renen
Uiterlijk
- re·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
renen |
reende |
gereend |
zwak -d | volledig |
renen
- overgankelijk met een markering afzetten
- ergatief een grens delen
- [2] renen aangrenzen aan
de renen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord reen
- Het woord renen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "renen" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- re·nen
renen, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ren
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 17 %
- Prevalentie Vlaanderen 15 %
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 5
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Deens