cocotte
Uiterlijk
- co·cot·te
- van Frans cocotte, in de betekenis van ‘vrouw van lichte zeden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1867 (zie vindplaats hieronder) [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cocotte | cocottes |
verkleinwoord | - | - |
de cocotte v
- (huishouden) (kookkunst) ronde of ovale, vuurvaste en met een deksel afsluitbare schaal of pan voor het braden van gevogelte
- Serveer in cocotte, met rijst ernaast. [3]
- Op de Dam, waar zondagavond 800 mensen a raison van 200 gulden hun vorkjes prikten in gerookte paling in bladerdeeg en vervolgens koude komkommersoep, cocotte met kalfsvlees en appeldessert met bitterkoeksjesspijs en vanillesaus nuttigden, staat om twaalf uur maandagmiddag alleen nog de stalen ribbenkast van de immense tent, waar 'iedereen' was. [4]
- vrouw van lichte zeden
- Ook in de roman "Der Schüler Gerber" gaat de wiskundeleraar naar de hoeren en de Duitse auteur Heinrich Mann laat zijn leraar klassieke talen in "Professor Unrat" uit 1905 zelfs trouwen met een cocotte, van wier diensten zijn leerlingen ook gebruik hebben gemaakt. [5]
- ‘Even als de Parisiennes, jongen,’ antwoordde de Kolonel brommig, ‘wijs me hier 't onderscheid maar eens aan tuschen een fatsoenlijke vrouw en een cocotte.’ [6]
-
1. ronde vuurvaste en met een deksel afsluitbare pan
-
2. vrouw van lichte zeden
- [1] terrien
- Het woord cocotte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cocotte" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ cocotte op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Steketee, M.Kung Fu-rivierkreeft (11 februari 2014) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-07-08
- ↑ Löwenhardt, A."Beurspodium komt te laat en liz helemaal niet naar Aids Gala" in: Trouw jrg. 50 nr. 14644 (21 juli 1992); p. 2 kol. 7; geraadpleegd 2019-07-08
- ↑ Robbens, G."De vivisectie van de puberale ziel. Puberen in Oostenrijkse romans" in: Tsjip/Letteren. jrg. 14 nr. 2 (juni 2004) ThiemeMeulenhoff, Utrecht / Zutphen; p. 40; geraadpleegd 2019-07-08
- ↑ Gram, J."In het Palais-Royal. Uit eene correspondentie." in: De Gids. jrg. 31 deel 3 nr. 9 (september 1867) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam; p. 534; geraadpleegd 2019-07-08
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
cocotte v
- vrouwelijke vorm van cocot
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Kookkunst in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 46 %
- Prevalentie Vlaanderen 52 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 7
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Achtervoegsel -otte in het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans