[go: up one dir, main page]

BE1013776A3 - Werkwijze, preparaten en inrichting voor het vervaardigen van boterkoekjes. - Google Patents

Werkwijze, preparaten en inrichting voor het vervaardigen van boterkoekjes. Download PDF

Info

Publication number
BE1013776A3
BE1013776A3 BE2000/0352A BE200000352A BE1013776A3 BE 1013776 A3 BE1013776 A3 BE 1013776A3 BE 2000/0352 A BE2000/0352 A BE 2000/0352A BE 200000352 A BE200000352 A BE 200000352A BE 1013776 A3 BE1013776 A3 BE 1013776A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
dough
conveyor belt
butter
desc
recipe
Prior art date
Application number
BE2000/0352A
Other languages
English (en)
Inventor
Wouter Lanssens
Original Assignee
Bvba Lansslaere
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bvba Lansslaere filed Critical Bvba Lansslaere
Priority to BE2000/0352A priority Critical patent/BE1013776A3/nl
Priority to EP01870111A priority patent/EP1161874A3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1013776A3 publication Critical patent/BE1013776A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21DTREATMENT OF FLOUR OR DOUGH FOR BAKING, e.g. BY ADDITION OF MATERIALS; BAKING; BAKERY PRODUCTS
    • A21D10/00Batters, dough or mixtures before baking
    • A21D10/02Ready-for-oven doughs
    • A21D10/025Packaged doughs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C7/00Machines which homogenise the subdivided dough by working other than by kneading
    • A21C7/04Machines which homogenise the subdivided dough by working other than by kneading with moulding cups
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21DTREATMENT OF FLOUR OR DOUGH FOR BAKING, e.g. BY ADDITION OF MATERIALS; BAKING; BAKERY PRODUCTS
    • A21D13/00Finished or partly finished bakery products
    • A21D13/80Pastry not otherwise provided for elsewhere, e.g. cakes, biscuits or cookies
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21DTREATMENT OF FLOUR OR DOUGH FOR BAKING, e.g. BY ADDITION OF MATERIALS; BAKING; BAKERY PRODUCTS
    • A21D6/00Other treatment of flour or dough before baking, e.g. cooling, irradiating or heating
    • A21D6/001Cooling
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21DTREATMENT OF FLOUR OR DOUGH FOR BAKING, e.g. BY ADDITION OF MATERIALS; BAKING; BAKERY PRODUCTS
    • A21D8/00Methods for preparing or baking dough
    • A21D8/02Methods for preparing dough; Treating dough prior to baking

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Bakery Products And Manufacturing Methods Therefor (AREA)
  • Confectionery (AREA)
  • Seeds, Soups, And Other Foods (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een werkwijze voor het bereiden van bakkerijproducten uitgaande van voorgeprepareerde ingredienten, waarbij boterkoekjes worden gebakken uitgaande van diepgevroren deeg, meer bepaald voorvormen van ongebakken deeg met een gehalte aan boter van tenminste 20 gew. % en een gehalte aan eieren van tenminste 10 gew. % , al dan niet voorzien van de nodige koekjesversiering. De uitvinding betreft tevens voorgefabriceerde preparaten voor een dergelijke werkwijze, bestaande uit diepgevroren deeg voor boterkoekjes, en een inrichting voor het vervaardigen van dergelijke preparaten.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  WERKWIJZE. PREPARATEN EN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN
VAN BOTERKOEKJES. 



  De uitvinding betreft een nieuwe methode voor het vervaardigen van boterkoekjes. 



  Er bestaan reeds diverse methoden waarbij particulieren in staat worden gesteld zelf bakkerijproducten te bereiden uitgaande van voorgeprepareerde ingrediënten. 



  Zó bestaan er bijvoorbeeld in de handel voorvormen van diepvriesdeeg voor het bereiden van broodjes (zoals 
 EMI1.1 
 "pistolets"en"sandwiches") (zoals boterkoeken of"danish croissants). 



  Voor het bereiden van boterkoekjes   ("cookies'2 of "sweet   biscuits") werden tot nog toe enkel mengpreparaten voorgesteld, waarbij de eindverbruiker de diverse ingrediënten nog tot deeg diende te verwerken. De reden daartoe is ongetwijfeld het feit dat de verwerking en hanteerbaarheid van kant en klaar koekjesdeeg beduidend veel lastiger is dan bijvoorbeeld brooddeeg en deeg voor "vienoiserie", met name ten aanzien van de vastheid, de kleverigheid, de warmtegevoeligheid, enz. 



  In tegenstelling tot dat vooroordeel werd echter gevonden dat het, onder welgedefinieerde omstandigheden, wél mogelijk is diepgevroren deeg voor boterkoekjes te verkrijgen en te hanteren. 



  Volgens de uitvinding wordt derhalve een werkwijze verschaft voor het bereiden van boterkoekjes, waarbij de 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 koekjes worden gebakken uitgaande van diepgevroren deeg, alsook specifieke preparaten daarvoor, en apparaten voor 
 EMI2.1 
 het vervaardigen van die preparaten. 



  1. Het product 1. Het betreft een koekje dat zieh onderscheid door haar werkwijze van produceren, haar ingrediënten en haar smaak (na het bakproces). 



    1. 1. 1.   Het productieproces onderscheidt zieh van andere door de vlugge en hygienische verwerking van het deeg, het snel diepvriezen van het deeg en het commercialiseren ervan in diepgevroren toestand. 



    1. 1. 2.   Het koekje onderscheidt zich, na het bakproces, van andere door de unieke smaak van boter, verkregen door het gebruik van de verder beschreven botersoort, en de smaak van de natuurlijke ingrediënten die gebruikt worden in de receptuur. Door het aanbieden op de verschillende markten van een dergelijk product kan :   1. 1. 2. 1.   De eindverbruiker, industrieel, artisanale gebruiker of particulier een eigen afwerking aan het koekje geven. Het is dus misschien in de toekomst, een industrieel productie die een eigen artisanale afwerking toelaat. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  1. 1. 2. 2. De eindverbruiker, industrieel, artisanale gebruiker of particulier gebruikmaken van de kant en klare, nog te bakken, koekjes waarop reeds een decoratie is aangebracht. Dit biedt hem het voordeel dat hij een vers gebakken, decoratief en hoogstaand kwaliteitsproduct als resultaat heeft. 
 EMI3.1 
 



  1. Aan het product worden geen smaakstoffen, smaakversterkers, aroma's, kleurstoffen of bewaarmiddelen toegevoegd. 



    1. 3.   De   ingrediënten   die deel uit maken van het recept zijn natuurlijke producten, zonder genetische manipulatie, die gestockeerd en verwerkt worden volgens de fungerende hygiene wetgeving. 



    1. 4.   Door het stockeren en het verwerken van natuurlijke ingrediënten op een hygiënische manier kan de houdbaarheid in diepgevroren toestand tot 6 maanden bedragen op voorwaarde dat een constante temperatuur   van-18 OC   wordt gehandhaafd. 



  2. De receptuur :   2. 1.   Het belangrijkste criterium van de receptuur is dat elk recept moet bestaan uit minimum 20 % boter met toevoeging van Pro-vitamine A en 10 % eieren zonder additieven met laag kiemgehalte. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  2. 2. Verboden grondstoffen : De producten of grondstoffen die zeker geen deel mogen uitmaken van de receptuur zijn : 
2. 2. 1. 1. Margarines, zowel dierlijk als plantaardig ;   2. 2. 1. 2.   Boter aroma's of andere   aroma's onder   welke vorm dan ook ; 
2. 2. 1. 3. Smaakversterkers ;   2. 2. 1. 4.   Vervangende producten van natuurlijke producten die eventueel hetzelfde resultaat of een beter resultaat als natuurlijke producten hebben na het bakproces;   2. 3.   De grondstoffen :   2. 3. 1.   De boter is deze met toevoeging van Provitamine A volgens de EG regeling 2571/97. 



     2. 3. 1. 1.   De boter of roomboter met toevoeging van Pro-vitamine A volgens de EG regeling
2571/97 moet tevens voldoen aan volgende chemische samenstelling :   2. 3. 1. 1. 1.   Het minimum melkvetgehalte is 82 %
2. 3. 1. 1. 2. Het minimum vetgehalte 83 % 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
2. 3. 1. 1. 3. Het maximum aan vetvrije droge stof is 2 %
2. 3. 1. 1. 4. Het maximum aan Pro-vitamine A is 20 mg/kg. 



     2. 3. 1. 2.   Deze boter heeft, door haar toevoeging van Pro-vitamine A, het voordeel dat het koekje na het bakproces, een aantrekkelijke (goudgele) kleur krijgt (die niet verkregen word bij het gebruik van de klassieke melkerijboter). 



     2. 3. 1. 3.   De verwerking van deze boter moet gebeuren op de ideale verwerkingstemperatuur, tussen 15  C en 20    C.   



    2. 3. 2.   De eieren zijn vloeibaar en bevatten geen additieven en hebben een zeer laag kiemgehalte. 



    2. 3. 3.   De suiker :   2. 3. 3. 1.   Als suiker wordt kristalsuiker gebruikt, witte-, lichtbruine- of bruine basterdsuiker, bloemsuiker, glucose, glucose stroop, invertsuiker, suikergranules, parelsuiker, fondantsuiker, suikerkristallen, kandijsuiker of briorietsuiker. 



     2. 3. 3. 2.   De hoeveelheid suiker in het recept moet voldoende zijn om de krokantheid na het bakproces te verzekeren zonder het koekje te zoet te maken. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



   2. 3. 3. 3. Tevens moet de gebruikte suikersoort of suikermengeling ervoor zorgen dat het vocht, na het bakproces, lang genoeg in het koekje blijft om de versheid te verlengen zonder dat het teveel vocht gaat aantrekken. 



    2. 3. 4.   De bloemsoort moet er een zijn van het type
12/680. Deze bloem is de aangewezen bloemsoort om in de patisserie sector te gebruiken. 



     2. 3. 4. 1.   Het type 12/680 staat voor :   2. 3. 4. 1. 1.   Een eiwitgehalte van minimum   11, 95 %  
2. 3. 4. 1. 2. Een vochtgehalte van maximum   15, 5 %  
2. 3. 4. 1. 3. Een asgehalte van maximum   0, 610 %  
2. 3. 4. 1. 4. Een wateropname van minimum 55 %
2. 3. 4. 1. 5. De glutenindex is tussen de 90 en de
98
2. 3. 4. 1. 6. De bloem moet een mengeling zijn van enkel hoogwaardige kwaliteitstarwe en bestaan uit tarwe, emulgator (E322), gluten, ascorbinezuur, enzymen en mout. 



    2. 3. 5.   De amandelen die gebruikt worden in de receptuur mogen enkel afkomstig zijn uit de streek Faro in
Portugal. Deze amandel heeft de eigenschap de beste en smaakvolste amandel te zijn. De Faro amandel bevat van nature uit een deel bittere amandelen die de smaak van de eigenlijke amandel nog beter doen uitkomen. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



   2. 3. 5. 1. Naargelang de toepassing en de receptuur worden deze amandelen gebruikt in de gehele vorm, in gemalen, geschilferde of gekorrelde toestand, alsook als amandelpasta. 



     2. 3. 5. 2.   Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen deze amandelen gebruikt worden in natuurlijke of in licht geroosterde toestand. 



     2. 3. 5. 3.   Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen deze amandelen in gecarameliseerde toestand gebruikt worden. 



    2. 3. 6.   De walnoten die gebruikt worden in de receptuur moeten van de beste kwaliteit en smaak zijn. 



     2. 3. 6. 1.   Naargelang de toepassing en de receptuur worden deze walnoten gebruikt in de gehele vorm, in gemalen, geschilferde of gekorrelde toestand, alsook als walnoot pasta. 
 EMI7.1 
 



  2. Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen deze walnoten gebruikt worden in hun natuurlijke toestand of in licht geroosterde toestand. 



    2. 3. 6. 3.   Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen deze walnoten in gecarameliseerde toestand gebruikt worden. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  2. 3. 7. Andere niet bovenvermelde nootsoorten :   2. 3. 7. 1.   Naargelang de toepassing en de receptuur worden deze nootsoorten gebruikt in de gehele vorm, in gemalen, geschilferde of gekorrelde toestand, alsook als pasta. 



     2. 3. 7. 2.   Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen deze nootsoorten gebruikt worden in hun natuurlijke toestand of in licht geroosterde toestand. 



     2. 3. 7. 3.   Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen deze nootsoorten in gecarameliseerde toestand gebruikt worden. 



    2. 3. 8.   Honing :   2. 3. 8. 1.   Naargelang de toepassing en de receptuur zal honing gebruikt worden in vaste of vloeibare vorm of in gedeshydrateerde vorm. 



     2. 3. 8. 2.   Naargelang de toepassing en de receptuur zal een welbepaalde honingsoort gebruikt worden. 



    2. 3. 9. Kaas :      2. 3. 9. 1.   Als kaas zal enkel Zwitserse gruyère, jonge kaas, half belegen kaas of belegen kaas gebruikt worden. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



   2. 3. 9. 2. Naargelang de toepassing en de receptuur zal deze kaas van toestand veranderen. 



   Deze kan gemalen zijn, in blokjes, in reepjes,... 



    2. 3. 10.   De hazelnoten die gebruikt worden in de receptuur mogen enkel afkomstig zijn uit de streek Piémont 
 EMI9.1 
 in Italië. Deze hazelnoot heeft de eigenschap de beste en smaakvolste hazelnoot te zijn. 



     2. 3. 10. 1.   Naargelang de toepassing en de receptuur worden deze hazelnoten gebruikt in de gehele vorm, in gemalen, geschilferde of gekorrelde toestand, alsook als hazelnoot pasta. 



     2. 3. 10. 2.   Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen deze hazelnoten gebruikt worden in hun natuurlijke toestand of in licht geroosterde toestand. 



     2. 3. 10. 3.   Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen deze hazelnoten in gecarameliseerde toestand gebruikt worden. 



    2. 3. 11.   De chocolade die wordt gebruikt in de receptuur in welke vorm dan ook moet afkomstig zijn van een Belgische producent. 



     2. 3. 11. 1.   Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen ook bewerkte chocolade producten van deze producent gebruikt worden. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  2. 3. 11. 2. Naargelang de toepassing en de receptuur zal witte-, melk-, of fondant chocolade gebruikt worden. 



    2. 3. 11. 3.   Naargelang de toepassing en de receptuur zal deze gebruikt worden in gesmolten toestand of in vaste toestand. 



    2. 3. 11. 4.   Naargelang de toepassing en de receptuur zal tevens   chocolade"drops"of   
 EMI10.1 
 chocolade"calets"gebruikt worden. 



  2. Naargelang de toepassing en de aard van het product van de producent zal steeds de hoogste code nummer gebruikt worden waarin het product verkrijgbaar is (hoe hoger de code nummer, hoe beter de smaak en de kwaliteit : bijv. melkchocolade calets zijn verkrijgbaar in twee codenummers ; de hoogste code nummer heeft de beste smaak en kwaliteit). 



     2. 3. 11. 6.   Indien de kwaliteit van de chocolade of de chocolade producten door een producent op een andere manier uitgedrukt worden zal steeds de chocolade met de hoogste kwaliteit en de beste smaak gebruikt worden. 



    2. 3. 12.   De fruitsmaken die aan de koekjes worden toegevoegd zijn gedehydrateerde blokjes. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 2. 3. 13. De kruiden die gebruikt worden zijn van natuurlijke aard :   2. 3. 13. 1.   Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen deze gebruikt worden in poedervorm, vloeibare vorm of zoals deze normaal door de producent worden aangeboden. 



     2. 3. 13. 2.   Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen deze kruiden gebruikt worden in hun normale vorm, door de producent aangeboden, of in concentraat vorm. 



    2. 3. 14.   Een bepaalde decoratie van het product kan aangebracht worden tijdens de productie :   2. 3. 14. 1.   Naargelang de toepassing en de receptuur kan deze decoratie bestaan uit een chocoladeproduct, aangeboden door de producent, die bestand is tegen het bakproces. 



     2. 3. 14. 2.   Naargelang de toepassing en de receptuur kan deze decoratie bestaan uit een suikersoort die al dan niet verschillende natuurlijke smaken of kruidensmaken kan bevatten. 



     2. 3. 14. 3.   Naargelang de toepassing en de receptuur kan deze decoratie bestaan uit het aanbrengen op het product van een laagje vloeibaar heelei of eidooier of een mengeling 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 van beiden. Deze producten geven een glans aan het koekje na het bakproces. Aan deze glansgevers kan tevens een weinig zout worden toegevoegd. 



     2. 3. 14. 4.   Naargelang de toepassing en de receptuur kan een kruidsoort als decoratie gebruikt worden. 



     2. 3. 14. 5.   Naargelang de toepassing en de receptuur kunnen verschillende van voornoemde decoraties in combinatie met elkaar gebruikt worden. 



     2. 3. 14. 6.   Deze verschillende decoraties kunnen worden uitgebreid in de toekomst mochten nieuwe producten zich op de markt aanbieden. 



    2. 3. 15.   De vanille die word gebruikt moet deze zijn die rechtstreeks uit de vanillestok komen. 



     2. 3. 15. 1.   Hiervoor mogen geen vanille aroma's of vanille concentraten gebruikt worden. 



    2. 3. 16.   De brésilienne 2. 3. 17. Gekonfijt fruit 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 2. 3. 18. Het vervaardigen van Bio koekjes :   2. 3. 18. 1.   Alle bovenvermelde grondstofsoorten en afwerkingen kunnen tevens aangewend worden om bio koekjes te produceren. Welteverstaan dienen deze grondstoffen dan van biologische oorsprong te zijn. 



     2. 3. 18. 2   De werkwijze voor het produceren van deze koekjes dient conform te zijn met het fungerende lastenboek, opgesteld door de bevoegde controle organisaties en de Belgische of Europese wetgeving terzake. 



     2. 3. 18. 3   De receptuur en de manier van produceren moeten door deze controle organisaties doorgelicht worden op basis van het fungerende lastenboek, teneinde hun goedkeuring te bekomen. 
 EMI13.1 
 



  2. Na deze goedkeuring moet een label "bio garantie" worden bij de Vzw Bio garantie, teneinde dit label ook op de verpakking te vermelden. 



    2. 3. 18. 5   De samenstelling van het recept moet tevens voldoen aan de vooropgestelde criteria voor de normale koekjes, zijnde 20 % boter en 10 % eieren, beide van biologische oorsprong. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 



  3. De werkwijze :   3. 1.   Het maken van het deeg :   3. 1. 1.   Door de samenstelling van de receptuur is het niet evident voor iedereen om het deeg, met de beschreven ingrediënten en criteria, in de beste omstandigheden te verwerken. Het vergt :   3. 1. 1. 1.   De nodige kennis en investeringen om de grondstoffen te stockeren op de, voor iedere grondstof verschillende, optimale en wettelijke manier. 



     3. 1. 1. 2.   De nodige kennis van de grondstoffen om ze op een optimale en wettelijke manier te verwerken. 
 EMI14.1 
 



  3. Door het gebruik van de hierboven beschreven natuurlijke bekomt men een hoogstaand kwaliteitsproduct. Hiervoor is het tevens noodzakelijk dat :   3. 1. 2. 1.   De toevoeging van de ingrediënten in de mengmachine snel na elkaar gebeurt. 



     3. 1. 2. 2.   Dat het deeg op een zo kort mogelijke manier van mengen word bekomen in een mengmachine met ronddraaiende kuip. 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 



   3. 1. 2. 3. De verwerking van het deeg direct na het maken ervan gebeurt. 



    3. 2.   Het verwerken van het deeg :   3. 2. 1.   Eens het deeg bekomen moet deze, indien nodig, terug gekoeld worden om de optimale temperatuur te bekomen voor de verwerking. 



    3. 2. 2.   De verwerking van het deeg bestaat uit het vormgeven ervan. Dit kan zowel machinaal als manueel gebeuren. Deze vorm kan zijn :   3. 2. 2. 1.   Cilinder vorm 
3. 2. 2. 2. Vierkante vorm 
3. 2. 2. 3. Ronde vorm 
3. 2. 2. 4. Driehoek vorm 
3. 2. 2. 5. Rechthoekige vorm 
3. 2. 2. 6. Platte, vlakke vorm   3. 2. 2. 7. Elke   andere vorm. 



  3. 2. 3. Het bekomen van deze vormen alsook de verdere verwerking zal afhangen van de manier van produceren : 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 
3. 2. 3. 1. Machinaal 
3. 2. 3. 2. Manueel 3. 2. 4. De verdere Machinale verwerking : ofwel 3. 2. 4. 1. Wordt op het deeg, in haar bekomen toestand, een laagje vloeibaar heelei, eidooier of en mengeling van beiden, al dan niet gezouten, aangebracht. Daarna wordt het deeg verdeeld in individuele koekjes, in welke vorm dan ook, en passeren ze, door middel van een transportband, door een diepvriestunnel. De diepgevroren individuele koekjes worden hetzij manueel, hetzij machinaal verpakt, voor verdere stockage, en in een diepvrieskamer opgeslagen. ofwel 3. 2. 4. 2. Wordt op het deeg, in haar bekomen toestand, een laagje vloeibaar heelei, eidooier of en mengeling van beiden, al dan niet gezouten, aangebracht.

   Vervolgens kan een soort decoratie, zoals hierboven beschreven, aangebracht worden. Daarna wordt het deeg verdeeld in individuele koekjes, in welke vorm dan ook, en passeren ze, door middel van een transportband, door een diepvriestunnel. De diepgevroren individuele koekjes worden hetzij manueel, hetzij machinaal verpakt, voor verdere stockage, en in een diepvrieskamer opgeslagen. 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 ofwel 3. 2. 4. 3. Wordt het deeg in haar bekomen toestand verdeeld in individuele koekjes, in welke vorm dan ook, en passeert door middel van een transportband, door een diepvriestunnel. De diepgevroren individuele koekjes worden hetzij manueel, hetzij machinaal verpakt, voor verdere stockage, en in een diepvrieskamer opgeslagen. ofwel 3. 2. 4. 4.

   Wordt de bekomen toestand van het deeg behouden en gaat in die vorm, door middel van een transportband, door een diepvriestunnel. 



   Het diepgevroren deeg wordt hetzij manueel, hetzij machinaal verpakt, voor stockage, en in een diepvrieskamer opgeslagen. 



    3. 2. 5.   De verdere manuele verwerking :   3. 2. 5. 1.   Het deeg wordt in haar bekomen vorm diepgevroren. Ofwel 
3. 2. 5. 1. 1. Wordt het deeg in haar bekomen vorm diepgevroren verpakt, zonder dat deze ontdooid wordt, en worden terug in een diepvrieskamer geplaatst. 



     3. 2. 5. 1. 2.   Wordt het diepgevroren deeg verdeeld in individuele koekjes, in welke vorm dan ook, zonder dat deze ontdooid wordt, om achteraf in diepgevroren toestand verpakt te worden en in een diepvrieskamer te worden opgeslagen. 



     3. 2. 5. 1. 3.   Wordt het diepgevroren deeg ingestreken met vloeibaar heelei of eidooier of 

 <Desc/Clms Page number 18> 

 een mengeling van beiden, al dan niet gezouten. 



   Dit gebeurt zonder het product te ontdooien. 



   Daarna wordt het deeg verdeeld in individuele koekjes, in welke vorm dan ook, om achteraf in diepgevroren toestand verpakt te worden en in een diepvrieskamer te worden opgeslagen. 



   3. 2. 5. 1. 4. Wordt het diepgevroren deeg ingestreken met vloeibaar heelei of eidooier of een mengeling van beiden, al dan niet gezouten. 



   Vervolgens kan een soort decoratie, zoals hierboven beschreven, aangebracht worden. Dit gebeurt zonder het product te ontdooien. Daarna wordt het deeg verdeeld in individuele koekjes, in welke vorm dan ook, om achteraf in diepgevroren toestand verpakt te worden en in een diepvrieskamer te worden opgeslagen. 



    3. 3.   Het verpakken van het product voor de   industriële   of de artisanale eindgebruiker :   3. 3. 1.   De verpakking hieronder beschreven kan worden aangepast in de toekomst als dit nodig mocht blijken. 



  Indien nieuwe manieren van verpakken of nieuwe verpakkingen op de markt aangeboden worden en een   reële   verbetering betekenen zullen deze aangewend worden. 



    3. 3. 2.   Het product moet, op welke manier dan ook geproduceerd, steeds in diepgevroren toestand verpakt worden. 

 <Desc/Clms Page number 19> 

 3. 3. 3. Tevens zullen de producten verpakt worden per soort of per assortiment. 



    3. 3. 4.   Het gewicht van de verpakking en de verpakking kan variëren naargelang de industriële of artisanale eindverbruiker. 



    3. 3. 5.   Gezien de bepalingen van de hygiëne wetgeving gebeurt dit in een plastiek zak, die mag in direct contact komen met voedingswaren. 



    3. 3. 6.   De plastiek zak wordt zorgvuldig dicht gevouwen en dicht gekleefd. De zak wordt in een kartonnen doos geplaatst. 



    3. 3. 7.   Deze kartonnen doos is diepvriesbestendig en is boven en onder afgesloten met een kleefband. 



    3. 3. 8.   Naargelang de evolutie kan het verpakken ook   vacuüm   gebeuren, in plastiek zakken daarvoor toepasselijk, maar steeds in bevroren toestand. 



    3. 3. 9.   Het vacuüm verpakken kan eventueel gepaard gaan met het begassen van het product. 



    3. 3. 10.   Het   vacuüm   verpakt product, al dan niet begast, gaat na deze handeling tevens in een met kleefband gesloten kartonnen diepvriesbestendige doos. 

 <Desc/Clms Page number 20> 

 3. 4. De verpakking van het product voor particuliere eindgebruiker : 
 EMI20.1 
 3. De verpakking kan, voor deze wel bepaalde markt, variëren van de hierboven beschreven verpakking. 



  3. Deze verpakkingen zullen eventueel kleiner zijn en ofwel verpakt worden per soort of per assortiment. 



    3. 4. 3.   Het verpakken van het product voor deze markt zal steeds in bevroren toestand geschieden. 



    3. 4. 4.   De vorm van de verpakking kan   variëren   van de klassieke verpakking in diepgevroren toestand tot de vacuüm verpakking in diepgevroren toestand, al dan niet begast. 



    3. 4. 5.   De verpakking hierboven beschreven kan worden aangepast in de toekomst als dit nodig mocht blijken. Indien nieuwe manieren van verpakken of nieuwe verpakkingen op de markt aangeboden worden en een   reële   verbetering betekenen zullen deze aangewend worden. 



    3. 5.   Het stockeren van het product : 
 EMI20.2 
 3. Het stockeren van de afgesloten kartonnen dozen gebeurt in een diepvrieskamer van minimum Celsius. 

 <Desc/Clms Page number 21> 

 



   5. 1.3. 6. Het transport van het product :   3. 6. 1.   Het transport ervan gebeurt op een maximum temperatuur   van-18  C.   



  4. De beschrijving van de machine en haar werking :   4. 1.   De   uitvoering :   
 EMI21.1 
 4. Deze moet volledig in inox zijn. 



  4. Deze moet qua veiligheid volledig conform zijn aan de huidige wetgeving. 



    4. 1. 3.   De bovenzijde van de machine, de ruimte boven de transportband e. d., moet voorzien zijn van een doorzichtige afsluiting. Deze afsluiting moet geopend kunnen worden, geheel of gedeeltelijk en elke manuele tussenkomst, bij iedere actie, mogelijk maken. 



    4. 2.   De vultrechter :   4. 2. 1.   De deegtrechter moet afsluitbaar zijn en voorzien zijn van een systeem dat het deeg gelijkmatig door de vormgevende opening duwt. 



    4. 2. 2.   Het moet mogelijk zijn om de hoeveelheid deeg in de trechter aan te vullen terwijl de machine actief is. Indien nodig voor deze actie zal de 

 <Desc/Clms Page number 22> 

 vultrechter uit twee of   meerdere "kamers" moeten   bestaan. 



    4. 2. 3.   Tevens moet deze deegtrechter voorzien zijn van een systeem dat luchtgaten in het deeg vermijd. 



    4. 2. 4.   De snelheid van het duwsysteem in de trechter en de snelheid van de transportband moeten op elkaar afgestemd zijn. 



    4. 2. 5.   Het moet mogelijk zijn de breedte van het deeg dat door de vormgaten komt te regelen naar de gewenste breedte. Vb : op de transportband, die 60 cm breed is, moet het mogelijk zijn om vlakke plakken uit te rollen die maar 40 cm breed zijn. 



    4. 2. 6.   Tussen de opening van de vultrechter en de vormgaten moet een"mes"voorzien zijn die de vormen op de gewenste grootte afsnijd. 



    4. 2. 7.   Na de vormgaten moet eveneens een mes voorzien worden die het deeg op de gewenste grootte afsnijd. 



    4. 2. 8.   Volgens de toepassing moet een van beide messen functioneren. Dit moet programmeerbaar zijn. 



    4. 2. 9.   Achter aan deze vultrechter moet een soort lift zijn met "kip functie" om de kuip met het deeg naar boven te hijsen en in de trechter te laten glijden. 

 <Desc/Clms Page number 23> 

 



  4. 3. De vormgaten :   4. 3. 1.   Naargelang de toepassing zullen deze vormgaten bestaan uit :   4. 3. 1. 1.   Twee cilinders die iets breder zijn dan de transportband en die toelaten om platte, vlakke stukken deeg te bekomen. Deze moeten kunnen worden uitgeschakeld indien een andere vorm nodig is door deze weg te nemen of door deze wijd uit elkaar te plaatsen. 



     4. 3. 1. 2.   Een inox plaat met gaten in die langwerpige stukken deeg doorlaten. De vorm van die gaten kan rond, vierkant, driehoekig of rechthoekig zijn, of welke andere vorm dan ook. 



     4. 3. 1. 2. 1.   Deze plaat moet verwijderbaar zijn voor niet gebruik of voor reiniging. 



     4. 3. 1. 2. 2.   De uitvoering van dit systeem moet zodanig zijn dat het kleven van het deeg vermeden word. 



     4. 3. 1. 2. 3.   Indien nodig moet tussen de vultrechter en deze vormgaten eveneens een strooisysteem, zoals hieronder beschreven, geplaatst worden om het kleven te vermijden. 



    4. 4.   De transportband :   4. 4. 1.   De breedte van deze transportband mag maximum 60 cm breed zijn. 

 <Desc/Clms Page number 24> 

 4. 4. 2. Deze transportband moet vervaardigd zijn in een kunststof die gemakkelijk te reinigen is. 



    4. 4. 3.   Deze kunststof moet van die aard zijn dat direct contact met voedingsmiddelen geen probleem vormt qua hygiëne wetgeving. 



    4. 4. 4.   Indien nodig moet tevens voorzien worden dat deze transportband bestrooid wordt met bloem, volgens het hieronder beschreven strooisysteem, net voor het deeg erop rolt (dit om het kleven van het deeg tegen te gaan). 



    4. 4. 5.   Wanneer door een of ander probleem het duwsysteem in de trechter stilvalt moet ook de eerst transportband stilvallen. 



    4. 5.   De mogelijke acties op de transportband :   4. 5. 1.   Het sproeisysteem :   4. 5. 1. 1.   Een sproeisysteem, die qua hoeveelheid gesproeide stof regelbaar is, moet aanwezig zijn tussen de 10 cm en de 20 cm te meten vanaf de opening van de vormgaten. 



     4. 5. 1. 2.   Dit sproeisysteem moet aangebracht worden op een optimale hoogte dwz dat de gesproeide stof niet mag rondzweven over de 

 <Desc/Clms Page number 25> 

 gehele transportband. Indien nodig moet hier dus een beschermingskap worden aangebracht. 



     4. 5. 1. 3.   Deze kap moet vervaardigd zijn in een doorzichtig materiaal, met uitzondering van glas, en moet gemakkelijk te verwijderen zijn. 



     4. 5. 1. 4.   Het sproeisysteem mag niet functioneren zonder deze kap. 



     4. 5. 1. 5.   Het vulbakje of reservoir van dit sproeisysteem moet bijgevuld kunnen worden terwijl de machine actief is. 



     4. 5. 1. 6.   Het sproeisysteem moet kunnen gebruikt worden voor water, vloeibaar heelei, eidooiers of een mengeling van beiden, al dan niet gezouten. 



     4. 5. 1. 7.   Deze functie moet kunnen aan en af gezet worden naar gelang de toepassing. 



    4. 5. 2.   Het strooisysteem :   4. 5. 2. 1.   De zone van het strooisysteem moet beginnen daar waar de zone van het sproeisysteem eindigt. Beide zones moeten, daarom niet noodzakelijk door een of ander materiaal, goed gescheiden zijn. 



     4. 5. 2. 2.   Dit strooisysteem moet aangebracht worden op de optimale hoogte, dwz dat de 

 <Desc/Clms Page number 26> 

 snelheid van strooien moet overeenkomen met de snelheid van de transportband en de zwaarte van het gestrooide product. Indien nodig moet de hoogte verstelbaar zijn. 



     4. 5. 2. 3.   Het vulbakje moet kunnen aangepast worden in functie van het gestrooide product.
De strooigaten zullen dus dikker of dunner moeten kunnen zijn. 



     4. 5. 2. 4.   Dit systeem moet gemakkelijk verwijderbaar zijn voor onderhoud. 



     4. 5. 2. 5.   Het vulbakje of reservoir van het strooisysteem moet bijgevuld kunnen worden terwijl de machine actief is. 



    4. 6.   Het verdeelsysteem :   4. 6. 1.   Naargelang de toepassing moeten de platte, vlakke stukken deeg verdeeld worden in individuele stukjes. Dit gebeurt in twee bewegingen :   4. 6. 1. 1.   Direct na de strooizone moeten de rollende snijmessen gepositioneerd staan en snijden in dezelfde richting van de transportband. 



     4. 6. 1. 2.   Deze moeten voldoende druk uitoefenen op het deeg om deze door te snijden zonder dat de transportband zelf beschadigd wordt. 

 <Desc/Clms Page number 27> 

 



  4. 6. 1. 3. Dit stuk deeg glijdt dan op een tweede, korte transportband die haaks staat met de eerste, in een hoek van 90    .   Deze transportband begint pas te rollen eens het stuk deeg volledig op de transportband ligt. Deze korte transportband rolt het stuk deeg op een derde transportband die in dezelfde richting rolt als de tweede. 



    4. 6. 1. 4.   Daarna komt de tweede reeks van rollende messen die eveneens in de richting van deze transportband gepositioneerd staan. 



    4. 6. 1. 5.   Ook deze moeten voldoende druk uitoefenen op het deeg om deze door te snijden zonder dat de transportband zelf beschadigd wordt. 



    4. 6. 1. 6.   Deze transportband rolt het deeg op een vierde transportband, die door de 
 EMI27.1 
 diepvriestunnel gaat. 



  4. De diepvriestunnel 4. Dit diepvriessysteem moet bovenop de vierde transportband staan. 



    4. 7. 2.   Indien nodig, om temperatuur verlies tegen te gaan, moet deze voldoende afgesloten worden. 

 <Desc/Clms Page number 28> 

 



  4. 7. 3. Dit systeem moet als eigenschap hebben dat het product, in de platte, vlakke vorm of in de buisvorm, in de kortst mogelijke tijd en in de kortst mogelijke afstand word diepgevroren. 



    4. 7. 4.   Wanneer, bij een probleem, het volledige systeem word stilgelegd, mag deze transportband pas stilvallen wanneer er geen deeg meer op de transportband ligt. 



    4. 8.   De manuele verpakking :   4. 8. 1.   De kartonnen doos met plastiekzak, zoals eerder beschreven, moet aan de uitgang van de diepvriestunnel staan. 



    4. 8. 2.   Deze doos moet tevens op een weegschaal staan die een signaal weergeeft wanneer het vooraf ingestelde gewicht is bereikt. 



    4. 8. 3.   Deze plastiek zak en kartonnen doos wordt dan afgesloten zoals eerder beschreven. 



    4. 9.   De machinale verpakking :   4. 9. 1.   Aan de uitgang van de diepvriestunnel en op het einde van deze transportband, komt een vijfde transportband die haaks staat op de vierde, in een hoek van 90    .   



    4. 9. 2.   Deze transportband is kort, maximum 1 meter. 

 <Desc/Clms Page number 29> 

 4. 9. 3. Daarop staat een kartonnen doos die zelf op een weegschaal staat. 



    4. 9. 4.   Wanneer het gewicht, dat vooraf is ingesteld, is bereikt rolt deze korte transportband de doos op een zesde transportband die in dezelfde richting rolt als deze. 



    4. 9. 5.   Op deze zesde transportband wordt de kartonnen doos dan machinaal dichtgevouwen en dicht gekleefd. Tevens worden de nodige etiketteringen met de nodige vermeldingen aangebracht. 



    4. 9. 6.   De wettelijke tekst die zich normaal op het etiket bevindt, kan tevens aangebracht worden door middel van een inktjet printer. 



    4. 9. 7.   Deze transportband rolt de doos automatisch in de diepvrieskamer waar ze verder wordt opgeslagen. 



    4. 10.   Het controlepaneel : 4. 10. 1. Algemeen :   4. 10. 1. 1.   Dit paneel moet de eventuele problemen bij de productie weergeven. Dit moet gebeuren door middel van knipperende gekleurde lichtjes en geluidssignalen. 



     4. 10. 1. 2.   Bij het opstarten van de machine moet een automatische check-up gebeuren van alle 

 <Desc/Clms Page number 30> 

 onderdelen. Eventuele fouten moeten worden weergegeven. 



   4. 10. 1. 3. Voornoemde check-up moet te allen tijde mogelijk zijn door een druk op een knop. 



     4. 10. 1. 4.   Kortom, het paneel moet alle mogelijke problemen, beschreven of niet beschreven lokaliseren en aantonen. 



    4. 10. 2.   Het controlepaneel moet aangeven hoe vol de vultrechter nog is. 



     4. 10. 2. 1.   Wanneer er niet meer voldoende deeg in de trechter aanwezig is om nog een volledig stuk deeg, zoals vooraf ingesteld, te bekomen, dan moet het duwsysteem in de trechter stilvallen en door middel van een led aangegeven worden op het controlepaneel. 



     4. 10. 2. 2.   Tevens moet voorzien worden dat het paneel aangeeft wanneer we nog voldoende tijd hebben om de trechter bij te vullen en zo de 
 EMI30.1 
 continuiteit van de productie te verzekeren. 



  4. Het controlepaneel moet aangeven hoeveel 
10. 3.vloeistof er nog in het vulbakje of reservoir aanwezig is. 



     4. 10. 3. 1.   Tevens moet worden voorzien dat het paneel weergeeft wanneer we het bakje nog kunnen 

 <Desc/Clms Page number 31> 

 tijdig bijvullen om zo de continuiteit van de productie te verzekeren. 



     4. 10. 3. 2.   Wanneer er geen vloeistof meer aanwezig is in het vulbakje moet het paneel dit aangeven en moet het duwsysteem in de vultrechter stilvallen. 



    4. 10. 4.   Het strooisysteem :   4. 10. 4. 1.   Het controlepaneel moet dezelfde indicaties weergeven voor alle aanwezige strooisystemen als voor het sproeisysteem. De machine moet op dezelfde manier stilvallen. 



    4. 10. 5.   Het controlepaneel moet een eventueel probleem bij de vorming van het deeg weergeven. 



     4. 10. 5. 1.   In dit geval moet het duwsysteem in de trechter stilvallen. 



    4. 10. 6.   De transportbanden :   4. 10. 6. 1.   Het controlepaneel moet een probleem bij de transportbanden weergeven. In dit geval 
4. 10. 6. 1. 1. Moet worden aangeduid over welke transportband het gaat. 



   4. 10. 6. 1. 2. Moet het duwsysteem in de trechter stilvallen. 

 <Desc/Clms Page number 32> 

 



  4. 10. 7. De diepvriestunnel :   4. 10. 7. 1.   Het controlepaneel moet de werkelijke temperatuur binnenin de diepvriestunnel weergeven. 



     4. 10. 7. 2.   Een marge voor temperatuurschommelingen moet voorzien worden maar miniem blijven. 



     4. 10. 7. 3.   Bij eventueel probleem moet dit worden weeggegeven op het controlepaneel en moet het duwsysteem in de trechter stilvallen. 



    4. 10. 8.   De manuele verpakking :   4. 10. 8. 1.   Wanneer door een of andere reden geen doos klaarstaat aan het einde van de transportband die het deeg uit de diepvriestunnel rolt moet dit worden weergegeven op het controlepaneel. 



     4. 10. 8. 2.   Bij een probleem met de manuele verpakking moet het volledige systeem manueel kunnen worden stopgezet of automatisch stilvallen. 



    4. 10. 9.   De machinale verpakking :   4. 10. 9. 1.   Bij eventueel probleem moet de volledige machine stilvallen, met uitzondering 

 <Desc/Clms Page number 33> 

 van de vierde transportband die pas stopt als er geen deeg meer in de diepvriestunnel ligt. 



     4. 10. 9. 2.   Het controlepaneel moet kunnen weergeven waar het probleem zit : 
4. 10. 9. 2. 1. Bij het vouwen van de doos
4. 10. 9. 2. 2. Bij het kleven van de doos
4. 10. 9. 2. 3. Bij het aanbrengen van het etiket. 



    4. 11. De software :      4. 11. 1.   De machine moet in verbinding staan met een Pc die de nodige software heeft   om :     4. 11. 1. 1.   Vooraf het te produceren product in te stellen, met haar eigen instellingen, zodat de machine daartoe wordt aangepast. Het programma moet weergeven welke stukken of onderdelen moeten worden aangepast. 



     4. 11. 1. 2.   Het controlepaneel moet tevens kunnen weergegeven worden op de PC. 



     4. 11. 1. 3.   Eventuele problemen die optreden en weergegeven worden op het controlepaneel moeten ook door de PC weergegeven worden. 



     4. 11. 1. 4.   Daarbij moet het programma aanduiden wat moet worden ondernomen om het euvel te verhelpen door een soort helpmenu. 

 <Desc/Clms Page number 34> 

 



  4. 11. 2. Het programma moet het mogelijk maken om ofwel 
4. 11. 2. 1. De tekst van het etiket te programmeren. 



     4. 11. 2. 2.   De tekst voor de inktjet printer te programmeren. 



    4. 11. 3.   Het software programma moet in alle opzichten het produceren en het gebruiken van de machine vereenvoudigen voor alle beschreven en niet beschreven gevallen en problemen. 



  5. De tekeningen : 
Figuur 1 is een overzichtschets van een installatie volgens de uitvinding en omvat : een vultrechter   (V) ;   een eerste transportband   (1)   met snijdsysteem   (Sn) ;   een tweede transportband   (2) ;   een derde transportband (3) met snijdsysteem   (Sn) ;   een vierde transportband (4) met diepvriestunnel   (D) ;    een vijfde transportband (5), identiek met transportband   (2) ;  
De verschillende transportbanden hebben een breedte van ongeveer 70 cm (voor een breedte van de deeglaag van ongeveer 60 cm) en staan op een hoogte van 

 <Desc/Clms Page number 35> 

 ongeveer 90 cm ; de diepvriestunnel heeft een breedte van ongeveer 70 cm. 



  Een zesde transportband (6), met een sluitsysteem voor de dozen   (Sl),   omvat een weeggedeelte (7), met een weegdisplay (8), en een inktjet of etikettering inrichting (9) ; de transportband (6) is verstelbaar in functie van de hoogte van de dozen. 



  Figuur 2 en 3 tonen een vooraanzicht en een achteraanzicht-in perspectief-van de vultrechter (V) met een deksel (10) ; de onderkant van de vultrechter komt overeen met de bovenkant van de eerste transportband   (l) ;   de vultrechter omvat een lift met kipfunctie en grijparmen (11) die de kuip vasthouden. 



  De figuren 4,4a, 4b, 4c en 4d en tonen verdere details van de eerste transportband   (1),   te weten de deegcilinders (12) of vormgaten (12b), de sproeibak (13) met deksel (14), de verdeelbak (15) met deksel (16), de onderkant van de verdeelbak (fig. 4d), en het tweede snijdsysteem (17). 



  Figuur 5 toont verdere details van transportband (3) met het tweede snijdsysteem (18).

Claims (7)

  1. CONCLUSIES Werkwijze voor het bereiden van bakkerijproducten uitgaande van voorgeprepareerde ingrediënten, met het kenmerk dat boterkoekjes worden gebakken uitgaande van diepgevroren deeg.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat wordt uitgegaan van diepgevroren deeg met een gehalte aan boter van tenminste 20 gew. %, en een gehalte aan eieren van tenminste 10 gew. %.
  3. 3. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat wordt uitgegaan van diepgevroren voorvormen van ongebakken deeg, al dan niet voorzien van de nodige koekjesversiering.
  4. 4. Voorgefabriceerd preparaat voor het bereiden van bakkerijproducten, met het kenmerk dat het preparaat bestaat uit diepgevroren deeg voor het bakken van boterkoekjes.
  5. 5. Preparaat volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het diepgevroren deeg een gehalte aan boter heeft van tenminste 20 gew. %, en een gehalte aan eieren van tenminste 10 gew. %.
  6. 6. Preparaat volgens een der conclusies 4 en 5, met het kenmerk dat bestaat uit voorvormen van ongebakken <Desc/Clms Page number 37> deeg, al dan niet voorzien van de nodige koekjesversiering.
  7. 7. Inrichting voor het vervaardigen van preparaten volgens een der conclusies 3 t/m 6, en/of voor gebruik in een werkwijze volgens een der conclusies 1 t/m 3, zoals omschreven in bovenstaande tekst en bijgesloten tekeningen.
BE2000/0352A 2000-05-24 2000-05-24 Werkwijze, preparaten en inrichting voor het vervaardigen van boterkoekjes. BE1013776A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0352A BE1013776A3 (nl) 2000-05-24 2000-05-24 Werkwijze, preparaten en inrichting voor het vervaardigen van boterkoekjes.
EP01870111A EP1161874A3 (en) 2000-05-24 2001-05-28 Method for preparing deep frozen dough on the basis of pre-prepared ingredients

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0352A BE1013776A3 (nl) 2000-05-24 2000-05-24 Werkwijze, preparaten en inrichting voor het vervaardigen van boterkoekjes.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1013776A3 true BE1013776A3 (nl) 2002-08-06

Family

ID=3896547

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2000/0352A BE1013776A3 (nl) 2000-05-24 2000-05-24 Werkwijze, preparaten en inrichting voor het vervaardigen van boterkoekjes.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1161874A3 (nl)
BE (1) BE1013776A3 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10353048A1 (de) * 2003-11-13 2005-06-16 Bäcker Bachmeier GmbH & Co. KG Gefrorener Rührkuchenteig

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2486772A1 (fr) * 1980-07-18 1982-01-22 Martinetti Michel Procede et dispositif de panification avec surgelation et stockage, suivi de decongelation-cuisson, et produits surgeles obtenus
US5204131A (en) * 1990-05-28 1993-04-20 Archer Foods Ltd. Process for preparing cookies and cookies resulting from such process
US5232727A (en) * 1991-02-22 1993-08-03 Asahi Denka Kogyo Kabushiki Kaisha Frozen food and process for producing the same
WO1996009769A1 (en) * 1994-09-27 1996-04-04 Unilever N.V. Ready-to-bake brioche doughs
EP0769246A1 (de) * 1995-04-27 1997-04-23 Vladimir Ivanovich Pivovarov Verfahren für die herstellung kulinarischer artikel auf mehlbasis unter verwendung gefrorener zwischenprodukte

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1110407A (en) * 1965-05-01 1968-04-18 George Tweedy & Company Ltd Improvements in or relating to dough mixing
JPS5951731A (ja) * 1982-09-16 1984-03-26 竹田製菓株式会社 クツキ−菓子の製造法
JPS61173735A (ja) * 1985-01-28 1986-08-05 日清製粉株式会社 イ−スト発酵食品の冷凍生地の製法
US5104667A (en) * 1988-08-01 1992-04-14 Nabisco Brands, Inc. Process of making coarse cookies

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2486772A1 (fr) * 1980-07-18 1982-01-22 Martinetti Michel Procede et dispositif de panification avec surgelation et stockage, suivi de decongelation-cuisson, et produits surgeles obtenus
US5204131A (en) * 1990-05-28 1993-04-20 Archer Foods Ltd. Process for preparing cookies and cookies resulting from such process
US5232727A (en) * 1991-02-22 1993-08-03 Asahi Denka Kogyo Kabushiki Kaisha Frozen food and process for producing the same
WO1996009769A1 (en) * 1994-09-27 1996-04-04 Unilever N.V. Ready-to-bake brioche doughs
EP0769246A1 (de) * 1995-04-27 1997-04-23 Vladimir Ivanovich Pivovarov Verfahren für die herstellung kulinarischer artikel auf mehlbasis unter verwendung gefrorener zwischenprodukte

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
"Ons Kook Boek", 1982, XP002159485 *

Also Published As

Publication number Publication date
EP1161874A2 (en) 2001-12-12
EP1161874A3 (en) 2004-03-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2726156A (en) Frozen pie crust dough and method of preparation therefor
KR100284797B1 (ko) 식용 치즈 기재 지방계 제품 및 스낵류, 및 그의 제조방법
AU2009100081A4 (en) Preparation of cheese foodstuffs
BE1013776A3 (nl) Werkwijze, preparaten en inrichting voor het vervaardigen van boterkoekjes.
KR100646559B1 (ko) 호두과자 제조방법
US11375722B2 (en) Edible food dividers and methods and kits related thereto
WO1997035483A1 (en) Process and apparatus for treating cooked bread material
Jones Bread
Townsend Cookies, crackers, and other flour confectionery
WO2006025207A1 (ja) ビルベリーを添加した小麦粉加工食品及びその着色方法
US20030129287A1 (en) Systems, methods and apparatus for producing a frozen confection
BE1027933B1 (nl) Werkwijze voor de productie van biscuitproducten
Bhattarai Theory of Patisserie
Hunt et al. Honey and its uses in the home
BE1027723B1 (nl) Een wafel en een werkwijze ter vervaardiging van de wafel
NL8006651A (nl) Werkwijze voor het bereiden van een bakkerijprodukt.
FR2751846A1 (fr) Double pain fourre
CA2868905C (en) Edible food dividers and methods and kits related thereto
Richards Cakes for Bakers
Baker et al. The use of eggs for new products
RU2512064C1 (ru) Способ производства консервированного продукта &#34;котлеты рубленые из кролика с гарниром и соусом белым с овощами&#34;
AU718630B2 (en) Edible cheese-based fat systems and snack items, and processes for producing the same
Child et al. Honey: how to use it (revised June 1935)
Allen The orphan's friend and housekeeper's assistant is composed upon temperance principles: with instructions in the art of making plain and fancy cakes, puddings, pastry confectionery, ice creams, jellies, blanc mange: also for the cooking of all the various meats and vegetables: with a variety of useful information and receipts never before published
Bailey Christmas Dinner Done in Reds and Greens