aangeven
Aspeto
Verbo
[editar]aangeven
- entregar, passar
- Kun je me de afstandsbediening aangeven?
- Você poderia me passar o controle remoto?
- indicar, deixar claro
- Hij heeft aangegeven waar het is.
- Ele indicou onde estava.
- denunciar, avisar, notificar
- Iemand aangeven.
- Denunciar alguém.
- declarar
- Niets aan te geven.
- Nada a declarar.