NL9300899A

NL9300899A - OFFSHORE CONSTRUCTION.

Info

Publication number: NL9300899A
Application number: NL9300899A
Authority: NL
Original assignee: Kvaerner Earl & Wright
Priority date: 1992-06-02
Filing date: 1993-05-26
Publication date: 1994-01-03
Also published as: CN1035782C; CN1079521A; AU664448B2; MY131366A; GB2267525B; DK61293A; DE4318321A1; GB9311365D0; DK61293D0; GB2267525A; AU3994893A

Description

Titel: Offshore constructie.Title: Offshore construction.

De uitvinding heeft betrekking op een offshore constructie.The invention relates to an offshore construction.

De ontwikkeling van offshore olie- en gasvelden heeft het ontwerpen van constructies ter ondersteuning van boor-, produktie- en laadvoorzieningen gestimuleerd. Fluctuaties in energieprijzen hebben geleid tot de eis van geoptimaliseerde constructies.The development of offshore oil and gas fields has stimulated the design of structures to support drilling, production and loading facilities. Fluctuations in energy prices have led to the requirement of optimized structures.

Voor grote bovendekse belastingen zijn door eigen gewicht stabiele platforms of van verscheidene poten voorziene ingeheide stalen mantels gebleken economische onderwaterconstructies te kunnen vormen. Echter blijkt voor betrekkelijk lichte bovendekse belastingen een onderwaterconstructie gevormd uit één enkele kolom, die door het wateroppervlak steekt, aantrekkelijk te zijn. Een dergelijke enkelkolomse onderwaterconstructie is voorgesteld voor ontwikkelingen in het zuidelijk deel van de Noordzee en offshore delen van Australië.Stable platforms or multi-legged sheathed steel jackets have been shown to provide economical underwater structures for large above deck loads. However, for relatively light above deck loads, an underwater structure formed from a single column protruding through the water surface has been found to be attractive. Such a single column underwater construction has been proposed for developments in the southern North Sea and offshore parts of Australia.

Bij uit één kolom bestaande onderwaterconstructies zal het grootste deel van het gewicht en de kosten zijn gelegen in de kolom zelf, aangezien deze kolom alle op- het platform uitgeoefende krachten moet kunnen weerstaan. Ten einde buigkrachten in de kolom te verkleinen bestaat de eis om de vrije lengte van de kolom tot een minimum terug te brengen.In single-column underwater structures, most of the weight and cost will be in the column itself, as this column must be able to withstand all forces exerted on the platform. In order to reduce bending forces in the column, there is a requirement to minimize the free length of the column.

Om de ongefundeerde stabiliteit van de constructie wanneer deze voor het eerst wordt geïnstalleerd (en nog niet aan de zeebodem is bevestigd,) kan het geschikt zijn om een driehoekige basis op de zeebodem te plaatsen en een driepotige ondersteuning op deze basis aan te brengen.In order to provide the unsubstantiated stability of the structure when it is first installed (and not yet attached to the seabed), it may be appropriate to place a triangular base on the seabed and apply a three-legged support to this base.

Tot nu toe zijn driepotige torenconstructie voorgesteld waarbij de kolom wordt ondersteund door drie poten die van elkaar worden gescheiden door verstijvingsorganen op het niveau van de zeebodem. Een dergelijke constructie is weergegeven in het Britse octrooischrift 2116237. Echter heeft deze uitvoering de nadelen dat de kolom zich zal uitstrekken over de volle hoogte vanaf de zeebodem tot aan de bovendekse delen, en verstijvingsorganen op de zeebodem noodzakelijk zijn.So far, three-legged tower construction has been proposed in which the column is supported by three legs separated from each other by sea-bed stiffeners. Such a construction is shown in British Patent 2116237. However, this embodiment has the drawbacks that the column will extend the full height from the sea bed to the upper decks, and stiffeners on the sea bed are necessary.

Onderzeese olie- en gasvelden worden gebruikelijk geëxploiteerd door gebruik te maken van vaste boor/produktieplatforms die onderzeese pijpleidingen voeden welke naar op de kust aangebrachte terminals leiden. Het platform kan voorzieningen ondersteunen voor het gedeeltelijk behandelen van de olie of het gas zodat het door de onderzeese pijpleiding kan worden verpompt.Subsea oil and gas fields are commonly operated using fixed drilling / production platforms that feed subsea pipelines leading to shore-based terminals. The platform can support provisions for partial treatment of the oil or gas so that it can be pumped through the subsea pipeline.

Om betrekkelijk kleine onderzeese oliereservoirs bij verre locaties te kunnen exploiteren kan het oneconomisch zijn om een pijpleiding toe te passen over de gehele weg vanaf de locatie van het reservoir naar een zich op de kust bevindende terminal. In dit geval kunnen schepen (bijvoorbeeld shuttle-tankers) worden gebruikt om de olie naar de terminal te transporteren.In order to operate relatively small submarine oil reservoirs at distant locations, it may be uneconomical to use a pipeline all the way from the location of the reservoir to a coastal terminal. In this case, ships (e.g. shuttle tankers) can be used to transport the oil to the terminal.

Bij het verpompen van ruwe olie uit onderzeese bronnen (en/of onderzeese opslagplaatsen) naar schepen voor transport naar de zich op de kust bevindende terminal, is er een probleem bij het doorleiden van olie door de zone die door golven wordt beïnvloedt. Het probleem treedt op omdat materieel gebruikt om de olie vanaf de onderzeese bron of bronnen door die zone naar het schip te leiden, onderworpen is aan krachten afkomstig van wind, golfwerking, stromen en getijdewerking.When pumping crude oil from subsea wells (and / or subsea depots) to ships for transportation to the offshore terminal, there is a problem in passing oil through the zone affected by waves. The problem arises because equipment used to direct the oil from the subsea well or wells through that zone to the ship is subject to forces from wind, wave action, currents and tidal action.

Het materieel moet zijn ontworpen om deze door de natuur opgewekte krachten onder extreme omstandigheden te kunnen weerstaan. Dergelijke omstandigheden kunnen bestaan uit een één keer per eeuw voorkomende golf en ongewone orkaancondities. Om een overbrengsysteem te ontwerpen dat tegen dergelijke extreme gebeurtenissen bestand is, is een moeilijke taak aangezien het schip voor het naar de kust transporteren van de olie normaal met zijn kop in de wind zal gaan liggen. Vanaf een vast punt op de zeebodem moet olie dus worden overgebracht door materieel dat voldoende robuust is om extreme omstandigheden te kunnen weerstaan en dat eveneens in staat is om het schip toe te staan met de kop tegen de wind te gaan liggen.The equipment must be designed to withstand these forces generated by nature under extreme conditions. Such conditions may include once-a-century waves and unusual hurricane conditions. To design a transmission system that can withstand such extreme events is a difficult task as the vessel for transporting the oil to shore will normally turn upside down. Thus, from a fixed point on the seabed, oil must be transferred by equipment that is robust enough to withstand extreme conditions and is also capable of allowing the ship to lie headwind.

Een van dit materieel voorziene installatie moet bovendien de riser of risers (stijgleidingen) beschermen tegen beschadiging door botsing met het schip. Het woord "riser" heeft een bijzondere betekenis in de offshore industrie en wijst op een pijpleiding die olie vanaf de zeebodem door de door de golven beïnvloede zone tot boven het zee-oppervlak brengt.An installation equipped with this equipment must also protect the riser or risers from damage caused by collision with the ship. The word "riser" has special significance in the offshore industry and refers to a pipeline that transports oil from the seabed through the wave-affected zone to above the sea surface.

Tot nu toe is het bekend dat schepen olie laden vanaf grote laadboeien of gelede kolommen met flexibele stijgleidingen en met elkaar verbonden pijpen (een installatie voor het laden vanuit een boei is weergegeven in ons Britse octrooischrift 2250253)· In het verleden zijn boeien en kolommen afgebroken van hun locaties met als resultaat verlies aan materieel en dus verlies aan produktie.Until now, ships have been known to load oil from large cargo buoys or articulated columns with flexible risers and interconnected pipes (an installation for loading from a buoy is shown in our British Patent 2250253). Buoys and columns have been torn down in the past of their locations resulting in loss of equipment and thus loss of production.

Eveneens is voorgesteld om een vaste torenconstructie te maken met een zwenkbaar gemonteerde laadarm bij de bovenzijde. De vaste torenconstructie is noodzakelijkerwijs een grotere fabricage-eenheid dan een laadboei of gelede kolom. Door het vervaardigen van een economische installatie is het van voordeel gebleken om het ontwerp van de vaste torenconstructie te vereenvoudigen zodat deze constructie slechts een minimum aantal wezenlijke onderdelen heeft.It has also been proposed to make a fixed tower construction with a pivotally mounted loading arm at the top. The fixed tower construction is necessarily a larger manufacturing unit than a loading buoy or articulated column. By manufacturing an economical installation, it has proven advantageous to simplify the design of the fixed tower construction so that this construction has only a minimum number of essential parts.

Bij een bekend voorstel is sprake van een torenconstructie met een centrale kolom, drie ondersteuningspoten en een basisconstructie die aan de zeebodem is verankerd door heipalen. De poten zijn bevestigd bij hun boveneinde aan een bus, en de centrale kolom gaat daar doorheen en is stevig bevestigd aan deze bus. De centrale kolom strekt zich uit vanaf de zeebodem naar een positie boven de hoogte waar de golven bij die bijzondere locatie onder de meest extreme omstandigheden komen (een dergelijke torenconstructie is weergegeven in het Britse octrooischrift 2136860).A well-known proposal involves a tower construction with a central column, three support legs and a basic construction that is anchored to the seabed by piles. The legs are attached at their top end to a sleeve, and the central column passes through it and is securely attached to this sleeve. The central column extends from the sea bed to a position above the height where the waves reach that particular location under the most extreme conditions (such a tower construction is shown in British Patent 2136860).

Dit bekende voorstel heeft de nadelen dat een riser hetzij aan de buitenzijde van de centrale kolom moet zijn bevestigd of een scherpe bocht moet nemen bij de voet van de centrale kolom zodat hij door de door de golven beïnvloede zone kan treden binnen die kolom.This known proposal has the drawbacks that a riser must either be attached to the outside of the central column or take a sharp turn at the base of the central column so that it can pass through the wave-affected zone within that column.

In het eerste geval zal de riser worden onderworpen aan scheepsbotsingen indien hij is bevestigd aan de buitenzijde van de kolom. In het tweede geval zal door het over een scherpe bocht laten lopen van de pijpleiding bij de voet van de kolom een extra ingewikkeldheid worden geïntroduceerd. De centrale kolom die zich geheel naar de zeebodem uitstrekt kan ongeschikt zijn voor het opnemen van een stijgbuis (of J-buis).In the former case, the riser will be subject to ship impact if it is attached to the outside of the column. In the second case, an extra complexity will be introduced by running the pipeline at a sharp bend at the base of the column. The central column extending all the way to the seabed may not be suitable for holding a riser (or J-tube).

De onderhavige uitvinding verschaft een offshore constructie (bijvoorbeeld voor een offshore laadtoren) met een centrale kolom die zich verticaal omhoog kan uitstrekken wanneer de constructie offshore is aangebracht, waarbij er ten minste drie voeten aanwezig zijn bestemd om op de zeebodem te rusten en ten minste drie poten die zich naar boven en naar binnen uitstrekken vanaf een respectievelijke voet naar een top die zich onder de door de golven beïnvloede zone bevindt wanneer de constructie offshore is geïnstalleerd, waarbij de top van de poten een tussengelegen punt van de hoogte van de kolom ondersteunt terwijl een lager punt van de lengte van de kolom wordt gestabiliseerd door verstijvingsorganen die zich uitstrekken van plaatsen op ten minste drie poten tussen de voet en de top zodat het ondereinde van de kolom wordt ondersteund op aanzienlijke afstand boven de zeebodem.The present invention provides an offshore construction (e.g. for an offshore loading tower) with a central column that can extend vertically upwards when the construction is installed offshore, with at least three feet present for resting on the sea bed and at least three legs extending upwards and inwards from a respective foot to a top which is below the wave affected zone when the structure is installed offshore, the top of the legs supporting an intermediate point of the height of the column while a lower point of the length of the column is stabilized by stiffeners extending from positions on at least three legs between the base and the top so that the lower end of the column is supported a considerable distance above the seabed.

Meer in het bijzonder verschaft de uitvinding een offshore constructie bestaande uit een driepoot met drie voeten die bestemd zijn om op de zeebodem te rusten en drie poten die zich naar boven en naar binnen uitstrekken vanaf een respectievelijke voet naar een top die zich bevindt onder de door de golven beïnvloede zone wanneer de constructie offshore is geïnstalleerd, waarbij kruisverstijvingen zijn aangebracht tussen paren aangrenzende poten en iedere kruisverstijving twee langere onderarmen heeft die zijn bevestigd aan een aangrenzende voet en twee kortere bovenarmen die zijn bevestigd aan punten op de poten tussen de voet en de top, waarbij de boveneinden van de kruisvers tij vingen met elkaar zijn verbonden door horizontale omtreksorganen die zich uitstrekken tussen aan elkaar grenzende poten en door radiale horizontale organen die zich uitstrekken vanaf respectievelijke poten naar een centraal punt en waarbij de centrale kolom zich naar boven uitstrekt vanaf dat centrale punt door de top.More specifically, the invention provides an offshore construction consisting of a tripod with three feet intended to rest on the sea bed and three legs extending upwards and inwards from a respective foot to a top located below the by the wave affected zone when the structure is installed offshore, with cross stiffeners fitted between pairs of adjacent legs and each cross stiffener having two longer forearms attached to an adjacent foot and two shorter upper arms attached to points on the legs between the foot and the top, the upper ends of the cross bars being joined together by horizontal circumferential members extending between adjacent legs and by radial horizontal members extending from respective legs to a central point and the central column extending upward from that central point d ear the top.

Het verdient de voorkeur dat de kolom zich uitstrekt naar een plaats die zich bevindt boven de door de golven beïnvloede zone wanneer de constructie offshore is geïnstalleerd.It is preferable that the column extends to a location that is above the wave affected zone when the structure is installed offshore.

Het verdient verder de voorkeur dat de zich boven de omtrek uitstrekkende en de radiale horizontale organen met de poten zijn verbonden ongeveer in het midden van de lengte van de poten.It is further preferable that the circumferential and radial horizontal members are connected to the legs approximately at the center of the length of the legs.

Verder verdient het ook de voorkeur dat de voeten geschikt zijn om aan de zeebodem te worden bevestigd door heien.Furthermore, it is also preferable that the feet are suitable for being attached to the seabed by pile-driving.

De uitvinding verschaft tevens een offshore constructie die deel uitmaakt van een laadtoren en voorzien van een zwenksamenstel dat moet worden gemonteerd op de top van een centrale kolom, en een laadarm die moet worden gemonteerd op het zwenksamenstel waarbij voorzieningen zijn aangebracht voor ten minste één riser of J-buis die moet leiden vanaf een pijpleiding op de zeebodem door de centrale kolom naar het zwenksamenstel en laadarm zodat een schip olie vanaf de pijpleiding kan ontvangen.The invention also provides an offshore construction that is part of a loading tower and includes a swing assembly to be mounted on top of a central column, and a loading arm to be mounted on the swing assembly with provisions for at least one riser or J-pipe that must lead from a pipeline on the sea bed through the central column to the swing assembly and loading arm so that a ship can receive oil from the pipeline.

Bij deze uitvoering verdient het de voorkeur dat het ondereinde van de centrale kolom op afstand is gelegen boven de zeebodem welke afstand enigszins groter is dan de buigstraal van de riser of J-buis die de op de zeebodem aangebrachte pijpleiding moet verbinden met de zwenksamenstellen en laadarm via het inwendige van de kolom.In this embodiment, it is preferable that the bottom end of the central column is spaced above the seafloor which distance is slightly greater than the bend radius of the riser or J-tube to connect the pipeline mounted on the seafloor to the swing assemblies and loading arm through the interior of the column.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven in de tekeningen.The invention will now be elucidated on the basis of an exemplary embodiment shown in the drawings.

Figuur 1 toont een zij-aanzicht van een offshore laadtoren.Figure 1 shows a side view of an offshore loading tower.

Figuur 2 toont een meer gedetailleerd zij-aanzicht van een basis en centrale kolom die het onderste gedeelte van die toren vormen.Figure 2 shows a more detailed side view of a base and central column forming the bottom portion of that tower.

Figuren 3 tot 6 zijn bovenaanzichten op de niveau*s III-VI in figuur 2.Figures 3 to 6 are plan views at levels III-VI in Figure 2.

Figuur 7 is een zij-aanzicht van de basis en de centrale kolom waarbij de plaatsing van een riser en J-buis ten opzichte van de basis en de kolom zijn weergegeven.Figure 7 is a side view of the base and center column showing the placement of a riser and J-tube relative to the base and column.

Figuur 1 toont een offshore laadtoren bestaande uit een driehoekig basisgedeelte met drie poten die een centrale kolom ondersteunen waarop een laadsamenstel is gemonteerd.Figure 1 shows an offshore loading tower consisting of a triangular base section with three legs supporting a central column on which a loading assembly is mounted.

De offshore constructie heeft drie voeten 10 bestemd om op de zeebodem te rusten, en drie stalen buisvormige poten 11 die zich naar boven en naar binnen uitstrekken vanaf genoemde voeten naar een top (apex) 12. Wanneer de constructie offshore is geïnstalleerd, bijvoorbeeld door het heien van palen 14 door bussen 15. bevindt de top 12 zich onder de zone die door golven wordt beïnvloed.The offshore construction has three feet 10 designed to rest on the sea bed, and three steel tubular legs 11 extending upwards and inwards from said feet to a top (apex) 12. When the construction is installed offshore, for example by driving piles 14 by buses 15. the top 12 is located below the zone affected by waves.

Er wordt nu verwezen naar de figuren 2-6 die details tonen van de ondersteuningsvoorzieningen voor de centrale kolom· Figuur 2 is een detailleerd zij-aanzicht van de constructie. De lijnen III-VI in figuur 2 geven de hoogtes aan boven de zeebodem waar de figuren 3 tot 6 bovenaanzichten geven.Reference is now made to Figures 2-6 showing details of the support arrangements for the central column. Figure 2 is a detailed side view of the structure. Lines III-VI in Figure 2 indicate the heights above the seabed where Figures 3 to 6 show plan views.

Kruisverstijvingen (in hun algemeenheid met 16 aangeduid) zijn aangebracht in elk vlak begrensd door aangrenzende poten 11. Er zijn dus drie hellende door kruisverstijvingen verstijfde panelen die naar de top 12 zijn gericht. Elk paneel heeft twee onderarmen 17 die zijn bevestigd met de aangrenzende voet 10, en twee bovenarmen 18 die zijn bevestigd aan punten 19 op de poten ongeveer midden tussen de voet en de top 12. De punten 19 zijn met elkaar verbonden door horizontale omtreksorganen 21 die zich uitstrekken tussen aangrenzende poten (zoals het best blijkt uit figuur 5) en door radiale horizontale organen 22 die zich uitstrekken vanaf respectievelijke poten naar een centraal punt of knoop 23. De organen 21 en 22 vormen een niveau van verstijving in het horizontale vlak.Cross stiffeners (generally designated 16) are provided in each plane bounded by adjacent legs 11. Thus, there are three inclined cross stiffened panels facing the top 12. Each panel has two forearms 17 attached to the adjacent foot 10, and two upper arms 18 attached to points 19 on the legs approximately midway between the foot and the top 12. The points 19 are joined together by horizontal circumferential members 21 extending between adjacent legs (as best seen in Figure 5) and through radial horizontal members 22 extending from respective legs to a central point or node 23. The members 21 and 22 form a level of stiffening in the horizontal plane.

Al de hellende armen 17 en 18 en horizontale organen 21 en 22 zijn vervaardigd uit stalen buizen met een relatief kleine diameter en zijn aan de poten 11 aan elkaar bevestigd door lassen.All the inclined arms 17 and 18 and horizontal members 21 and 22 are made of steel tubes of a relatively small diameter and are attached to the legs 11 by welding.

Een holle stalen kolom 24 van betrekkelijk grote diameter strekt zich naar boven uit vanaf de knoop 23 via de top 22, door het zee-oppervlak 25, naar een dekondersteuning of zwenkpunt 26 (dat een zwenksamenstel 27 draagt waarvan de details geen onderdeel uitmaken van deze uitvinding). Het middengedeelte van de kolom 24 steekt door het zee-oppervlak zodat slechts de enkele kolom is onderworpen aan golven langs de toren. Op deze wijze worden golfbelastingen op de toren tot een minimum teruggebracht. De open einden van de poten 11 ondersteunen de kolom 24 bij de top 12 die zich bij een tussengelegen hoogte tussen de knoop 23 en de zeespiegel bevindt. De radiale organen 22 die elkaar ontmoeten bij het knooppunt 23, positioneren het ondereinde van de kolom 24 op een aanzienlijke afstand boven de zeebodem.A relatively large diameter hollow steel column 24 extends upward from the node 23 through the top 22, through the sea surface 25, to a deck support or pivot 26 (which carries a pivot assembly 27 the details of which are not part of this invention). The center section of the column 24 protrudes through the sea surface so that only the single column is subjected to waves past the tower. In this way, wave loads on the tower are minimized. The open ends of the legs 11 support the column 24 at the top 12 located at an intermediate height between the node 23 and the sea level. The radial members 22 meeting at the node 23 position the lower end of the column 24 a considerable distance above the sea floor.

De zwenkbare eenheid 27 bevindt zich aan de bovenzijde van het zwenkpunt 26 en ondersteunt een laadarm 28 met een oliepijpleiding. Tijdens gebruik kan een niet weergegeven shuttle tanker olie opnemen vanaf de pijpleiding voor transport naar een onshore terminal.The pivotable unit 27 is located at the top of the pivot 26 and supports a loading arm 28 with an oil pipeline. In use, a shuttle tanker (not shown) can absorb oil from the pipeline for transport to an onshore terminal.

De weergegeven inrichting heeft bijzondere voordelen doordat de hellende kruisverstijvingen 16 tussen de poten, en de horizontale verstijving 21/22 een qua constructie efficiënte ondersteuning voor het ondereinde van de kolom 24 vormen. De weergegeven inrichting vereist geen kolom over de hele lengte aangezien de buiging in de kolom kan worden opgenomen bij de top 12 en in het vlak van de organen 21/22. Bovendien vereist de constructie geen verstijving in het horizontale niveau van de zeebodem, zodat de voeten 10 alleen op de zeebodem kunnen staan.The device shown has particular advantages in that the inclined cross stiffeners 16 between the legs, and the horizontal stiffener 21/22 form a constructionally efficient support for the lower end of the column 24. The device shown does not require a full length column since the bend in the column can be included at the top 12 and in the plane of members 21/22. In addition, the construction does not require stiffening in the horizontal level of the sea bottom, so that the feet 10 can only stand on the sea bottom.

Figuur 7 toont een in hoofdzaak met figuur 2 overeenkomend aanzicht waarbij een riser 29 en een J-buis 31 zijn aangebracht die zich uitstrekken vanaf een niveau dicht bij de zeebodem en dan als een geschikte straal verlopen om terecht te komen in het ondereinde van de centrale kolom 24 bij het niveau van de radiale organen 22.Figure 7 shows a view similar to Figure 2 with a riser 29 and a J-tube 31 fitted extending from a level close to the sea bed and then extending as a suitable jet to enter the bottom of the power station column 24 at the level of the radial members 22.

Door het aanbrengen van het ondereinde van de kolom 24 op afstand boven de zeebodem, kunnen de riser en J-buis een geschikte buigingsstraal hebben om direkt binnen de centrale kolom te lopen naar het zwenkstuk 26, het zwenksamenstel 27 en de laadarm 28.By arranging the lower end of the column 24 spaced above the seabed, the riser and J-tube can have a suitable radius of curvature to run directly within the central column to the pivot 26, the pivot assembly 27 and the loading arm 28.

Claims

1. Offshore construction (for example, for an offshore loading tower) with a central column intended to extend vertically when the construction is installed offshore, with at least three feet present intended to rest on the sea bed and at least three legs extending upwards and inwards from a respective foot to a top located below the zone affected by the waves when the structure is installed offshore, the top of the legs supporting an intermediate point at the height of the column, while a lower point on the length of the column is stabilized by stiffeners extending from positions on the at least three legs between the feet and the top, so that the bottom end of the column is supported a considerable distance above the seabed.

Offshore construction according to claim 1, comprising a tripod with three feet intended to rest on the sea bed and three legs extending upwards and inwards from a respective foot to a top below the wave-influenced 2one. when the structure is installed offshore, cross stiffeners between pairs of adjacent legs, each cross stiffening having two longer forearms connected to adjacent feet and two shorter upper arms connected to points on the legs between the feet and the top, with the top ends of the cross stiffeners are joined together by horizontal circumferential members extending between adjacent legs, and by radial horizontal members extending from respective legs to a central point, and the central column extending upwardly from that central point through the top.

The structure of claim 2, wherein the column extends to a location above the wave affected zone when the structure is installed offshore.

Construction according to claim 2 or 3, wherein the horizontal circumferential members and the horizontal radial members are connected to the legs substantially in the middle of the length of the legs.

Construction as claimed in any of the claims 2-4, wherein the feet are intended to be attached to the seabed by piling.

Offshore construction according to any of the preceding claims and forming part of a loading tower, provided with a pivoting unit to be mounted at the top of the central column, a loading arm on the pivoting unit, and with provisions for at least one riser or J-tube to extend from a pipeline on the sea bed through the central column to the pivot unit and loading arm so that a ship can receive oil from the pipeline.

The offshore construction according to claim 6, wherein the bottom end of the central column is spaced above the seabed which distance is slightly greater than the radius of curvature of the riser or J-tube to connect the pipeline located on the seabed to the pivot unit and loading arm through the interior of the column.