vergif
Uiterlijk
- ver·gif
- In de betekenis van ‘schadelijke stof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1485 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vergif | vergiffen vergiften |
verkleinwoord |
het vergif o
- iets dat levende wezens schaadt
- iets dat giftig is
- Daar durf ik vergif op in te nemen / Daar kun je vergif op innemen
Dat is zeer zeker zo
1. iets dat levende wezens schaadt
- Het woord vergif staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergif" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vergif" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be