picoseconde
Uiterlijk
- Geluid: picoseconde (hulp, bestand)
- pi·co·se·con·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | picoseconde | picoseconden picosecondes |
verkleinwoord | - | - |
- (tijdrekening), (natuurkunde)(eenheid) een tijdseenheid met een duur van 10−12 seconde of 0,000.000.001 milliseconde, weergegeven met symbool ps
eenheden van tijd in het Nederlands (nld) |
---|
yoctoseconde • zeptoseconde • attoseconde • femtoseconde • picoseconde • nanoseconde • microseconde • milliseconde • centiseconde • deciseconde • seconde • decaseconde • hectoseconde • kiloseconde • megaseconde • gigaseconde • teraseconde • petaseconde • exaseconde • zettaseconde • yottaseconde |
seconde • minuut • kwartier • uur • dag / etmaal / nychthemeron • week • decade • maand / maanmaand • kwartaal / trimester / jaargetijde / seizoen • tertaal • semester • jaar / annum • lustrum • decennium • generatie • eeuw / hectoannum • millennium / kiloannum • mega-annum • giga-annum |
1.
- Het woord picoseconde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "picoseconde" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel pico- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Tijdrekening in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Eenheid in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 51 %
- Prevalentie Vlaanderen 83 %