agorafobie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  agorafobie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

ago·ra·fo·bie

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘pleinvrees’ voor het eerst aangetroffen in 1910
• gevormd van het Grieks 'agora' (vergaderplaats, stadsplein) met het achtervoegsel -fobie

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	agorafobie	agorafobieën
verkleinwoord	agorafobietje	agorafobietjes

Zelfstandig naamwoord

de agorafobie v

1. angst voor openbare ruimtes met veel drukte

   • Mensen met agorafobie ondervinden bovenmatig veel angst bij het bezoeken van situaties buitenshuis. 

Synoniemen

• pleinvrees, straatvrees

Vertalingen

    1.   

Afrikaans: agorafobie (af) Arabisch: رهاب الخلاء (ar) Baskisch: agorafobia (eu) Bosnisch: agorafobija (bs) Bulgaars: агорафобия (bg) Catalaans: agorafòbia (ca) Chinees: 廣場恐懼症 (zh) Deens: agorafobi (da) Duits: Agoraphobie (de) Engels: agoraphobia (en) Estisch: agorafoobia (et) Fins: agorafobia (fi) Frans: agoraphobie (fr) Galicisch: agorafobia (gl) Georgisch: აგორაფობია (ka) Grieks: αγοραφοβία (el) Gujarati: એગોરાફોબિયા (gu) Hebreeuws: אגורפוביה (he) Hindi: जनातंक (एगोराफोबिया) (hi) Hongaars: agorafóbia (hu) Ido: agorafobio (io)

Indonesisch: agorafobia (id) Italiaans: agorafobia (it) Japans: 広場恐怖症 (ja) Koreaans: 광장공포증 (ko) Kroatisch: agorafobija (hr) Litouws: agorafobija (lt) Noors: agorafobi (no) Oekraïens: агорафобія (uk) Perzisch: هراس از مکان‌های باز (fa) Pools: agorafobia (pl) Portugees: agorafobia (pt) Roemeens: agorafobie (ro) Russisch: агорафобия (ru) Servisch: агорафобија (sr) Sloveens: agorafobija (sl) Slowaaks: agorafóbia (sk) Spaans: agorafobia (es) v Tagalog: agorapobya (tl) Thai: โรคกลัวที่ชุมชน (th) Tsjechisch: agorafobie (cs) v Zweeds: agorafobi (sv)

Gangbaarheid

• Het woord agorafobie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "agorafobie" herkend door:

81 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /agɔrafɔbɪjɛ/

Woordafbreking

• ago·ra·fo·bie

Zelfstandig naamwoord

agorafobie v

1. (medisch) agorafobie; angst voor openbare ruimtes met veel drukte

Verwante begrippen

• agora v

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)