NL9402132A - Naafeenheid met verbinding door middel van schotelveer. - Google Patents

Description

Naafeenheid met verbinding door middel van schotelveer

De uitvinding heeft betrekking op een naafeenheid omvattende eenwiellager alsmede een aandrijfasstomp welke zich bevindt in eenovereenkomstig gevormde, concentrische opening in een van de ringen vanhet wiellager en in rotatierichting door middel van onronde vormensamenwerkt met die ring, welke aandrijfasstomp een uit de opening in diering stekend aseind bezit.

Een dergelijke naafeenheid is bekend; de aandrijfasstomp en deroteerbare ring daarvan kunnen zijn voorzien van in elkaar grijpendespiebanen en groeven voor het overbrengen van het aandrijvende koppel opde roteerbare ring en het daaraan bevestigde wiel. Door middel van een ophet aseind voorziene schroefdraad en een daarmee samenwerkende moer dieis afgesteund op de roteerbare ring wordt de naafeenheid samengehouden.

Bij deze bekende naafeenheid wordt de vereiste voorspanningopgebracht door met een vooraf bepaald aanhaalkoppel de schroefverbindingaan te halen. Dat heeft het nadeel dat de vereiste voorspanning nietaltijd juist wordt opgebracht, gezien de onzekerheid omtrent de groottevan de wrijving in de schroefverbinding. Bovendien kan achteraf niet goedworden nagegaan of onoordeelkundige demontage en montage heeftplaatsgevonden.

Doel van de uitvinding is daarom een naafeenheid te verschaffen diedeze nadelen niet heeft. Dat doel wordt bereikt doordat het aseindsamenwerkt met de binnenomtrek van schotelveer waarvan de buitenomtrekonder voorspanning is afgesteund op die ring.

Het bevestigen van de aandrijfasstomp door middel van eenschotelveer kan geschieden door middel van een speciaal gereedschap. Datheeft het voordeel van een snelle en relatief eenvoudige montage.Bovendien wordt onoordeelkundige montage en demontage daardoorbemoeilijkt. Het verwijderen van de schotelveer zonder een speciaalgereedschap is niet eenvoudig.

Demonteren van de schotelveer gaat gepaard met het zodanigvervormen daarvan dat hergebruik uitgesloten is. Het voordeel daarvan isdat bij het weer samenstellen van de naafeenheid een nieuwe schotelveermoet worden gebruikt, hetgeen de kwaliteit en betrouwbaarheid van deverbinding ten goede komt.

De schotelveer kan zijn opgenomen in een in het aseind voorzieneomtreksgroef. Op die manier wordt een eenvoudige, goedkope constructieverkregen. Bovendien kan de plaats van de groef nauwkeurig zijn bepaaldten opzichte van de betreffende ring van het lager, zodanig dat de voorspanning in de gemonteerde schotelveer binnen nauwe grenzen kanliggen.

Verder kan de schotelveer zijn afgesteund op een in wezen radiaallopend vlak van die ring.

Ter vergemakkelijking van de montage kan de schotelveer een radialesnede hebben.

Bij voorkeur bevindt de aandrijfasstomp zich in een in debinnenring gevormde opening, en de is schotelveer afgesteund op een naarbinnen versprongen vlak van die binnenring. Een dergelijke uitvoering iscompact en heeft een laag gewicht.

Verder kan de aandrijfasstomp zijn voorzien van een borst opafstand van het aseind, welke borst is af gesteund op de van deschotelveer afgekeerde zijde van de roteerbare ring. De afstand tussendeze borst en de groef in het aseind heeft, samen met de dikte van debinnenring, invloed op de in de schotelveer verkregen voorspanning.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de aandrijfasstomp onderdeel vaneen homokinetische koppeling.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de handvan twee in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de naafeenheidvolgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 3 toont een aanzicht op de schotelveer volgens figuur 2.

De in figuur 1 weergegeven naafeenheid omvat een in zijn geheel met1 aangeduid wiellager, dat een buitenring 2 en een binnenring 3 omvat.Tussen buitenring 2 en binnenring 3 zijn twee rijen kogels 4 voorzien. Delagerruimte waarin zich deze kogels bevinden is afgedicht door middel vanafdichtingen 5. 6.

De buitenring 2 bevat van schroefdraad voorziene gaten 7 terbevestiging aan een wielophangconstructie. Binnenring 3 bezit vanschroefdraad voorziene gaten 8 waaraan een wiel bevestigd kan worden.

De binnenring 3 bezit een concentrische opening 9. waarin de inzijn geheel met 10 aangeduide asstomp is gestoken. Deze asstomp bezit aanzijn buitenomtrek spiebanen en spiegroeven 11, die steken inovereenkomstige gevormde spiebanen en spiegroeven 12 in de concentrischeopening 9· Door middel van deze spiebanen en spiegroeven 11, 12, kan deasstomp 10, een aandrijvend koppel uitoefenen op de binnenring 3 en ophet daaraan bevestigde wiel.

Het aseind 13 van de asstomp 10 steekt uit de opening 9. voorbijhet radiale vlak 1^ van de binnenring 3· In de omtrek van het aseind 13 is een omtreksgroef 15 voorzien, waarin schotelveer 16 is opgenomen. Dezeschotelveer rust met zijn buitenomtrek op het radiale vlak 14, in hetbijzonder op het verdiepte gedeelte 17 daarvan.

Op afstand van aseind 13 bezit de asstomp 10 een borst 18, die isafgesteund tegen de binnenring 3· De axiale afstand tussen de radialevlakken 19 en 14 respectievelijk het verdiepte gedeelte 17. alsmede deafstand tussen de omtreksgroef 13 en de borst 18 is zodanig gekozen datde schotelveer 16 onder voorspanning tegen het radiale vlak 14 of deverdieping 17 rust wanneer de borst 18 en het radiale vlak tegen elkaaraanliggen. Aldus kan een voorgeschreven, constante voorspanning in deverbinding tussen asstomp 10 en binnenring 3 verzekerd blijven.

In het in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het radialevlak 20 sterk verdiept aangebracht ten opzichte van de centreerring 21waaromheen het wiel moet worden aangebracht. Dit uitvoeringsvoorbeeldheeft het voordeel dat de asstomp 22 relatief kort kan blijven; bovendienis de voor de binnenring 23 benodigde hoeveelheid materiaal gering geziende grote uitsparing. Een dergelijke uitvoeringsvorm bezit een laaggewicht.

In figuur 3 is een axiaal aanzicht op de schotelveer 16 van figuren1 en 2 en omringende constructie getoond. De schotelveer 16 bezit eenradiale spleet 24 terwijl de naar elkaar gekeerde einden van deschotelveer 16 uitsparingen 25 bezitten waarop een gereedschap voor hetspreiden vein de schotelveer 16 kan aangrijpen.

Claims (6)

1. Naafeenheid omvattende een wiellager (1) alsmede een aandrijfasstomp (10, 22) welke zich bevindt in een overeenkomstig gevormde, concentrische opening (9) in de roteerbare ring (3, 23) van hetwiellager (1) en in rotatierichting door middel van onronde vormen (11,12) samenwerkt met die ring (3, 23), welke aandrijfasstomp (10, 22) eenuit de opening (9) in die ring stekend aseind (13) bezit met het kenmerkdat het aseind (13) samenwerkt met de binnenomtrek van een schotelveer(16) waarvan de buitenomtrek onder voorspanning is afgesteund op die ring (3. 23).

2. Naafeenheid volgens conclusie 1, waarbij de schotelveer (16) isopgenomen in een in het aseind (13) voorziene omtreksgroef (15).

3· Naafeenheid volgens conclusie 1 of 2, waarbij de schotelveer(16) een radiale snede heeft (2k). k. Naafeenheid volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de schotelveer(16) is afgesteund op een in wezen radiaal lopend vlak (lh, 17, 20) vandie ring (3, 23).

5· Naafeenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij deaandrijf as stomp (10, 22) zich bevindt in een in de binnenring (3, 23)gevormde opening (9), en de schotelveer (16) is afgesteund op een naarbinnen versprongen vlak (1^, 17, 20) van die binnenring (3, 23).

6. Naafeenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij deaandrijfas stomp (10, 22) is voorzien van een borst (18) op afstand vanhet aseind (13). welke borst (18) is afgesteund op de van de schotelveer(16) afgekeerde zijde van de roteerbare ring (3, 23).

7. Naafeenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij deaandrijfasstomp (3. 23) onderdeel is van een homokinetische koppeling.