Upcoming presentations by Eric Mijts
took place as a small-scale on site workshop on January 21st, in KANTL Ghent, as an initiative of... more took place as a small-scale on site workshop on January 21st, in KANTL Ghent, as an initiative of the Dutch Language Union (due to cancellation of most parts of VIOT)
VIOT 2022: TAALBEHEERSING MAAKT HET VERSCHIL (19, 20 en 21 januari 2022)
Sita Doerga Misier (I.O.L. Paramaribo), Eric Mijts (University of Aruba), Albert Oosterhof (KU Leuven), Ulrike Vogl (Universiteit Gent)
Al decennialang woedt het maatschappelijke debat over het taalbeleid in het hoger onderwijs, waarbij het Engels als internationale taal en taal van internationalisering een steeds dominantere plaats inneemt (KNAW 2017; Van Oostendorp 2017; Jensen e.a. 2019; Jansen 2019). Verlies van de academische status van het Nederlands zou ertoe leiden dat het ‘als onkruid verpietert’ (De Groot e.a. 2018). Om het debat genuanceerd te voeren, is er behoefte aan (1) een analyse van het (veranderende) beleid, (2) data m.b.t. het taalgebruik in de (onderwijs)praktijk en (3) een grondige analyse van de (taal)ideologische basis van het debat.
Bovendien is het nodig over de grens, naar andere delen van het taalgebied, te kijken en van elkaar te leren. De “verengelsing” leidt in postkoloniale landen zoals Aruba en Curaçao tot een transitie van onderwijs in de ene vreemde taal (Nederlands) naar een andere (Engels) (zie ook Mijts 2020). Ons panel focust ook op gevolgen van “verengelsing” van hoger onderwijs voor status en gebruik van de thuistalen en van de taal van de voormalige kolonisator.
In 2019 werd rond die doelstelling een panel georganiseerd tijdens de CARAN-conferentie in Paramaribo. Wij willen nog meer ingaan op aspecten die relevant zijn vanuit taalbeheersingsperspectief, zoals:
Communicatiemodi in de praktijk van het hoger onderwijs in de verschillende landen. Blees, Mak & Ten Thije (2014: 174) beschrijven de “important drawbacks” van het toenemend gebruik van het Engels in het hoger onderwijs en stellen receptieve meertaligheid voor als alternatief. In hoeverre wordt receptieve meertaligheid met succes ingezet (zie ook Ten Thije & Zeevaert 2007; Arntz 2010; Ten Thije e.a. 2017)?
Keuze voor een onderwijstaal als manifestatie van culturele identiteit, wat bijvoorbeeld beschreven kan worden als onderdeel van de praktijken zoals aangenomen in het ui-diagram van Hofstede, Hofstede & Minkov (2010).
Inventarisatie van opiniërende teksten, argumenten die gebruikt worden in verschillende landen en de kwaliteit van die argumentatie, in relatie tot juridische aspecten (Rijkers in voorbereiding).
Analyse van het politieke discours en mediadiscours in verschillende delen van het taalgebied (met focus op de taalideologische grondslag van het debat).
De relatie tussen enerzijds aspecten van de taalbeheersing met betrekking tot de onderwijstaal (bij docenten en studenten) en anderzijds onderwijskwaliteit, informatieoverdracht en leeropbrengsten. Dat kan ook juist gaan over de effecten van onderwijs in het Nederlands door docenten voor wie dat niet de moedertaal is. Hoe verhoudt zich de huidige situatie tot de resultaten in de baanbrekende studie van Vinke (1995)?
Er zijn nog andere mogelijkheden om verbanden te leggen met thema’s die voor taalbeheersing als discipline relevant zijn en het hier voorgestelde panel vormt ook een oproep daartoe.
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Papers by Eric Mijts
Journal of Chemical Technology & Biotechnology, Jun 22, 2023
Reverse osmosis has become the dominant technique for desalination while at the same time there i... more Reverse osmosis has become the dominant technique for desalination while at the same time there is a steady increase in reliance on desalination systems for water production globally. Resource recovery and mitigation of adverse effects from brine discharge are important factors and are increasingly being considered by researchers and industrial actors. The island nation of Aruba, with over 100 years of commercial desalination history, is used as a case study to illustrate the possibilities of shifting from centralized seawater desalination plants to seawater refineries in which freshwater is considered only one of the possible products. We identify possible economic value from desalination plants of medium scale (as is the case in Aruba) from the production of magnesium, caustic soda, chlorine‐based products and rubidium and possible energy recovery possibilities through osmotic gradients and/or hydrogen storage while at the same time highlighting the insufficient potential for lithium harvesting from seawater desalination brines. We have found that the economic value from resources recovered from brine may be even larger than the value of the freshwater produced by these plants. Furthermore, reduction of salinity and quantity of brine can reduce the overall ecological impact from current brine effluents. © 2023 Society of Chemical Industry (SCI).
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Frontiers in climate, May 10, 2023
Bookmarks Related papers MentionsView impact
International Journal of Sustainability in Higher Education, Jul 25, 2023
Purpose Universities of Small Island States (SIS) have the potential to fulfill a crucial role in... more Purpose Universities of Small Island States (SIS) have the potential to fulfill a crucial role in implementing the Sustainable Development Goals (SDGs) but also face barriers to local capacity building. The University of Aruba partly addresses these challenges through the development of The Academic Foundation Year (AFY), a one-year pre-university program aiming to optimally equip students for higher education. This study aims to assess to what extent the program can foster the local embeddedness of the students in ecology, culture and history and an understanding of opportunities and challenges for sustainable development in SIS. Design/methodology/approach The authors provide examples of how the program incorporates education for sustainable development and how it emphasizes experiential learning. In addition, quantitative survey data and qualitative analysis of focus group meetings are used to reflect on the program’s achievements and its potential for further development. Findings The survey results suggest that AFY courses not only increase knowledge but also change students’ perceptions regarding sustainability. Indeed, key impacts emerging from the student focus group related to both academic preparation and engagement with sustainability. Reflections by teachers emphasized the importance of experiential learning, an expansive view of the SDGs and preparing students as citizens. Originality/value This study highlights that the program could provide a starting point for the development of similar initiatives in other SIS, the common basis being the fostering of sustainability literacy and social adoption of the SDGs.
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Sustainability Science, Feb 10, 2022
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Revista de filología alemana, 2010
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Bookmarks Related papers MentionsView impact
De doelstelling van de Caribische Associatie voor Neerlandistiek (CARAN) is de versterking van de... more De doelstelling van de Caribische Associatie voor Neerlandistiek (CARAN) is de versterking van de samenwerking in onderwijs en onderzoek in de neerlandistiek van het Caribisch gebied door middel van een tweejaarlijks colloquium en een daaraan gekoppelde publicatie. Mede dankzij de Taalunie hebben al vier colloquia plaatsgevonden, tweemaal in Aruba, eenmaal in Suriname, eenmaal in Curaçao. Eind 2019 vindt het vijfde colloquium opnieuw plaats in Paramaribo, Suriname. In 2011 werd de CARAN aan de Universiteit van Aruba opgericht als een samenwerkingsverband van neerlandici van Suriname en de verschillende eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Bio-ingenieus, 2020
Bookmarks Related papers MentionsView impact
NEERLANDIA (GENT), 2019
“We zijn altijd op weg op de eilanden”, stelde Wim Rutgers, de grand wise man van de Caribische l... more “We zijn altijd op weg op de eilanden”, stelde Wim Rutgers, de grand wise man van de Caribische literatuurkritiek: “Ik weet niet of we ooit aankomen.” Het had het motto kunnen zijn van het congres dat van 27 t/m 30 november 2019 werd gehouden in Paramaribo. Een geïnspireerde ontmoeting van vijftig specialisten uit tenminste twaalf landen op het gebied van de Caribische Nederlandstalige cultuur. Literatuur in het onderwijs, het gebruik van Nederlands in Surinaamse sociale media en de allegorie bij Boeli van Leeuwen. De onderwerpen waren zeer uiteenlopend. Van masterstudenten tot lerarenopleiders en hoogleraren: een diverse dwarsdoorsnede van experts kwam aan het woord
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Bloomsbury Academic eBooks, 2023
Bookmarks Related papers MentionsView impact
University of Aruba, University College Utrecht, 2018
Bookmarks Related papers MentionsView impact
NEERLANDIA, 2018
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Bookmarks Related papers MentionsView impact
Uploads
Upcoming presentations by Eric Mijts
VIOT 2022: TAALBEHEERSING MAAKT HET VERSCHIL (19, 20 en 21 januari 2022)
Sita Doerga Misier (I.O.L. Paramaribo), Eric Mijts (University of Aruba), Albert Oosterhof (KU Leuven), Ulrike Vogl (Universiteit Gent)
Al decennialang woedt het maatschappelijke debat over het taalbeleid in het hoger onderwijs, waarbij het Engels als internationale taal en taal van internationalisering een steeds dominantere plaats inneemt (KNAW 2017; Van Oostendorp 2017; Jensen e.a. 2019; Jansen 2019). Verlies van de academische status van het Nederlands zou ertoe leiden dat het ‘als onkruid verpietert’ (De Groot e.a. 2018). Om het debat genuanceerd te voeren, is er behoefte aan (1) een analyse van het (veranderende) beleid, (2) data m.b.t. het taalgebruik in de (onderwijs)praktijk en (3) een grondige analyse van de (taal)ideologische basis van het debat.
Bovendien is het nodig over de grens, naar andere delen van het taalgebied, te kijken en van elkaar te leren. De “verengelsing” leidt in postkoloniale landen zoals Aruba en Curaçao tot een transitie van onderwijs in de ene vreemde taal (Nederlands) naar een andere (Engels) (zie ook Mijts 2020). Ons panel focust ook op gevolgen van “verengelsing” van hoger onderwijs voor status en gebruik van de thuistalen en van de taal van de voormalige kolonisator.
In 2019 werd rond die doelstelling een panel georganiseerd tijdens de CARAN-conferentie in Paramaribo. Wij willen nog meer ingaan op aspecten die relevant zijn vanuit taalbeheersingsperspectief, zoals:
Communicatiemodi in de praktijk van het hoger onderwijs in de verschillende landen. Blees, Mak & Ten Thije (2014: 174) beschrijven de “important drawbacks” van het toenemend gebruik van het Engels in het hoger onderwijs en stellen receptieve meertaligheid voor als alternatief. In hoeverre wordt receptieve meertaligheid met succes ingezet (zie ook Ten Thije & Zeevaert 2007; Arntz 2010; Ten Thije e.a. 2017)?
Keuze voor een onderwijstaal als manifestatie van culturele identiteit, wat bijvoorbeeld beschreven kan worden als onderdeel van de praktijken zoals aangenomen in het ui-diagram van Hofstede, Hofstede & Minkov (2010).
Inventarisatie van opiniërende teksten, argumenten die gebruikt worden in verschillende landen en de kwaliteit van die argumentatie, in relatie tot juridische aspecten (Rijkers in voorbereiding).
Analyse van het politieke discours en mediadiscours in verschillende delen van het taalgebied (met focus op de taalideologische grondslag van het debat).
De relatie tussen enerzijds aspecten van de taalbeheersing met betrekking tot de onderwijstaal (bij docenten en studenten) en anderzijds onderwijskwaliteit, informatieoverdracht en leeropbrengsten. Dat kan ook juist gaan over de effecten van onderwijs in het Nederlands door docenten voor wie dat niet de moedertaal is. Hoe verhoudt zich de huidige situatie tot de resultaten in de baanbrekende studie van Vinke (1995)?
Er zijn nog andere mogelijkheden om verbanden te leggen met thema’s die voor taalbeheersing als discipline relevant zijn en het hier voorgestelde panel vormt ook een oproep daartoe.
Papers by Eric Mijts
VIOT 2022: TAALBEHEERSING MAAKT HET VERSCHIL (19, 20 en 21 januari 2022)
Sita Doerga Misier (I.O.L. Paramaribo), Eric Mijts (University of Aruba), Albert Oosterhof (KU Leuven), Ulrike Vogl (Universiteit Gent)
Al decennialang woedt het maatschappelijke debat over het taalbeleid in het hoger onderwijs, waarbij het Engels als internationale taal en taal van internationalisering een steeds dominantere plaats inneemt (KNAW 2017; Van Oostendorp 2017; Jensen e.a. 2019; Jansen 2019). Verlies van de academische status van het Nederlands zou ertoe leiden dat het ‘als onkruid verpietert’ (De Groot e.a. 2018). Om het debat genuanceerd te voeren, is er behoefte aan (1) een analyse van het (veranderende) beleid, (2) data m.b.t. het taalgebruik in de (onderwijs)praktijk en (3) een grondige analyse van de (taal)ideologische basis van het debat.
Bovendien is het nodig over de grens, naar andere delen van het taalgebied, te kijken en van elkaar te leren. De “verengelsing” leidt in postkoloniale landen zoals Aruba en Curaçao tot een transitie van onderwijs in de ene vreemde taal (Nederlands) naar een andere (Engels) (zie ook Mijts 2020). Ons panel focust ook op gevolgen van “verengelsing” van hoger onderwijs voor status en gebruik van de thuistalen en van de taal van de voormalige kolonisator.
In 2019 werd rond die doelstelling een panel georganiseerd tijdens de CARAN-conferentie in Paramaribo. Wij willen nog meer ingaan op aspecten die relevant zijn vanuit taalbeheersingsperspectief, zoals:
Communicatiemodi in de praktijk van het hoger onderwijs in de verschillende landen. Blees, Mak & Ten Thije (2014: 174) beschrijven de “important drawbacks” van het toenemend gebruik van het Engels in het hoger onderwijs en stellen receptieve meertaligheid voor als alternatief. In hoeverre wordt receptieve meertaligheid met succes ingezet (zie ook Ten Thije & Zeevaert 2007; Arntz 2010; Ten Thije e.a. 2017)?
Keuze voor een onderwijstaal als manifestatie van culturele identiteit, wat bijvoorbeeld beschreven kan worden als onderdeel van de praktijken zoals aangenomen in het ui-diagram van Hofstede, Hofstede & Minkov (2010).
Inventarisatie van opiniërende teksten, argumenten die gebruikt worden in verschillende landen en de kwaliteit van die argumentatie, in relatie tot juridische aspecten (Rijkers in voorbereiding).
Analyse van het politieke discours en mediadiscours in verschillende delen van het taalgebied (met focus op de taalideologische grondslag van het debat).
De relatie tussen enerzijds aspecten van de taalbeheersing met betrekking tot de onderwijstaal (bij docenten en studenten) en anderzijds onderwijskwaliteit, informatieoverdracht en leeropbrengsten. Dat kan ook juist gaan over de effecten van onderwijs in het Nederlands door docenten voor wie dat niet de moedertaal is. Hoe verhoudt zich de huidige situatie tot de resultaten in de baanbrekende studie van Vinke (1995)?
Er zijn nog andere mogelijkheden om verbanden te leggen met thema’s die voor taalbeheersing als discipline relevant zijn en het hier voorgestelde panel vormt ook een oproep daartoe.