NL9302079A

NL9302079A - Injection-moulding apparatus

Info

Publication number: NL9302079A
Application number: NL9302079A
Authority: NL
Original assignee: Stork Plastics Machinery Bv
Priority date: 1993-11-30
Filing date: 1993-11-30
Publication date: 1995-02-01

Abstract

An injection-moulding apparatus for injecting plastic products substantially comprises a frame, a fixed end plate supported by the frame, a generally parallel end plate which can be moved towards and away from the fixed plate, and a displaceable intermediate plate accommodated between the fixed and the movable plate, between which plates in each case at least one split mould (composite mould) can be positioned, and a plastifying unit with a nozzle which can be connected under pressure to an inlet of the mould or of a channel (sprue) leading to the mould and disposed in a plate, the injection-moulding machine being convertible from a line configuration to a Z configuration and vice versa. The arrangement according to the invention permits various modifications of the machine as required by the user, whilst the machine itself takes up little room.

Description

Spui tgietinrichtingInjection molding device

De uitvinding heeft betrekking op een spuitgietin-richting voor het spuiten van plastic produkten in hoofdzaak bestaande uit een gestel, door het gestel gedragen vaste eindplaat, een naar en van de vaste plaat toe resp af-be-weegbare over het algemeen parallelle eindplaat alsmede een tussen de vaste en beweegbare plaat opgenomen, verschuifbare tussenplaat, tussen welke platen telkens tenminste een deelbare matrijs is te plaatsen, en een plastificeereenheid met spuitmond welke op een ingang van de matrijs of van een naar de matrijs leidend kanaal in een plaat, onder druk is aan te sluiten.The invention relates to an injection molding device for spraying plastic products mainly consisting of a frame, a fixed end plate carried by the frame, a generally parallel end plate that can be moved towards and away from the fixed plate and a movable intermediate plate between the fixed and movable plate, between which plates in each case at least one divisible mold can be placed, and a plasticizing unit with nozzle which is under pressure on an entrance of the mold or of a channel leading to the mold in a plate to connect.

Van dergelijke spuitgietmachines, zoals beschreven in de aanhef, zijn er verschillende configuraties. In de lijnconfiguratie staat de plastificeereenheid aangesloten via een eindplaat op de matrijs of op de in serie staande matrijzen. In een Z-configuratie staat de plastificeereenheid aangesloten op de beweegbare tussenplaat, hetgeen bijzonder voorzieningen vraagt aangezien de tussenplaat beweegbaar is. Het bezwaar van deze configuraties is, dat hetzij dure matrijzen vereist zijn voor in serie staande matrijzen (lijnconfiguratie), hetzij een speciale machine vraagt (Z- of L-configuratie), en dat de machines slechts geschikt zijn om in één configuratie gebruikt te worden. De bekende machines zijn derhalve minder flexibel in het productieproces in te zetten, vooral in gevallen waarin kleine series van een veelheid van produkten gemaakt moeten worden.There are various configurations of such injection molding machines, as described in the preamble. In the line configuration, the plasticizing unit is connected via an end plate to the mold or to the series molds. In a Z configuration, the plasticizing unit is connected to the movable intermediate plate, which requires special facilities since the intermediate plate is movable. The drawback of these configurations is that either expensive dies are required for series dies (line configuration) or require a special machine (Z or L configuration), and the machines are only suitable for use in one configuration . The known machines are therefore less flexible to use in the production process, especially in cases where small series of a multitude of products have to be made.

De uitvinding beoogt bovengenoemde bezwaren op te vangen en verschaft daartoe een inrichting die zich onderscheidt, doordat de spuitgietmachine ombouwbaar is van een lijnconfiguratie tot een Z-configuratie en omgekeerd. In de voorkeursuitvoeringsvorm ligt de kanaalingang op de tussenplaat en/of in een opening van een eindplaat, waarbij de plastificeereenheid verplaatsbaar op het gestel is afgesteund ter aansluiting op een der kanaalingangen en zich parallel aan de sluitrichting van de platen uitstrekt ter verkrijging van Z- of lijn-configuratie.The object of the invention is to overcome the above drawbacks and to that end provide an apparatus which is distinguished in that the injection molding machine can be converted from a line configuration to a Z configuration and vice versa. In the preferred embodiment, the channel entry is located on the intermediate plate and / or in an opening of an end plate, the plasticizing unit being movably supported on the frame for connection to one of the channel entries and extending parallel to the closing direction of the plates to obtain Z- or line configuration.

Doordat gekozen is voor een verwisselbaarheid in de plaatsing van de plastificeereenheid, kan, afhankelijk van de wensen van de gebruiker, deze worden aangesloten op de tussenplaat respectievelijk de eindplaten (bij voorkeur een vaste eindplaat), waarbij dankzij de parallelle opstelling van de plastificeereenheid, met betrekking tot de sluitrichting van de matrijzen, relatief weining plaats wordt gevraagd. De machine is door de verplaatsbaarheid van de plastificeereenheid zowel in lijn- als in Z-configuratie bruikbaar.Because an interchangeability in the placement of the plasticizing unit has been chosen, depending on the wishes of the user, it can be connected to the intermediate plate or the end plates (preferably a fixed end plate), whereby thanks to the parallel arrangement of the plasticizing unit, with with regard to the closing direction of the molds, relatively little space is required. Due to the movability of the plasticizing unit, the machine can be used in both line and Z configurations.

Teneinde de reactiekrachten op in het bijzonder de tussenplaat te minimaliseren, verdient het de voorkeur om de plastificeereenheid uit te rusten met aantrekcilinders die direct op de betreffende plaat aangrijpen.In order to minimize the reaction forces on, in particular, the intermediate plate, it is preferable to equip the plasticizing unit with tightening cylinders which engage directly on the relevant plate.

In een andere uitvoeringsvorm is volgens de uitvinding de plastificeereenheid aan de zijkant van de vaste eindplaat bevestigd.In another embodiment, according to the invention, the plasticizing unit is attached to the side of the fixed end plate.

Aangezien de plastificeereenheid volgens de uitvinding zich parallel aan de sluitrichting van de matrijzen uitstrekt, kan de plastificeereenheid volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding ook zijn ondersteund door een schuifconsole op het gestel, die hetzij de plastificeereenheid verbindt met de tussenplaat, hetzij met de eindplaat, door een parallelle verschuiving van die console.Since the plasticizing unit according to the invention extends parallel to the closing direction of the molds, the plasticizing unit according to another embodiment of the invention can also be supported by a sliding console on the frame, which connects either the plasticizing unit to the intermediate plate or to the end plate, by a parallel shift of that console.

Voor een gemakkelijke verwisselbaarheid van de eindplaat, teneinde deze aan te passen aan de lijn-, respectievelijk de Z-configuratie, verdient het de voorkeur om deze eindplaat losmaakbaar opgesteld te bevestigen, teneinde de eindplaat te kunnen uitwisselen voor een ander type of de eindplaat geheel uit te rusten met alle voorzieningen om de machine te kunnen gebruiken in zowel de lijn- of Z-configuratie.For easy interchangeability of the end plate, in order to adapt it to the line or Z configuration, it is preferable to mount this end plate in a detachable manner, in order to be able to exchange the end plate for another type or the end plate entirely Equip with all amenities to use the machine in either the line or Z configuration.

De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van een spuitgietmachi-ne. In de tekening toont:The invention is explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment of an injection molding machine. In the drawing shows:

Fig. l en 2 telkens een bovenaanzicht van de spuitgietmachine in een tweetal configuraties,Fig. 1 and 2 each show a top view of the injection molding machine in two configurations,

Fig. 3 en 4 de spuitgietmachine uit fig. 1 en 2 in perspectivisch aanzicht in de twee gebruiksstanden daarvan.Fig. 3 and 4 show the injection molding machine of fig. 1 and 2 in perspective view in the two positions of use thereof.

In de figuren zijn dezelfde onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.In the figures, the same parts are indicated with the same reference numerals.

Het gestel 1 is in de figuren kastvormig afgeheeld, maar kan verder van willekeurige vorm zijn en uit meer dan een subdeel zijn opgebouwd. Het gestel kent een bovenvlak 2, waarop een vaste eindplaat 3 is aangebracht, alsmede een op afstand daarvan gelegen achterplaat 4, welke vaste eindplaat 3 en achterplaat 4 dient voor het ondersteunen van een viertal trekstangen 5, die in een rechthoekige configuratie zijn opgesteld en dienen voor het geleiden van een tweetal platen, dat wil zeggen de beweegbare eindplaat 6 en de beweegbare tussenplaat 7. Deze platen zijn parallel gericht aan de vaste eindplaat 3. De platen 3, 6 en 7 dienen voor het ondersteunen van daartussen geplaatste matrijzen 8, welke deelbaar zijn zodanig, dat de matrijsruimte kan worden vrijgemaakt voor het afvoeren van een daarin gevormd kunst-stofprodukt, welke via de opening 9 in de gestelkast 1 volgens de pijl P kunnen worden afgevoerd.The frame 1 is box-shaped in the figures, but can furthermore be of arbitrary shape and be built up from more than one sub-part. The frame has a top surface 2, on which a fixed end plate 3 is arranged, as well as a spaced back plate 4, which fixed end plate 3 and back plate 4 serve to support four tie rods 5, which are arranged in a rectangular configuration and serve for guiding two plates, i.e. the movable end plate 6 and the movable intermediate plate 7. These plates are oriented parallel to the fixed end plate 3. The plates 3, 6 and 7 serve to support dies 8 placed between them, which are divisible in such a way that the mold space can be cleared to discharge a plastic product formed therein, which can be discharged via the opening 9 in the frame box 1 according to the arrow P.

Een dergelijke constructie wordt over het algemeen bekend verondersteld en zal niet nader worden toegelicht.Such a construction is generally assumed to be known and will not be further elucidated.

De achterplaat 4 dient voor het opnemen van een drukcilinder 10, welke via een kniegewrichtmechanisme 11 de eindplaat 6 in de richting van de pijl P heen en weer kan bewegen langs de trekstangen 5. De beweegbare tussenplaat 7 wordt ten gevolge van de beweging naar rechts van de eindplaat 6 eveneens in de richting van de pijl P heen en weer bewogen tegen de druk van een aantal om de trekstangen 5 aangebrachte drukveren 12 in. Deze drukveren 12 zorgen voor het naar links bewegen van de tussenplaat 7 indien de eindplaat 6 eveneens naar links wordt bewogen, waardoor ook de rechtermatrijs 8 kan worden gedeeld en het produkt kan worden verwijderd. Het openen en sluiten van de matrijzen kan ook plaatsvinden door middel van schroefspindels.The rear plate 4 serves to receive a pressure cylinder 10, which can move the end plate 6 back and forth along the tie rods 5 in the direction of the arrow P via a knee-joint mechanism 11. The movable intermediate plate 7 is moved as a result of the movement to the right of the end plate 6 also moved back and forth in the direction of the arrow P against the pressure of a number of compression springs 12 arranged around the tie rods 5. These compression springs 12 ensure that the intermediate plate 7 moves to the left if the end plate 6 is also moved to the left, so that the right-hand mold 8 can also be divided and the product can be removed. The opening and closing of the molds can also take place by means of screw spindles.

Voor het aanspuiten van de matrijzen dient de plastificeereenheid 13, die hier de vorm heeft van een schroef-extruder, welke is uitgevoerd met een spuitmondstuk 14 en aan de tegenoverliggende zijde van een toevoermecha-nisme 21 in de vorm van een hopper, voor het opnemen van de grondstof aan kunststof als spuitgietmateriaal voor het kunststofprodukt.The plasticizing unit 13, here in the form of a screw extruder, which is formed with a spray nozzle 14 and on the opposite side of a feed mechanism 21 in the form of a hopper, is used to inject the molds. from the raw material to plastic as an injection molding material for the plastic product.

De plastificeereenheid kan willekeurige vormen hebben en wordt verder niet nader toegelicht aangezien deze in de techniek als bekend wordt verondersteld.The plasticizing unit can have arbitrary shapes and is not further elucidated since it is believed to be known in the art.

In de Z-configuratie kan het spuitmondstuk 14 van de plastificeereenheid 13 worden aangesloten op een ingang 15 van een kanaal 16 dat naar de matrijsingang leidt, en welk kanaal 16 is aangebracht in de tussenplaat 7. De tussenplaat 7 is daartoe zodanig verlengd, dat een zijde daarvan zich buiten de omtreksbegrenzing van de eindplaten 3, 6 uitstrekt, gezien in de sluitrichting PI van de matrijzen.In the Z configuration, the spray nozzle 14 of the plasticizing unit 13 can be connected to an inlet 15 of a channel 16 leading to the mold entrance, and which channel 16 is arranged in the intermediate plate 7. The intermediate plate 7 is extended for this purpose such that a side thereof extends beyond the peripheral boundary of the end plates 3, 6, viewed in the closing direction P1 of the dies.

Volgens de uitvinding kan de eindplaat 3 eveneens zijn voorzien van een opener 23 dat de ingang 15' van matrijs 8 vrijgeeft. In deze lijnconfiguratie komt de plastificeereenheid in directe verbinding met de matrijs. Eventueel kan de tussenplaat 7 verwijderd worden zodat tussen platen 6 en 3 één of meer deelbare matrijzen kunnen worden aangebracht. In een andere variant wordt de tussenplaat 7 vast verbonden met plaat 6 en worden alleen tussen de platen 7 en 3 één of meer deelbare matrijzen aangebracht. In deze variant behoeft de tussenplaat 7 dus niet verwijderd te worden.According to the invention, the end plate 3 can also be provided with an opener 23 which releases the entrance 15 'of mold 8. In this line configuration, the plasticizing unit communicates directly with the mold. The intermediate plate 7 can optionally be removed so that one or more divisible molds can be arranged between plates 6 and 3. In another variant, the intermediate plate 7 is fixedly connected to plate 6 and only one or more divisible molds are arranged between plates 7 and 3. In this variant, the intermediate plate 7 does not therefore have to be removed.

Volgens de uitvinding is de plastificeereenheid 13 dus zowel op de ingang 15 van het kanaal 16 van de tussenplaat 7 aan te sluiten, als op de opening 23 in de eindplaat 3. Daartoe dient de plastificeereenheid 13 te worden teruggetrokken langs de vaste eindplaat 3 en te worden geschoven naar de opening 23 in die eindplaat, zie de twee respectievelijke standen volgens fig. 1 en 2.According to the invention, the plasticizing unit 13 can thus be connected both to the entrance 15 of the channel 16 of the intermediate plate 7 and to the opening 23 in the end plate 3. For this purpose, the plasticizing unit 13 must be withdrawn along the fixed end plate 3 and are slid to the opening 23 in that end plate, see the two respective positions according to fig. 1 and 2.

Om die verschuiving te kunnen bereiken, is de plastificeereenheid opgehangen, respectievelijk ondersteund in een console 22, welke dwars op de sluitrichting van de matrijzen, langs het gestel 1 beweegbaar is, hetgeen schematisch met een geleiding 17 is weergegeven. Binnen het kader van de uitvinding zijn de console en de geleiding op willekeurige wijze uit te voeren. Hierbij is te denken aan een verplaatsbaar subdeel van het gestel, welk subdeel de plas-tificeereenheid draagt.In order to be able to achieve this shift, the plasticizing unit is suspended or supported in a console 22, which is movable transverse to the closing direction of the molds, along the frame 1, which is shown schematically with a guide 17. Within the scope of the invention, the console and the guide can be constructed in any desired manner. This may include a movable sub-part of the frame, which sub-part carries the plasticizing unit.

In de getoonde uitvoeringsvorm, en zichtbaar in de figuren 3 en 4, is de plastificeereenheid 13 voorzien van twee aantrekcilinders 18, die eveneens in de console 22 zijn ondersteund.In the embodiment shown, and visible in Figures 3 and 4, the plasticizing unit 13 is provided with two pull-on cylinders 18, which are also supported in the console 22.

De zuigerstang 19 van de stelcilinders 18 is te bevestigen aan de tussenplaat 7, indien de configuratie volgens fig. 3 is gekozen, respectievelijk aan het kopvlak van de vaste eindplaat 3, indien de configuratie volgens fig. 4 is gekozen.The piston rod 19 of the adjusting cylinders 18 can be attached to the intermediate plate 7, if the configuration according to Fig. 3 is chosen, or to the end face of the fixed end plate 3, if the configuration according to Fig. 4 is selected.

De stelcilinders 18 zijn gevoed door een drukbron, welke niet is getoond, en waarvan de aansluitingen evenmin zijn weergegeven. De stelcilinders 18 dienen ervoor om het spuitmondstuk 14 aan te kunnen sluiten op de ingang 15, van kanaal 16 respectievelijk van de matrijs.The adjusting cylinders 18 are supplied by a pressure source, which is not shown, and whose connections are not shown either. The adjusting cylinders 18 serve to connect the spray nozzle 14 to the inlet 15 of channel 16 and of the mold, respectively.

De zuigerstangen 19 kunnen schuifbaar in de plaat 7 zijn ondersteund, waarbij een klemmof 19' de verbinding tussen plaat 7 en zuigerstang bewerkstelligd, indien moet worden aangespoten. Zodoende zal bij de noodzakelijke verschuiving van plaat 7 bij het openen en sluiten van de matrijzen de plastificeereenheid niet behoeven te worden meeverschoven. Indien de zuigerstangen daarentegen permanent vast zijn gekoppeld aan de plaat 7, kan een compensatieci-linder 24 zijn aangebracht tussen de plaat 7 en de plaat 3. Deze dient ter compensering van de reactiekrachten op plaat 7 teneinde schranken te voorkomen.The piston rods 19 can be slidably supported in the plate 7, a clamping sleeve 19 'establishing the connection between the plate 7 and the piston rod, if it is to be injected. Thus, with the necessary displacement of plate 7 when the molds are opened and closed, the plasticizing unit need not be moved along. On the other hand, if the piston rods are permanently fixedly coupled to the plate 7, a compensation cylinder 24 may be arranged between the plate 7 and the plate 3. This serves to compensate the reaction forces on plate 7 in order to prevent skewing.

De hierboven beschreven inrichting werkt in hoofdzaak als volgt: in het geval dat de configuratie volgens fig. 1, respectievelijk 3 wordt gebruikt, kan een matrijs 8 ter weerszijden van de tussenplaat 7 tegelijkertijd worden aangespoten, door eerst door middel van de motor 10 en het hefboommechanisme 11 de platen 6 en 7 op te schuiven naar de vaste eindplaat 3, zodat de matrijzen 8 kunnen sluiten zodat de matrijzen 8 kunnen sluiten en het spuitmondstuk 14 aansluit op het mondstuk 15. Vervolgens wordt het spuitmondstuk 14 van de plastificeerinrichting 13, door middel van het bekrachtigen van de cilinders 18, het bekrachtigen van de cilinders 18 vast aangedrukt tegen de ingang 15 van de tussenplaat 7 zodat een goede afdichting wordt verkregen. Na het toevoeren van een hoeveelheid vloeibaar spuitgietma-teriaal, worden de holten van de matrijzen 8 via het kanaal 16 gevuld.The above described device operates essentially as follows: in case the configuration according to fig. 1 and 3 is used, a mold 8 on either side of the intermediate plate 7 can be injected simultaneously, first by means of the motor 10 and the lever mechanism 11 slides the plates 6 and 7 towards the fixed end plate 3, so that the dies 8 can close so that the dies 8 can close and the spray nozzle 14 connects to the nozzle 15. Then, the spray nozzle 14 of the plasticizer 13 is removed by means of of energizing the cylinders 18, energizing the cylinders 18 firmly pressed against the entrance 15 of the intermediate plate 7 so that a good seal is obtained. After supplying an amount of liquid injection molding material, the cavities of the molds 8 are filled via the channel 16.

Na afkoeling van het materiaal in de matrijzen 8, kunnen deze weer worden gedeeld door de platen 6 en 7 terug te trekken tot in de stand in fig. 1, waarna het produkt uit de matrijs wordt gestoten en via de opening 9 wordt afgevoerd .After cooling of the material in the dies 8, these can be divided again by withdrawing the plates 6 and 7 to the position in fig. 1, after which the product is ejected from the mold and discharged through the opening 9.

Indien de configuratie volgens fig. 2 en 4 wordt gekozen, dient eerst de console 22 dwars op de sluitrichting te worden verplaatst, totdat de plastificeereenheid 13 met het spuitmondstuk 14 in de opening 23 tegenover de ingang 15' van de matrijs komt te liggen. Na het sluiten van de matrijzen 8 op de hierboven beschreven wijze, kunnen de matrijzen 8 worden aangespoten, waarbij de holte van de linkermatrijs in verbinding staat met die van de rechterma-trijs via het kanaal 16.If the configuration according to Figs. 2 and 4 is chosen, the console 22 must first be moved transversely to the closing direction, until the plasticizing unit 13 with the spray nozzle 14 comes into the opening 23 opposite the inlet 15 'of the mold. After closing the dies 8 in the manner described above, the dies 8 can be injected, the cavity of the left die communicating with that of the right die via the channel 16.

Het is hierbij denkbaar dat het kanaal 16 van de tussenplaat uit fig. 1 wordt gebruikt voor het verbinden van de twee matrijsholten in de configuratie volgens fig. 2, welk kanaal 16 dan tijdelijk dient te worden afgesloten. Dit afsluiten kan door afstoppen, respectievelijk een kraan plaatsvinden. Opgemerkt wordt, dat het kanaal in de tussenplaat een bocht heeft met een straal die ongeveer de helft is van de dikte van de tussenplaat, die massief is uitgevoerd.It is conceivable here that the channel 16 of the intermediate plate of fig. 1 is used for connecting the two mold cavities in the configuration according to fig. 2, which channel 16 then has to be closed temporarily. This closing can be done by stopping or a tap, respectively. It is noted that the channel in the intermediate plate has a bend with a radius that is approximately half the thickness of the intermediate plate, which is of solid construction.

Het is mogelijk om de voor een Z-configuratie geschikte eindplaat 3, welke vast op het gestel 1 is gemonteerd, wel losmaakbaar daarop te bevestigen, hetgeen schematisch door middel van de moerverbinding 20 is aangetoond.It is possible to detach the end plate 3 suitable for a Z configuration, which is fixedly mounted on the frame 1, which is shown schematically by means of the nut connection 20.

Zodoende kan een andere eindplaat 3 met aangepaste middelen voor gebruik voor een lijnconfiguratie worden geplaatst.Thus, another end plate 3 can be placed for line configuration with appropriate means for use.

Uit bovenstaande beschrijving blijkt duidelijk dat met een vaste opstelling van de verschillende componenten van een spuitgietinrichting op eenvoudige wijze door de verplaatsing van de plastificeereenheid 13 verschillende configuraties kunnen worden bewerkstelligd. Dit levert het voordeel van een universele inrichting voor verschillende spuitgiettechnieken.It is clear from the above description that with a fixed arrangement of the various components of an injection molding device, different configurations can be effected in a simple manner by displacing the plasticizing unit 13. This provides the advantage of a universal device for various injection molding techniques.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.The invention is not limited to the above-described embodiments.

Claims

Injection molding device for spraying plastic products mainly consisting of a frame, fixed end plate carried by the frame, a generally parallel end plate which can be moved towards and away from the fixed plate and a plate which is arranged between the fixed and movable plate sliding intermediate plate, between which at least one divisible mold can be placed, and a plasticizing unit with nozzle which can be connected under pressure to an entrance of the mold or of a channel leading to the mold in a plate, characterized in that , that the injection molding machine can be converted from a line configuration to a Z configuration and vice versa.

Device as claimed in claim 1, characterized in that the channel entrance lies on the intermediate plate and / or in an opening of an end plate, wherein the plasticizing unit is movably supported on the frame for connection to one of the channel inputs and is parallel or substantially parallel extends to the closing direction of the plates to obtain Z or line configuration.

Device according to claim 1 or 2, characterized in that the channel entrance of the intermediate plate lies on a front face thereof.

Device as claimed in claims 1-3, characterized in that the plasticizing unit is provided with one or more tightening cylinders, each of which can be coupled to the intermediate or end plate.

Device according to claims 1-4, characterized in that the plasticizing unit is attached to the side of the fixed end plate.

6. Device as claimed in claims 1-4, characterized in that the plasticizing unit is mounted on a sliding console which is slidably mounted on the frame transverse to the closing direction of the plates.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the fixed end plate is detachably mounted on the frame.

8. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that a compensation cylinder is arranged between the end plate and intermediate plate.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the channel in the intermediate plate has a bend, the radius of which is approximately half the thickness of the intermediate plate, which is of solid construction.