NL9301890A - Geleidingsinrichting en herplaatsbaar aansluiteind voor offshore slangeinden. - Google Patents
Geleidingsinrichting en herplaatsbaar aansluiteind voor offshore slangeinden. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9301890A NL9301890A NL9301890A NL9301890A NL9301890A NL 9301890 A NL9301890 A NL 9301890A NL 9301890 A NL9301890 A NL 9301890A NL 9301890 A NL9301890 A NL 9301890A NL 9301890 A NL9301890 A NL 9301890A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- guide shoe
- hose end
- hose
- connector
- connection system
- Prior art date
Links
- 230000037431 insertion Effects 0.000 claims description 4
- 238000003780 insertion Methods 0.000 claims description 4
- 238000005553 drilling Methods 0.000 description 4
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 2
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 2
- 238000007789 sealing Methods 0.000 description 2
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 2
- 239000003638 chemical reducing agent Substances 0.000 description 1
- 230000003247 decreasing effect Effects 0.000 description 1
- 238000003754 machining Methods 0.000 description 1
- 239000007858 starting material Substances 0.000 description 1
- 238000003466 welding Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L37/00—Couplings of the quick-acting type
- F16L37/002—Couplings of the quick-acting type which can be controlled at a distance
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
- Joints That Cut Off Fluids, And Hose Joints (AREA)
- Supports For Pipes And Cables (AREA)
- Joints With Pressure Members (AREA)
Description
Geleidinqsinrichtinq en herplaatsbaar aansluiteind voor offshore slanqeinden.
Deze uitvinding heeft betrekking op aansluit-stukken voor flexibele hogedrukslangen voor gebruik op een offshore booruitrusting, en meer in het bijzonder op naafaansluitstukken met metaal-op-metaal afdichtende flenzen en klemmen.
Hogedrukslangen die in werkzaamheden op offshore oliebooruitrustingen gebruikt worden vereisen vaak een metaal-op-metaalafdichting en sterke aansluitstukken die snel en gemakkelijk samengesteld kunnen worden. Slangen die gewoonlijk wel tot 3000 kilogram kunnen wegen worden aangesloten op offshore booruitrustingen. Vanwege het hoge gewicht van dergelijke slangen, worden aansluitstukken vaak beschadigd wanneer de slangen bewogen worden om hen in lijn te brengen voor het aansluiten. De huidige aansluitstukken missen vaak een geleidingsinrichting om te helpen bij het in lijn brengen van de slangen voor het aansluiten. Wanneer schade aan een aansluitstuk van een dergelijke slang optreedt, brengt het repareren van het aansluitstuk gewoonlijk met zich mee dat het beschadigde aansluitstuk van de slang gesneden moet worden, dat machinaal een afschuining aan het slangeind gemaakt moet worden, en dat een nieuw of gerepareerd aansluitstuk aan het geprepareerde slangeind gelast moet worden. Bij dergelijke reparatiehandelingen en bij het hanteren in het algemeen gaan losse delen gemakkelijk verloren en losgelaten delen vormen een veiligheidsrisico.
Voorbeelden van inrichtingen volgens de stand der techniek voor het aansluiten van pijpelementen worden getoond in de Amerikaanse octrooien 4.927.192 en 4.867.483, die hier als referentie genoemd zijn. Geen van deze inrichtingen verschaft geleidingsmiddelen om te helpen bij het in lijn brengen van slangen voor aanslui- ting daarvan.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een aansluitstuk voor het aansluiten van hogedrukslangen voor offshore booruitrustingen dat de hierboven genoemde problemen oplost. Het aansluitstuk omvat een geleidings-schoen die is vastgemaakt aan het eind van een flexibele hogedrukslang. Het element waaraan de slang bevestigd moet worden heeft een cilindrisch verloopsamenstel. De gelei-dingsschoen heeft een gedeelte dat konisch van vorm is en een grote diameter heeft die wezenlijk groter is dan de diameter van het verloopsamenstel. Het konische gedeelte heeft een kleine diameter die iets groter is dan het verloopsamenstel. De geleidingsschoen heeft een toegevoegd cilindrisch segment dat zich uitstrekt vanaf de zijde van het konische gedeelte met de kleine diameter. Het cilindrische segment is vastgemaakt aan het eind van de slang.
Het cilindrische segment van de geleidingsschoen is vastgemaakt aan het eind van de slang onder gebruikmaking van stelschroeven om de geleidingsschoen vast te maken aan een bevestigingsmoer zoals een enkele DYNETOR-moer (Amerikaanse octrooien 4.867.483 en 4.927.192). De bevestigingsmoer is aan het eind van de slang gelast.
Het eind van de slang waaraan de geleidingsschoen is vastgemaakt wordt in positie gebracht met het element waaraan het aangesloten moet worden. Wanneer de geleidingsschoen en de slang voor het aansluiten naar het element bewogen worden, ontvangt het einde met de grote diameter van het konische gedeelte het cilindrische verloopsamenstel. Wanneer de verbindingsschoen voor het aansluiten dichter naar het element bewogen wordt, komt het verloopsamenstel in contact met het gedeelte met de steeds kleiner wordende diameter van het konische gedeelte totdat de slang op juiste wijze in lijn gebracht is met het element voor aansluiting. Dan wordt de geleidingsschoen geroteerd om de bevestigingsmoer op een van schroefdraad voorzien gedeelte van het verloopsamenstel te schroeven om de aansluiting te voltooien.
Figuur 1 is een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht van een slangaansluiting die een voorkeursuitvoering is van de onderhavige uitvinding, getoond voorafgaand aan het voltooien van de aansluiting.
Figuur 2 is een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht van de slangaansluiting van figuur 1, getoond na voltooiing van de aansluiting.
Figuur 1 toont een aansluiting van een slangeind aan een cilindrisch element voorafgaand aan de voltooiing daarvan. Een naaf 2 is aan een flexibele slang (niet getoond) gelast bij het aansluiteind van de slang. Naaf 2 heeft een groef 3 voor het ontvangen van een uit segmenten bestaand belastingselement 4. Eerste bevestigingsmoer 5 is bevestigd aan naaf 2 door middel van het uit segmenten bestaande belastingselement 4. De eerste bevestigingsmoer 5 heeft een van een groef voorzien gedeelte 6 voor het ontvangen van het uit segmenten bestaande belastingselement 4. De eerste bevestigingsmoer 5 heeft een interne schroefdraad 7 voor aangrijping door middel van schroefdraad op een externe schroefdraad 8 van verloopsamenstel 9.
Een geleidingsschoen 10 is bevestigd aan en rondom eerste bevestigingsmoer 5 door stelschroeven 11. Geleidingsschoen 10 heeft een inwendige schouder 12 voor aangrijping op een eind van de eerste bevestigingsmoer 5. Wanneer de aanzetschroeven 11 op hun plaats zijn, zijn de geleidingsschoen 10 en de eerste bevestigingsmoer 5 tegen rotatie vastgezet.
Geleidingsschoen 10 heeft een konisch gedeelte aan één eind met een segment met een kleine diameter 13 en een segment met een grote diameter 14. Geleidingsschoen 10 heeft een open eind 15 bij het eind van het segment met grote diameter 14. Geleidingsschoen 10 heeft vleugelge-deelten 16 voor het uitoefenen van een moment om de geleidingsschoen 10 te roteren. Vleugels 16 zijn voorzien van een gat 17 voor het inbrengen van een stalen stang of een dergelijk element om extra moment te verschaffen.
Een verloopsamenstel 9 kan aan een aansluitend element 18 bevestigd zijn door een tweede bevestigingsmoer 18. De tweede bevestigingsmoer 19 heeft een interne schroefdraad 20 voor samenwerking met een externe schroefdraad 21 van aansluitend element 18. De tweede bevestigingsmoer 19 heeft een groef 22 die uit segmenten bestaand belastingelement 23 ontvangt voor het bevestigen van de tweede bevestigingsmoer 19 aan verloopsamenstel 9. Verloopsamenstel 9 heeft een groef 24 voor het ontvangen van het uit segmenten bestaande belastingselement 23.
In werking is de naaf 2 door lassen of andere middelen aan het eind van een slang bevestigd. De gelei-dingsschoen 10 is vast bevestigd aan de eerste bevestigingsmoer 5. Geleidingsschoen 10 en eerste bevestigingsmoer 5 zijn samen roteerbaar bevestigd aan naaf 2 middels het uit segmenten bestaande belastingselement 4 dat ontvangen is in de groeven 3 en 6. De geleidingsschoen 10 is zodanig bevestigd aan de slang dat het open eind 15 van de geleidingsschoen 10 in een richting weg van de slang gepositioneerd is.
Het slangeind met de geleidingsschoen 10 wordt neergelaten tot in een positie, die in hoofdzaak in lijn is met het aansluitelement 18, welk element 18 al dan niet uitgerust kan zijn met een verloopsamenstel 9, en wordt rustig naar het aansluitelement 18 bewogen. Het verloopsamenstel 9 of aansluitelement 18 wordt eerst ontvangen in het open eind 15 van het segment met grote diameter 14 van de geleidingsschoen 10. Wanneer het slangeind naar het aansluitelement 18 bewogen wordt, wordt het verloopsamenstel 9 of het aansluitelement 18 aangegrepen door het gedeelte met de steeds kleiner wordende diameter van het konische gedeelte van geleidingsschoen 10 totdat verloopsamenstel 9 of aansluitelement 18 door het segment met kleine diameter 13 van geleidingsschoen 10 gaat.
In deze positie zal ofwel de uitwendige schroefdraad 8 van het verloopsamenstel 9 ofwel de uitwendige schroefdraad 21 van het aansluitelement 18 in een positie zijn voor het door middel van schroefdraad aangrijpen op de inwendige schroefdraad 7 van de eerste bevestigingsmoer 5. Geleidingsschoen 10 en bevestigings-moer 5 worden relatief ten opzichte van verloopsamenstel 9 of aansluitelement 18 geroteerd om de schroefdraadverbin-ding te realiseren. Moment kan overgedragen worden op de geleidingsschoen 10 door middel van vleugelgedeelten 16 of door middel van stalen stangen die door gaten 17 in vleugelgedeelten 16 gestoken zijn.
Figuur 2 toont de aansluiting na het voltooien daarvan, waarbij de schroefdraadverbinding tussen de inwendige schroefdraad 7 van bevestigingsmoer 5 en de uitwendige schroefdraad 8 van verloopsamenstel 9 voltooid is.
Claims (20)
1. Geleidingsinrichting voor een aansluitstuk van een slangeind, omvattend: een in hoofdzaak cilindrische geleidingsschoen met een open eind, met een centrale as en een eerste eind en een tweede eind; waarbij het eerste eind van de geleidingsschoen geschikt gemaakt is om een aansluitstuk van een slangeind te ontvangen; waarbij het tweede eind van de geleidingsschoen een konisch gedeelte omvat dat in diameter toeneemt in een richting die zich vanaf het eerste eind en langs de centrale as uitstrekt.
2. Geleidingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij het eerste eind van de geleidingsschoen aangepast is om het aansluitstuk van het slangeind verwijderbaar te ontvangen.
3. Geleidingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij het eerste eind van de geleidingsschoen aangepast is om tenminste een gedeelte van het aansluitstuk van het slangeind roteerbaar te ontvangen.
4. Geleidingsinrichting volgens conclusie 3, waarbij de geleidingsschoen voorzien is van tenminste één radiaal uitstrekkend gedeelte om een moment aan te brengen op de geleidingsschoen.
5. Geleidingsinrichting volgens conclusie 4, waarbij tenminste één radiaal uitstrekkend gedeelte voorzien is van tenminste één gat voor het inbrengen van een toegevoegd radiaal uitstrekkend element voor het aanbrengen van extra moment op de geleidingsschoen.
6. Geleidingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de geleidingsschoen een centraal segment heeft dat axiaal tussen het eerste eind en het tweede eind geplaatst is; het eerste eind een eerste diameter heeft; het centrale segment een tweede diameter heeft die kleiner is dan de eerste diameter; het centrale segment en het eerste eind gescheiden zijn door een inwendige ringvormige schouder die een radiaal oppervlak vormt dat gericht is naar het eerste eind om het aansluitstuk van het slangeind te ontvangen.
7. Aansluitsysteem voor een slangeind voor het aansluiten van een slangeind aan een aansluitend element omvattend: een in hoofdzaak cilindrische geleidingsschoen met een open eind, met een centrale as en een eerste eind en een tweede eind; waarbij het eerste eind van de geleidingsschoen aangepast is om een aansluitstuk van een slangeind te ontvangen; waarbij het tweede eind van de geleidingsschoen een konisch gedeelte omvat dat in diameter toeneemt in een richting die zich vanaf het eerste eind en langs de centrale as uitstrekt; een aansluitstuk van een slangeind dat ontvangen is in het eerste eind van de geleidingsschoen voor aansluiting op het aansluitend element.
8. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 7, waarbij het aansluitstuk van het slangeind verwijderbaar ontvangen is in het eerste eind van de geleidingsschoen.
9. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 7, waarbij tenminste een gedeelte van het aansluitstuk van het slangeind roteerbaar ontvangen is in het eerste eind van de geleidingsschoen.
10. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 7, waarbij het aansluitstuk van een slangeind verwijderbaar ontvangen is in het eerste eind van de geleidingsschoen en tenminste een gedeelte van het aansluitstuk van het slangeind roteerbaar ontvangen is in het eerste eind van de geleidingsschoen.
11. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 9 of 10, waarbij het aansluitstuk van het slangeind een intern van schroefdraad voorzien gedeelte heeft voor aangrijping op bijpassende schroefdraad op het aansluitend element.
12. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 11, waarbij de geleidingsschoen voorzien is van tenminste één radiaal uitstrekkend gedeelte voor het aanbrengen van een moment op de geleidingsschoen.
13. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 12, waarbij tenminste één radiaal uitstrekkend gedeelte voorzien is van tenminste één gat voor het inbrengen van een toegevoegd radiaal uitstrekkend element voor het aanbrengen van extra moment op de geleidingsschoen .
14. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 7, waarbij de geleidingsschoen een centraal segment heeft dat axiaal tussen het eerste eind en het tweede eind geplaatst is; het eerste eind een eerste diameter heeft; het centrale segment een tweede diameter heeft die kleiner is dan de eerste diameter; het centrale segment en het eerste eind gescheiden zijn door een interne ringvormige schouder die een radiaal oppervlak vormt dat gericht is naar het eerste eind voor het ontvangen van het aansluitstuk van het slangeind.
15. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 7, waarbij het aansluitstuk van het slangeind omvat: een ringvormige naaf die geschikt is ombevestigd te worden aan het slangeind; een ringvormige bevestigingsmoer die de ringvor mige naaf omringt; waarbij de bevestigingsmoer bevestigd is aan de naaf voor begrensde relatieve axiale beweging en vrije relatieve rotationele beweging; waarbij de bevestigingsmoer vastgemaakt is aan de geleidingsschoen.
16. Aansluit systeem voor een slangeind volgens conclusie 15, waarbij de bevestigingsmoer een intern van schroefdraad voorzien gedeelte heeft voor aangrijping op bijpassend schroefdraad op het aansluitend element.
17. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 18, waarbij de geleidingsschoen voorzien is van tenminste één radiaal uitstrekkend gedeelte voor het aanbrengen van een moment op de geleidingsschoen.
18. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 17, waarbij tenminste één radiaal uitstrekkend gedeelte voorzien is van tenminste één gat voor het inbrengen van een toegevoegd radiaal uitstrekkend element voor het aanbrengen van extra moment op de geleidingsschoen.
19. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 14, waarbij het aansluitstuk van het slangeind omvat: een ringvormige naaf aangepast om bevestigd te worden aan het slangeind; een ringvormige bevestigingsmoer die de ringvormige naaf omringt; waarbij de bevestigingsboor bevestigd is aan de naaf voor begrensde relatieve axiale beweging en vrije relatieve rotationele beweging; waarbij de bevestigingsmoer vastgemaakt is aan de geleidingsschoen.
20. Aansluitsysteem voor een slangeind volgens conclusie 19, waarbij de bevestigingsmoer een intern van schroefdraad voorzien gedeelte heeft voor aangrijping op bijpassend schroefdraad op het aansluitend element.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US97136692A | 1992-11-04 | 1992-11-04 | |
US97136692 | 1992-11-04 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9301890A true NL9301890A (nl) | 1994-06-01 |
Family
ID=25518284
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9301890A NL9301890A (nl) | 1992-11-04 | 1993-11-03 | Geleidingsinrichting en herplaatsbaar aansluiteind voor offshore slangeinden. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
BR (1) | BR9304467A (nl) |
CA (1) | CA2102281A1 (nl) |
FR (1) | FR2697610B1 (nl) |
GB (1) | GB2272265B (nl) |
IT (1) | IT1266768B1 (nl) |
NL (1) | NL9301890A (nl) |
NO (1) | NO933951L (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3163141B1 (en) * | 2015-10-30 | 2018-05-23 | Tetra Laval Holdings & Finance S.A. | Pipe connection assembly with splash and accident protection |
GB2550933B (en) * | 2016-06-01 | 2019-01-16 | Taylor Kerr Couplings Ltd | Self-aligning pipe coupling |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1085040A (en) * | 1964-12-03 | 1967-09-27 | Parker Hannifin Corp | Ship to ship refueling device |
FR2367654A1 (fr) * | 1976-10-15 | 1978-05-12 | Emh | Perfectionnements apportes aux sy |
FR2399609A1 (fr) * | 1977-08-05 | 1979-03-02 | Seal Participants Holdings | Raccordement automatique de deux conduites susceptibles de presenter un ecart d'alignement |
GB2019520A (en) * | 1978-02-25 | 1979-10-31 | Chappelline Shipping Co Ltd | Pipe Couplings |
GB2110782B (en) * | 1981-11-27 | 1986-02-19 | Nat Supply Co | Connecting underwater flowlines |
US4615646A (en) * | 1984-05-25 | 1986-10-07 | Shell Oil Company | Flowline connection means |
US4976458A (en) * | 1989-10-16 | 1990-12-11 | Vetco Gray Inc. | Internal tieback connector |
-
1993
- 1993-10-29 FR FR9312958A patent/FR2697610B1/fr not_active Expired - Fee Related
- 1993-11-02 CA CA002102281A patent/CA2102281A1/en not_active Abandoned
- 1993-11-02 GB GB9322561A patent/GB2272265B/en not_active Expired - Fee Related
- 1993-11-02 NO NO933951A patent/NO933951L/no unknown
- 1993-11-03 NL NL9301890A patent/NL9301890A/nl not_active Application Discontinuation
- 1993-11-03 BR BR9304467A patent/BR9304467A/pt not_active Application Discontinuation
- 1993-11-04 IT IT93MI002354A patent/IT1266768B1/it active IP Right Grant
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CA2102281A1 (en) | 1994-05-05 |
IT1266768B1 (it) | 1997-01-21 |
BR9304467A (pt) | 1994-05-10 |
FR2697610A1 (fr) | 1994-05-06 |
ITMI932354A1 (it) | 1995-05-04 |
GB2272265B (en) | 1995-12-13 |
GB9322561D0 (en) | 1993-12-22 |
NO933951L (no) | 1994-05-05 |
FR2697610B1 (fr) | 1995-02-03 |
GB2272265A (en) | 1994-05-11 |
ITMI932354A0 (it) | 1993-11-04 |
NO933951D0 (no) | 1993-11-02 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0278586B1 (en) | Safety coupling clamp | |
US4341406A (en) | Pipe coupling comprising a chain collar | |
US5165160A (en) | Apparatus and method for axially aligning straight or curved conduits | |
US4345361A (en) | Tool for joining pipes | |
EP2669545B1 (en) | Securing mechanism for shackle | |
CA2029367C (en) | Pipe fitting tool | |
CA1291184C (fr) | Connecteur a deverrouillage rapide sous charge | |
US5129136A (en) | Flange spreader | |
US3284883A (en) | Line up clamp | |
US4685188A (en) | Method of coupling two flanged shaft ends | |
US6832502B1 (en) | Apparatus for swaging an object | |
WO2007140899A1 (de) | Vorrichtung und verfahren zum einbinden von rohrleitungen in rohrleitungstransportsysteme | |
US5174325A (en) | Retraction mechanism for valve insertable sensors | |
CA2298364A1 (en) | Interlocking pipe coupling | |
US5026099A (en) | Dry break coupler with ring collar sleeve operator | |
EP2044357A1 (de) | Vorrichtung zum verformen, positionieren und bearbeiten von rohrleitungen | |
NL9301890A (nl) | Geleidingsinrichting en herplaatsbaar aansluiteind voor offshore slangeinden. | |
US4299413A (en) | Pipe coupling | |
US3751076A (en) | Collet hose bracket | |
CN112567162A (zh) | 用于夹具组合件的止动器 | |
US3343808A (en) | Concrete prestressing apparatus | |
US4681353A (en) | V-coupling for installation in narrow annular spaces | |
US4782577A (en) | Method of using V-clamp installation tool | |
US5074020A (en) | Vehicular tool | |
EP0274883A1 (en) | Pipeline joint |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |