luka
Uiterlijk
- lu·ka
luka
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *lūkaną
luka
- Afgeleid van het Duitse Lücke
luka v
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- lu·ka
- van Servo-Kroatisch рука (ruka) "hand", "arm"
luka
luka
- IPA: /lʊka/
- lu·ka
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | – | luka |
genitief | – | luk |
datief | – | lukám |
accusatief | – | luka |
vocatief | – | luka |
locatief | – | lukách |
instrumentalis | – | lukami |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Categorieën:
- Woorden in het Indonesisch
- Zelfstandig naamwoord in het Indonesisch
- Medisch in het Indonesisch
- Woorden in het Oudfries
- Werkwoord in het Oudfries
- Woorden in het Pools
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Woorden in het Toki Pona
- Woorden in het Toki Pona van lengte 4
- Woorden in het Toki Pona met audioweergave
- Woorden in het Toki Pona met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Toki Pona
- Anatomie in het Toki Pona
- Hoofdtelwoord in het Toki Pona
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onzijdig zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch