<Desc/Clms Page number 1>
Radiator voor centrale verwarming en werkwijze voor het samenstellen van dergelijke radiator. Deze uitvinding heeft betrekking op een radiator, meer speciaal op een radiator voor een centrale verwarming, alsmede op een werkwijze voor het samenstellen van dergelijke radiator.
Het is bekend dat een radiator voor centrale verwarming kan worden gevormd door een aantal elementen die een verwarmingslichaam vormen, waarbij deze elementen verbonden zijn met een gemeenschappelijke bovenste collector en een gemeenschappelijke onderste collector, respectievelijk voor de toevoer en afvoer van het water. Deze radiators hebben als nadeel dat zij in hoofdzaak uitsluitend geschikt zijn om in een vlakke vormgeving te worden uitgevoerd. Bovendien is de montage van de samenstellende delen ervan doorgaans niet gemakkelijk.
De uitvinding heeft een radiator tot doel die de voornoemde nadelen niet vertoont. Meer speciaal beoogt zij een radiator die gemakkelijk in allerhande vormen, hetzij vlak of gebogen, kan worden uitgevoerd zonder dat de verwezenlijking van de collectorkanalisatie hierbij een probleem stelt.
Tot dit doel betreft de uitvinding een radiator, met als kenmerk dat hij hoofdzakelijk bestaat uit, enerzijds, een verwarmingslichaam gevormd uit een aantal zieh naast elkaar bevindende buizen, en, anderzijds, collectorkanalisaties die de voornoemde buizen verbinden en die bestaan uit individuele collectorverbindingen die aan de achterzijde
<Desc/Clms Page number 2>
van het verwarmingslichaam tussen de respectievelijke buizen zijn aangebracht.
Door het gebruik van individuele collectorverbindingen die aan de achterzijde van het verwarmingslichaam zijn aangebracht wordt een enorme waaier van mogelijkheden geboden om radiators van verschillende vormen te realiseren zonder dat het verwezenlijken van de noodzakelijke collectorkanalisatie hierbij een probleem stelt.
De uitvinding beoogt eveneens een werkwijze om de voornoemde radiator samen te stellen, die een vlotte systematische opbouw toelaat.
Tot dit doel bestaat deze werkwijze in het parallel aan elkaar tegen éden of meer steunen bevestigen van buizen ; het voor of na het bevestigen van deze buizen aan de voornoemde steunen afsluiten van deze buizen bij hun kopse uiteinden en het aan de achterzijden van de buizen aanbrengen van openingen ; het individueel verbinden van de verschillende buizen door middel van collectorverbindingen in de vorm van gebogen buisjes die ter plaatse van de voornoemde openingen worden bevestigd ; en het aan de radiator aanbrengen van aansluitstukken voor de toevoer en afvoer van het water.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een radiator volgens de uitvinding in achteraanzicht weergeeft ; figuur 2 een variante van zulke radiator weergeeft ;
<Desc/Clms Page number 3>
figuren 3 en 4 weergeven hoe de radiator van figuur 2 systematisch wordt opgebouwd ; figuur 5 nog een andere uitvoeringsvorm weergeeft van een radiator volgens de uitvinding ; figuren 6 en 7 weergeven hoe de radiator van figuur 5 systematisch wordt opgebouwd ; figuren 8 tot 15 schematisch, volgens een kops aanzicht, verschillende uitvoeringsvormen van radiators volgens de uitvinding weergeven ; figuur 16 een doorsnede weergeeft van een buis uit een radiator volgens de uitvinding.
Zoals weergegeven in figuur 1 bestaat een radiator 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit, enerzijds, een verwarmingslichaam 2 dat gevormd is uit een aantal naast elkaar gemonteerde buizen 3 en, anderzijds, collectorkanalisaties 4-5 die de voornoemde buizen 3 verbinden en die bestaan uit afzonderlijke en/of individuele collectorverbindingen 6-7 tussen de respectievelijke buizen 3, die aan de achterzijde 8 van het verwarmingslichaam 2 zijn aangebracht.
De collectorverbindingen 6-7 bestaan bij voorkeur uit buisjes, wat het voordeel biedt dat geen bijzondere collectorvormen dienen te worden geconstrueerd.
Meer speciaal geniet het de voorkeur dat de collectorverbindingen 6-7 zijn uitgevoerd in de vorm van bochten, waarvan de uiteinden 9-10 gericht zijn naar de achterzijden 11 van de betreffende buizen 3. De bochten kunnen hierbij met de uiteinden 9-10 tegen de achterzijden 11 worden vastgelast, vastgesoldeerd of dergelijke. In de buizen 3 zijn de nodige overeenstemmende openingen 12 aangebracht die uit boringen kunnen bestaan.
<Desc/Clms Page number 4>
Verder is de radiator 1 ook voorzien van aansluitstukken 13 en 14 die bijvoorbeeld een ingang en uitgang vormen, of bedoeld zijn om te worden doorverbonden met andere radiators.
De bochten maken bij voorkeur een verbinding tussen telkens twee naast elkaar gelegen buizen 3, zodat het geheel systematisch kan worden doorverbonden. De buizen 3 zijn, althans in het geval van een verticale opstelling, zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde opeenvolgend verbonden, eventueel met uitzondering van een twee of meer zieh aan de ingang bevindende buizen, die nabij deze ingang niet verder doorverbonden zijn. Dit laatste is weergegeven in figuur 1, waarbij de eerste buis 3 vanaf het aansluitstuk 13 onderaan is doorverbonden met de tweede buis 1, doch deze tweede buis 3 onderaan niet is doorverbonden met de derde buis 3. Op deze wijze wordt bekomen dat het via het aansluitstuk 13 toegevoerde water dient op te stijgen via twee buizen en vervolgens via de overige buizen terug naar beneden kan vloeien.
De verschillende openingen 12 van eenzelfde buis bevinden zieh bij voorkeur boveneen, zodat deze openingen 12, alsmede de bochten die erop aansluiten een maximale diameter kunnen hebben. De opeenvolgende collectorverbindingen 6, alsmede de opeenvolgende collectorverbindingen 7 staan bij voorkeur ook geschrankt opgesteld.
Een belangrijk voordeel van het gebruik van zulke individuele collectorverbindingen 6-7 bestaat erin dat het stromingspatroon eenvoudig kan worden gewijzigd in funktie van de toepassing door op de gewenste plaatsen in collectorverbindingen 6-7 te voorzien, zonder dat voor elke
<Desc/Clms Page number 5>
toepassing, of voor radiators met meer of minder buizen 3 een andere collector dient te worden geconstrueerd.
Volgens een niet weergegeven variante kan het aansluitstuk 13 ook aan de bovenzijde worden aangebracht, terwijl het aansluitstuk 14 zieh onderaan bevindt, of vice versa.
Zoals weergegeven in figuur 1 zijn de buizen 3 bij voorkeur verticaal en parallel aan elkaar opgesteld.
De buizen 3 zijn aan elkaar bevestigd door middel van steunen 15-16 waarop zij zijn aangebracht. Deze steunen 15-16 bevinden zieh aan de achterzijde 8 en vertonen bij voorkeur positioneermiddelen en/of afstandhouders 17 die de parallelle montage van de buizen 3 verzekeren. De buizen 3 kunnen op de steunen 15-16 worden vastgelast.
In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertonen de buizen 3 in doorsnede een vorm met convergerende zijden, waarbij deze buizen convergeren naar de voorzijde.
Meer speciaal nog vertonen de buizen 3, zoals weergegeven, een driehoekige doorsnede en zijn zij met één zijde, meer speciaal de voornoemde achterzijde 11 naar achteren gericht. De kopse uiteinden van de buizen 3 zijn afgesloten, bijvoorbeeld door middel van hierop gelaste plaatjes 18-19.
Meer speciaal nog vertonen de buizen 3 een gelijkbenig driehoekige doorsnede, waarbij de basis van de driehoekige vorm naar achteren is gericht. De kleinste afstand D tussen de buizen 3 is bij voorkeur kleiner dan de helft van de afmeting B van de voornoemde basis.
<Desc/Clms Page number 6>
De voornoemde convergerende vorm van de buizen 3 biedt verschillende voordelen. Doordat de buizen convergeren kan de radiator gemakkelijk in verschillende vormen, zowel vlak als in figuur 1, als gebogen zoals verder nog beschreven, worden uitgevoerd, waarbij toch telkens een gelijkaardig aspect wordt verkregen.
De convergerende vorm biedt ook het voordeel dat een optimale warmteafgifte wordt verkregen. Doordat de zijwanden 20 van twee zieh naast elkaar bevindende buizen 3 convergeren en dus de ruimte ertussen zieh naar buiten toe verwijdt, is immers een vlotte luchtcirculatie tussen de buizen mogelijk, zelfs wanneer de voornoemde afstand D zeer klein is.
Ook biedt de convergerende vorm van de buizen 3 het voordeel dat de afstand D zeer klein kan worden gehouden, zonder dat dit een invloed heeft op de warmteafgifte, zodat de samenstellende delen die zieh aan de achterzijde van de radiator bevinden, zoals de collectorverbindingen 6-7, de aansluitsukken 13-14 en de steunen 15-16 maximaal aan het zieht worden onttrokken.
De uitvinding is vooral geschikt om radiators in gebogen vorm te verwezenlijken, met andere woorden radiators waarvan de frontzijde een gebogen verloop kent.
Als voorbeeld is in figuur 2 een radiator weergegeven met een gebogen verwarmingslichaam 2, waarbij tot dit doel de buizen 3 naast elkaar staan opgesteld volgens een halve cilinder.
De samenbouw van het geheel is weergegeven in de figuren 3 en 4.
<Desc/Clms Page number 7>
De buizen 3 worden hierbij op de juiste lengte gebracht en aan de kopse uiteinden dichtgemaakt door middel van de voornoemde plaatjes 18-19.
Nadat de buizen 3 voorzien zijn van openingen 12 worden zij aan de steunen 15-16 bevestigd. Deze steunen 15-16 bestaan in dit geval uit beugels, gevormd uit een half-cilindrisch deel 21 en een recht deel 22 dat de uiteinden van het half cilindrisch deel met elkaar verbindt.
In een volgende stap, die is weergegeven in figuur 4, worden de collectorverbindingen 6-7 en de aansluitstukken 13-14 op de betreffende plaatsen vastgesoldeerd, wel te verstaan aan de achterzijde van de radiator 1, wat in dit geval ook de binnenzijde kan genoemd worden.
Eventueel kunnen in de bovenste uiteinden van de buizen 3 ontluchters 23 worden gemonteerd.
De radiator 1 kan verder nog, zoals weergegeven in figuur 2, worden voorzien van een kraan 24, waarvan de aansluiting en verbinding eventueel uit het zieht kan worden onttrokken door middel van een bekleding 25, bijvoorbeeld uit een gebogen plaat, of door deze onderdelen achter de buizen 3 te plaatsen.
Aan de bovenzijde kan een deksel 26, bijvoorbeeld uit draadwerk, worden aangebracht.
Het geheel kan eenvoudig aan een wand worden opgehangen met behulp van haken 27 die aan de wand worden bevestigd, waarin de radiator 1 met de beugels, meer speciaal met de delen 22 daarvan, wordt vastgehaakt. Uiteraard kan deze
<Desc/Clms Page number 8>
radiator 1 ook op andere wijzen worden opgesteld en bevestigd.
In figuur 5 is een variante weergegeven waarbij de buizen 3 staan opgesteld volgens een cilinder, waardoor een radiator in de vorm van een kolom wordt verkregen. De binnenzijde van de kolom dient hierbij te worden aanzien als "achterzijde" van de radiator.
De radiator 1 van figuur 5 kan gemakkelijk worden verwezenlijkt door, zoals weergegeven in figuur 6, twee half cilindrische delen analoog aan deze van figuur 4 tegen elkaar te monteren, bijvoorbeeld door middel van bouten 28 waarmee de naar elkaar toe gerichte delen 22 aan elkaar worden geschroefd.
In het geval dat de buizen 3 een kolomvormige ruimte omsluiten, of gedeeltelijk omsluiten, die al dan niet cilindrisch is, zal volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm een ventilator in deze ruimte worden gemonteerd die een geforceerde luchtstroom langs de buizen 3 bewerkstelligt. In de uitvoering van figuren 5,6 en 7 wordt gebruik gemaakt van een ventilator 29 met ingebouwde motor, die op de bovenste steun 15-16 wordt geplaatst, waarbij over deze ventilator 29 een afscherming, zoals een deksel 26 uit draadwerk of dergelijke wordt aangebracht.
Zoals is weergegeven in de figuren 5 en 7 kan het geheel op een voetstuk 30 worden geplaatst. Praktisch kan dit worden verwezenlijkt door een aantal schroefblokken 31 tegen de achterzijde 8 van een aantal buizen 3 aan te brengen, die kunnen samenwerken met stutten 32 die deel uitmaken van de voet 30.
<Desc/Clms Page number 9>
De schroefblokken 31 zijn voorzien van minstens twee boven elkaar aangebrachte gaten 33 met inwendige schroefdraad, waarin bouten 34 kunnen worden geschroefd.
De stutten 32 zijn vervaardigd uit U-vormige profielen en vormen zodoende een geleiding voor de schroefblokken 31.
Verder zijn deze stutten 32 aan hun bovenste uiteinde voorzien van een zitting 35 in de vorm van een uitsparing en een daaronder aangebrachte boring 36.
Bij de montage worden eerst bouten 34 in de bovenste gaten 33 geschroefd en wordt de voet 30 in het verwarmingslichaam 2 geschoven totdat de bouten 34 plaats nemen in de zittingen 35. Hierna dienen de onderste bouten 34 door de boringen 36 in de onderste gaten 33 te worden geschroefd.
Tenslotte worden alle bouten 34 aangespannen.
Analoog als in de uitvoering van figuur 2 kan het geheel worden uitgerust met een kraan 24, waarbij de nodige aansluitingen uit het zieht worden onttrokken door middel van een bekleding 25.
De twee half-cilindrische delen van de radiator 1 kunnen zowel in parallel als in serie worden aangesloten. in het laatste geval worden zij zoals weergegeven in figuur 6 verbonden door middel van een koppelstuk 37 dat de uitgang van de eerste radiator verbind met de ingang van de tweede.
Opgemerkt wordt dat het gebruik van driehoekige buizen, gecombineerd met een bol buitenoppervlak van de radiator, resulteert in een zeer gunstige warmteafgifte, enerzijds omdat een goede convectie mogelijk is doordat de lucht vlot tussen de buizen kan opstijgen en, anderzijds, omdat een
<Desc/Clms Page number 10>
stralingswarmte in een groot aantal richtingen wordt gegenereerd en gelijktijdig vrij uniform wordt verdeeld.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke radiator kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Zo bijvoorbeeld kan de radiator 1 in andere vormen, al dan niet gebogen, worden uitgevoerd. Verschillende voorbeelden hiervan zijn door middel van een schematisch aanzicht van een kops vlak van zulke radiator 1 weergegeven in de figuren 8 tot 15, waarbij duidelijkshalve geen collectorkanalisaties zijn afgebeeld.
Opgemerkt wordt dat de radiator 1 volgens de uitvinding ook met de buizen 3 in horizontale richting kan worden gemonteerd, waarbij de collectorkanalisaties 4-5 zieh dan links en rechts bevinden.
Tenslotte wordt in figuur 16 nog een variante weergegeven van een buis 3 met convergerende zijwanden 20, waarbij deze buis 3, in tegenstelling tot de driehoekige doorsnede, nu een trapeziumvormige doorsnede vertoont.
<Desc / Clms Page number 1>
Central heating radiator and method of assembling such radiator. This invention relates to a radiator, more particularly to a central heating radiator, as well as to a method of assembling such a radiator.
It is known that a central heating radiator can be formed by a number of elements forming a heating body, these elements being connected to a common upper collector and a common lower collector, respectively, for the supply and discharge of the water. The drawback of these radiators is that they are essentially only suitable for a flat design. Moreover, assembling its component parts is usually not easy.
The object of the invention is a radiator which does not have the above-mentioned drawbacks. More specifically, it aims at a radiator that can be easily made in all kinds of shapes, whether flat or curved, without the problem of the realization of the collector canalization.
For this purpose, the invention relates to a radiator, characterized in that it mainly consists of, on the one hand, a heating body formed from a number of tubes situated side by side, and, on the other hand, collector ducts connecting the aforementioned pipes and consisting of individual collector connections connected to the backside
<Desc / Clms Page number 2>
of the heating body are arranged between the respective pipes.
The use of individual collector connections fitted to the rear of the heating body offers a huge range of possibilities to realize radiators of different shapes without the problem of achieving the necessary collector channel.
The invention also aims at a method of assembling the aforementioned radiator, which allows a smooth systematic construction.
For this purpose, this method consists in securing pipes parallel to each other against one or more supports; sealing these pipes at their end ends before or after fastening these pipes to the aforementioned supports and providing openings on the rear sides of the pipes; individually connecting the different pipes by means of collector connections in the form of curved pipes which are fixed at the aforementioned openings; and arranging connecting pieces for the supply and discharge of the water on the radiator.
With the insight to better demonstrate the features according to the invention, some preferred embodiments are described below without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a radiator according to the invention in rear view; figure 2 shows a variant of such a radiator;
<Desc / Clms Page number 3>
figures 3 and 4 show how the radiator of figure 2 is systematically constructed; figure 5 represents yet another embodiment of a radiator according to the invention; figures 6 and 7 show how the radiator of figure 5 is systematically constructed; figures 8 to 15 schematically show, according to a head view, different embodiments of radiators according to the invention; figure 16 represents a cross-section of a tube from a radiator according to the invention.
As shown in figure 1, a radiator 1 according to the invention mainly consists of, on the one hand, a heating body 2 which is formed of a number of tubes 3 mounted next to each other and, on the other hand, collector channels 4-5 connecting the aforementioned tubes 3 and which consist of separate and / or individual collector connections 6-7 between the respective tubes 3, which are arranged at the rear 8 of the heating body 2.
The collector connections 6-7 preferably consist of tubes, which offers the advantage that no special collector shapes have to be constructed.
More specifically, it is preferred that the collector connections 6-7 are in the form of bends, the ends of which 9-10 are directed towards the rear sides 11 of the pipes 3 concerned. The bends can herein be connected with the ends 9-10 to the backsides 11 are welded, soldered or the like. The necessary corresponding openings 12, which may consist of bores, are provided in the tubes 3.
<Desc / Clms Page number 4>
Furthermore, the radiator 1 is also provided with connecting pieces 13 and 14 which, for example, form an entrance and exit, or are intended to be connected to other radiators.
The bends preferably make a connection between two adjacent pipes 3 in each case, so that the whole can be systematically connected. The tubes 3 are connected successively, at least in the case of a vertical arrangement, both at the top and at the bottom, possibly with the exception of two or more tubes located at the entrance, which are not further connected near this entrance. The latter is shown in figure 1, in which the first tube 3 is connected from the connecting piece 13 at the bottom to the second tube 1, but this second tube 3 at the bottom is not connected to the third tube 3. In this way it is obtained that it is connecting piece 13, the water supplied must rise through two pipes and then flow back down through the other pipes.
The different openings 12 of the same tube are preferably arranged one above the other, so that these openings 12, as well as the bends connecting to them, can have a maximum diameter. The successive collector connections 6 as well as the successive collector connections 7 are preferably also arranged in a staggered manner.
An important advantage of using such individual collector connections 6-7 is that the flow pattern can be easily changed in function of the application by providing collector connections 6-7 at the desired locations without the need for each
<Desc / Clms Page number 5>
application, or for radiators with more or less pipes 3 another collector should be constructed.
According to a variant not shown, the connecting piece 13 can also be arranged at the top, while the connecting piece 14 is at the bottom, or vice versa.
As shown in Figure 1, the tubes 3 are preferably arranged vertically and parallel to each other.
Tubes 3 are secured together by supports 15-16 to which they are mounted. These supports 15-16 are located at the rear side 8 and preferably have positioning means and / or spacers 17 which ensure the parallel mounting of the tubes 3. The tubes 3 can be welded to the supports 15-16.
In the preferred embodiment, the tubes 3 have a cross-sectional shape with converging sides, these tubes converging towards the front.
More specifically, the tubes 3, as shown, have a triangular cross-section and are with one side, more particularly the aforementioned rear 11, directed backwards. The end ends of the tubes 3 are closed, for example by means of plates 18-19 welded thereon.
More specifically, the tubes 3 have an isosceles triangular cross-section, with the base of the triangular shape facing backwards. The smallest distance D between the tubes 3 is preferably less than half the dimension B of the aforementioned base.
<Desc / Clms Page number 6>
The aforementioned converging shape of the tubes 3 offers several advantages. Because the pipes converge, the radiator can easily be made in different shapes, both flat and in figure 1, as well as curved as further described, while still obtaining a similar aspect.
The converging shape also offers the advantage that an optimal heat output is obtained. Because the side walls 20 of two adjacent tubes 3 converge and thus widens the space between them outwardly, a smooth air circulation between the tubes is possible, even when the aforementioned distance D is very small.
The converging shape of the tubes 3 also offers the advantage that the distance D can be kept very small, without this having an influence on the heat emission, so that the constituent parts which are located at the rear of the radiator, such as the collector connections 6- 7, the connecting pieces 13-14 and the supports 15-16 are maximally hidden from view.
The invention is particularly suitable for realizing radiators in curved form, in other words radiators whose front side has a curved shape.
As an example, figure 2 shows a radiator with a curved heating body 2, for this purpose the tubes 3 are arranged side by side according to a half cylinder.
The assembly of the whole is shown in Figures 3 and 4.
<Desc / Clms Page number 7>
The tubes 3 are hereby brought to the correct length and closed at the ends by means of the aforementioned plates 18-19.
After the tubes 3 are provided with openings 12, they are attached to the supports 15-16. In this case, these supports 15-16 consist of brackets formed of a semi-cylindrical part 21 and a straight part 22 connecting the ends of the semi-cylindrical part.
In a next step, which is shown in figure 4, the collector connections 6-7 and the connection pieces 13-14 are soldered in the relevant places, i.e. on the back of the radiator 1, which in this case can also be called the inside turn into.
Optionally, air vents 23 can be mounted in the upper ends of the tubes.
As shown in figure 2, the radiator 1 can furthermore be provided with a tap 24, the connection and connection of which can optionally be withdrawn from view by means of a covering 25, for instance from a curved plate, or by these parts behind place the tubes 3.
A cover 26, for example of wire mesh, can be arranged on the top.
The whole can easily be hung on a wall with the aid of hooks 27 which are attached to the wall, in which the radiator 1 is hooked with the brackets, more particularly with the parts 22 thereof. Of course this is possible
<Desc / Clms Page number 8>
radiator 1 can also be installed and fixed in other ways.
Figure 5 shows a variant in which the tubes 3 are arranged according to a cylinder, whereby a radiator in the form of a column is obtained. The inside of the column should be seen as the "back" of the radiator.
The radiator 1 of figure 5 can easily be realized by mounting, as shown in figure 6, two semi-cylindrical parts analogous to those of figure 4, for example by means of bolts 28 with which the facing parts 22 are joined together screwed.
In the case where the tubes 3 enclose, or partially enclose a columnar space, which may or may not be cylindrical, according to a preferred embodiment a fan will be mounted in this space which effects a forced air flow along the tubes 3. In the embodiment of figures 5,6 and 7 use is made of a fan 29 with built-in motor, which is placed on the upper support 15-16, a cover, such as a cover 26 of wire mesh or the like, being placed over this fan 29 .
As shown in Figures 5 and 7, the whole can be placed on a base 30. Practically this can be achieved by arranging a number of screw blocks 31 against the rear 8 of a number of tubes 3, which can cooperate with struts 32 forming part of the base 30.
<Desc / Clms Page number 9>
The screw blocks 31 are provided with at least two internally threaded holes 33 arranged one above the other, into which bolts 34 can be screwed.
The struts 32 are made of U-shaped profiles and thus form a guide for the screw blocks 31.
Furthermore, these struts 32 are provided at their upper end with a seat 35 in the form of a recess and a bore 36 arranged underneath.
During assembly, bolts 34 are first screwed into the top holes 33 and the foot 30 is slid into the heating body 2 until the bolts 34 take place in the seats 35. After this, the bottom bolts 34 must pass through the bores 36 in the bottom holes 33 screwed.
Finally, all bolts 34 are tightened.
Analogously as in the embodiment of figure 2, the whole can be equipped with a tap 24, the necessary connections being withdrawn from view by means of a cover 25.
The two semi-cylindrical parts of the radiator 1 can be connected in parallel or in series. in the latter case, they are connected as shown in figure 6 by means of a coupling piece 37 connecting the output of the first radiator to the input of the second.
It is noted that the use of triangular pipes, combined with a convex outer surface of the radiator, results in a very favorable heat emission, on the one hand because good convection is possible because the air can rise smoothly between the pipes and, on the other hand, because a
<Desc / Clms Page number 10>
radiant heat is generated in many directions and at the same time is distributed quite uniformly.
The present invention is in no way limited to the exemplary embodiments described in the figures, but such radiator can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.
For example, the radiator 1 can be designed in other shapes, curved or not. Several examples of this are shown by means of a schematic view of an end face of such radiator 1 in Figures 8 to 15, clearly showing no collector channels.
It is noted that the radiator 1 according to the invention can also be mounted with the tubes 3 in a horizontal direction, wherein the collector channels 4-5 are then left and right.
Finally, figure 16 shows another variant of a tube 3 with converging side walls 20, wherein this tube 3, in contrast to the triangular cross section, now has a trapezoidal cross section.