bezwering
Uiterlijk
- be·zwe·ring
- Naamwoord van handeling van bezweren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezwering | bezweringen |
verkleinwoord | bezwerinkje | bezwerinkjes |
de bezwering v
- Een stellige belofte. Die men lang niet altijd waar kan maken.
- ▸ Die bezwering was een van de redenen dat hij liever in een eenvoudig ongeverfd houten huis bij de bouw was gaan wonen dan bij de andere ingenieurs in het Centralhotellet in Kramfors, hij wilde in de buurt van het gedreun van de heimachine zijn wanneer de boomstammen in de bodem van de rivier werden gedreven.[1]
- geestenuitbanning
- Bezweren, bespreken of belezen is letterlijk een bovennatuurlijke macht uitoefenen door iets voor te lezen, vaak uit een heilig geschrift, of door het lezen van bezweringsspreuken, waardoor boze geesten verdreven worden.
- Het woord bezwering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezwering" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be