NL9300923A - Terrein voor het deponeren van afval. - Google Patents
Terrein voor het deponeren van afval. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9300923A NL9300923A NL9300923A NL9300923A NL9300923A NL 9300923 A NL9300923 A NL 9300923A NL 9300923 A NL9300923 A NL 9300923A NL 9300923 A NL9300923 A NL 9300923A NL 9300923 A NL9300923 A NL 9300923A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- water
- waste
- waste disposal
- cavity
- disposal site
- Prior art date
Links
- 239000002699 waste material Substances 0.000 title claims description 182
- 238000000151 deposition Methods 0.000 title claims description 45
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 179
- 230000004888 barrier function Effects 0.000 claims description 42
- 238000010276 construction Methods 0.000 claims description 32
- 238000005273 aeration Methods 0.000 claims description 10
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 8
- 238000005507 spraying Methods 0.000 claims description 8
- 230000008021 deposition Effects 0.000 claims description 7
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 7
- 239000007921 spray Substances 0.000 claims description 7
- 239000010892 non-toxic waste Substances 0.000 claims description 3
- 239000002689 soil Substances 0.000 description 30
- 239000010410 layer Substances 0.000 description 15
- 239000004576 sand Substances 0.000 description 9
- 230000015556 catabolic process Effects 0.000 description 8
- 238000009412 basement excavation Methods 0.000 description 7
- 238000006731 degradation reaction Methods 0.000 description 7
- 238000000354 decomposition reaction Methods 0.000 description 6
- 239000003673 groundwater Substances 0.000 description 6
- 238000007599 discharging Methods 0.000 description 5
- 238000011049 filling Methods 0.000 description 4
- VNWKTOKETHGBQD-UHFFFAOYSA-N methane Chemical compound C VNWKTOKETHGBQD-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 4
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 3
- 239000000470 constituent Substances 0.000 description 3
- 230000001276 controlling effect Effects 0.000 description 3
- 230000007613 environmental effect Effects 0.000 description 3
- 239000002440 industrial waste Substances 0.000 description 3
- 231100000252 nontoxic Toxicity 0.000 description 3
- 230000003000 nontoxic effect Effects 0.000 description 3
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 description 3
- 239000011241 protective layer Substances 0.000 description 3
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 3
- 229920003051 synthetic elastomer Polymers 0.000 description 3
- 229920003002 synthetic resin Polymers 0.000 description 3
- 239000000057 synthetic resin Substances 0.000 description 3
- 239000005061 synthetic rubber Substances 0.000 description 3
- 238000009423 ventilation Methods 0.000 description 3
- 235000006506 Brasenia schreberi Nutrition 0.000 description 2
- 244000267222 Brasenia schreberi Species 0.000 description 2
- 238000007792 addition Methods 0.000 description 2
- 238000005056 compaction Methods 0.000 description 2
- 229920001971 elastomer Polymers 0.000 description 2
- 239000003344 environmental pollutant Substances 0.000 description 2
- 239000005060 rubber Substances 0.000 description 2
- 239000004575 stone Substances 0.000 description 2
- 230000008961 swelling Effects 0.000 description 2
- 239000004753 textile Substances 0.000 description 2
- 238000005276 aerator Methods 0.000 description 1
- 230000000903 blocking effect Effects 0.000 description 1
- 238000006243 chemical reaction Methods 0.000 description 1
- 238000004891 communication Methods 0.000 description 1
- 230000000295 complement effect Effects 0.000 description 1
- 238000011109 contamination Methods 0.000 description 1
- 238000005336 cracking Methods 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 238000003912 environmental pollution Methods 0.000 description 1
- 239000004744 fabric Substances 0.000 description 1
- 238000001914 filtration Methods 0.000 description 1
- 239000011888 foil Substances 0.000 description 1
- 239000000446 fuel Substances 0.000 description 1
- 230000004941 influx Effects 0.000 description 1
- 238000005065 mining Methods 0.000 description 1
- 239000004570 mortar (masonry) Substances 0.000 description 1
- 230000035515 penetration Effects 0.000 description 1
- 231100000719 pollutant Toxicity 0.000 description 1
- 230000001737 promoting effect Effects 0.000 description 1
- 230000001105 regulatory effect Effects 0.000 description 1
- 238000007665 sagging Methods 0.000 description 1
- 239000010865 sewage Substances 0.000 description 1
- 238000007493 shaping process Methods 0.000 description 1
- 239000002893 slag Substances 0.000 description 1
- 230000006641 stabilisation Effects 0.000 description 1
- 238000011105 stabilization Methods 0.000 description 1
- 239000008400 supply water Substances 0.000 description 1
- 239000000725 suspension Substances 0.000 description 1
- 239000002351 wastewater Substances 0.000 description 1
- 238000004065 wastewater treatment Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B09—DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
- B09B—DISPOSAL OF SOLID WASTE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B09B1/00—Dumping solid waste
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D31/00—Protective arrangements for foundations or foundation structures; Ground foundation measures for protecting the soil or the subsoil water, e.g. preventing or counteracting oil pollution
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02W—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
- Y02W30/00—Technologies for solid waste management
- Y02W30/30—Landfill technologies aiming to mitigate methane emissions
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Hydrology & Water Resources (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Paleontology (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Processing Of Solid Wastes (AREA)
Description
Titel: Terrein voor het deponeren van afval.
Beschrijving.
Achtergrond van de uitvinding.
Gebied van de uitvinding.
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op eenterrein voor het deponeren van afval. Meer in het bijzonder heeft deuitvinding betrekking op een terrein voor het deponeren van afval, dateen doeltreffend gebruik toelaat van een ruimte, direkt boven hetdeponeerterrein, vóór het voltooien van een grondaanvulling met hetafval.
Beschrijving van hierop betrekking hebbende techniek.
Zoals bekend is zijn industrieel afval en/of commercieel afval,ontstaan door industrieel bedrijf en/of zakelijk bedrijf, en nietindustrieel afval van huishoudens uiteindelijk gedeponeerd door middelvan het opvullen van de grond. Een dergelijke wijze van deponeren vanafval door het opvullen van de grond wordt in het algemeen uitgevoerd ineen terrein voor het deponeren van afval, dat gebouwd is in een in hetbinnenland gelegen gebied, zoals een vallei tussen bergen, of een gebiedaan de zeekust.
Een kenmerkend bouwproces van een terrein voor het deponeren vanafval is als volgt. Eerst wordt een gebied met een holte, dat af valopneemt gevormd door gebruik te maken van natuurlijke bodemvormen, hetkunstmatig weggraven van grond of het insluiten van een stuk zeekustdoor een dijkconstructie of dergelijke. Dan wordt, teneinde te voorkomendat binnengedrongen water dat zich verzameld kan hebben in het gebiedvan de holte, uit het gebied weglekt, de bouw van een waterbarrière,zoals een afschermingswand, een folie-vormige waterbarrière of dergelij¬ke, worden uitgevoerd voor het gebied van de holte.
Naar het gebied van de holte, waarvoor de waterbarrière wordtvoorzien, wordt het afval op volgorde gedeponeerd vanaf de bodem.Gedurende het proces van het deponeren van het afval, wordt het reedsgedeponeerde afval op geschikte tijdstippen gecompacteerd en verstevigd.
Wanneer het gebied van de holte bijna is gevuld met het afval, wordtgrond en zand over het afval gelegd teneinde dit laatste te verbergen.
Het aldus geconstrueerde land kan dienen als groengebied, zoals een parko.d.
Het terrein voor het deponeren van het afval kan echter de volgen¬de problemen mee maken.
Het eerste probleem is dat de bovenste ruimte van het terrein voorhet deponeren van het afval, gedurende een lange periode niet gebruiktkan worden, totdat het gedeponeerde afval uiteindelijk door de grond enhet zand wordt verborgen. De reden daarvoor is dat het vele jaren inbeslag neemt om het terrein voor het deponeren van afval op te vullenmet het afval en het afval uiteindelijk te verbergen met de grond en hetzand, en het land op het afval kan een aanzienlijke zetting van de bodemondergaan, wat lange tijd in beslag neemt om stabiel te worden.
Het tweede probleem is dat, omdat milieuvervuilingen, die zich inhet water bevinden, opgelost kunnen worden in het regenwater dat zichverzamelt in het terrein voor het deponeren van afval, gedurende hetvullen met het afval, zodat penetratie-water wordt gegenereerd, eengrote rioolwaterzuiveringsinstallatie nodig wordt.
Het derde probleem is dat, omdat het gedeponeerde afval uit hetterrein voor het deponeren van afval kan wegwaaien, een stinkende ofonaangename geur kan doen ontstaan, of het aanzicht van het terrein kanschaden, een voorwaarde voor het kiezen van het gebied om het terreinvoor het deponeren van het afval te bouwen noodzakelijkerwijze zeerserieus is, met het oog op de invloed op de bewoners die daar omheenwonen, zodat het terrein voor het deponeren van afval gebouwd wordt opeen plaats die veraf ligt van woongebieden en gebieden met industriëleactiviteiten. Een dergelijke beperking bij de keuze van het gebied voorhet bouwen van het terrein voor het deponeren van afval maakt hettransporteren van het afval van het gebied waar het afval ontstaat naarhet terrein voor het deponeren van het afval een arbeidsintensiefbedrijf. Als gevolg daarvan worden de kosten voor het deponeren van hetafval hoog. Ook wordt gevreesd dat milieuvervuiling ontstaat gedurendehet transport.
Het is mogelijk om afdekgrond en -zand te verschaffen elke keerals het afval wordt gecompacteerd en verstevigd, gedurende het deponerenvan het afval op het terrein voor het deponeren van afval, waarbij een effekt wordt vermeden op de omliggende gebieden, voor wat betreft hetmilieu. Echter kan, overeenkomend met de hoeveelheid grond en zand diehet afval afdekt, de hoeveelheid te deponeren afval worden verminderd.
Samenvatting van de uitvinding.
De onderhavige uitvinding wordt uitgewerkt met het oog op dehuidige, hierboven uiteengezette problemen. Daarom is het een doel vande onderhavige uitvinding een terrein voor het deponeren van afval teverschaffen, dat een doeltreffend gebruik toelaat van de bovenste ruimtevan een terrein voor het deponeren van afval en een afvaldeponeerbe-drijf, onafhankelijk van het weer, dat niet het afdekken vereist van hetafval met de grond en het zand, halverwege het vullen, en ongewensteeffekten voor het milieu in de omgeving kan vermijden.
Teneinde de bovengenoemde en andere doeleinden te bereiken, omvateen terrein voor het deponeren van afval, volgens een aspect van deuitvinding, een ruimte in de vorm van een holte voor het daarin opnemenvan afval, een vlakke constructie die voorzien wordt om de totalebovenste opening van de holte-vormige ruimte af te dekken, waarbij devlakke constructie wordt gebouwd voorafgaand aan het begin van hetdeponeren van het af val in de ruimte, en ten minste één deponeeropeningwordt voorzien door de vlakke constructie, voor het daar doorheendeponeren van het afval in de ruimte, waarbij de deponeeropening ge¬schikt is om geopend en gesloten te worden.
Het terrein voor het deponeren van afval, met de hierboven uiteen¬gezette constructie maakt de bovenste ruimte direkt na het voltooien vande bouw van de vlakke constructie mogelijk, omdat de vlakke constructie,die de totale bovenste opening van de holte-vormige ruimte afdekt, wordtvoorzien. Het afval wordt gedeponeerd na het afdekken van de bovensteopening van de holte-vormige ruimte met de vlakke constructie, door dedeponeeropening heen, die gevormd wordt in de vlakke constructie engeopend en gesloten kan worden. Daardoor kan het afvaldeponeerbedrijfworden uitgevoerd, zelfs in slecht weer zoals tijdens regen. Omdat hetafval, zodra het in de holte-vormige ruimte gedeponeerd is, nooit uit deruimte zal wegvliegen, wordt het ook overbodig om een tussentijdseafdekking met grond uit te voeren. Bijgevolg kan het totale volume vande holte-vormige ruimte worden gebruikt voor het opnemen van het afval.Voorts wordt, omdat het binnen komen van regenwater in de holte-vormige ruimte door de vlakke constructie kan worden voorkomen, een grootscha¬lige inrichting voor het behandelen van het binnengedrongen water datvervuilingen bevat die zijn opgelost uit het afval, overbodig. Door hetondersteunen van de vlakke constructie met een aantal palen of wanden,is de onderhavige uitvinding toepasbaar voor grootschalige terreinenvoor het deponeren van afval, met een grote verwerkingscapaciteit voorhet afval.
Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat een terrein voorhet deponeren van afval een ruimte in de vorm van een holte voor hetdaarin opnemen van afval, een vlakke constructie, voorzien om de totalebovenste opening van de holte-vormige ruimte af te dekken, waarbij devlakke constructie voorafgaand aan het begin van het deponeren van hetafval in de ruimte wordt gebouwd, middelen aangebracht aan het ondervlakvan de vlakke constructie voor het sproeien van water over het afval, enmiddelen, aangebracht in de bodem van de holte-vormige ruimte voor hetafvoeren van lucht.
Op het terrein voor het deponeren van afval met de hierbovenbeschreven constructie kan, omdat de lucht kan worden afgevoerd uit hetluchtafvoermiddel, aangebracht aan de bodem van de holte-vormige ruimte,afgesloten door de vlakke constructie, de atmosfeer die het afval in deholte-vormige ruimte omgeeft, veranderd worden van een anaërobe toestandnaar een aerobe toestand. In samenhang daarmee kan, omdat het water naarhet afval wordt aangevoerd vanuit het watersproeimiddel, de afbraak vanorganische bestanddelen en dergelijke, die onder aerobe condities wordenafgebroken, worden bevorderd.
Ook kan, als er geen lucht wordt afgevoerd uit het luchtafvoermid¬del, en het water wordt aangebracht in de anaërobe toestand, de afbraakvan organische bestanddelen o.d., die afgebroken worden onder anaërobeomstandigheden, bevorderd worden.
Met name kan de toestand waarin het afval wordt gebracht, gekozenworden tussen een anaërobe toestand en een aerobe toestand, door het alof niet afvoeren van lucht in de holte-vormige ruimte. Daarom kunnen devervuilende elementen, zoals diverse organische bestanddelen, die zichin het afval bevinden, afgebroken worden door zowel de anaërobe afbraakals de aerobe afbraak.
Ook kan, door de middelen voor het aanvoeren van water aan deonderzijde van de holte-vormige ruimte aan te brengen, teneinde ook water aan te voeren vanaf de onderzijde van het afval, de milieu-toe-stand binnen de holte-vormige ruimte nauwkeuriger worden ingesteld, omzich aan te passen aan de toestand voor het bevorderen van de afbraakvan de organische bestanddelen, die zich in het afval bevinden.
Korte beschrijving van de tekeningen.
De onderhavige uitvinding zal vollediger worden begrepen uit degedetailleerde beschrijving die hierna wordt gegeven en uit de begelei¬dende tekeningen van de uitvoeringsvorm die de voorkeur heeft van deuitvinding, die echter niet als beperkend voor de uitvinding dienen teworden beschouwd, maar slechts voor uitleg en begrip.
In de tekeningen is: figuur 1 een doorsnede van een uitvoeringsvorm van een terreinvoor het deponeren van afval volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2 een doorsnede die een water afschermende constructieweergeeft, voorzien tussen een waterbarrière-folie en een paal; figuur 3 een doorsnede, die een uitvoeringsvorm weergeeft van eenwater afschermende constructie tussen constructieve onderdelen in devorm van vlakke platen; figuur 4 een schematisch bovenaanzicht, waarbij de openingen voorhet deponeren van afval worden afgebeeld; figuur 5 een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van eenterrein voor het deponeren van afval, volgens de onderhavige uitvinding; figuur 6 een doorsnede van een verdere uitvoeringsvorm van eenterrein voor het deponeren van af val, volgens de onderhavige uitvinding; figuur 7 een doorsnede van nog een verdere uitvoeringsvorm van eenterrein voor het deponeren van afval, volgens de onderhavige uitvinding; figuur 8 een doorsnede van nog een verdere uitvoeringsvorm van eenterrein voor het deponeren van afval, volgens de onderhavige uitvinding,en figuur 9 een doorsnede van nog een verdere uitvoeringsvorm van eenterrein voor het deponeren van afval, volgens de onderhavige uitvinding.
Beschrijving van de uitvoeringsvorm die de voorkeur heeft.
De uitvoeringsvormen die de voorkeur hebben van een terrein voorhet deponeren van afval volgens de onderhavige uitvinding, zullen hiernaworden besproken, onder verwijzing naar de begeleidende tekeningen.
Figuur 1 is een doorsnede die een uitvoeringsvorm weergeeft vaneen terrein voor het deponeren van afval, volgens de onderhavige uitvin¬ding. Een holte-gebied 12 voor het opnemen van afval 10 wordt gebouwddoor gebruik te maken van een natuurlijk dal van de vormgeving van debodem of door grond 14 uit de bodem uit te graven. Zelfs wanneer denatuurlijke bodemvorm wordt gebruikt, is het natuurlijk nodig om civieleen bouwwerkzaamheden uit te voeren zoals deze nodig zijn voor het bouwenvan het terrein voor het deponeren van afval. Op het laagste niveau vanhet aldus gevormde holte-gebied 12, wordt een waterverzamelput 16gevormd voor het verzamelen van grondwater.
Daarna wordt, als een kunstwerk als waterbarrière, een waterbar-rière-folie 18 over het binnenste omtreksvlak van het holte-gebied 12gelegd, om het totale oppervlak af te dekken. Als de waterbarrière-folie18 kan een folie van ondoordringbaar materiaal, zoals synthetischrubber, kunsthars en dergelijke, of textiel met de nodige treksterkte enbekleed met een ondoorlatend materiaal, zoals synthetisch rubber,kunsthars of dergelijke, worden toegepast.
De buitenste omtreksrand van de waterbarrière-folie 18, die zichuitstrekt over de binnenste omtrek van het holte-gebied 12 wordt uitge¬strekt in een groef 20, die zodanig in de bodem wordt gevormd dat debuitenomtrek van het holte-gebied 12 wordt omgeven. Betonnen blokken 22worden aangebracht op de waterbarrière-folie 18, die in de groef 20 isgeplaatst. In de weergegeven uitvoeringsvorm, worden de betonnen blokken22 zodanig gevormd, dat ze een dwarsdoorsnede hebben die complementairis met de groef 20, om de waterbarrière-folie 18 in de groef 20 vast teklemmen. Daardoor kan het naar beneden vallen van de waterbarrière-folie18 langs de helling van het holte-gebied 12 worden voorkomen.
Na het aanbrengen van de waterbarrière-folie voor het afdekken vanhet totale binnenoppervlak van het holte-gebied 12, worden palen 24 debodem ingeheid. Deze palen 24 worden zodanig ingeheid dat ze door dewaterbarrière-folie 18 heen gaan en een dragende bodemlaag bereiken. Alspalen 24, kunnen in de handel verkrijgbare, betonnen palen wordengebruikt.
Een uitvoeringsvorm van een waterafschermingsconstructie, tussende waterbarrière-folie 18 en de paal 24 wordt weergegeven in figuur 2.Bij de gedeelten van de waterbarrière-folie 18, waar de palen 24 door¬heen gaan, worden tevoren openingen 26 met grotere diameters dan de uitwendige diameters van de palen 24 gevormd. Onder de openingen 26worden ringvormige groeven 28 met uitwendige diameters die groter zijndan de inwendige diameters van de openingen 26 gevormd door de bodem uitte graven. Na het door elke ringvormige groef 28 heen voeren van de paal24, wordt, op waterdichte wijze, een afschermingsring 30 voor wateraangebracht aan de buitenomtrek van de paal 24. Daarna wordt beton in deringvormige groef 28 gestort, zodat een ringvormige ring 32 wordtgevormd die de buitenomtrek van de paal 24 omgeeft. De binnenste om-treksrand van de opening 26 van de waterbarrière-folie 18 wordt ingebedin het buitenste omtreksgedeelte van de ringvormige ring 32. Ook wordtde water afschermende ring 30 ingebed in het gedeelte rond het middenvan de ringvormige ring 32. Als materiaal voor de water afschermendering 30, hebben materialen, die voldoende elasticiteit hebben en eenneiging tot opzwellen door het absorberen van water, de voorkeur,teneinde een waterdichte passing te bereiken aan de buitenomtrek van depaal 24. Een voorbeeld van een dergelijk materiaal is een opzwellenderubber. Het moet duidelijk zijn dat de waterbarrière-folie 18, met deopeningen 26 die de palen opnemen, aangebracht kunnen worden na hetinheien van de palen 24, met een daarop volgende water afschermendebehandeling tussen de palen 24 en de waterbarrière-folie 18.
Zodra de water afschermende behandeling tussen de palen 24 en dewaterbarrière-folie 18 voltooid is, wordt een voorziening 34 voor hetopvangen van water voorzien ter plaatse van het. laagste niveau in hetholte-gebied 12.
De voorziening 34 voor het opvangen van water omvat een poreuzepijp 36 voor het verzamelen van water en een laag gebroken steen 38 voorhet filtreren van het verzamelde water. De voorziening 34 voor hetopvangen van water wordt op de waterbarrière-folie 18, op overlappendewijze geplaatst. Gelijktijdig met de bouw van de voorziening 34 voor hetopvangen van water, wordt een in wezen vlakke, kunstmatige bodem 42gebouwd over de bovenste opening van het holte-gebied 12, om dit laatsteaf te dekken. De kunstmatige bodem 42 wordt gedragen aan de bovenzijdevan de palen 24.
In de weergegeven uitvoeringsvorm, wordt de kunstmatige bodem 42gebouwd met een aantal geprefabriceerde betonplaten. Waterafschermings-platen 44 worden aangebracht tussen respectievelijke betonplaten voorhet afdichten van de spleten tussen de betonplaten, zodat extra vocht, zoals regenwater, het holte-gebied 12 niet zal binnen gaan en het gasdat vanuit het in het holte-gebied 12 gedeponeerde afval wordt gegene¬reerd niet naar buiten zal worden afgevoerd.
In de kunstmatige bodem 42 worden één of meerdere deponeeropenin-gen 46 voor afval, die geopend en gesloten kunnen worden, voorzien voorhet in het holte-gebied 12 deponeren van het afval, zoals weergegeven infiguur 4. In de weergegeven uitvoeringsvorm, afgebeeld in figuur 4,worden de openingen 46 voor het deponeren van afval zodanig aangebrachtdat ze samenvallen met een regelmatig interval. Aan beide zijden van eenlijn, waarlangs de openingen 46 voor het deponeren van afval liggen,wordt een paar wanden 48, 48 gebouwd met gelijke afstand tot de lijn. Deafstand tussen de wanden 48 wordt zodanig bepaald, dat het mogelijkwordt gemaakt dat een voertuig dat het afval 10 transporteert, daartussen door gaat.
In de kunstmatige bodem 42 wordt een aantal ventilatietorens 50voorzien. Elke ventilatietoren 50 strekt zich door de kunstmatige bodem42 uit, om het gas, dat uit het afval 10 in het holte-gebied 12 wordtgegenereerd, te ventileren.
Dwarsbalken 52, afgebeeld in figuur 1, strekken zich uit tussen denaast elkaar gelegen palen 24 voor het aan elkaar verbinden van dezelaatste. De dwarsbalken 52 kunnen kabels zijn die bijvoorbeeld los temaken zijn aan de palen 24. Bijgevolg kunnen, gedurende het proces vanhet deponeren van afval 10 in het holte-gebied 12, de dwarsbalken 52 vande palen 24 worden verwijderd, als zij het bedrijf van materieel voorhet compacteren van het afval 10, zoals bulldozers of dergelijke,hinderen.
Slechts na het voltooien van de bouw van de kunstmatige bodem 42,wordt het afval 10 in het holte-gebied 12 gedeponeerd, door de openingen46 voor het deponeren van afval heen. Het deponeren van het afval 10wordt voortgezet totdat het afval 10 zover is opgezameld dat de kunstma¬tige bodem 42 bereikt wordt. Gedurende dit werk wordt het afval 10, datbinnen het holte-gebied 12 is verzameld, samengedrukt en gecompacteerd,voor zover dit nodig is.
Zoals hierboven uiteengezet is, kan, op het terrein voor hetdeponeren van afval volgens de onderhavige uitvinding, omdat de kunstma¬tige bodem 42, die de bovenruimte van het holte-gebied 12 afdekt, voorhet begin van het deponeren van het afval 10 in het holte-gebied 12 wordt gebouwd, de bovenruimte van het terrein voor het deponeren vanafval beschikbaar zijn voor gebruik, direkt na de bouw van de kunstmati¬ge bodem 42.
Ook kan, omdat het af val 10 door de openingen 46 voor het depone¬ren van af val, die voorzien worden in de kunstmatige bodem 42, die hetgehele holte-gebied 12 afdekt worden voorzien en geopend en geslotenkunnen worden, het deponeren van het afval 10 worden uitgevoerd, onge¬acht de natuurlijke omstandigheden, zoals weer en dergelijke. Ook zal,omdat het holte-gebied 12 met de kunstmatige bodem 42 wordt afgedekt,het afval 10, zodra het in het holte-gebied 12 gedeponeerd is, nooit uithet holte-gebied 12 wegvliegen. Daarom wordt het overbodig om hetopgezamelde afval 10 in het holte-gebied 12, met grond en zand af tedekken gedurende de voortgang van het deponeren. Dit maakt het op diensbeurt weer mogelijk om het gehele volume van het holte-gebied 12 tegebruiken voor het deponeren van het afval 10. Daarnaast is het, omdatde toestroom van regenwater naar het holte-gebied 12 geblokkeerd kanworden door de kunstmatige bodem 42, slechts nodig een afvalwaterzuive¬ringsinstallatie te voorzien voor het behandelen van het water dat uithet afval 10 zelf wordt afgevoerd.
Anderzijds komt, door het inheien van de palen 24 met de waterafschermende constructie, met inbegrip van de ringvormige ring 32,waarin de water afschermende ring 30, die de paal 24 omgeeft, wordtingebed, in de bodem 14 door de waterbarrière-folie 18 heen, en hetondersteunen van de kunstmatige bodem 42 met deze palen 24, een groot¬schalig terrein voor het deponeren van afval beschikbaar voor hetaccepteren van een wezenlijk grote hoeveelheid afval 10. Anderzijdszullen, in het geval van een kleinschalig terrein voor het deponeren vanaf val, de palen 24 voor het dragen van de kunstmatige bodem 42 overbodigworden.
De waterverzamelput 16 voor het verzamelen van het grondwater kanachterwege blijven, wanneer deze gebouwd wordt op de bodem 14 van gronddie niet in het grondwater ligt. Daarnaast kan, door het op overlappendewijze voorzien van een voor water doorlaatbare folie 40 over de water¬barrière-folie 18, en het plaatsen van de voorziening 34 voor hetverzamelen van water op de voor water doorlatende folie 40 op hetlaagste punt van het holte-gebied 18, een kleine hoeveelheid water, dieafgevoerd wordt uit het afval 10, worden verzameld door de voorziening 34 voor het verzamelen van water. Anderzijds zal, wanneer het afval datgedeponeerd moet worden, weinig water bevat en wanneer het verzameldeafval het afvalwater niet zal afgeven, de voorziening 34 voor hetverzamelen van water onnodig zijn.
Vervolgens zal de tweede uitvoeringsvorm van de onderhavigeuitvinding worden besproken, onder verwijzing naar figuur 5. Afwijkendvan de voorafgaande, eerste uitvoeringsvorm, wordt een afschermingswand60 toegepast als de waterbarrière-constructie.
Teneinde het terrein voor het deponeren van afval volgens deweergegeven uitvoeringsvorm te bouwen, wordt de afschermingswand 60gebouwd door middel van een doorgaande, ondergrondse wandconstructie ofhet inheien van een stalen damwand, waarbij het gebied voor het vormenvan het holte-gebied 12 wordt omgeven, voorafgaand aan het uitgraven vanhet bodemoppervlak. De afschermingswand 60 dient voor het blokkerentegen het binnen gaan van het grondwater vanaf de zijkant van de bodemen het zijdelings uitstromen van gepenetreerd water uit het afval 10,naar de bodem. In samenhang daarmee, doet de afschermingswand 60 ookdienst als een damwand voor het voorkomen van het verzakken van de opzijgelegen bodem. Opgemerkt dient te worden dat de afschermingswand 60 bijvoorkeur reikt tot aan een voor water ondoordringbare bodemlaag, als devoor water ondoordringbare laag aanwezig is onder het terrein, waar hetholte-gebied 12 wordt gebouwd. Ook worden, binnen het gebied omgevendoor de afschermingswand 60, de dragende palen 24 of de dragende wande.d. zonodig voorzien voor het dragen van de kunstmatige bodem 42, dieover het holte-gebied 12 wordt gebouwd. Het moet duidelijk zijn dat hetde voorkeur heeft dat de dragende palen of de dragende wanden de dragen¬de bodemlaag onder het holte-gebied 12 bereiken.
Na het voltooien van de bouw van de afschermingswand 60 en hetheien van de dragende palen 24, wordt het ontgraven uitgevoerd van hetgebied, omgeven door de afschermingswand 60, voor het vormen van hetholte-gebied 12 voor het deponeren van het afval 10. De ontgraving kansnel worden uitgevoerd door gebruik making van een graafmachine, zoalseen dragline, bulldozer enz. Daarnaast zal, volgens het ontgravingspro-ces, een tussengelegen houten afscheuring worden voorzien, zodat deafschermingswand 60, die een gronddruk in zijdelingse richting opneemt,wordt versterkt. De afschermingswand 60 wordt rond de buitenomtrek vanhet holte-gebied 12 gebouwd en strekt zich in de diepte uit tot aan de voor water ondoordringbare laag 62 in de bodem 14. De afschermingswand60 wordt gebouwd met gebruik making van damplanken, zoals stalen dam-wand, stalen buispalen of dergelijke, als doorgaande, ondergrondse wand,die een voor water ondoordringbare laag omvat in de vorm van een opeen¬volging van kolommen of een wand, of diverse mortels.
In de weergegeven uitvoeringsvorm, wordt de kunstmatige bodem 42,gevormd boven het holte-gebied 12, gedragen door een wandlichaam 64,gevormd in een ringvorm of in een roostervorm, en met inbegrip vankolommen. Opgemerkt dient te worden dat het ook mogelijk is de kunstma¬tige bodem 42 te dragen door middel van de palen 24 zoals in de eersteuitvoeringsvorm.
De kunstmatige bodem 42 wordt voorzien van één of meerdere ope-ningsgedeelten 66 voor het verlenen van toegang aan het holte-gebied 12voor het deponeren van het afval 10. Het openingsgedeelte 66 wordtafgedicht door een cabine 68, die kan worden afgedicht. De cabine 68heeft een zodanige vorm en afmeting, dat het voertuig dat het af val 10transporteert, kan worden opgenomen. Teneinde de toegankelijkheid vanhet inwendige mogelijk te maken door het afval transporterende voertuig,wordt de cabine 68 voorzien van een ingang en een uitgang die geopend engesloten kunnen worden. Daarom kan, hoewel het openingsgedeelte 66voortdurend open wordt gehouden, het in wezen gelijkwaardige functiesvervullen, als de openingen 46 voor het deponeren van af val, die kunnenworden geopend en gesloten, in de eerste uitvoeringsvorm, door de ingangen uitgang, die geopend en gesloten kunnen worden.
Naast de functies die gelijkwaardig zijn aan die welke bereiktworden door de eerste uitvoeringsvorm van het terrein voor het deponerenvan af val, zal de weergegeven uitvoeringsvorm van het terrein voor hetdeponeren van afval nooit vervuiling veroorzaken voor de omgeving, zelfszonder de waterbarrière-folie in het holte-gebied 12, omdat het zijde¬lingse gedeelte van het holte-gebied 12, dat het afval 10 verzamelt,geïsoleerd wordt van de grond langs de omtrek door de afschermingswand60 en de bodem van het holte-gebied 12 wordt af gedekt door de voor waterdoorlatende laag 62.
De derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal hiernaworden besproken onder verwijzing naar figuur 6.. In de weergegevenuitvoeringsvorm wordt de afschermingswand 60 toegepast als de waterbar-rière-constructie, evenals die van de tweede uitvoeringsvorm.
De afschermingswand 60 heeft een ringvormige doorsnede, vanbovenaf gezien. De afschermingswand 60 wordt zodanig gebouwd dat de voorwater ondoordringbare laag 62 bereikt wordt vóór het ontgraven van hetholte-gebied 12. Na het voltooien van de bouw van de afschermingswand60, wordt de bodem 14, omgeven door de afschermingswand 60 zo verontgraven, dat de voor water ondoordringbare laag 62 wordt bereikt,zodat het holte-gebied 12, waarvan de zijkant wordt omgeven door deafschermingswand 60 en waarvan de bodem wordt bedekt door de voor waterondoordringbare laag 62, gevormd kan worden. In dit geval doet deafschermingswand 60 ook dienst als een damwand.
Tussen de in figuur 6 afgebeelde afschermingswanden 60, wordt eentussengelegen, houten afschoring 70 voorzien voor het versterken van deeerstgenoemde. Wanneer de afschermingswand 60 wordt gevormd tot eenringvorm, zoals hierboven is uiteengezet, kan de tussengelegen, houtenafschoring 70 worden weggelaten.
Boven het aldus gebouwde holte-gebied 12, wordt de kunstmatigebodem 42 gebouwd. De kunstmatige bodem 42 wordt ondersteund door hetwandlichaam 64 of de palen 24. Voor de kunstmatige bodem 42 kunnen nietweergegeven openingen voor het deponeren van afval, die geopend engesloten kunnen worden, worden voorzien op geschikte plaatsen.
De weergegeven uitvoeringsvorm bereikt in wezen de functies diegelijkwaardig zijn aan die van de tweede uitvoeringsvorm.
Opgemerkt dient te worden dat, in de tweede en derde, hierbovenuiteengezette uitvoeringsvormen, wanneer de voor water ondoordringbarelaag op een te diep niveau aanwezig is om bereikt te kunnen worden doorontgraving, of wanneer het water blokkerende vermogen van de voor waterondoordringbare laag niet voldoende is, kan de waterbarrière-folie 18worden voorzien aan het oppervlak van het holte-gebied 12.
Bij een bepaalde soort afval, die gedeponeerd moet worden in deholte-gebieden, kan de water afschermende constructie worden weggelaten.
Ook kan, bij elk van de voorgaande uitvoeringsvormen, de kunstma¬tige bodem 42 worden opgehangen door ophangmiddelen, zoals kabels ofdergelijke. Voorts kan, zoals weergegeven in figuur 7, de kunstmatigebodem 42 gedragen worden op dragende elementen 72, die zich schuinuitstrekken vanuit het talud van het holte-gebied 12.
Vervolgens zal een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavigeuitvinding worden besproken. Eén van de uitvoeringsvormen die de voor¬ keur heeft van het terrein voor het deponeren van afval volgens deonderhavige uitvinding, zoals afgebeeld in figuur 8, omvat in hetalgemeen het holte-gebied 12, dat wordt gebouwd door het ontgraven vaneen in wezen vlakke bodem, tot een bepaalde diepte, voor het daarinopnemen van het afval 10, de kunstmatige bodem 42, die de totale boven¬ste opening van het holte-gebied 12 af dekt, een voorziening 80 voor hetsproeien van water, voorzien aan het ondervlak van de kunstmatige bodem42, en een beluchtingsvoorziening 90 en een wateraanvoervoorziening 100,voorzien aan de bodem van het holte-gebied 12.
Soortgelijk aan de voorgaande, tweede uitvoeringsvorm, wordt,zodra het ontgraven van het holte-gebied 12 tot aan de gegeven dieptevoltooid is, een bodemvloer 19 op de uitgegraven bodem van het holte-gebied 12 gebouwd. Op de bodemvloer 19, als de bodem van het holte-gebied 12, wordt de beluchtingsvoorziening 90 en de wateraanvoervoorzie¬ning 100 opgesteld. De bodemvloer 19 wordt met een bepaalde betondiktegebouwd. De beluchtingsvoorziening 90 omvat een aantal beluchtingspij-pen, met lucht afvoerende spuitmonden, aangebracht over het geheleoppervlak van de bodem van het holte-gebied 12. Ook wordt de watertoe¬voer voorziening 100, die een aantal watertoevoerpijpen met water afvoe¬rende spuitmonden omvat, aangebracht over het totale oppervlak van debodem van het holte-gebied 12. De beluchtingsvoorziening 90 en dewatertoevoervoorziening 100 worden in verbinding gebracht met eenluchtcompressor 92, een wateropslagbak 82 of dergelijke, via een lucht¬toevoer- of watertoevoerpijp 94, die zich uitstrekt langs de afscher-mingswand 60. Daardoor worden, naar het in het holte-gebied 12 gedepo¬neerde afval 10, lucht en water afgevoerd door de beluchtingsvoorzieningen de watertoevoervoorziening.
Anderzijds wordt, aan het bovenvlak van de bodemvloer 19, eenbeschermende laag 23 gevormd voor het afdekken en beschermen van debeluchtingsvoorziening 90 en de watertoevoervoorziening 100. De bescher¬mende laag 23 wordt gevormd met een voor water en gas doorlatend materi¬aal, zoals zand, gebroken steen, slakken e.d., niet-geweven textiel,weefsels e.d., of geschikte, gelamineerde lagen daarvan. De beschermendelaag 23 voorkomt dat de lucht afvoerende spuitmonden en water afvoerendespuitmonden geblokkeerd of verstopt raken, evenals het voorkomen dat debeluchtingsvoorziening 90 en de watertoevoervoorziening 100 wordenbeschadigd, ten gevolge van een direkt contact met het afval 10. Voorts wordt de voorziening voor het verzamelen van water voorzien aan hetbovenste oppervlak van de bodemvloer 19, voor het verzamelen van hetwater dat wordt afgevoerd door de watertoevoervoorziening 100 en uit hetafval 10 wordt geperst.
Opgemerkt dient te worden dat, hoewel de weergegeven uitvoerings¬vorm de bodemvloer 19 op de ontgraven bodem vormt, de bodemvloer 19 nietaltijd nodig is. Bijvoorbeeld zal de bodemvloer 19 niet nodig zijn,wanneer de afschermingswand 60 de voor water ondoordringbare bodemlaagbereikt, zodat slechts weinig grondwater zal binnen dringen. Ook kan, inhet geval dat er geen kans is op opbarsten of opwellen, de van eenkunstrubber of een kunsthars o.d. vervaardigde waterbarrière-folieworden voorzien op de ontgraven bodem, in plaats van de bodemvloer. Inhet geval dat de waterbarrière-folie wordt toegepast en wanneer dedragende palen door de waterbarrière-folie worden geheid, waterafscher-mingsringen, die water absorberend rubber omvatten, bevestigd aan dedragende paal en de omtreksranden van de openingen, gevormd door hetheien van de palen, samen ineengerold en geklemd, door middel van betondat bijvoorbeeld rond de paal wordt gestort, teneinde het binnen dringenvan grondwater in het holte-gebied 12 te voorkomen.
Anderzijds wordt, boven het holte-gebied, gevormd door de ontgra-ving, de kunstmatige bodem 42 gevormd als een vlakke constructie. Dekunstmatige bodem 42 kan worden gebouwd met geprefabriceerde betonnenpalen, ondersteund op de afschermingswand 60 of op de dragende palen 24.Als alternatief kan de kunstmatige bodem 42 ook gebouwd worden door hetter plaatse direkt storten van het beton. De kunstmatige bodem 42 wordtvoorzien van één of meerdere openingen voor het deponeren van afval, dieop geschikte plaatsen worden geopend en gesloten. Ook kan de kunstmatigebodem 42 een uitlaat hebben voor het wegnemen van afval, die geopend engesloten kan worden, voor het wegnemen van afval dat omgezet is tot niettoxisch afval, door het opslaan in het holte-gebied 12, voor zover ditvereist wordt. Daarnaast worden in de kunstmatige bodem, ventilatie¬openingen voorzien, voor het ventileren van de inwendige ruimte van hetholte-gebied 12 en voor het opvangen van methaangas of dergelijke, datontstaat gedurende een afbraakproces van het afval in een anaërobetoestand, voor een doelmatig gebruik.Het moet duidelijk zijn dat hetbovenvlak van de kunstmatige bodem 42 gebruikt kan worden als eenplaatselijke voorziening voor de milieubescherming, zoals een park o.d.
Aan het ondervlak van de kunstmatige bodem 42 wordt een water-sproeivoorziening 80 gemonteerd, om water naar het afval 10 in hetholte-gebied 12 te sproeien. De watersproeivoorziening 80 bevat eenaantal watersproeipijpen met sproeimonden en wordt aangebracht over hettotale oppervlak van de kunstmatige bodem 12. Elke watersproeipijp wordtbevestigd tegen het ondervlak van de kunstmatige bodem 42, door middelvan een aantal montage-elementen of bevestigingsmiddelen, die tevorenzijn voorzien aan het ondervlak van de kunstmatige bodem 12. De water¬sproeivoorziening 80 wordt zodanig ontworpen dat water uit het waterop-slagbasin 82 wordt gesproeid.
Anderzijds wordt, in de weergegeven uitvoeringsvorm, het waterop-slagbasin 82 nabij het holte-gebied 12 geplaatst, en staat dit inverbinding met het bovenvlak van de kunstmatige bodem 42, zodat hetregenwater dat op de kunstmatige bodem 42 is gevallen, verzameld kanworden door groeven 84 voor het verzamelen van water of dergelijke, tenbehoeve van de opslag. Dit maakt het mogelijk regenwater te gebruikenvoor het besproeien van het afval 10 in het holte-gebied 12. Ook kan eenregelventiel 86 worden voorzien in het wateropslagbasin 82, ten behoevevan de regeling van de hoeveelheid te versproeien water in het holte-gebied 12.
De weergegeven uitvoeringsvorm van het terrein voor het deponerenvan afval, gebouwd zoals hiervoor uiteengezet, is in staat het gedepo¬neerde afval 10 zodanig om te zetten tot niet-toxisch afval, zodatgemakkelijk een vervuiling van de omgeving wordt voorkomen, ten gevolgevan het zich verspreiden van het vervuilende element o.d. Het afval 10,dat in het holte-gebied 12 gedeponeerd is, die gebouwd is als de omslo¬ten ruimte, door het afdekken van de bovenste opening door de kunstmati¬ge bodem 42, bevindt zich normaliter in een anaërobe toestand. Door hettoevoeren van lucht vanuit de onderzijde door de beluchtingsvoorziening90 en het sproeien van water van boven af, door de watersproeivoorzie¬ning 80, kan het af val 10 worden omgezet naar een aerobe toestand. Doorhet op geschikte wijze regelen van de anaërobe toestand en de aerobetoestand van het afval en door het toedienen van hoeveelheden aan tevoeren lucht en water, kan de afbraak van organische bestanddelen o.d.in het afval 10 worden beheerst. Ook kan, door het regelen van anaërobeafbraak en aerobe afbraak, op geschikte wijze een stabilisatie wordenbevorderd van het organische bestanddeel, teneinde het afval 10 gemakke¬ lijk om te zetten naar een niet-toxische vorm. Daarnaast kan, door hetook toevoeren van water vanuit de onderzijde van het afval 10, en doorhet bijhouden van de temperatuur in het holte-gebied 12, met gebruikmaking van een systeem op basis van zonnewarmte o.d., de toestand vanhet afval 10 in het holte-gebied, geschikt worden gehouden voor hetafbraakproces, teneinde een omzetting van het afval in een niet-toxischevorm verder te bevorderen. Ook kan, door een eenheidsregeling van dehoeveelheden lucht en water die vanuit de beluchtingsvoorziening 90 ende watersproeivoorziening 80 worden aangevoerd, en de watertoevoervoor-ziening 100 aan het holte-gebied 12, en de temperatuur in het holte-gebied 12, het afbraakproces van het afval 10 op doelmatige wijze wordenuitgevoerd.
Ook kan, door de weergegeven uitvoeringsvorm van het terrein voorhet deponeren van afval, een grotere hoeveelheid afval 10 in het holte-gebied 12 worden gedeponeerd, omdat het volume van het afval 10 kanworden verminderd door afbraak en compactering door het water. Het af val10, omgezet in een niet-toxische vorm door het afbraakproces, kan wordenweggenomen en naar de natuur worden gerecirculeerd, door het te gebrui¬ken als een vervanging voor grond en zand voor aanvullingen o.d. Ander¬zijds kan, door het verwijderen van het afval 10, het terrein voor hetdeponeren van afval herhaald worden gebruikt. Voorts kan, door hetverzamelen van bruikbaar gas, ontstaan door de afbraak van het afval 10,zoals methaangas o.d., opgewekt door een anaërobe afbraak, dit opdoeltreffende wijze worden gebruikt als brandstof.
Anderzijds geeft figuur 10 nog een verdere uitvoeringsvorm weervan het terrein voor het deponeren van afval volgens de onderhavigeuitvinding. Het terrein voor het deponeren van afval heeft een soortge¬lijke bouw als die van het terrein voor het deponeren van afval vanfiguur 8, met uitzondering van een dragende constructie van de kunstma¬tige bodem 42 en de afschermingswand 60. Het terrein voor het deponerenvan afval volgens de weergegeven uitvoeringsvorm, draagt de kunstmatigebodem 42 en de afschermingswand 60 namelijk door een constructie 60a metkolommen en balken. Met de weergegeven constructie, kan de kunstmatigebodem 42 en de afschermingswand 60 stevig en stabiel worden ondersteunddoor de constructie 60a met balken en kolommen, zodat een grootschaligterrein voor het deponeren van afval kan worden gebouwd.
Hoewel de uitvinding is afgebeeld en beschreven met betrekking tot een uitvoeringsvorm als voorbeeld daarvan, dient het voor deskundigenduidelijk te zijn, dat de bovenstaande en diverse andere wijzigingen,weglatingen en toevoegingen daarin en daaraan kunnen worden aangebracht,zonder de geest en het kader van de onderhavige uitvinding te verlaten.Daarom dient de onderhavige uitvinding niet te worden begrepen alsbeperkt tot de specifieke uitvoeringsvorm zoals deze hierboven isuiteengezet, maar dient alle mogelijke uitvoeringsvormen te bevatten,die belichaamd kunnen worden binnen het omvatte kader en equivalentendaarvan, ten opzichte van de kenmerken zoals deze uiteengezet worden inde toegevoegde conclusies.
Bijvoorbeeld dient, hoewel de voorgaande uitvoeringsvormen respec¬tievelijk worden afgebeeld met een constructie, waarbij het holte-gebied12 wordt omgeven door de afschermingswand 60, het terrein voor hetdeponeren van afval volgens de onderhavige uitvinding, niet beperkt teworden tot de specifieke constructies. Bijvoorbeeld kan, wanneer eengroot oppervlak in een vallei in een bergachtig gebied beschikbaar is,het terrein voor het deponeren van afval worden gebouwd door de zijde¬lingse omtrek van het holte-gebied te vormen tot een talud, in zodanigemate, dat een bezwijken van de bodem nooit zal optreden, en door hetuitleggen van de waterbarrière-folie op het hellende oppervlak.
Claims (31)
1. Een terrein voor het deponeren van afval, omvattende: een ruimte in de vorm van een holte voor het daarin opnemen van afval; een vlakke constructie, voorzien om de totale bovenste opening vande genoemde holte-vormige ruimte af te dekken, waarbij de genoemdevlakke constructie gebouwd wordt voorafgaand aan het begin van hetdeponeren van het afval in de genoemde ruimte; en ten minste één deponeeropening, voorzien door de genoemde vlakkeconstructie, voor het daar doorheen deponeren van het afval in degenoemde ruimte, waarbij de genoemde deponeeropening geschikt is omgeopend en gesloten te worden.
2. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 1,waarbij de genoemde holte-vormige ruimte wordt voorzien van een water-barrière.
3. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 2,waarbij de genoemde waterbarrière een waterbarrière-folie omvat, die ophet binnenoppervlak van de genoemde holte-vormige ruimte ligt.
4. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 2,waarbij de genoemde waterbarrière een afschermingswand omvat, die debuitenomtrek van de genoemde holte-vormige ruimte omgeeft en zichzodanig uitstrekt dat een voor water ondoordringbare bodemlaag wordtbereikt.
5. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 1,waarbij de genoemde vlakke constructie wordt ondersteund door dragendeelementen, die zijn ingeheid binnen de genoemde holte-vormige ruimte.
6. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 5,waarbij een waterbarrière wordt voorzien binnen de genoemde holte-vormige ruimte.
7. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 6,waarbij de genoemde waterbarrière een waterbarrière-folie omvat, die ophet binnenste oppervlak van de genoemde holte-vormige ruimte ligt.
8. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 6,waarbij de genoemde waterbarrière een afschermingswand omvat die debuitenomtrek van de genoemde holte-vormige ruimte omgeeft en zichzodanig uitstrekt dat een voor water ondoordringbare bodemlaag wordtbereikt.
9. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 1,waarbij de genoemde vlakke constructie wordt ondersteund door eendraagconstructie die kolommen en balken omvat.
10. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 9,waarbij een waterbarrière wordt voorzien binnen de genoemde holte-vormige ruimte.
11. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 10,waarbij de genoemde waterbarrière een waterbarrière-folie omvat die ophet inwendige oppervlak van de genoemde holte-vormige ruimte ligt.
12. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 10,waarbij de genoemde waterbarrière een afschermingswand omvat, die debuitenomtrek van de genoemde holte-vormige ruimte omgeeft en zichzodanig uitstrekt dat een voor water ondoordringbare bodemlaag wordtbereikt.
13. Een terrein voor het deponeren van afval, omvattende: een vlakke betonplaat, die een bovenste opening van een holte-vormige ruimte afdekt, waarin afval wordt gedeponeerd; een waterbarrière-materiaal, voorzien aan het inwendige oppervlakvan de genoemde holte-vormige ruimte; en ten minste één deponeeropening voor afval, voorzien in de genoemdebetonplaat en die het deponeren van het afval in de genoemde ruimtemogelijk maakt.
14. Een terrein voor het deponeren van afval, omvattende: een vlakke betonplaat, die een bovenste opening van een holte-vormige ruimte afdekt, waarin afval wordt gedeponeerd; een afschermingswand die de buitenomtrek van de genoemde holte¬vormige ruimte omgeeft en zich zodanig uitstrekt dat een voor waterondoordringbare bodemlaag wordt bereikt, en de holte-vormige ruimtevormt; en ten minste één deponeeropening voor afval, voorzien in de genoemdebetonplaat en die het deponeren van het afval in de genoemde ruimtemogelijk maakt.
15. Een werkwijze voor het bouwen van een terrein voor het deponerenvan afval, waarin afval wordt gedeponeerd in een holte-vormige ruimtedaarvan, achtereenvolgens de stappen omvattend van: het bouwen van een vlakke constructie die een bovenste opening vande genoemde holte-vormige ruimte afdekt, voorafgaand aan het begin vanhet deponeren van het afval; en het vormen van ten minste één deponeeropening voor het deponerenvan het afval, in de genoemde vlakke constructie.
16. Een terrein voor het deponeren van afval, omvattende: een ruimte in de vorm van een holte voor het daarin opnemen van afval; een vlakke constructie, voorzien om een totale, bovenste openingvan de genoemde holte-vormige ruimte af te dekken, waarbij de genoemdevlakke constructie gebouwd wordt voorafgaand aan het begin van hetdeponeren van het afval in de genoemde ruimte; middelen aangebracht aan het ondervlak van de genoemde vlakkeconstructie voor het sproeien van water op het genoemde afval; en middelen aangebracht aan de bodem van de genoemde holte-vormigeruimte voor het afvoeren van lucht.
17. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 16, dieverder middelen omvat, aangebracht aan de bodem van de genoemde holte-vormige ruimte voor het toevoeren van water naar het genoemde afval, vanonder af.
18. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 16,waarbij de genoemde middelen, aangebracht aan het ondervlak van degenoemde vlakke constructie voor het sproeien van water op het afval,een aantal watertoevoerpijpen omvatten met een aantal watersproeimonden,een wateropslagbasin voor het opslaan van aan te voeren water, en eenpijpleidingsysteem voor het toevoeren van water, voor de verbindingtussen de genoemde watertoevoerpijpen en het genoemde opslagbasin voorwater, voor het toevoeren van water in het genoemde opslagbasin voorwater naar de genoemde watertoevoerpijpen.
19. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 18,waarbij een regelventiel wordt voorzien in het genoemde opslagbasin voorwater, voor het regelen van een hoeveelheid toe te voeren water naar degenoemde watertoevoerpijpen.
20. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 18,waarbij het genoemde opslagbasin voor water in verbinding gebracht wordtmet een verzamelmiddel voor water, voor het verzamelen van regenwateraan het bovenvlak van de genoemde vlakke constructie, voor het opslaanvan het water in het genoemde opslagbasin voor water.
21. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 16,waarbij de genoemde middelen, aangebracht aan de bodem van de genoemdeholte-vormige ruimte en het afvoeren van lucht, een aantal luchtpijpenomvatten, met een aantal luchtafvoermonden, een luchtcompressor voor hetopwekken van perslucht, een toevoerpijpensysteem voor lucht, dat degenoemde luchtpijpen in verbinding brengt met de genoemde luchtcompres¬sor, voor het toevoeren van perslucht naar de genoemde luchtpijpen.
22. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 17,waarbij de genoemde middelen, die zijn aangebracht aan de bodem van degenoemde holte-vormige ruimte en voor het toevoeren van water naar hetgedeponeerde afval, bestaan uit een aantal watertoevoerpijpen met eenaantal waterafvoermonden, een opslagbasin voor water, voor het opslaanvan het aan te voeren water, en een stelsel watertoevoerpijpen, dat degenoemde watertoevoerpijpen in verbinding brengt met het genoemdeopslagbasin voor water, voor het toevoeren van water van het genoemde opslagbasin voor water naar de genoemde watertoevoerpijpen.
23. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 22,waarbij een regelventiel wordt voorzien in het genoemde opslagbasin voorwater, voor het regelen van een hoeveelheid aan te voeren water, naar degenoemde watertoevoerpijpen.
24. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 22,waarbij het genoemde opslagbasin voor water in verbinding wordt gebrachtmet een waterverzamelmiddel, voor het verzamelen van regenwater aan hetbovenvlak van de genoemde vlakke constructie, voor het opslaan van hetwater in het genoemde opslagbasin voor water.
25. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 16,waarbij de genoemde vlakke constructie een betonnen paneel omvat in devorm van een vlakke plaat, en dragende palen, die binnen de genoemdeholte-vormige ruimte zijn ingeheid voor het ondersteunen van het genoem¬de betonnen paneel.
26. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 16,waarin de genoemde vlakke constructie een betonnen paneel omvat in devorm van een vlakke plaat en een dragende constructie met inbegrip vankolommen en balken.
27. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 16,waarbij de genoemde vlakke constructie wordt gevormd met ten minste ééndeponeeropening voor afval voor het deponeren van het afval in degenoemde holte-vormige ruimte, waarbij de genoemde deponeeropening voorafval geopend en gesloten wordt.
28. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 16,waarbij de genoemde vlakke constructie wordt gevormd met een weghaalope-ning voor afval, voor het weghalen van door de opslag in de genoemdeholte-vormige ruimte verwerkt, niet-toxisch afval.
29. Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 16,waarbij de genoemde vlakke constructie wordt voorzien van ten minste één ventilatie-opening voor het verzamelen van gas dat ontstaat uit hetgenoemde afval, dat gedeponeerd is in de genoemde holte-vormige ruimte.
30. Een terrein voor het deponeren van afval, omvattende: een ruimte in de vorm van een holte, gevormd voor het opnemen van afval; een betonnen paneel in de vorm van een vlakke plaat, dat debovenste opening van de genoemde holte-vormige ruimte afdekt, vooraf¬gaand aan het begin van het deponeren van het afval; een watersproeivoorziening, met inbegrip van een aantal watertoe-voerpijpen met een aantal waterafvoermonden, en een opslagbasin voorwater, dat in verbinding is gebracht met de genoemde watertoevoerpijpen;en een beluchtingsvoorziening, voorzien aan de bodem van de genoemdeholte-vormige ruimte, en met inbegrip van een aantal luchtpijpen, meteen aantal luchtafvoermonden, een luchtcompressor die perslucht opwekt,een stelsel van luchttoevoerpijpen, die de genoemde luchtpijpen inverbinding brengt met de genoemde luchtcompressor, voor het toevoerenvan de perslucht naar de genoemde luchtpijpen.
31. Een terrein voor het deponeren van afval, volgens conclusie 30,die voorts een watertoevoervoorziening omvat, met inbegrip van eenaantal watertoevoerpijpen met een aantal waterafvoermonden, een opslag¬basin voor water voor het opslaan van toe te voeren water, en eenstelsel van watertoevoerpijpen, die de genoemde watertoevoerpijpen inverbinding brengt met het genoemde opslagbasin voor water, voor hettoevoeren van water van het genoemde opslagbasin voor water naar degenoemde watertoevoerpijpen.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP8353493A JPH06292874A (ja) | 1993-04-09 | 1993-04-09 | 廃棄物処分場 |
JP8353493 | 1993-04-09 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9300923A true NL9300923A (nl) | 1994-11-01 |
NL194034B NL194034B (nl) | 2001-01-02 |
NL194034C NL194034C (nl) | 2001-05-03 |
Family
ID=13805171
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9300923A NL194034C (nl) | 1993-04-09 | 1993-05-28 | Vuilnisdepot. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5375944A (nl) |
JP (1) | JPH06292874A (nl) |
BE (1) | BE1007800A5 (nl) |
DE (1) | DE4317976A1 (nl) |
FR (1) | FR2703603B1 (nl) |
GB (1) | GB2276905B (nl) |
IT (1) | IT1262123B (nl) |
NL (1) | NL194034C (nl) |
Families Citing this family (19)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5564862A (en) * | 1994-05-04 | 1996-10-15 | Markels, Jr.; Michael | Method of improved landfill mining |
DE19510917C1 (de) * | 1995-03-24 | 1996-02-22 | Fraunhofer Ges Forschung | Verfahrbare Multifunktions-Entsorgungssimulations-Anlage |
DE19548184A1 (de) * | 1995-12-22 | 1997-06-26 | Heuser Consult Ingenieurbueros | Einrichtung für die Verminderung der Emissionen von Hausmüll-Deponien |
US6024513A (en) * | 1996-11-14 | 2000-02-15 | American Technologies Inc | Aerobic landfill bioreactor |
JP3703288B2 (ja) * | 1997-03-26 | 2005-10-05 | キヤノン株式会社 | 土壌の浄化方法 |
US6481929B1 (en) * | 1998-04-27 | 2002-11-19 | Arcadis Geraghty & Miller | Aerobic bioreduction of municipal solid waste landfill mass |
EP1086756A3 (de) * | 1999-09-23 | 2003-03-19 | Gerhard Prof. Rettenberger | Verfahren zum Herstellen oder Sanieren oder Abdichten von Deponien |
KR20020076390A (ko) * | 2001-03-28 | 2002-10-11 | 이복일 | 에어돔을 이용한 폐기물 매립장 조성공법 |
CA2468158C (en) * | 2003-08-14 | 2006-05-23 | Brian Joseph Forrestal | System and method for the production of biogas and compost |
JP4649657B2 (ja) * | 2005-06-02 | 2011-03-16 | 学校法人福岡大学 | 廃棄物の埋立処分方法、及び廃棄物埋立構造 |
KR100894471B1 (ko) * | 2007-08-06 | 2009-04-22 | 엘지전자 주식회사 | 의류 건조기 |
JP4824659B2 (ja) * | 2007-10-25 | 2011-11-30 | 前田建設工業株式会社 | 廃棄物及び浸出水の安定化方法 |
US8091202B2 (en) | 2009-05-06 | 2012-01-10 | Synventive Molding Solutions, Inc. | Method and apparatus for coupling and uncoupling an injection valve pin |
US8662791B2 (en) * | 2010-09-09 | 2014-03-04 | Impact Bidenergy LLC | Subterranean alternating digester system and method |
ITBS20120028A1 (it) * | 2012-02-28 | 2013-08-29 | G & G Partners S R L | Sistema di copertura di una discarica |
JP6234204B2 (ja) * | 2013-12-17 | 2017-11-22 | クボタ環境サ−ビス株式会社 | 有機性廃棄物の埋立処理方法及び前処理設備 |
US11655625B2 (en) * | 2020-12-16 | 2023-05-23 | Donna Woodrum | Floodwater redistribution assembly |
CN114059598B (zh) * | 2021-12-07 | 2022-09-16 | 湘潭大学 | 一种适用于磷矿渣填埋场的自动化生态恢复系统及其施工方法 |
CN116251388B (zh) * | 2023-03-08 | 2024-05-10 | 中百盈科技发展有限公司 | 一种工地环保施工降尘洗车池 |
Family Cites Families (19)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB841018A (en) * | 1957-07-26 | 1960-07-13 | Express Maschinen A G | Storage tank |
BE602395A (nl) * | 1960-04-20 | |||
US3904524A (en) * | 1973-06-11 | 1975-09-09 | Advanced Fibre Glass Ltd | Container structure |
DE2519618C3 (de) * | 1975-05-02 | 1982-04-29 | Jung, Hermann, Dr., 4060 Viersen | Vorrichtung zur maschinellen Schnell-Kompostierung von Klärschlamm und anderen flüssigen, halbfesten oder festen Abfallstoffen sowie von Gemischen aus diesen |
GB2014227B (en) * | 1978-02-10 | 1983-01-12 | Shaw C B | Building construction |
US4323367A (en) * | 1980-06-23 | 1982-04-06 | Institute Of Gas Technology | Gas production by accelerated in situ bioleaching of landfills |
US4396402A (en) * | 1980-06-23 | 1983-08-02 | Institute Of Gas Technology | Gas production by accelerated bioleaching of organic materials |
US4618284A (en) * | 1984-05-24 | 1986-10-21 | Marks Alvin M | Device and method for the reclamation of polluted land areas |
IT1177961B (it) * | 1984-08-07 | 1987-09-03 | Sorain Cechini Spa | Dispositivo di aerazione per bacini di compostaggio di biomasse |
DE3521947A1 (de) * | 1985-06-14 | 1987-01-15 | Holzmann Philipp Ag | Behaelter fuer deponiefaehige abfaelle |
US4643111A (en) * | 1985-08-21 | 1987-02-17 | Jones Robert L | Resource recovery utility |
DE3545679A1 (de) * | 1985-12-21 | 1987-06-25 | Messerschmitt Boelkow Blohm | Verfahren zur entsorgung der organischen hausmuellfraktion |
US4844813A (en) * | 1987-06-29 | 1989-07-04 | Amerada Hess Corporation | System and process for treatment of biodegradable waste |
DE3809128A1 (de) * | 1988-03-18 | 1989-10-05 | Schoenmackers Umweltdienste Gm | Verfahren zum errichten einer deponie |
JPH01304092A (ja) * | 1988-06-01 | 1989-12-07 | Ohbayashi Corp | 廃棄物処分場の造成方法 |
WO1990003232A1 (de) * | 1988-09-29 | 1990-04-05 | Hans Richter | Verfahren zur behandlung von mülldeponien |
IT1242259B (it) * | 1990-10-11 | 1994-03-03 | Giancarlo Galeazzi | Dispositivo per la raccolta di rifiuti |
DE4102210A1 (de) * | 1991-01-25 | 1992-07-30 | Licencia Holding Sa | Vefahren und vorrichtung zum kompostieren von organischen abfaellen oder klaerschlaemmen |
US5037239A (en) * | 1991-02-05 | 1991-08-06 | Olsen-Beal Associates | Underground concrete vault structure for hazardous liquid storage tanks |
-
1993
- 1993-04-09 JP JP8353493A patent/JPH06292874A/ja active Pending
- 1993-05-25 US US08/065,897 patent/US5375944A/en not_active Expired - Fee Related
- 1993-05-27 FR FR9306365A patent/FR2703603B1/fr not_active Expired - Fee Related
- 1993-05-28 NL NL9300923A patent/NL194034C/nl not_active IP Right Cessation
- 1993-05-28 GB GB9311061A patent/GB2276905B/en not_active Expired - Fee Related
- 1993-05-28 BE BE9300550A patent/BE1007800A5/nl active
- 1993-05-28 DE DE19934317976 patent/DE4317976A1/de not_active Ceased
- 1993-05-31 IT ITUD930096 patent/IT1262123B/it active IP Right Grant
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ITUD930096A1 (it) | 1994-12-01 |
GB2276905B (en) | 1997-04-09 |
NL194034B (nl) | 2001-01-02 |
GB9311061D0 (en) | 1993-07-14 |
BE1007800A5 (nl) | 1995-10-24 |
US5375944A (en) | 1994-12-27 |
NL194034C (nl) | 2001-05-03 |
ITUD930096A0 (it) | 1993-05-31 |
FR2703603B1 (fr) | 1996-05-10 |
JPH06292874A (ja) | 1994-10-21 |
GB2276905A (en) | 1994-10-12 |
IT1262123B (it) | 1996-06-19 |
FR2703603A1 (fr) | 1994-10-14 |
DE4317976A1 (de) | 1994-10-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL9300923A (nl) | Terrein voor het deponeren van afval. | |
JP4397050B1 (ja) | 最終処分場の埋立廃棄物被覆構造体 | |
CN216007052U (zh) | 一种垃圾刚性填埋场 | |
KR100607714B1 (ko) | 우수 배제 장치를 구비한 폐기물 매립장 및 폐기물매립장의 형성 방법 | |
KR100667262B1 (ko) | 차수매트를 활용하여 매립가스 누출을 방지할 수 있는폐기물 매립장 | |
JP4000780B2 (ja) | 廃棄物の埋立方法 | |
JP2884229B2 (ja) | 廃棄物の埋立て処理方法 | |
JPH0379074B2 (nl) | ||
JPH0341237B2 (nl) | ||
JP3961984B2 (ja) | 廃棄物貯蔵設備及びその設置方法 | |
JP4126897B2 (ja) | 廃棄物処分場の埋立て方法 | |
JPH0734900B2 (ja) | 廃棄物の埋立て処理方法及びその装置 | |
CN114525817B (zh) | 一种水平防渗与垂直防渗组合结构的施工方法 | |
JP3453706B2 (ja) | 管理型廃棄物処分設備及び処分法 | |
KR19990034657A (ko) | 침출수 재순환과 가스취출을 겸한 쓰레기 매립조성방법 | |
JPH1157645A (ja) | 廃棄物処分場の埋立工法 | |
JP3364286B2 (ja) | 臨海における廃棄物処分方法及び廃棄物処分場 | |
CN116078778B (zh) | 生活垃圾填埋场垂直分区结构及其建造方法 | |
JPH0154110B2 (nl) | ||
CN104141299B (zh) | 应用于水下钻孔灌注桩的环保施工方法 | |
JP2004298689A (ja) | 屋根付廃棄物集積施設 | |
JPH06296946A (ja) | 廃棄物処分場 | |
JP3847446B2 (ja) | 廃棄物処分場 | |
JP2005042298A (ja) | 廃棄物処分場を覆う屋根設備及びその屋根設備の構築方法 | |
RU2294245C1 (ru) | Способ защиты окружающей среды от загрязнения бытовыми и промышленными отходами |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20021201 |