Priority to PCT/IB2019/054338 priority patent/WO2019229609A1/en
Priority to CA3100634A priority patent/CA3100634A1/en
Publication of BE1026326A1 publication Critical patent/BE1026326A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026326B1 publication Critical patent/BE1026326B1/nl
Priority to US18/763,416 priority patent/US20240360680A1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F30/00Computer-aided design [CAD]
    • G06F30/10Geometric CAD
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F30/00Computer-aided design [CAD]
    • G06F30/10Geometric CAD
    • G06F30/13Architectural design, e.g. computer-aided architectural design [CAAD] related to design of buildings, bridges, landscapes, production plants or roads
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2203/00Specially structured or shaped covering, lining or flooring elements not otherwise provided for
    • E04F2203/02Specially structured or shaped covering, lining or flooring elements not otherwise provided for having particular shapes, other than square or rectangular, e.g. triangular, hexagonal, circular, irregular
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F2111/00Details relating to CAD techniques
    • G06F2111/04Constraint-based CAD

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Geometry (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Computer Hardware Design (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mathematical Analysis (AREA)
  • Pure & Applied Mathematics (AREA)
  • Mathematical Optimization (AREA)
  • Evolutionary Computation (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computational Mathematics (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen voor het vloeren van een ruimte, waarbij wordt uitgegaan van een dataset (50) in overeenstemming minstens met het grondopperviak van de voornoemde ruimte (3), en waarbij de werkwijze de stap bevat van het vaststellen van een legplan (40) geschikt voor de voomoemde ruimte (3), daardoor gekenmerkt dat de stap van het vaststellen van een legplan (40) door middel van een computer wordt uitgevoerd, waarbij de computer op basis van de voomoemde dataset (50), rekening houdend met gewenste beperkingen, een legplan (40) voorstelt, waarbij voornoemde beperkingen worden aangewend voor het inperken van een databank (57) van mogelijke oplossingen.

Description

Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen.
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen.
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen die bestemd is voor het vloeren van een specifieke ruimte.
Vloerbekledingen die worden samengesteld uit vloerpanelen zijn inmiddels ruim bekend, bijvoorbeeld uit het WO 97/47834. De daar geopenbaarde vloerpanelen betreffen onder andere laminaatvloerpanelen waarbij deze aan hun randen zijn voorzien van mechanische koppeldelen die toelaten de laminaatvloerpanelen samen te stellen tot een samenhangende zwevende vloerbekleding. De vloerpanelen uit het WO 97/47834 maken het voor de gemiddelde doe-het-zelver mogelijk om zelf een vloerbekleding te installeren, voornamelijk doordat het aan elkaar lijmen van de panelen bij dit soort vloerpanelen niet noodzakelijk is. De geleverde vloerpanelen vertonen allen een gemeenschappelijke vorm en afmeting, en de installatie vergt wel enige handigheid en ervaring voor het vlot aanpassen van de vloerpanelen aan de te vloeren ruimte, bijvoorbeeld bij het begin of einde van een rij van vloerpanelen, voor de laatste rij, of daar waar zich bijzondere situaties voordoen, bijvoorbeeld om de doorgang van nutsleidingen toe te laten. Bovendien moet een goede installatie voldoen aan bepaalde voorwaarden, zoals minimumafmetingen van de start- en eindpanelen van een rij, minimum afstand tussen korte randen van vloerpanelen in aanliggende rijen, een voldoende grote expansievoeg aan de wanden en zo meer. De grootte van de expansievoeg is vaak afhankelijk van het soort vloerbekleding en/of van de geografische regio waar de te vloeren ruimte zich bevindt. Het niet voldoen aan één of meerdere van deze voorwaarden of beperkingen kan leiden tot een verlies van de garantie, en tot een defecte vloer. Het uitvoeren van de aanpassingen nodig voor de ruimte vraagt veel tijd en leidt tot lawaai en stof, hetgeen vooralsnog als een noodzakelijke overlast wordt aanzien. Er dient nog opgemerkt te worden dat er een markttrend heerst naar vloerpanelen van grotere afmetingen, bijvoorbeeld met een
BE2018/5360 lengte van 180 centimeter en meer, en een breedte van 20 centimeter en meer. Dit brengt met zich mee dat voor het vloeren van eenzelfde ruimte ook een groter aantal aanpassingen nodig is. Vaak zijn de vereiste aanpassingen bij grotere panelen ook meer ingewikkeld.
Uit het WO 2001/047717 is een werkwijze bekend voor het vervaardigen van vloerpanelen waarbij een globaal decor, bijvoorbeeld een wereldkaart, zich uitstrekt over meerdere vloerpanelen. Elk van de vloerpanelen wordt op een digitale manier voorzien van een decor, zodat de esthetische wensen van de gebruiker kunnen worden ingevuld. De vloerpanelen kunnen voorzien zijn van een identificatiemarkering met het oog op een vlotte installatie. De installatie vereist echter nog altijd de aanpassingen die hierboven beschreven zijn.
Uit het WO 2014/195281 is een werkwijze bekend waarbij fineren, bestemd voor de toplaag van fïneervloerpanelen, op een optimale manier uit hout worden gesneden. De randen van de fineren volgen min of meer de natuurlijke kromming van het hout, maar zijn aangepast om samen met gelijkaardige fineren een vooraf vastgelegd vloeroppervlak te vormen. De contouren van de fineren worden bepaald met hulp van een computerprogramma dat uitgaat van het grondoppervlak van een te vloeren ruimte en dat rekening houdt met bepaalde voorwaarden bijvoorbeeld omtrent de minimum afstand tussen korte randen van fineren in aanliggende rijen. De bekomen fineren worden op een gelijkvormig substraat, zoals op een spaanplaat, gelijmd, waarbij vloerpanelen met een onregelmatige vorm worden bekomen, die toch een volledig en gesloten vloeroppervlak voor de betreffende ruimte opleveren. De vloerpanelen zijn allen voorzien van een label. De werkwijze van het WO’281 is omslachtig en biedt bijvoorbeeld geen oplossing in het geval van door te voeren nutsleidingen of in het geval andere vaste objecten in de ruimte aanwezig zijn, zoals steunpalen, wanden of zware vaste op maat gemaakte meubelen.
Het PCI7IB2017/057530 van de huidige aanvrager, dat bij de indieningsdatum van de huidige aanvraag nog niet was gepubliceerd en derhalve tot de geheime stand van de techniek behoort, beschrijft een set van vloerpanelen die geschikt is voor, en bij
BE2018/5360 voorkeur bestemd is voor het vloeren van een ruimte, waarbij de set meerdere eerste vloerpanelen omvat, waarbij deze eerste vloerpanelen een gemeenschappelijke vorm en afmeting vertonen, en waarbij de set verder één of meerdere tweede vloerpanelen omvat die een aanpassing van de gemeenschappelijke vorm en/of de gemeenschappelijke afmeting vertonen of hiertoe zijn voorzien, waarbij de voomoemde aanpassing in overeenstemming is met de voomoemde ruimte. Het voomoemde PCT beschrijft verder nog meerdere werkwijzen voor het samenstellen van dergelijke sets van vloerpanelen, en/of voor het genereren van een gedetailleerd legplan.
De huidige uitvinding beoogt in de eerste plaats een alternatieve werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen bestemd voor het vloeren van een ruimte waarbij, volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen een vlottere wijze een gedetailleerd legplan wordt bekomen.
Hiertoe betreft de uitvinding, volgens haar eerste onafhankelijk aspect een werkwijze zoals beschreven aan de hand van conclusie 1.
De werkwijze van de uitvinding leidt bij voorkeur tot een set van vloerpanelen geschikt voor, en bij voorkeur bestemd voor het vloeren van een ruimte, met als kenmerk dat de set meerdere eerste vloerpanelen omvat, waarbij deze eerste vloerpanelen een gemeenschappelijke vorm en afmeting vertonen, en dat de set verder één of meerdere tweede vloerpanelen omvat die een aanpassing van de gemeenschappelijke vorm en/of de gemeenschappelijke afmeting vertonen of hiertoe zijn voorzien, waarbij de voomoemde aanpassing in overeenstemming is met de voomoemde ruimte.
Met “set van vloerpanelen bestemd voor het vloeren van een ruimte” wordt bedoeld dat deze set nog niet is geïnstalleerd, doch voorgefabriceerd is, in het bijzonder minstens zodanig dat de voomoemde tweede vloerpanelen de vereiste aanpassingen vertonen of hiertoe zijn voorzien, en nog moet worden geïnstalleerd in de betreffende ruimte.
BE2018/5360
Het is duidelijk dat de voomoemde eerste vloerpanelen mogelijks wel kleine verschillen op vorm en afmeting kunnen vertonen ten gevolge van productietoleranties, of door een verschil in klimatisering, bijvoorbeeld een verschil aan relatief vochtgehalte in het geval van houtgebaseerde vloerpanelen. Voor de vakman is het duidelijk dat twee of meer eerste vloerpanelen nog steeds een gemeenschappelijke vorm of afmeting vertonen ook in een geval waarbij deze eerste vloerpanelen verschillen vertonen in de betreffende afmeting of vorm, waarbij deze verschillen vallen binnen de maximale afwijking toegelaten in de norm van het betreffende vloertype, bijvoorbeeld in het geval van laminaatvloerpanelen binnen de maximaal toegelaten afwijkingen van de norm EN 13329.
Verder is het duidelijk dat met vorm en afmeting, de vorm en afmetingen in het vlak van de vloerbekleding wordt bedoeld. Uiteraard draagt het de voorkeur dat de eerste vloerpanelen en tweede vloerpanelen dezelfde dikte zouden vertonen.
Volgens het belangrijkste voorbeeld van eerste vloerpanelen zijn het rechthoekige en, bij voorkeur langwerpige, vloerpanelen, waarbij deze eerste vloerpanelen zowel lengte als breedte gemeenschappelijk hebben. Volgens dit voorbeeld vertonen de eerste vloerpanelen een gemeenschappelijke rechthoekige vorm met een gemeenschappelijke lengte en breedteafmeting. Volgens een ander voorbeeld van eerste vloerpanelen zijn het rechthoekige en langwerpige vloerpanelen, waarbij deze eerste vloerpanelen enkel de breedte gemeenschappelijk hebben, en waarbij de lengte hetzij random varieert, hetzij gekozen is uit een beperkte set, bijvoorbeeld een set van drie, verschillende lengtes. Random lengtes komen vaak voor bij panelen voor massief parket. Volgens dit voorbeeld vertonen de eerste vloerpanelen een gemeenschappelijke rechthoekige vorm met een gemeenschappelijke breedteafmeting, doch met onderling verschillende lengteafmetingen. Volgens nog een ander voorbeeld van eerste vloerpanelen zijn het rechthoekige en langwerpige vloerpanelen, waarbij deze eerste vloerpanelen enkel de lengte gemeenschappelijk hebben, en waarbij de breedte gekozen is uit een beperkte set, bijvoorbeeld een set van drie, verschillende breedtes. Aan de hand van dergelijke vloerpanelen kunnen afwisselend rijen van brede en smallere panelen worden geïnstalleerd. Volgens dit voorbeeld vertonen de eerste vloerpanelen een
BE2018/5360 gemeenschappelijke rechthoekige vorm met een gemeenschappelijke lengteafmeting, doch met onderling verschillende breedteafmetingen.
Het is duidelijk dat het niet is uitgesloten dat een set van vloerpanelen volgens de uitvinding meerdere typen eerste vloerpanelen kan omvatten. Zo bijvoorbeeld kan de set vloerpanelen meerdere eerste vloerpanelen omvatten van een eerste type die een eerste, bijvoorbeeld vierkante, vorm vertonen, zowel als meerdere eerste vloerpanelen van een tweede type die een tweede, bijvoorbeeld rechthoekige vorm, vertonen. Dergelijke set kan bijvoorbeeld bedoeld zijn voor het verwezenlijken van een vloerbekleding met een centraal tegelmotief bestaande uit eerste vloerpanelen van het eerste type, dat aan de randen omlijnt is door een plankmotief bestaande uit eerste vloerpanelen van het tweede type. Bij voorkeur omvat de set van vloerpanelen dan telkens ook overeenstemmende tweede vloerpanelen, namelijk tweede vloerpanelen van een eerste type die een aanpassing vertonen van de vorm en afmeting van de eerste vloerpanelen van het eerste type, zowel als tweede vloerpanelen van een tweede type die een aanpassing vertonen van de vorm en afmeting van de eerste vloerpanelen van het tweede type.
In het algemeen is het duidelijk dat de afmetingen en vorm van de eerste vloerpanelen in de set van de uitvinding op geen enkele manier zijn aangepast, en zeker niet in overeenstemming met de ruimte waarvoor ze zijn bestemd. Eventueel kunnen zij wel van een markering zijn voorzien om hun plaats in de ruimte aan te duiden.
Bij de eerste vloerpanelen gaat het bij voorkeur om standaard vloerpanelen, bijvoorbeeld rechthoekige en langwerpige vloerpanelen, bij voorkeur met een lengte kleiner dan 2,5 meter. De massaproductie van vloerpanelen is op deze vorm afgestemd. Bij voorkeur bedraagt de breedte van de panelen tussen 10 en 25 centimeter en/of bedraagt de lengte van de panelen tussen 80 en 150 centimeter. Doordat de set van vloerpanelen een combinatie betreft van minstens eerste vloerpanelen met een gemeenschappelijke vorm en afmeting, bij voorkeur gemeenschappelijke lengte en breedte, met aangepaste tweede vloerpanelen kan op een rationele manier een vloer worden aangeboden, aangepast aan, en eventueel op maat van, de betreffende ruimte.
BE2018/5360
Volgens de meeste voorkeurdragende uitvoeringsvorm gaat het bij de voomoemde aanpassing om een aanpassing die op voorhand en los van de eigenlijke installatie is uitgevoerd. Zo bijvoorbeeld kan de producent van de vloerpanelen de vereiste aanpassingen uitvoeren, of kan de distributeur van de vloerpanelen dit doen. Zoals verder nog zal blijken kunnen de tweede vloerpanelen ook louter voorzien zijn te worden aangepast, doordat zij bijvoorbeeld over een breuklijn beschikken, of doordat de opdeellijn geschikt voor de aanpassing op het vloerpaneel is aangeduid. In het kader van de uitvinding betreft het dan ook telkens breuklijnen of aanduidingen die op voorhand en los van de eigenlijke installatie zijn uitgevoerd.
Bij voorkeur omvat de set minstens het aantal eerste en tweede vloerpanelen die nodig zijn voor het vloeren van de voomoemde ruimte, waarbij de tweede vloerpanelen dan de nodige aanpassingen in overeenstemming met de betreffende ruimte vertonen, of voor deze aanpassingen zijn voorzien.
Bij voorkeur kan de set van vloerpanelen zonder verdere aanpassingen worden aangewend voor het vloeren van de voomoemde mimte.
Bij voorkeur bevat de voomoemde set minstens tweede vloerpanelen waarbij de voomoemde aanpassing bestaat uit een afkorting in de lengte en/of de breedte van de vloerpanelen of waarbij de aanpassing dergelijke afkorting omvat. Vloerpanelen waarvan de lengte is aangepast kunnen de start of het einde van een rij vormen, waarbij tussen het aangepaste vloerpaneel aan het begin en dat aan het einde van de rij eerste vloerpanelen worden geïnstalleerd. Vloerpanelen waarvan de breedte is aangepast kunnen dienst doen in een rij die evenwijdig of ongeveer evenwijdig loopt met een wand. In het geval van een rechthoekige mimte kan het gaan over de beginrij en/of eindrij.
Ter verduidelijking wordt nog opgemerkt dat, in het geval gewerkt wordt met eerste vloerpanelen van random lengte, een tweede vloerpaneel dat in de lengte is afgekort verschillend is van een eerste vloerpaneel minstens doordat het dergelijk tweede
BE2018/5360 vloerpaneel ontbreekt aan randkenmerken aan de korte rand waar de afkorting is uitgevoerd. Zo bijvoorbeeld zal daar een eventuele afkanting, koppelmiddel of andere bijvoorbeeld uitstekende gedeelten aan die rand ontbreken, terwijl dit wel aanwezig is bij de eerste vloerpanelen.
Bij voorkeur bevat de voomoemde set minstens tweede vloerpanelen waarbij de voomoemde aanpassing bestaat uit het volledig of gedeeltelijk verwijderen van uitstekende gedeelten aan één of meerdere randen van de vloerpanelen of waarbij de aanpassing dergelijke verwijdering omvat. Het kan bijvoorbeeld gaan om verwijderde gedeelten van aan de randen aanwezige koppeldelen, zoals een uitstekend tandgedeelte, of een uitstekend groeflipgedeelte. Volgens de stand van de techniek verwijdert een installateur dergelijke gedeelten bij het vloeren met het oog op het bekomen van een compactere expansievoeg, bijvoorbeeld tegen een wand. Zo kunnen voor een startrij van een vloerbekleding de aan de lange randen aanwezige uitstekende tandgedeelten verwijderd worden.
Bij voorkeur bevat de voomoemde set minstens tweede vloerpanelen waarbij de voomoemde aanpassing bestaat uit een aangepaste contour voorzien aan één of meerdere randen van het vloerpaneel, of waarbij de aanpassing dergelijke aangepaste contour omvat. Hierbij kan de voomoemde contour het verloop van een wand of andere rand met een niet te vloeren gedeelte van de voornoemde mimte volgen. Het voorzien van dergelijke contour is bijvoorbeeld interessant bij wanden die niet of niet volledig evenwijdig verlopen met de lange paneelranden aan de start of bij het einde van de vloerinstallatie. Bij voorkeur is de aangepast contour zodanig dat tussen de aangepaste contour en de wand een expansievoeg verblijft. Bij voorkeur vertoont de expansievoeg een constante breedte, of althans toch een breedte die een eventuele variatie in zijn breedte van minder dan 40% vertoont. Zo bijvoorbeeld kan de breedte van de expansievoeg ongeveer 10 millimeter plusminus 2 millimeter bedragen. Bij voorkeur is de breedte van de expansievoeg aangepast in functie van de geografische plaats waar de te vloeren mimte zich bevindt. Zo dient, bijvoorbeeld bij houtgebaseerde vloerproducten, in noordelijke regio’s, zoals Scandinavië, rekening te worden gehouden met een uitdroging en dus krimp van het vloerproduct in de winter doordat
BE2018/5360 de verwarming in de woonruimtes voor een lage luchtvochtigheid zorgt. In zuidelijke regio’s, zoals Oceanië, dient dan weer rekening gehouden te worden met een hoge relatieve luchtvochtigheid tijdens de zomer, en een dito uitzetting van het vloerproduct.
Bij voorkeur bevat de voornoemde set minstens tweede vloerpanelen waarbij de voornoemde aanpassing bestaat uit uitsparingen en/of aanpasstukken voorzien aan het betreffende paneel en bestemd voor de doorvoer van leidingen, of waarbij de aanpassing dergelijke uitsparingen en/of aanpasstukken omvat. Dergelijke uitsparingen en aanpasstukken zijn bijvoorbeeld wenselijk daar waar verwarmingsbuizen het vloeroppervlak uitkomen. Het aanpasstuk is hierbij bijvoorbeeld het paneelgedeelte dat zich vanuit de ruimte gezien achter de verwarmingsbuizen bevindt. Zulk paneelgedeelte of aanpasstuk moet bij de vloerinstallatie afzonderlijk van het eigenlijke tweede vloerpaneel worden gelegd om toe te laten rond de betreffende leidingen te werken. Bij voorkeur wordt het aanpasstuk uit een ander standaardvloerpaneel bekomen dan het betreffende eigenlijke tweede vloerpaneel. Op die manier kan een perfecte aansluiting tussen het aanpasstuk en het eigenlijke tweede vloerpaneel worden bekomen, namelijk zonder dat een tussenafstand, gecreëerd door een zaag- of andere snijlijn tussen het aanpasstuk en het eigenlijke tweede vloerpaneel, verblijft. Bij voorkeur is het aanpasstuk, indien bekomen uit een ander standaardvloerpaneel, zodanig uitgevoerd dat zijn decoratieve zijde past met de decoratieve zijde van het eigenlijke tweede vloerpaneel. Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het aanpasstuk hiertoe bekomen uit een standaardvloerpaneel met een identieke decoratieve zijde als het standaardvloerpaneel waaruit het eigenlijke tweede vloerpaneel is bekomen, en bij voorkeur wordt het aanpasstuk uit die plaats van het standaardvloerpaneel genomen die overeenstemt met het verwijderde stuk van het eigenlijke tweede vloerpaneel, zodanig dat de decoren van aanpasstuk en eigenlijk gedeelte van het tweede vloerpaneel naadloos of praktisch naadloos in elkaar overgaan. Vloerpanelen met identieke decoratieve zijden zijn bijvoorbeeld typisch aanwezig in vloerproducten die een gedrukt decor vertonen, zoals bijvoorbeeld het geval is bij laminaatvloerpanelen of LVT-vloerpanelen (Luxury Vinyl Tile).
BE2018/5360
Bij voorkeur omvat de voomoemde aanpassing de verwijdering van een overbodig gedeelte van het betreffende vloerpaneel. Het betreft hierbij een verwijdering die op voorhand en los van de installatie is uitgevoerd. Het betreffende vloerpaneel is met andere woorden volledig op maat geleverd in functie van de positie die het in de bestemmingsruimte zal innemen.
Volgens een bijzonder alternatief omvat de voomoemde aanpassing een breuklijn die voorzien is tussen het overbodige gedeelte en het nuttige gedeelte van het betreffende vloerpaneel. Dergelijke breuklijn kan dan aan de uiteindelijke gebruiker of installateur een eenvoudige verwijdering van het overbodige gedeelte toelaten, bijvoorbeeld zonder dat zaagbewerkingen nodig zijn. Het betreffende vloerpaneel is met andere woorden door middel van de voorziene breuklijn eenvoudig op maat te brengen in functie van de positie die het in de bestemmingsruimte zal innemen. Dergelijke breuklijn is eveneens op voorhand en los van de installatie in het betreffende tweede vloerpaneel voorzien. Bij voorkeur is het nuttige gedeelte en/of het overbodige gedeelte van het tweede vloerpaneel voorzien van een markering of andere aanduiding, zodat de gebruiker kan afleiden of het betreffende gedeelte nuttig of overbodig is.
Volgens nog een ander alternatief vertonen de voomoemde tweede vloerpanelen een aanduiding volgens dewelke de betreffende tweede vloerpanelen dienen te worden aangepast om in overeenstemming te komen met de voomoemde mimte. Zo bijvoorbeeld kan de uit te voeren opdeling van het betreffende vloerpaneel worden aangeduid met een erop aangebrachte opdeellijn en/of kan het overbodige gedeelte en/of het nuttige gedeelte van het vloerpaneel worden gemarkeerd. Dergelijk aanduiding is eveneens op voorhand en los van de installatie op het betreffende vloerpaneel voorzien.
Volgens nog een ander alternatief vertonen de voomoemde tweede vloerpanelen een gebruiksinstructie, bijvoorbeeld volgens dewelke zij dienen te worden gelegd. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om een instructie om het betreffende tweede vloerpaneel met de ondergrond te verlijmen, terwijl de vloerbekleding voor het overige in hoofdzaak uit een zwevende vloerbekleding bestaat. Zulks is bijvoorbeeld nuttig in het geval van
BE2018/5360 thermoplastische vloerpanelen, zoals zogenaamde LVT (Luxury Vinyl Tile), op die plaatsen waar zij onderhevig kunnen zijn aan direct invallend zonlicht. Het is gekend dat dergelijke panelen de neiging hebben uit te zetten in een dergelijke situatie. Hierbij welven de panelen dan plaatselijk uit het vloeroppervlak. Om dit te verhinderen is een plaatselijke verlijming van de panelen met de ondergrond een goede optie.
De hierboven vermelde breuklijnen en/of aanduidingen zijn bijvoorbeeld uitermate nuttig in het geval van kleine overbodige gedeelten of kleine nuttige gedeelten van vloerpanelen. Vooral bij kleine nuttige gedeelten is het risico op het ontstaan van onnauwkeurigheden in een automatische productie-omgeving prevalent. Er bestaat ook een risico op verlies van dergelijke gedeelten, hetzij in de productie, hetzij bij de installatie. Het niet verwijderen of niet volledig verwijderen van overbodige gedeelten van de vloerpanelen, maar in de plaats daarvan, het aanduiden van opdeellijnen of het voorzien van breuklijnen, kan ook leiden tot een meer stabiele verpakkingseenheid.
Het is duidelijk dat de set van vloerpanelen, verschillende typen van tweede vloerpanelen kan omvatten, bijvoorbeeld vloerpanelen waarvan het overbodig gedeelte is verwijderd, vloerpanelen waarvan het overbodig gedeelte over een breuklijn met het nuttig gedeelte is voorzien en/of vloerpanelen met de aanduiding van een opdeellijn nodig voor de scheiding van het nuttig en het overbodig gedeelte. Het is ook mogelijk dat één en hetzelfde vloerpaneel zowel een verwijderd gedeelte, een breuklijn en/of een aanduiding vertoont.
Bij voorkeur zijn meerdere van de voomoemde vloerpanelen die een aanpassing vertonen, of hiertoe zijn voorzien, samen verpakt in een verpakkingseenheid. In het geval de aanpassing een verwijdering van het overbodig gedeelte omvat, is het voordelig dat de betreffende eenheid ook één of meerdere overbodige gedeelten ontstaan door voomoemde aanpassing of verwijdering bevat. Op die manier kan een stabiele stapeling van tweede vloerpanelen in een verpakkingseenheid worden bekomen.
BE2018/5360
De uitvinding van het eerste aspect is voornamelijk nuttig voor het samenstellen van een set van vloerpanelen die geschikt is voor het vormen van een zwevende vloerbekleding. Dergelijke vloerpanelen zijn bij uitstek geschikt om te worden geïnstalleerd door doe-het-zelvers, maar vereisen toch specifieke aanpassingen zoals de aanpassingen die verband houden met het voorzien van voldoende grote expansievoegen. Vloerpanelen voor een zwevende vloerbekleding vertonen bij voorkeur minstens aan twee tegenoverliggende randen koppeldelen die toelaten twee van dergelijke vloerpanelen aan elkaar te verbinden waarbij aan de betreffende randen een vergrendeling ontstaat zowel in een richting loodrecht op het vlak van de gekoppelde panelen, als in een richting in het vlak van de panelen en loodrecht op de betreffende rand. Dergelijke koppeldelen kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een vergrendelende tand-in-groefverbinding, bijvoorbeeld van het type zoals gekend is uit het WO 97/47834. Dergelijke koppeldelen vertonen gebruikelijk ook uitstekende gedeelten aan één of meerdere van de voomoemde randen. In dergelijk geval is een aanpassing wenselijk waarbij bij een aantal van de voomoemde vloerpanelen deze uitstekende gedeelten aan één of meer randen zijn verwijderd, of voorzien zijn te worden verwijderd.
Zoals voomoemd, heeft de uitvinding volgens haar eerste aspect betrekking op een werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen voor het vloeren van een ruimte, waarbij wordt uitgegaan van een dataset in overeenstemming minstens met het grondoppervlak van de voomoemde mimte, en waarbij de werkwijze de stap bevat van het vaststellen van een legplan geschikt voor de voomoemde mimte, met als kenmerk dat de stap van het vaststellen van een legplan door middel van een computer wordt uitgevoerd, waarbij de computer op basis van de voomoemde dataset, rekening houdend met gewenste beperkingen, een legplan voorstelt, waarbij voomoemde beperkingen worden aangewend voor het inperken van een databank van mogelijke oplossingen, i.e. mogelijke legplannen of partiële legplannen.
De voomoemde databank van mogelijke oplossingen kan bijvoorbeeld coördinaten omvatten van mogelijke posities van korte randen van vloerpanelen. Volgens de uitvinding wordt de databank dan ingeperkt of worden, met andere woorden, een aantal
BE2018/5360 mogelijke posities uit de databank verwijderd op basis van de gewenste beperkingen. Zo bijvoorbeeld kunnen alle posities van korte randen van vloerpanelen die zouden leiden tot een start- of eindpaneel in een rij korter dan de minimumafineting uit de databank worden verwijderd en/of kunnen, bij een wildverband, alle posities, die dichter dan een minimum te onderhouden afstand van de positie van een korte rand in één of meerdere eerdere rijen liggen, uit de databank worden verwijderd. De inperking van de databank kan door de computer gaandeweg worden uitgevoerd, namelijk bij het vaststellen van het partiële legplan voor een bepaalde rij kan, enerzijds, rekening gehouden worden met de bestaande databank van mogelijke oplossingen en kan, anderzijds, de betreffende databank worden geüpdated met nieuw ontstane beperkingen die bijvoorbeeld verband houden met dit voomoemde partiële legplan.
De voomoemde stap van het vaststellen van een legplan omvat minstens de volgende substappen:
- het voorstellen van minstens een paneel in een eerste rij, waarbij dit paneel voldoet aan de voomoemde databank van mogelijke oplossingen;
- het updaten of inperken van de voomoemde databank van mogelijke oplossingen aan de hand van minstens de positie van de korte rand van het voomoemde paneel in de eerste rij;
- het voorstellen van minstens een paneel in een tweede rij, waarbij dit paneel voldoet aan de geüpdate of ingeperkte versie van de voornoemde databank. Het is duidelijk dat, volgens de huidige voorkeurdragende uitvoeringsvorm, “eerste” en “tweede” rij niet als beperkend mag worden geïnterpreteerd, maar dat hiermee de volgorde van vaststellen van het legplan wordt aangeduid, namelijk dat het partiële legplan voor de eerste rij wordt vastgesteld voordat het partiele legplan voor de tweede rij wordt vastgesteld.
Er wordt opgemerkt dat, in het veel voorkomend geval, van eerste vloerpanelen die een gemeenschappelijke rechthoekige vorm met een gemeenschappelijke lengte- en breedteafineting vertonen, de voomoemde databank van mogelijke oplossingen beperkt kan worden tot de positie van slechts één van de korte randen van de vloerpanelen in
BE2018/5360 een betreffende, ononderbroken, rij. Immers houdt de positie van de korte randen van de overige vloerpanelen in de betreffende rij direct verband met deze ene positie.
Bij voorkeur worden de substappen van bovenstaande voorkeurdragende uitvoeringsvorm uitgevoerd tot een volledig legplan voor de betreffende te vloeren ruimte is bekomen. Bij voorkeur worden rij per rij panelen voorgesteld, bij voorkeur in de volgorde waarin zij in de te vloeren ruimte voorkomen, doch niet noodzakelijk. In het geval waarbij de databank van mogelijke oplossingen leeg zou zijn voordat een volledig legplan is bekomen, namelijk indien het onmogelijk wordt een paneel in een volgende rij voor te stellen dat voldoet aan de geüpdate of ingeperkte versie van de voomoemde databank, kan één of een combinatie twee of meer van volgende mogelijke maatregelen worden genomen:
- de maatregel waarbij voor het partiële legplan van een voorgaande rij en/of de positie van een voorgaand paneel, al dan niet in een voorgaande rij, een andere oplossing wordt voorgesteld die eveneens voldoet aan de oorspronkelijke databank van mogelijke oplossingen hiervoor. Met “oorspronkelijke databank van mogelijke oplossingen hiervoor” wordt bedoeld de versie van deze databank die aangewend werd voor het voorstellen van de eerdere oplossing voor dit partiële legplan of dit paneel.
- de maatregel waarbij de gewenste beperkingen minder strict gemaakt worden minstens totdat de databank van mogelijke oplossingen minstens één mogelijke oplossing voor het betreffende paneel omvat. Bij voorkeur worden de gewenste beperkingen terug op het oorspronkelijk gewenste niveau gebracht van zodra dit terug tot mogelijke oplossingen leidt.
- de maatregel waarbij de computer om menselijke input vraagt omtrent de onoplosbare toestand in een betreffende rij, of voor een betreffend paneel, hetzij nadat, hetzij voordat de overige oplosbare delen van het legplan reeds zijn voorgesteld.
Volgens een variante van de huidige uitvinding wordt in de plaats van met een databank van mogelijke oplossingen gewerkt met een databank van ongewenste oplossingen. Het is duidelijk dat dergelijke variante, mutatis mutandis, equivalente
BE2018/5360 voorkeurdragende uitvoeringsvormen heeft, zoals in het geval van een databank van mogelijke oplossingen.
Bij voorkeur sluit voomoemde databank van mogelijke oplossingen, of, volgens de variante, van ongewenste oplossingen, minstens uit dat korte randen van vloerpanelen in aanliggende rijen dichter dan een minimaal te onderhouden afstand zijn gepositioneerd. Deze minimale afstand kan, in het geval van gebrek aan mogelijke oplossingen, worden verkleind zodanig dat in een bepaalde rij toch een suboptimaal resultaat kan worden bereikt. Hiermee wordt een maatregel bereikt zoals boven nog vermeld.
Bij voorkeur sluit de voomoemde databank van mogelijke oplossingen, of, volgens de variante, van ongewenste oplossingen, minstens uit dat een korte rand van een vloerpaneel dichter dan een minimaal te onderhouden afstand van de start of het einde van een rij is gepositioneerd. Deze minimaal te onderhouden afstand, of minimale afmeting van het betreffende paneel, kan, in het geval van gebrek aan mogelijke oplossingen, worden verkleind zodanig dat in een bepaalde rij toch een suboptimaal resultaat kan worden bereikt. Hiermee wordt een maatregel bereikt zoals boven nog vermeld.
Bij voorkeur omvat de werkwijze verder nog de voorafgaandelijke stap van het genereren van voomoemde dataset minstens in overeenstemming met het grondoppervlak van de te vloeren mimte.
Bij voorkeur omvat de werkwijze verder nog de stap van het produceren van de vereiste vloerpanelen die, volgens het vastgestelde legplan, een aanpassing vertonen of hiertoe zijn voorzien, en/of de stap van het voorzien van minstens de vereiste hoeveelheid vloerpanelen met gemeenschappelijke afmetingen.
De uitvinding heeft, met hetzelfde doel en volgens een onafhankelijk tweede aspect, nog betrekking op een gegevensdrager met een softwarecode die wanneer die uitgevoerd wordt door een processor leidt of kan leiden tot een werkwijze met de
BE2018/5360 kenmerken van het eerste aspect, de variante ervan en/of de voorkeurdragende uitvoeringsvormen daarvan.
De uitvinding heeft, met hetzelfde doel en volgens een onafhankelijk tweede aspect, nog betrekking op een set van vloerpanelen bestemd voor het vloeren van een ruimte, met als kenmerk dat de set meerdere eerste vloerpanelen omvat, waarbij deze eerste vloerpanelen een gemeenschappelijke vorm en afmeting vertonen, en dat de set verder één of meerdere tweede vloerpanelen omvat die een aanpassing van de gemeenschappelijke vorm en/of de gemeenschappelijke afmeting vertonen of hiertoe zijn voorzien, waarbij de voomoemde aanpassing in overeenstemming is met de voomoemde ruimte en waarbij de set van vloerpanelen is samengesteld aan de hand van een werkwijze met de kenmerken van het eerste aspect, de variante daarvan en/of de voorkeurdragende uitvoeringsvormen daarvan.
Bij voorkeur is voomoemde aanpassing uitgevoerd door het overbodige gedeelte van het betreffende vloerpaneel te verwijderen.
Bij voorkeur zijn meerdere van de voomoemde vloerpanelen die een aanpassing vertonen, of hiertoe zijn voorzien, samen verpakt zijn in een verpakkingseenheid, en bevat deze eenheid ook de overbodige stukken ontstaan door voomoemde aanpassing bevat.
Het is duidelijk dat de werkwijze van het eerste aspect bij voorkeur de stappen bevat van het genereren van een dataset in overeenstemming minstens met het grondoppervlak van de voomoemde mimte, het vaststellen van een legplan geschikt voor de voomoemde mimte, namelijk aan de hand van een databank van mogelijke oplossingen en/of van ongewenste oplossingen, het produceren van de vereiste tweede vloerpanelen die, volgens het vastgestelde legplan, een aanpassing vertonen of hiertoe zijn voorzien, en, bij voorkeur, het voorzien van minstens de vereiste hoeveelheid eerste vloerpanelen met gemeenschappelijke vorm en afmeting, of afmetingen.
BE2018/5360
Het genereren van de voomoemde dataset in overeenstemming minstens met het grondoppervlak van de voomoemde mimte wordt bij voorkeur uitgevoerd aan de hand van een automatisch meettoestel. Het kan hierbij gaan om een meettoestel dat de mimte scant en zo bijvoorbeeld een puntenwolk genereert die minstens een tweedimensionaal beeld van een gedeelte van het grondplan van de ruimte omvat. Het betreffende meettoestel kan zijn meting eventueel vanuit verschillende posities in de betreffende mimte, en/of vanuit verschillende gezichtspunten uitvoeren, bijvoorbeeld naargelang de zichtbaarheid van de wanden van de betreffende mimte. De hierbij ontstane verschillende puntenwolken worden naar elkaar gerefereerd door middel van de ingenomen positie en gezichtspunt zodat een volledig beeld van het grondoppervlak van de betreffende mimte, en meer bepaald van de wanden ervan, ontstaat. Dit volledige beeld wordt digitaal opgeslagen en vormt minstens de basis van voomoemde dataset.
Het is duidelijk dat het vaststellen van het voomoemde legplan bij voorkeur wordt uitgevoerd op basis van de voomoemde dataset, of met andere woorden op basis van het digitale grondplan.
Volgens de uitvinding wordt de stap van het vaststellen van het voomoemde legplan, bij voorkeur, door middel van een computer uitgevoerd, waarbij de computer op basis van de voornoemde dataset, rekening houdend met gewenste beperkingen, een legplan voorstelt. De gewenste beperkingen kunnen veelvuldig zijn. Een eerste beperking is de afmeting en vorm van de eerste, of standaard, vloerpanelen. Deze eerste vloerpanelen worden genomen uit een beschikbaar vloerproduct dat op basis van persoonlijke voorkeur door de eindgebruiker is gekozen. Een tweede beperking is het type legplan. Op basis van zijn persoonlijke voorkeur kan de eindgebruiker opteren voor rijen in wildverband, rijen in halfverband, rijen volgens de diagonaal van de betreffende ruimte of voor speciale patronen zoals visgraatmotief en dergelijke meer. Bij voorkeur geeft de eindgebruiker ook de hoofdrichting aan van de rijen of patronen. Bij voorkeur geeft de gebruiker ook de geografische plaats van de te vloeren ruimte. Rekening houdend met nog verdere beperkingen, zoals bijvoorbeeld de minimum afmeting van expansievoegen vereist voor het vloerproduct in kwestie, zulks bij voorkeur in functie
BE2018/5360 van de geografische plaats van de ruimte, en bijvoorbeeld de minimale afmeting van panelen in de start of op het einde van een rij, en op basis van de voomoemde dataset of digitaal grondplan, stelt de computer dan een uiteindelijk gedetailleerd legplan voor dat geschikt is voor het vloeren van de betreffende ruimte. Zoals voomoemd wordt hierbij gebruik gemaakt van een databank met mogelijke oplossingen en/of met ongewenste oplossingen die rekening houdt met één of meerdere van voomoemde beperkingen. Uit dit bekomen legplan kan het vereiste aantal eerste vloerpanelen, namelijk vloerpanelen met een gemeenschappelijke vorm en afmeting, worden berekend, alsook het aantal van de voomoemde tweede vloerpanelen met hun vereiste aanpassing. De berekening van de vereiste aanpassingen is gebaseerd op het bepalen van de snijpunten/snijlijnen tussen het digitale grondplan en het legplan. Het resultaat van de berekening kan dan worden aangewend voor het automatisch samenstellen van de set van vloerpanelen die bestemd is voor het vloeren van de genoemde mimte. Dit automatisch samenstellen kan onder andere het produceren van de voomoemde tweede vloerpanelen inhouden op basis van standaardpanelen, gelijkaardig aan de voomoemde eerste vloerpanelen. Dit produceren kan het uitvoeren van één of meerdere van de aanpassingen, of voorzieningen hiertoe, inhouden die in het kader van het eerste aspect van de uitvinding zijn genoemd. Bij voorkeur wordt aan de hand van voomoemde berekening CAD/CAM (ComputerAided-Design/Computer-Aided-Manufacturing) data voor elk van de voomoemde tweede vloerpanelen gegenereerd, waarbij deze data geschikt is een bewerkingsmachine, zoals een bovenfrees en/of afkortzaag en/of lasersnijmachine en/of watersnijmachine of andere snijapparatuur, aan te sturen zodat de nodige aanpassing, aanduiding en/of breuklijn kan worden gerealiseerd.
Andere of verdere beperkingen zijn uiteraard mogelijk. Het is bijvoorbeeld voordelig om in een geval waarbij de kopse naden van de vloerpanelenrijen haaks op een wand met een deuropening staan, ervoor te zorgen dat zich minstens één van deze naden ter plaatse van de deuropening bevindt.
Naargelang het gewenste gebruiksgemak en de gewenste klantspecificiteit kunnen enkele stappen van de werkwijze al dan niet aan de gebruiker worden overgelaten. Het vaststellen van het geschikte legplan kan bijvoorbeeld aan de eindgebruiker worden
BE2018/5360 18 overgelaten. De eindgebruiker kan dat aan de hand van een computer en geschikte software uitvoeren, maar het is ook mogelijk dat de eindgebruiker zijn gewenste type legplan doorgeeft en dat het geschikte uiteindelijke legplan dan wordt vastgesteld door de producent, distributeur, architect door middel van een computer en geschikte software. Afhankelijk van de stappen uitgevoerd door de eindgebruiker is het mogelijk dat andere data beschikbaar is voor de vervaardiging van de tweede vloerpanelen. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de data enkel het digitale grondplan omvat. Het is ook mogelijk dat de data minstens de geometrie van elk tweede vloerpaneel omvat.
Bij voorkeur stelt een computer op basis van de voomoemde dataset een gedetailleerd legplan voor een bepaalde mimte voor. Het bepalen van dergelijk gedetailleerd legplan omvat bij voorkeur de volgende stappen:
- de stap van het bepalen van de hoofdrichting van de paneelrijen, bij voorkeur door de gebruiker in te geven, bijvoorbeeld door aan te duiden dat de hoofdrichting evenwijdig dient zijn met een gedeelte van de grenzen van het digitale grondplan, zoals dit vervat zit in de voomoemde dataset;
- de stap van het bepalen van de positie van de langsranden van paneelrijen; deze stap kan automatisch worden uitgevoerd, bij voorkeur zodanig dat de gemiddelde breedte van de paneelrijen aan de randen maximaal is, en waarbij de breedte voor elke rij aan dergelijke rand over een zo groot mogelijke lengte van de betreffende rij minstens de halve breedte van de panelen uit het betreffende vloerproduct bedraagt;
- de stap van het berekenen van snijpunten tussen voomoemde langsranden van paneelrijen en het digitale grondplan, meer speciaal de externe en, bij voorkeur ook de interne, grenzen van dit grondplan;
- de stap van het op basis van voomoemde snijpunten identificeren van starten stopposities in paneelrijen van volledige breedte, alsook van concave en convexe lussen die zich uitstrekken in eenzelfde paneelrij;
- de stap van het voorstellen van eerste en tweede vloerpanelen tussen de start- en stopposities in elke paneelrij, rekening houdend met gewenste beperkingen, namelijk door panelen voor te stellen die voldoen aan de
BE2018/5360 databank van mogelijke oplossingen, en rekening houdend met eventuele concave lussen die zich in de betreffende paneelrij bevinden;
- de stap van het voorstellen van tweede vloerpanelen ter plaatse van de voomoemde convexe lussen, eveneens rekening houdend met gewenste beperkingen.
Het bekomen gedetailleerd legplan wordt dan verder aangewend zoals uiteengezet voor het samenstellen van de set van vloerpanelen die bestemd of geschikt is voor het vloeren van de betreffende mimte. Het is duidelijk dat bij de stap van het bepalen van de positie van de langsranden van paneelrij en, in het geval van een vloerproduct met panelen van twee of meer breedtes, rekening moet worden gehouden met de gewenste variatie in de breedte van de rijen, bijvoorbeeld afwisselend brede en smalle rijen.
Doordat het gedetailleerd legplan rij per rij wordt samengesteld, is het mogelijk het uiteindelijk legplan aan verdergaande beperkingen te laten voldoen. Zo bijvoorbeeld is het mogelijk een overbodig gedeelte van een tweede vloerpaneel uit een eerder samengestelde rij, geheel of gedeeltelijk aan te wenden als nuttig gedeelte in een andere nog samen te stellen rij. Op deze manier kan gewerkt worden met minder verlies. Volgens een ander voorbeeld kan ervoor gezorgd worden dat een doorgang van een nutsleiding samenvalt met een paar dwarse paneelranden. Zulks verhoogt het installatiegemak aanzienlijk en levert een esthetisch en kwalitatief resultaat op.
Het is duidelijk dat het niet strikt noodzakelijk is dat de werkwijze de stap dient te omvatten van het voorzien van minstens de vereiste hoeveelheid eerste vloerpanelen met gemeenschappelijke vorm en afmeting, of afmetingen. Het is namelijk mogelijk dat de eindgebruiker zelf voldoende standaardpanelen voorziet en gebruik maakt van een andere partij om één of meerdere van de tweede vloerpanelen te voorzien.
Het draagt de voorkeur dat minstens de tweede vloerpanelen een identificatie omvatten die toelaat, eventueel in samenhang met een legplan, hun voorziene positie in de vloer te bepalen. Eventueel kunnen ook de eerste vloerpanelen van een dergelijke identificatie worden voorzien. De identificatie van eerste vloerpanelen kan nuttig zijn in het geval de set van de uitvinding eerste vloerpanelen omvat met een identieke of
BE2018/5360 quasi identieke decoratieve zijde, bijvoorbeeld in het geval van vloerpanelen die aan hun oppervlak voorzien zijn van een gedrukt decor, bijvoorbeeld met een imitatie van hout. De identificatie kan zodanig zijn uitgevoerd dat voorkomen wordt dat dergelijke eerste vloerpanelen dicht bij elkaar in het vloerplan zijn opgenomen, hetgeen kan benadrukken dat het over een imitatie gaat. Ook in het geval er meerdere types van eerste vloerpanelen zijn, bijvoorbeeld eerste vloerpanelen met twee of meer verschillende vormen en/of afmetingen, kan een identificatie nuttig zijn om het gewenste legpatroon te verzekeren. In het algemeen kan de identificatie ook een installatievolgorde weergeven volgens de welke de vloerbekleding het eenvoudigst kan worden geïnstalleerd.
Hoewel de uitvinding in de eerste plaats bedoeld is te worden aangewend bij vloerbekledingen die zijn samengesteld uit paneelvormige elementen, is het duidelijk dat zij, volgens een afwijkende variante, ook kan worden aangewend bij vloerkledingen die zijn samengesteld uit baanvormige elementen, zoals de banen van kamerbreed vinyl of kamerbreed tapijt.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 een gedeelte weergeeft van een set van vloerpanelen met de kenmerken van de huidige uitvinding;
Figuur 2 in bovenaanzicht en op kleinere schaal een ruimte weergeeft die gevloerd is met behulp van de set van vloerpanelen waarvan een gedeelte is weergegeven in figuur 1;
Figuur 3 een variante weergeeft voor het paneel dat zich op figuur 1 in het gebied F3 bevindt;
Figuren 4 tot 7 op grotere schaal en voor varianten een zicht weergeven op het gebied dat op figuur 3 met F4 is aangeduid;
Figuur 8 op grotere schaal een zicht weergeeft volgens de op figuur 6 weergegeven lijn VIII-VIII;
BE2018/5360
Figuren 9 tot 14 in eenzelfde zicht varianten weergeeft;
Figuur 15 in bovenaanzicht een te vloeren ruimte weergeeft;
Figuren 16 en 17 schematisch enkele stappen weergeven in een werkwijze volgens de uitvinding;
Figuur 18 in een zicht gelijkaardig aan dat van Figuur 15 nog een grondplan van een te vloeren ruimte weergeeft;
Figuren 19 tot 21 schematisch enkele stappen weergeeft in een werkwijze met de kenmerken van de huidige uitvinding; en
Figuur 22 een workflow weergeeft voor het verwezenlijken van data geschikt voor het vervaardigen van een set van vloerpanelen met de kenmerken van de uitvinding.
Figuur 1 geeft panelen 1 weer uit een set van vloerpanelen 2 die, zoals figuur 2 weergeeft bestemd is voor het vloeren van een ruimte 3. De panelen 1 van figuur 1 betreffen:
- een eerste vloerpaneel IA, waarvan de set meerdere bevat en die een gemeenschappelijke vorm en afmeting vertonen. In het voorbeeld betreft het vloerpanelen IA met een rechthoekige en langwerpige vorm met relatief grote afmetingen, namelijk een lengte L van meer dan 2 meter en een breedte W van meer dan 20 cm. De vloerpanelen 1 zijn bestemd voor het vormen van een zwevende vloerbekleding en zijn hiertoe aan hun randen 4-5-6-7 voorzien van mechanische koppeldelen 8 in de vorm van een tand 9 en een groef 10, waarbij de groef 10, in het voorbeeld, een uitstekende onderste groefiip 11 vertoont;
- meerdere tweede vloerpanelen 1B uit de voomoemde set 2, die een aanpassing 12 van de gemeenschappelijke vorm en/of de gemeenschappelijke afmeting vertonen. De betreffende aanpassing 12 is in overeenstemming met de voomoemde ruimte 3.
De voomoemde eerste vloerpanelen IA betreffen standaardvloerpanelen van een gekozen vloerproduct. De voomoemde tweede vloerpanelen 1B zijn bekomen door dergelijke standaardvloerpanelen aan te passen in overeenstemming met de te vloeren ruimte 3. In dit geval betreft de aanpassing 12 telkens een verwijdering van de
BE2018/5360 overbodige gedeelten van het betreffende vloerpaneel 1B. De aanpassing 12 is telkens op voorhand en los van de eigenlijke installatie uitgevoerd. De set van vloerpanelen 2, waarvan een gedeelte is weergegeven in figuur 1, wordt met de vereiste aanpassingen 12 of tweede vloerpanelen 1B geleverd.
De set 2 omvat, in het voorbeeld, minstens tweede vloerpanelen 1B waarbij de voomoemde aanpassing 12 een afkorting 13 in de lengte omvat. Deze tweede vloerpanelen 1B zijn geschikt om het begin of het einde van een rij 14 van vloerpanelen 1 te vormen.
De set 2 omvat, in het voorbeeld, minstens tweede vloerpanelen 1B waarbij de voomoemde aanpassing 12 in de vorm van een verwijdering 14 van uitstekende gedeelten aan een rand omvat. Bij het geïllustreerde paneel 15 gaat het om de verwijdering van de uitstekende onderste groeflip 11 aan een korte rand 7.
De set 2 omvat, in het voorbeeld, minstens tweede vloerpanelen 1B waarbij de voomoemde aanpassing 12 een aangepaste contour 16 omvat die voorzien is aan één of meerdere randen. De contour 16 kan aangepast zijn aan wanden 36 en/of andere randen van de mimte 3, zoals aanwezige pilaren 38 of steunpalen.
De set 2 omvat, in het voorbeeld, minstens tweede vloerpanelen 1B waarbij de aanpassing 12 uitsparingen 17 en een aanpasstuk 18 omvat bestemd voor de doorvoer van leidingen, bijvoorbeeld van buizen voor de centrale verwarming. Hierbij is het mogelijk dat het aanpasstuk 18 bekomen is uit een ander vloerpaneel, dan het eigenlijke gedeelte 19 van dit tweede vloerpaneel IB. Op die manier kan namelijk voorkomen worden dat het materiaal verwijderd door een zaaglijn tussen het eigenlijke gedeelte 19 en het aanpasstuk 18 zou zorgen voor een naad in de uiteindelijke vloerbekleding. Door het aanpasstuk 18 uit een ander vloerpaneel te produceren kan een aansluiting bekomen worden met het eigenlijke gedeelte 19 van het vloerpaneel 1B.
De set 2 van het voorbeeld omvat minstens alle eerste vloerpanelen IA en tweede vloerpanelen 1B nodig voor het vloeren van de betreffende mimte 3, en, in dit geval, is
BE2018/5360 de set 2 zo uitgevoerd dat geen verdere aanpassingen dienen te worden uitgevoerd voor het vloeren van de beoogde ruimte 3. Dat is, in het algemeen, volgens de uitvinding niet noodzakelijk. De set 2 zou bijvoorbeeld als tweede vloerpanelen 1B enkel diegene kunnen bevatten die een aanpassing 12 omvatten die verder gaat dan een verwijdering 14 van uitstekende gedeelten aan een rand en/of een rechte afkorting 13 van de lengte L van de vloerpanelen 1.
Figuur 2 geeft de tweede vloerpanelen IB, die nodig zijn voor het vloeren van de betreffende ruimte 3, gearceerd weer. Doordat het hier gaat om eerste vloerpanelen IA met relatief grote afmetingen in vergelijking met de oppervlakte van de ruimte 3, beslaan de tweede vloerpanelen 1B meer dan 50% van de oppervlakte.
Figuur 3 geeft een alternatief tweede vloerpaneel 1B weer dat voorzien is te worden aangepast volgens een op het paneel voorziene aanduiding 20, in dit geval een opdeellijn. Deze opdeellijn is op voorhand en los van de installatie op het betreffende vloerpaneel voorzien. De aanduiding is hier weergegeven op de decoratieve zijde 21 van het vloerpaneel 1B, maar kan ook op de onderzijde ervan zijn aangebracht. De opdeellijn of aanduiding 20 kan zich ook uitstrekken tot één of meerdere van de aan de rand voorziene koppeldelen 8.
Figuur 4 geeft nog een alternatief tweede vloerpaneel 1B weer dat voorzien is te worden aangepast. Hiertoe is het paneel voorzien van een breuklijn 22 die in dit geval een serie doorgaande boringen 23 omvat volgens een voorziene opdeellijn. Figuur 5 geeft een alternatief weer met meerdere langwerpige doorgaande sleuven 24 volgens een voorziene opdeellijn. Het spreekt voor zich dat boringen 23 en sleuven 24 kunnen worden gecombineerd om eenzelfde breuklijn 22 te voorzien.
Figuur 6 geeft nog een alternatief weer met slechts één doorgaande sleuf 24 die zich in hoofdzaak over de volledige opdeellijn uitstrekt. In het voorbeeld is het nuttige gedeelte 25 van het vloerpaneel 1B enkel nog over de koppeldelen 8 van het vloerpaneel IB met het overbodige gedeelte 26 verbonden. Figuur 7 geeft ter verduidelijking ook een dergelijk voorbeeld weer, doch voor een verschillend tweede vloerpaneel 1B, dat niet
BE2018/5360 behoort tot de set 2 van het voorbeeld. In het voorbeeld van figuur 6 strekt de breuklijn 22, zoals verder nog verduidelijkt in figuur 8, zich uit tussen posities 27 die aan twee verschillende randen 4-5, in dit geval tegenoverliggende randen, proximaal gelegen zijn van de distale uiteinden 28 van de daar aanwezige koppeldelen 8. Met andere woorden worden de distale gedeelten 28 van deze koppeldelen 8 aan de betreffende randen 4-5 niet doorgesneden. In het voorbeeld van figuur 7 strekt de breuklijn 22 zich uit tussen verschillende posities 27 aan dezelfde rand 5, die telkens proximaal gelegen zijn van het distale uiteinde 28 van het daar aanwezige koppeldeel 8. Het is duidelijk dat de gebruiker op eenvoudige manier, bijvoorbeeld handmatig of met eenvoudig gereedschap, de resterende verbinding 29 tussen het nuttige gedeelte 25 en het overbodige gedeelte 26 kan doorbreken. Verder is het duidelijk dat bij het type breuklijnen 22 van figuren 6, 7 en 8 het nuttige gedeelte 25 ook over slechts één resterende verbinding 29 met het overbodige gedeelte 26 kan zijn verbonden.
Figuur 8 geeft verder duidelijk weer dat het voorbeeld laminaatvloerpanelen 1 betreft, namelijk vloerpanelen bestaande uit een kern 30 waarop een laminaattoplaag 31 met een gedrukte decorlaag 32 en een slijtvaste toplaag 33 is aangebracht, en waarbij aan de onderzijde van de kern een tegenlaag 34 is aangebracht. Het is duidelijk dat de uitvinding kan worden toegepast bij eender welk type van vloerpanelen, zo bijvoorbeeld vindt zij ook toepassing bij houten vloerpanelen, zoals geprefabriceerd parket, of bij kunststofvloerpanelen, zoals LVT panelen, waarbij dan andere types toplagen worden toegepast. Voor de vakman is het duidelijk dat de breuklijnen 22 die hier worden voorgesteld eveneens van toepassing zijn voor deze andere types van vloerpanelen.
Figuur 8 geeft verder weer dat de vloerpanelen 1A-1B van het voorbeeld aan minstens één paar tegenoverliggende randen 4-5 voorzien zijn van mechanische koppeldelen 8 die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen 1A-1B aan de betreffende randen 4-5 kunnen worden gekoppeld, waarbij in de gekoppelde toestand een vergrendeling ontstaat zowel in een verticale richting V loodrecht op het vlak van de panelen, als in een horizontale richting H loodrecht op de betreffende randen 4-5 en in het vlak van de panelen. Dergelijke koppeldelen 8 kunnen op velerlei verschillende manieren zijn
BE2018/5360 uitgevoerd. In het voorbeeld zijn zij in hoofdzaak als een tand-in-groefkoppeling voorzien. Uit figuur 1 is het duidelijk dat in dit geval ook de korte randen 6-7 zijn voorzien van mechanische koppeldelen 8. Het kan hierbij eveneens gaan om een vergrendelende tand-in-groefverbinding van het type weergegeven op figuur 8. Andere mogelijkheden zoals zogenaamde pushlock-koppelprofielen zijn niet uitgesloten. Dergelijke pushlock-koppelprofielen laten een vergrendeling toe door middel van een neerwaartse beweging van de paneelranden naar elkaar toe en zijn bijvoorbeeld gekend uit het WO 01/75247.
Figuur 9 geeft nog een uitvoeringsvorm weer waarbij de breuklijn 22 is uitgevoerd als een niet doorgaande sleuf 24, waarbij het nuttige gedeelte 25 en het overbodige gedeelte 26 van het vloerpaneel 1B verbonden blijven door middel van een resterende verbinding 29 onder de vorm van een materiaalgedeelte aanwezig aan de onderzijde van het vloerpaneel. Bij voorkeur omvat dit materiaalgedeelte, zoals hier, een gedeelte van de kern 30.
Figuur 10 geeft een uitvoeringsvorm weer waarbij de breuklijn 22 is uitgevoerd als een niet doorgaande sleuf 24, waarbij het nuttige gedeelte 25 van het overbodige gedeelte 26 van het vloerpaneel 1B verbonden blijven voor middel van een resterende verbinding 29 onder de vorm van een materiaalgedeelte aanwezig aan de bovenzijde van het vloerpaneel 1B. Bij voorkeur omvat dit materiaalgedeelte, zoals hier, een gedeelte van de kern 30.
Figuur 11 geeft een uitvoeringsvorm weer waarbij de breuklijn 22 is uitgevoerd als twee niet-doorgaande sleuven 24; één die van de onderzijde van het vloerpaneel 1B is uitgevoerd en één die van de bovenzijde, of decoratieve zijde 21 van het vloerpaneel 1B is uitgevoerd. Het nuttige gedeelte 25 blijft met het overbodige gedeelte 26 verbonden over een resterende verbinding 29 onder de vorm van een materiaalgedeelte van de kern 30.
Figuur 12 geeft een uitvoeringsvorm weer waarbij de breuklijn 22 ongeveer is uitgevoerd als in figuur 11, doch met dat verschil dat de sleuven 24 elkaar gedeeltelijk
BE2018/5360 ontmoeten en dus voor een gedeelte 35 een doorgaande sleuf vormen. Het betreffende gedeelte 35 strekt zich hierbij uit tussen posities 27 die aan twee tegenoverliggende randen 4-5 proximaal gelegen zijn van de distale uiteinden 28 van de daar aanwezige koppeldelen 8.
Figuur 13 geeft een uitvoeringsvorm weer waarbij de breuklijn 22 ongeveer is uitgevoerd als in figuur 9, doch met dat verschil dat de sleuf 24 voor een gedeelte 35 doorgaand is uitgevoerd. Het betreffende gedeelte 35 strekt zich hierbij uit tussen posities 27 die aan twee tegenoverliggende randen 4-5 proximaal gelegen zijn van de distale uiteinden 28 van de daar aanwezige koppeldelen 8.
Figuur 14 geeft nog een uitvoeringsvorm weer ongeveer zoals in figuur 11 doch waarbij de resterende verbinding 29 is uitgevoerd als een resterend materiaalgedeelte van de kem 30 dat centraal is gelegen, of, met andere woorden, meer naar binnen is gelegen dan het profiel van de koppeldelen 8. Op deze manier wordt bekomen dat de koppeldelen 8 niet beïnvloed worden door het onderbreken van de resterende verbinding 29 tussen het nuttige gedeelte 25 en het overbodige gedeelte 26 van het betreffende tweede vloerpaneel 1B.
Figuur 15 is een grafische weergave van een dataset die in overeenstemming met het grondoppervlak of grondplan van een te vloeren ruimte 3 is gegenereerd. De dataset omvat in dit geval data in overeenstemming met de wanden 36, omlijstingen van deuren 37, pilaren 38 of steunpalen, doorvoeropeningen 39 voor leidingen en dergelijke meer. Voor het vloeren van de ruime 3 dient de gebruiker een vloerproduct te kiezen. Als alternatief kan ook automatisch een vloerproduct voorgesteld worden, of kan de gebruiker kiezen tussen een beperkt aantal voorgestelde vloerproducten.
Figuur 16 geeft aan de hand van arceringen weer dat de volgens de uitvinding aangewende databank van mogelijke oplossingen uitsluit dat korte randen 6-7 van vloerpanelen dichter dan een minimaal te onderhouden afstand of minimumafmeting LI van de start of het einde van een rij 14 zijn gepositioneerd.
BE2018/5360
Figuur 17 geeft weer dat de databank van mogelijke oplossingen verder wordt ingeperkt aan de hand van de positie van de korte randen 6-7 van reeds voorgestelde panelen 1, namelijk zodanig dat de minimale afstand D tussen korte randen 6-7 van panelen 1 in aanliggende rijen 14 groter blijft dan een voor het vloerproduct vereist minimum. In dit geval wordt ervoor gezorgd dat deze afstand D bewaard wordt in de twee meest nabije rijen 14. Het is uiteraard mogelijk dat de te onderhouden afstand afheemt naarmate de rij verder afgelegen is van de betreffende korte rand 6-7.
Figuur 17 geeft verder weer dat een volgend paneel 1, hier weergegeven in streeplijn, wordt voorgesteld in overeenstemming met de databank van mogelijke oplossingen, namelijk met een korte rand 6-7 die buiten de arceringen gepositioneerd is.
Bij figuren 15 tot 17 wordt nog opgemerkt dat de gebruiker het gewenste type legplan 40, in dit geval een wildverband, zelf kan kiezen. Hierbij is het mogelijk dat de gebruiker ook de hoofdrichting 41 van de rijen 14 kiest, bijvoorbeeld, zoals hier, evenwijdig met de lange wanden.
Figuur 2 toont aan dat op basis van het uiteindelijk gedetailleerd legplan 40 het vereiste aantal eerste vloerpanelen IA, alsook het aantal van de tweede vloerpanelen IB met hun vereiste aanpassing 12 kan worden berekend, zodat de set van vloerpanelen 2 geschikt voor het vloeren van de ruimte 3 uit figuur 15 kan worden samengesteld. Het aan de hand van de hier beschreven methode verkregen berekeningsresultaat kan worden aangewend voor het aansturen van een houtbewerkingsmachine voor het uitvoeren van de vereiste aanpassingen 12, en of voor het voorzien van breuklijnen 22 en/of aanduidingen 20 zoals hoger nog beschreven.
Figuur 18 is een grafische weergave van een dataset die in overeenstemming met het grondplan van een eerder theoretische te vloeren ruimte 3 is gegenereerd. De figuren 18 tot en met 21 illustreren een werkwijze voor het genereren van een gedetailleerd legplan, in dit geval met wildverband, voor de ruimte van figuur 18. Het eerder theoretische grondplan laat toe een veelheid aan mogelijke situaties en moeilijkheden
BE2018/5360 bij het bepalen van een gedetailleerd grondplan te illustreren, en toont aan dat telkens een oplossing kan worden gevonden.
Figuur 18 toont de door de gebruiker aangegeven gewenste hoofdrichting 41 voor de rijen 14 van het uiteindelijk legplan. Dergelijke hoofdrichting 41 kan ook automatisch worden berekend, bijvoorbeeld door het bepalen van de hoofdassen van het grondplan, en de hoofdas met de grootste lengte als hoofdrichting 41 aan te houden. In het niet weergegeven geval dat het grondplan een ellipsvorm zou hebben, zou, in dergelijk geval automatisch de lange as als hoofdrichting genomen worden.
Figuur 19 geeft schematisch het resultaat weer van de stap van het bepalen van de positie van de langsranden 42 van paneelrijen 14. Deze langsranden 42 verlopen uiteraard in de vastgelegde hoofdrichting 41. Hun onderlinge afstand M ligt vast door de keuze van het vloerproduct. In dit geval betreft het een vloerproduct met vloerpanelen IA van slechts één gemeenschappelijke breedte. De positie van de langsranden 42 is automatisch uitgevoerd zodanig dat de gemiddelde breedte van de paneelrijen 14A aan de randen 43 maximaal is, en waarbij de breedte voor elke rij 14A aan dergelijke rand 43 over een zo groot mogelijke lengte van de betreffende rij 14A minstens de halve breedte van de panelen IA uit het betreffende vloerproduct bedraagt.
Figuur 20 geeft schematisch het resultaat weer van de stap van het berekenen van snijpunten 44 tussen langsranden 42 van paneelrijen 14 en het digitale grondplan, meer speciaal de externe grenzen 45A en, bij voorkeur ook de interne grenzen 45B, van dit grondplan.
Op basis van voomoemde snijpunten 44 kunnen dan start- en stopposities in paneelrijen van volledige breedte, alsook convexe lussen 48A en concave lussen 48B die zich uitstrekken in eenzelfde paneelrij 14 worden bepaald. Hiertoe kunnen de grenzen 45 A45B systematisch worden doorlopen, bijvoorbeeld, zoals hier, in wijzerzin, en kunnen de coördinaten van twee opeenvolgende snijpunten 44 worden vergeleken. Voor eenvoudig rekenen kan, zoals hier, een orthogonaal coördinatenstelsel 46 worden toegepast waarvan de X-as samenvalt met de voomoemde hoofdrichting 41. Op deze
BE2018/5360 manier kunnen de overgangen 47 tussen twee opeenvolgende snijpunten 44 als volgt worden geclassificeerd:
- overgangen 47A op externe grenzen 45A waarbij de Y-coördinaat van de snijpunten 44 toeneemt en overgangen 47A op interne grenzen 45B waarbij de Y-coördinaat van de snijpunten 44 afiieemt. Dergelijke overgang 47A betreft een startpositie van een rij 14 van volledige breedte, die wordt gestart met een tweede vloerpaneel dat aan de linkerkant kan zijn afgekort;
- overgangen 47B op externe grenzen 45A waarbij de Y-coördinaat van de snijpunten 44 afneemt en overgangen 47B op interne grenzen 45B waarbij de X-coördinaat van de snijpunten 44 toeneemt. Dergelijke overgang 47B betreft een eindpositie van een rij 14 van volledige breedte, die wordt geëindigd met een tweede vloerpaneel dat aan de rechterkant kan zijn afgekort;
- overgangen 47C op externe of interne grenzen 45A-45B waarbij de Ycoördinaat van de snijpunten 44 niet verandert. Dergelijke overgang betreft een lus 48A-48B. Wanneer op een externe grens 45A, tussen de betreffende snijpunten 44, bij toenemende X-coördinaat wordt overgeschakeld van een stijgende Y-coördinaat naar een dalende Y-coördinaat, of wanneer bij afhemende X-coördinaat wordt overgeschakeld van een dalende Ycoördinaat naar een stijgende Y-coördinaat, betreft het een convexe lus 48A. Wanneer het een interne grens 45B betreft, is het bij dergelijke coördinatenwissels een concave lus 48B. Wanneer op een externe grens 45A, tussen de betreffende snijpunten 44, bij toenemende X-coördinaat wordt overgeschakeld van een dalende Y-coördinaat naar een stijgende Ycoördinaat, of wanneer bij afhemende X-coördinaat wordt overgeschakeld van een stijgende Y-coördinaat naar een dalende Y-coördinaat, betreft het een concave lus 48B. Wanneer het een interne grens 45B betreft, is het bij dergelijke coördinatenwissels een concave lus 48A. Convexe lussen 48A geven aanleiding tot vloerpanelen 1B waarvan de breedte is afgekort. Concave lussen 48B geven aanleiding tot vloerpanelen IB die op zich deel uitmaken van een grotere aanliggende rij 14 die zich uitstrekt tussen een
BE2018/5360 overgang 47A en overgang 47B, aangrenzend aan de overgang 48B in kwestie.
Zoals voomoemd, zijn de grenzen 45A en 45B hierboven in wijzerzin doorlopen. Het spreekt voor zich dat de grenzen in het algemeen in eender welke volgorde, bijvoorbeeld in tegenwijzerzin, kunnen worden doorlopen, waarbij dan wel de boven uiteengezette classificatie op basis van een aangepaste logica dient te gebeuren. Het is ook mogelijk dat verschillende grenzen van hetzelfde grondplan op een andere manier worden doorlopen, bijvoorbeeld externe grenzen 45A in wijzerzin, en interne grenzen 45B in tegenwijzerzin. Ook het assenstelsel kan op een andere wijze worden gedefinieerd, waardoor terug een andere logica dient te worden toegepast voor de bovenstaande classificatie. Dergelijke aanpassingen liggen binnen het bereik van de vakman.
Overgangen 47A en 47B kunnen eenvoudig worden gelinkt aan dezelfde rij 14 door hun Y-coördinaten te vergelijken. Wanneer, zoals hier, meerdere overgangen 47A-47B aanwezig zijn met gemeenschappelijke Y-coördinaten, worden deze gerangschikt volgens X-coördinaat, waardoor onafhankelijke rijgedeelten 49 worden verkregen met hun afzonderlijke startovergang 47A en stopovergang 47B. Met “onafhankelijk” wordt bedoeld dat de uiteindelijke invulling van dergelijk rij gedeelte 49 onafhankelijk kan worden uitgevoerd van de andere rijgedeelten 49 in dezelfde rij 14.
Figuur 21 geeft weer dat de computer eerste vloerpanelen IA en tweede vloerpanelen 1B voorstelt tussen elk van de overgangen 47A en 47B, of met andere woorden in elke rij 14 of onafhankelijk rijgedeelte 49, zulks rekening houdend met gewenste beperkingen, zoals de minimum te onderhouden afstand D tussen korte randen in aanliggende rijen 14, namelijk door vloerpanelen IA en 1B voor te stellen uit een databank met mogelijke oplossingen, en rekening houdend met eventuele concave lussen 48B die zich in de betreffende rij 14 of rijgedeelte 49 kunnen uitstrekken. De convexe lussen 48A kunnen op zich afzonderlijk ingevuld worden met tweede vloerpanelen 1B. Zoals in de inleiding vermeld kunnen de eerste vloerpanelen IA en de
BE2018/5360 tweede vloerpanelen IB telkens gebaseerd zijn op een databank van beschikbare panelen of paneelgedeelten.
Wanneer elke overgang 47A-47B-47C behandeld is, is het gedetailleerd legplan compleet. Het bekomen gedetailleerd legplan wordt dan verder aangewend zoals hoger nog uiteengezet, bijvoorbeeld voor de aansturing van houtbewerkingsmachine voor het uitvoeren van de vereiste aanpassingen 12, en of voor het voorzien van breuklijnen 22 en/of aanduidingen 20. Het is duidelijk dat in het huidig voorbeeld de vereiste aanpassingen 12 telkens bestaan uit het verwezenlijken van het gedeelte van de interne grens 45B of externe grens 45A ter plaatse van de overgangen 47A-47B-47C in kwestie.
Figuur 22 geeft, sterk schematisch, nog een voorkeurdragende workflow weer voor het genereren van data 50 geschikt voor het samenstellen van een set van vloerpanelen met de kenmerken van het eerste aspect. Als eerste input 51 wordt gewerkt met een dataset 52 in overeenstemming met het grondplan van een te vloeren ruimte 3. Deze dataset 52 omvat bij voorkeur minstens informatie, bij voorkeur de coördinaten bijvoorbeeld in een orthogonaal assenstelsels, over de positie van externe en/of interne grenzen 45A45B. Als tweede input 53 wordt gewerkt met informatie U, bijvoorbeeld over de wensen van de gebruiker en de geografische plaats van de installatie. Bij de wensen van de gebruiker kan het bijvoorbeeld gaan over het gewenste vloerproduct, het gewenste legpatroon, bijvoorbeeld wildverband, en dergelijke meer. Op basis van deze informatie U wordt enerzijds informatie T omtrent technische beperkingen voor de installatie opgehaald uit een databank 54, en anderzijds een databank 55 van beschikbare vloerpanelen van het gekozen vloerproduct geselecteerd. De databank 55 wordt aangewend om een tijdelijke databank 56 van beschikbare vloerpanelen IA te voeden ten behoeve van het vloeren van de ruimte 3 in kwestie. Dergelijke databank 56 kan bijvoorbeeld gegevens bevatten omtrent de werkelijke lengte van elk vloerpaneel. Dit laatste is bijzonder nuttig in het geval van een vloerproduct met panelen IA van randomlengte.
BE2018/5360
De databank 56 van eerste vloerpanelen IA, de informatie T en informatie U worden dan aangewend voor de berekening C van het gedetailleerd grondplan. De informatie T en U wordt ook aangewend voor het opstellen van een initiële databank 57 van mogelijke oplossingen. Voor de berekening C, kan het bijvoorbeeld gaan om een berekening C zoals uiteengezet aan de hand van de figuren 18 tot 21, of 15 tot 17. In dit geval, wordt tijdens de berekening C telkens een beschikbaar vloerpaneel uit de databank 56 opgehaald voor het toevoegen van een eerste vloerpaneel IA of voor het verwezenlijken van een tweede vloerpaneel 1B voor het samenstellen van de set. In het laatste geval wordt het overbodig gedeelte 26 van het tweede vloerpaneel 1B terug in de databank 56 gestoken zodat dit beschikbaar is voor het eventueel verwezenlijken van een volgend tweede vloerpaneel 1B. Het beschikbare vloerpaneel IA of het te verwezenlijken tweede vloerpaneel 1B wordt getoetst aan de databank 57 van mogelijke oplossingen. De toetsing bestaat erin te checken of het betreffende vloerpaneel een mogelijke oplossing kan bieden. Omgekeerd is het ook mogelijk dat op basis van de mogelijke oplossingen in de databank 57 een geschikt beschikbaar vloerpaneel wordt gekozen uit de databank 56. Indien een oplossing gevonden is, wordt verder gegaan met het voorstellen van het volgende vloerpaneel, en wordt de databank 57 van mogelijke oplossingen verder ingeperkt op basis van het getoetste vloerpaneel.
Als output 58 ontstaat uiteindelijk data 50 geschikt voor het samenstellen van een set van vloerpanelen 2 die geschikt is voor het vloeren van de ruimte 3. Deze data 50 omvat minstens informatie omtrent de vereiste aanpassingen 12 van de tweede vloerpanelen IB. De data 50 kan bijvoorbeeld voor elk tweede vloerpaneel 1B de ciördinaten van de contour van de aanpassing 12 omvatten. De data 50 kan verder nog informatie over het gedetailleerd legplan omvatten, zo bijvoorbeeld kan de data 50 de voorziene positie van elk eerste en tweede vloerpaneel 1A-1B in de ruimte 3 omvatten.
In Figuur 22 geeft de rechthoek in puntstreeplijn 59 processen weer die zich bij voorkeur intern in een computer afspelen.
Het is duidelijk dat de huidige uitvinding ook betrekking heeft op microprocessors die geprogrammeerd zijn voor het genereren van een gedetailleerd legplan voor een te
BE2018/5360 vloeren ruimte 3 en/of voor het genereren van data 50 geschikt voor het samenstellen van een set van vloerpanelen 2 die geschikt is voor het vloeren van een ruimte 3 en/of op digitale gegevensdragers die een dergelijk programma of wezenlijke onderdelen daarvan omvatten.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijzen, sets van vloerpanelen en gegevensdragers kunnen op verschillende wijzen worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.

Claims (12)

  1. Conclusies:
    1. - Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen voor het vloeren van een ruimte, waarbij wordt uitgegaan van een dataset (52) in overeenstemming minstens met het grondoppervlak van de voomoemde mimte (3), en waarbij de werkwijze de stap bevat van het vaststellen van een legplan (40) geschikt voor de voomoemde mimte (3), daardoor gekenmerkt dat de stap van het vaststellen van een legplan (40) door middel van een computer wordt uitgevoerd, waarbij de computer op basis van de voomoemde dataset (52), rekening houdend met gewenste beperkingen, een legplan (40) voorstelt, waarbij voomoemde beperkingen worden aangewend voor het inperken van een databank (57) van mogelijke oplossingen, waarbij de voomoemde stap van het vaststellen van een legplan (40) minstens de volgende substappen omvat:
    - het voorstellen van minstens een eerste paneel (1) in een eerste rij (14), waarbij dit paneel (1) voldoet aan de voomoemde databank (57) van mogelijke oplossingen;
    - het updaten of inperken van de voomoemde databank (57) van mogelijke oplossingen aan de hand van minstens de positie van de korte rand (6-7) van het eerste paneel (1);
    - het voorstellen van minstens een eerste paneel in een tweede rij (14), waarbij dit paneel voldoet aan de geüpdate of ingeperkte versie van de voomoemde databank (57)·
  2. 2. - Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voomoemde databank (57) van mogelijke oplossingen coördinaten omvat van mogelijke posities van korte randen (6-7) van vloerpanelen (1).
  3. 3. - Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat voor de voomoemde vloerpanelen wordt uitgegaan van rechthoekige en langwerpige panelen.
    BE2018/5360
  4. 4. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de plaats van met de voomoemde databank (57) van mogelijke oplossingen, gewerkt wordt met een databank van ongewenste oplossingen.
  5. 5. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voomoemde databank (57) van mogelijke oplossingen minstens uitsluit dat korte randen (6-7) van vloerpanelen (1) in aanliggende rijen (14) dichter dan een minimaal te onderhouden afstand (D) zijn gepositioneerd.
  6. 6. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voomoemde databank (57) van mogelijke oplossingen minstens uitsluit dat een korte rand (6-7) van een vloerpaneel (1) dichter dan een minimaal te onderhouden afstand c (LI) van de start of het einde van een rij (14) zijn gepositioneerd.
  7. 7. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze verder nog de voorafgaandelijke stap omvat van het genereren van voomoemde dataset (50) minstens in overeenstemming met het grondoppervlak van de te vloeren mimte (3).
  8. 8. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze verder nog de stap omvat van het produceren van de vereiste vloerpanelen (IB) die, volgens het vastgestelde legplan (40), een aanpassing (12) vertonen of hiertoe zijn voorzien, en/of de stap van het voorzien van minstens de vereiste hoeveelheid vloerpanelen (IA) met gemeenschappelijke afmetingen.
  9. 9. - Gegevensdrager met een softwarecode die wanneer die uitgevoerd wordt door een processor leidt of kan leiden tot een werkwijze met de kenmerken van één van de voorgaande conclusies.
  10. 10. - Set van vloerpanelen bestemd voor het vloeren van een mimte (3), daardoor gekenmerkt dat de set (2) meerdere eerste vloerpanelen (IA) omvat, waarbij deze eerste vloerpanelen (IA) een gemeenschappelijke vorm en afmeting vertonen, en dat de set
    BE2018/5360 (2) verder één of meerdere tweede vloerpanelen (1B) omvat die een aanpassing van de gemeenschappelijke vorm en/of de gemeenschappelijke afmeting vertonen of hiertoe zijn voorzien, waarbij de voomoemde aanpassing (12) in overeenstemming is met de voomoemde mimte (3) en waarbij de set van vloerpanelen is samengesteld aan de hand 5 van een werkwijze met de kenmerken van één van de conclusies 1 tot 8.
  11. 11. - Set van vloerpanelen volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de aanpassing (12) is uitgevoerd door het overbodige gedeelte (26) van het betreffende vloerpaneel (1B) te verwijderen.
  12. 12, - Set van vloerpanelen volgens conclusie 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat meerdere van de voomoemde vloerpanelen (IB) die een aanpassing (12) vertonen, of hiertoe zijn voorzien, samen verpakt zijn in een verpakkingseenheid, en dat deze eenheid ook de overbodige stukken (26) ontstaan door voomoemde aanpassing (12)
    15 bevat.
BE20185360A 2018-05-31 2018-05-31 Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen. BE1026326B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185360A BE1026326B1 (nl) 2018-05-31 2018-05-31 Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen.
EP19731797.7A EP3802989B1 (en) 2018-05-31 2019-05-24 Method for composing a set of floor panels
US17/057,998 US12071768B2 (en) 2018-05-31 2019-05-24 Method for composing a set of floor panels
PCT/IB2019/054338 WO2019229609A1 (en) 2018-05-31 2019-05-24 Method for composing a set of floor panels
CA3100634A CA3100634A1 (en) 2018-05-31 2019-05-24 Method for composing a set of floor panels
US18/763,416 US20240360680A1 (en) 2018-05-31 2024-07-03 Method for composing a set of floor panels

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185360A BE1026326B1 (nl) 2018-05-31 2018-05-31 Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026326A1 BE1026326A1 (nl) 2020-01-06
BE1026326B1 true BE1026326B1 (nl) 2020-01-13

Family

ID=62567174

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185360A BE1026326B1 (nl) 2018-05-31 2018-05-31 Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen.

Country Status (5)

Country Link
US (2) US12071768B2 (nl)
EP (1) EP3802989B1 (nl)
BE (1) BE1026326B1 (nl)
CA (1) CA3100634A1 (nl)
WO (1) WO2019229609A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1026326B1 (nl) * 2018-05-31 2020-01-13 Unilin Bvba Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen.
CN114119360B (zh) * 2020-08-26 2024-10-18 广东博智林机器人有限公司 装饰材料铺贴方法和装置
CN113836623A (zh) * 2021-09-15 2021-12-24 杭州群核信息技术有限公司 基于最小矩形图的地砖铺贴方法、装置、设备及存储介质
US12129666B2 (en) 2022-06-06 2024-10-29 Shaw Industries Group, Inc. Custom decorative articles and systems, apparatus, and method for providing the same

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10038886A1 (de) * 2000-08-09 2002-02-21 Joerg R Bauer System zum Bereitstellen verlegefertiger Plattenelemente einer Plattenart, insbesondere Fliesen
WO2009122332A1 (en) * 2008-04-01 2009-10-08 Jaume Parisi Sarobe Method of cladding with tiles for floors, walls, ceilings and the like

Family Cites Families (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1010487A6 (nl) 1996-06-11 1998-10-06 Unilin Beheer Bv Vloerbekleding bestaande uit harde vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen.
SE516696C2 (sv) 1999-12-23 2002-02-12 Perstorp Flooring Ab Förfarande för framställning av ytelement vilka innefattar ett övre dekorativt skikt samt ytelement framställda enlit förfarandet
SE518184C2 (sv) 2000-03-31 2002-09-03 Perstorp Flooring Ab Golvbeläggningsmaterial innefattande skivformiga golvelement vilka sammanfogas med hjälp av sammankopplingsorgan
US8677698B2 (en) * 2008-03-06 2014-03-25 Stuart C. Segall Relocatable habitat unit
US9016002B2 (en) * 2008-03-06 2015-04-28 Stuart Charles Segall Relocatable habitat unit having interchangeable panels
US20090313931A1 (en) * 2008-06-24 2009-12-24 Porter William H Multilayered structural insulated panel
US8322096B2 (en) * 2009-12-22 2012-12-04 VISSER Michael Wall system for a building
US20120073228A1 (en) * 2010-09-28 2012-03-29 Owens Corning Intellectual Capital, Llc Synthetic building panel
US20120121809A1 (en) * 2010-10-27 2012-05-17 Mark Vuozzo Formulation and process for treating wood substrates
US20140037885A1 (en) * 2012-08-03 2014-02-06 Interface, Inc. Carpet planks
EE05744B1 (et) * 2013-06-07 2015-04-15 Bole Oü Meetod puitmaterjali looduslikku kõverjoonelisust järgivate servadega laminaatpõrandaplankude valmistamiseks
JP6566754B2 (ja) * 2015-07-15 2019-08-28 キヤノン株式会社 液体吐出ヘッド及びその製造方法
US11409920B2 (en) * 2016-11-14 2022-08-09 Autodesk, Inc. Generative design for architecture
BE1024775B1 (nl) * 2016-12-01 2018-07-02 Unilin Bvba Set van vloerpanelen en werkwijze voor het samenstellen ervan.
US11687223B2 (en) * 2017-01-13 2023-06-27 Lutron Technology Company, LLC Configuring a load control system
WO2019007357A1 (zh) * 2017-07-05 2019-01-10 镇江市阳光西尔新材料科技有限公司 一种人造板板芯及其制造方法
US11281817B2 (en) * 2017-09-08 2022-03-22 Join, Inc. Systems and methods for generating programmatic designs of structures
WO2019074126A1 (ja) * 2017-10-13 2019-04-18 株式会社アサノ不燃 複層不燃木材
US10290004B1 (en) * 2017-12-02 2019-05-14 M-Fire Suppression, Inc. Supply chain management system for supplying clean fire inhibiting chemical (CFIC) totes to a network of wood-treating lumber and prefabrication panel factories and wood-framed building construction job sites
BE1026326B1 (nl) * 2018-05-31 2020-01-13 Unilin Bvba Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen.
US11436384B2 (en) * 2019-01-24 2022-09-06 Autodesk, Inc. Computer-aided techniques for iteratively generating designs
US20200250354A1 (en) * 2019-02-05 2020-08-06 Oshkosh Corporation Building information modeling system with self-configuration
US11306487B2 (en) * 2019-12-02 2022-04-19 Mannington Mills, Inc. Rigid polymeric modular flooring plank, method of making same, and method of using same
DE102020111572A1 (de) * 2020-04-28 2021-10-28 Salamander Industrie-Produkte Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Auslegen einer Fensterkonstruktion
US11803671B2 (en) * 2020-08-18 2023-10-31 Zebra Technologies Corporation Systems and methods for automatically generating sensor layouts
US20240241998A1 (en) * 2023-01-13 2024-07-18 Molly STORRS Structure design system and method
US20250077721A1 (en) * 2023-08-31 2025-03-06 Xerox Corporation System and method for capture of physical object data for environment modeling

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10038886A1 (de) * 2000-08-09 2002-02-21 Joerg R Bauer System zum Bereitstellen verlegefertiger Plattenelemente einer Plattenart, insbesondere Fliesen
WO2009122332A1 (en) * 2008-04-01 2009-10-08 Jaume Parisi Sarobe Method of cladding with tiles for floors, walls, ceilings and the like

Also Published As

Publication number Publication date
US20210207384A1 (en) 2021-07-08
WO2019229609A1 (en) 2019-12-05
BE1026326A1 (nl) 2020-01-06
EP3802989A1 (en) 2021-04-14
US12071768B2 (en) 2024-08-27
EP3802989B1 (en) 2024-05-01
US20240360680A1 (en) 2024-10-31
CA3100634A1 (en) 2019-12-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1026326B1 (nl) Werkwijze voor het samenstellen van een set van vloerpanelen.
US20250019973A1 (en) Set of floor panels and method for composing thereof
US20040261348A1 (en) Profiled strip device
EP3003734B1 (en) Method for producing laminate floorboards having edges following the natural curvature of the wooden material
NZ547775A (en) Floorboard, system and method for forming a flooring, and a flooring formed thereof
UA128503C2 (uk) Спосіб виготовлення панелей з дошки
CN113719065A (zh) 人字形表面装饰材料及其制造方法
CA2950231C (en) Panel assembly, and embossing element and decorative paper sheet for producing such a panel assembly
BE1019389A3 (nl) Verpakking voor vloerpanelen.
CA2486734A1 (en) Flooring system formed from wood floor panels
BE1022079B1 (nl) Ondertrap en werkwijze voor het vervaardigen van plaatvormige elementen ter vorming van een bekleding voor een trap
EA041190B1 (ru) Способ изготовления панелей из плиты, нажимная пластина, способ изготовления плиты и плита
JP2007162413A (ja) 框との連続的な床仕上げ構造
UA59298A (uk) Паркет штучний
PL69569Y1 (pl) Element podłogowy z drewna, zwłaszcza drewna litego
JPH0522736U (ja) 階段用幅木

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200113

PD Change of ownership

Owner name: FLOORING INDUSTRIES LIMITED, SARL; LU

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF LEGAL ENTITY; FORMER OWNER NAME: UNILIN, BV

Effective date: 20210723

Owner name: FLOORING INDUSTRIES LIMITED, SARL; LU

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF LEGAL ENTITY; FORMER OWNER NAME: UNILIN BVBA

Effective date: 20210723

PD Change of ownership

Owner name: UNILIN BV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: SCHACHT BENNY

Effective date: 20240320