Het bedieningspaneel op de Mac gebruiken
Via het bedieningspaneel op de Mac heb je snel toegang tot belangrijke macOS-instellingen, zoals AirDrop, wifi of 'Focus'. Je kunt het bedieningspaneel aanpassen door andere onderdelen toe te voegen, zoals snelle opties voor toegankelijkheid, de batterijstatus of snelle gebruikersoverschakeling.
Rechts van het bedieningspaneel staan privacy-indicators; dit kunnen stippen of pijlen zijn. Een oranje stip naast het bedieningspaneelsymbool in de menubalk geeft aan dat de microfoon op je Mac in gebruik is; een groene stip geeft aan dat een camera in gebruik is; een paarse stip geeft aan dat de systeemaudio wordt opgenomen; en een pijl geeft aan dat je locatie in gebruik is. Er wordt slechts één privacy-indicator tegelijk getoond. Als bijvoorbeeld zowel de microfoon als de camera in gebruik is, zie je alleen een groene stip.
Wanneer je het bedieningspaneel opent, kan boven in het venster een veld staan met apps die je microfoon, locatie, camera of systeemaudio gebruiken. Je kunt op dat veld klikken om het venster 'Privacy' te openen waarin mogelijk meer informatie wordt weergegeven (macOS 13.3 of nieuwer).
Het bedieningspaneel gebruiken
Klik op in de menubalk op de Mac.
Voer een of meer van de volgende stappen uit in het bedieningspaneel:
Sleep een schuifregelaar om een instelling aan te passen. Sleep bijvoorbeeld de schuifregelaar 'Geluid' om het volume op de Mac aan te passen.
Klik op een symbool om een functie in of uit te schakelen. Klik bijvoorbeeld op 'AirDrop' of 'Bluetooth®' om dit in of uit te schakelen.
Klik op een onderdeel (of op de bijbehorende pijl ) om meer opties weer te geven. Klik bijvoorbeeld op 'Focus' om je lijst 'Focus' weer te geven en een focus in of uit te schakelen, of klik op 'Synchrone weergave' om een beeldscherm te kiezen.
Tip: Als je een onderdeel vaak gebruikt, kun je dit vanuit het bedieningspaneel naar de menubalk slepen, zodat je het altijd bij de hand hebt. Om een onderdeel uit de menubalk te verwijderen, houd je de Command-toets ingedrukt terwijl je het onderdeel uit de menubalk sleept.
Het bedieningspaneel aanpassen
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Bedieningspaneel' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Kies instellingen voor de onderdelen in deze gedeelten.
Bedieningspaneelmodules: De onderdelen in dit gedeelte worden altijd in het bedieningspaneel weergegeven; je kunt ze niet verwijderen. Je kunt ervoor kiezen om deze ook in de menubalk weer te geven. Klik op het pop‑upmenu naast een onderdeel en kies een optie.
Andere modules: De onderdelen in dit gedeelte kun je aan het bedieningspaneel en de menubalk toevoegen. Je kunt elke optie onder een onderdeel in- of uitschakelen. Voor sommige onderdelen zijn mogelijk extra instellingen beschikbaar.
Alleen menubalk: Je kunt opties voor de klok in de menubalk kiezen en andere onderdelen (zoals Spotlight, Siri, Time Machine en de VPN-status) aan de menubalk toevoegen.
Zie Instellingen voor 'Bedieningspaneel' wijzigen voor meer informatie over de verschillende opties.