NL9102095A - Tracheostoma-ventiel alsmede weefselconnector en behuizing voor toepassing als onderdeel daarvan. - Google Patents
Tracheostoma-ventiel alsmede weefselconnector en behuizing voor toepassing als onderdeel daarvan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9102095A NL9102095A NL9102095A NL9102095A NL9102095A NL 9102095 A NL9102095 A NL 9102095A NL 9102095 A NL9102095 A NL 9102095A NL 9102095 A NL9102095 A NL 9102095A NL 9102095 A NL9102095 A NL 9102095A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- valve
- valve according
- magnetic closure
- shut
- housing
- Prior art date
Links
- 230000004044 response Effects 0.000 claims description 6
- 239000000560 biocompatible material Substances 0.000 claims description 3
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims description 3
- 239000004743 Polypropylene Substances 0.000 claims description 2
- -1 polypropylene Polymers 0.000 claims description 2
- 229920001155 polypropylene Polymers 0.000 claims description 2
- 210000001519 tissue Anatomy 0.000 description 15
- 210000003437 trachea Anatomy 0.000 description 14
- 206010011224 Cough Diseases 0.000 description 8
- 210000000845 cartilage Anatomy 0.000 description 5
- 210000000867 larynx Anatomy 0.000 description 5
- 210000001260 vocal cord Anatomy 0.000 description 4
- 210000002808 connective tissue Anatomy 0.000 description 3
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 2
- 210000003238 esophagus Anatomy 0.000 description 2
- 210000004400 mucous membrane Anatomy 0.000 description 2
- 210000003800 pharynx Anatomy 0.000 description 2
- 239000004033 plastic Substances 0.000 description 2
- 238000004873 anchoring Methods 0.000 description 1
- 201000011510 cancer Diseases 0.000 description 1
- 238000004140 cleaning Methods 0.000 description 1
- 239000011248 coating agent Substances 0.000 description 1
- 238000000576 coating method Methods 0.000 description 1
- 230000008602 contraction Effects 0.000 description 1
- 238000013016 damping Methods 0.000 description 1
- 230000003247 decreasing effect Effects 0.000 description 1
- 230000003670 easy-to-clean Effects 0.000 description 1
- 239000007943 implant Substances 0.000 description 1
- 238000002513 implantation Methods 0.000 description 1
- 208000014674 injury Diseases 0.000 description 1
- 230000000968 intestinal effect Effects 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 210000003205 muscle Anatomy 0.000 description 1
- 230000029058 respiratory gaseous exchange Effects 0.000 description 1
- 238000010079 rubber tapping Methods 0.000 description 1
- 230000008733 trauma Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M16/00—Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. ventilators; Tracheal tubes
- A61M16/04—Tracheal tubes
- A61M16/0465—Tracheostomy tubes; Devices for performing a tracheostomy; Accessories therefor, e.g. masks, filters
- A61M16/0468—Tracheostomy tubes; Devices for performing a tracheostomy; Accessories therefor, e.g. masks, filters with valves at the proximal end limiting exhalation, e.g. during speaking or coughing
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61F—FILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
- A61F2/00—Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
- A61F2/02—Prostheses implantable into the body
- A61F2/20—Larynxes; Tracheae combined with larynxes or for use therewith
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Pulmonology (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Public Health (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- Transplantation (AREA)
- Vascular Medicine (AREA)
- Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
- Cardiology (AREA)
- Otolaryngology (AREA)
- Emergency Medicine (AREA)
- Anesthesiology (AREA)
- Hematology (AREA)
- Prostheses (AREA)
- Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
- Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)
- Respiratory Apparatuses And Protective Means (AREA)
Description
Korte aanduiding: Tracheostoma-ventiel alsmede weefselconnector en behuizing voor toepassing als onderdeel daarvan
De uitvinding heeft betrekking op een tracheostorna-ventiel met een afsluitklep welke het ventiel kan afsluiten in reactie op een luchtverplaatsing.
Bij patiënten met aandoeningen, waarbij de verbinding tussen de luchtpijp en de keelholte is afgesloten of althans is verkleind, is het bekend de luchtpijp ter hoogte van de hals via een stoma (opening in de huid) te laten uitmonden.
Een dergelijke verbinding van de luchtpijp met de omgeving wordt bijvoorbeeld aangebracht bij patiënten, waarbij een uitgebreide kwaadaardige tumor in het strottehoofd is behandeld door het strottehoofd (met stembanden en strotteklep) te verwijderen en waarbij de luchtpijp ter hoogte van het voormalige strottehoofd is afgesloten.
Teneinde toch enige mogelijkheid tot spreken te behouden worden in de keelholte nieuwe stembanden gevormd uit spierweefsel, slijmvlies of bindweefsel. Voorts wordt in de wand tussen de luchtpijp en de slokdarm een klep aangebracht, welke bij overdruk in de luchtpijp lucht door kan laten naar de slokdarm. Voor het teweeg brengen van een overdruk in de luchtpijp wordt een tracheostoma-ventiel van het in de aanhef beschreven type toegepast. De patiënt kan dit ventiel sluiten door relatief snel adem uit te stoten. Door overdruk in de luchtpijp wordt vervolgens een luchtstroom door de klep en langs de vervangende stembanden voor het in trilling brengen van die stembanden teweeg gebracht.
Een ventiel als hiervoor beschreven is bijvoorbeeld in de handel verkrijgbaar onder de aanduiding "ESKA-Herrmann ventiel" en wordt in de handel gebracht door de fa. ESKA uit Lübeck, BRD.
Een bezwaar van dergelijke ventielen is, dat deze de luchtpijp ook afsluiten bij buitenwaartse snelle luchtstromen, die het gevolg zijn van hoesten. Teneinde dit te voorkomen dient men voor het hoesten de klep van het ventiel te verwijderen of de afsluitklep in een hoeststand te brengen.
Een verder bezwaar, dat zich bij toepassing van der-gelijke bekende ventielen voordoet is, dat veelvuldig lekkage optreedt tussen het ventiel en het stoma, waardoor tijdens het spreken storende bijgeluiden ontstaan die bovendien de toch al verslechterde verstaanbaarheid van de patiënt nog verder verslechteren.
De uitvinding heeft als doel hoesten zonder voorafgaande bediening van het ventiel mogelijk te maken en het hiervoor beschreven lekkage-probleem tegen te gaan.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een tracheostoma-ventiel van het in de aanhef beschreven type te voorzien van een afblaasklep die zich opent in reactie op het bereiken van een bepaalde overdruk aan één zijde daarvan.
De afblaasklep opent zich bij het hoesten automatisch, zodat bedienen van het ventiel voorafgaand aan het hoesten overbodig is. Bij het hoesten optredende pieken in de overdruk worden begrensd tot de hoogte van overdruk, waarbij de afblaasklep zich opent. Hierdoor wordt de belasting van de aansluiting van het ventiel op het stoma beperkt, zodat lekkage wordt vermeden of althans tegengegaan.
Doordat het ventiel volgens de uitvinding geen bediening door de patiënt vergt kan dit ook worden toegepast in situaties, waarbij de patiënt door een trauma plotseling niet meer via het strottehoofd en door de mond of neus kan ademen en een tijdelijk stoma in de luchtpijp moet worden gemaakt, terwijl er geen gelegenheid is de patiënt te instrueren omtrent het gebruik van het ventiel.
De uitvinding wordt tevens belichaamd door een weef-selconnector en door een behuizing voor toepassing als onderdeel van een ventiel volgens de uitvinding. De weefselconnector kan permanent in het stoma worden geïmplanteerd, waardoor een verbeterde afdichting langs de rand van het stoma wordt verkregen, zodat lekkage verder wordt tegengegaan. Het ventiel omvat daarbij voorts een behuizing, waarin de kleppen zijn opgehan gen. Deze behuizing van het ventiel kan door de patiënt eenvoudig in de weefselconnector geplaatst worden en daaruit ook weer eenvoudig worden verwijderd.
Navolgend wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van een de meeste voorkeur genietend uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding. Daarbij toont: fig. 1 een vooraanzicht van een tracheostorna-ventiel volgens de uitvinding, fig. 2 een zijaanzicht gedeeltelijk in doorsnede van het ventiel volgens fig. 1, en fig. 3 een aanzicht in doorsnede van een weefselconnector voor toepassing in een tracheostorna-ventiel volgens de uitvinding.
In de figuren 1 en 2 is een tracheostoma-ventiel volgens de uitvinding weergegeven, dat met zijn uiteinde 5 aan de zijde van de luchtpijp van een patiënt in een met die luchtpijp communicerend stoma kan worden geplaatst. Het ventiel heeft een afsluitklep 1, die het ventiel kan afsluiten in reactie op een snelle luchtverplaatsing, die door snel uitademen teweeg wordt gebracht. In fig. 2 is de afsluitklep 1 met doorgetrokken lijnen in geopende toestand en met onderbroken lijnen in gesloten toestand weergegeven. Het ventiel is voorts voorzien van een afblaasklep 2, die zodanig is uitgevoerd, dat deze zich kan openen in reactie op het bereiken van een bepaalde overdruk aan de zijde van het uiteinde 5 van het ventiel. In fig. 2 is de afblaasklep 2 met doorgetrokken lijnen in gesloten toestand en met onderbroken lijnen in geopende toestand weergegeven.
De afsluitklep 1 is in het gebied van zijn bovenrand 11 zwenkbaar opgehangen en wordt door een magneet 6 die op een aan de klep 1 bevestigde contra-magneetplaat 7 een kracht uit: oefent, in de geopende stand vastgehouden. Wanneer de patiënt die het getoonde ventiel draagt, met een bepaalde minimale snelheid adem uitstoot, zal.de afsluitklep 1 door de luchtstroom in de met een pijl 3 aangegeven richting worden meegenomen en de opening 4 afsluiten zolang overdruk in het ventiel in stand wordt gehouden. Bij inademen wordt de afsluitklep 1 weer geopend en door de magneet 6 in de geopende stand vastgehouden.
De afblaasklep 2 is eveneens in het gebied van zijn bovenrand 12 2wenkbaar opgehangen, maar wordt in zijn gesloten stand vastgehouden door een magneet 9, die een kracht uitoefent op een contra-magneetplaat 10 die aan de klep 2 bevestigd is. Wanneer de overdruk aan de zijde 5 van de klep 2 een bepaalde waarde overschrijdt, wordt deze open gedrukt en zwenkt deze in de met een pijl 8 aangeduide richting open. De afblaasklep 2 gaat bij voorkeur open bij een overdruk, die de bij spreken optredende overdruk juist te boven gaat, zodat ook bij lichtere hoest het luchtkanaal vrij wordt gegeven en de maximale overdruk achter het ventiel zo gering mogelijk wordt gehouden. Door de beperking van de maximale overdruk in het luchtkanaal wordt voorts lekkage tegengegaan.
Bij het ventiel volgens het getoonde uitvoeringsvoor-beeld is de door de afsluitklep 1 afsluitbare opening 4 in de afblaasklep 2 aangebracht. Dit biedt het voordeel, dat wanneer de afblaasklep 2 geopend is, de afsluitklep 1 eveneens mee is gezwenkt, zodat reeds bij een relatief klein dwarsdoorsnede-oppervlak van het ventiel in zijn totaliteit een voldoende groot doorlaat-oppervlak voor het doorlaten van lucht ter beschikking staat. Dit geldt zowel voor de doorlaat van de afblaasklep als voor de doorlaat van de afsluitklep. Hierdoor kan het ventiel in zijn totaliteit bijzonder compact zijn uitgevoerd. Een klein dwarsdoorsnede-oppervlak van het ventiel is voorts voordelig voor het beperken van de kracht die door een overdruk in de luchtpijp op het ventiel wordt uitgeoefend.
Toepassing ven een magneet 9 voor het gesloten houden van de afblaasklep 2 biedt het voordeel, dat deze gedurende lange tijd bij een nauwkeurige, constante kracht wordt vrij gegeven en dat de middelen voor het vasthouden van de afblaasklep 2 eenvoudig van opbouw en gemakkelijk te reinigen zijn. Een bijzonder voordeel van toepassing van een magneet 9 voor het gesloten houden van de afblaasklep 2 is, dat deze bij het slui- ten van de klep geen weerstand biedt en de afblaasklep 2 bovendien zelfstandig dicht trekt.
Uiteraard kunnen ook andere middelen worden toegepast voor het vasthouden en bij een bepaalde overdruk vrijgeven van de afblaasklep, zoals een elastische weerstand of een veersys-teem met een bij een toenemende openingshoek sterk afnemende sluitkracht. Ook voor de afsluitklep geldt, dat in plaats van een magnetische arretering - hier in de open stand - andere middelen voor het open houden van die klep kunnen worden toegepast.
Bij de inrichting volgens het getoonde uitvoerings-voorbeeld is een eerste gedeelte 10 van de magneetsluiting in een richting dwars op de openingsrichting 8 van de afblaasklep 2 verschuifbaar ten opzichte van een tweede gedeelte 9 van de magneetsluiting voor het instellen van de werkzame overlapping van de magneetsluiting. Hierdoor is een eenvoudige en effectieve constructie verkregen voor het traploos instellen van de overdruk waarbij de afblaasklep 2 zich opent. De contra-mag -neetplaat 10 is verschuifbaar ten opzichte van de magneet 9. De contra-magneetplaat 10 is hiertoe via een staaf 26 verbonden met een schuif 27. De staaf is in een sleuf 28 verschuifbaar. Wanneer de afblaasklep 2 gesloten is, bevindt de sleuf 28 zich buiten de doorlaat van het ventiel, zodat geen lekkage door de sleuf 28 op kan treden.
Ook de magneet 6 voor het vasthouden van de afsluitklep 1 is op overeenkomstige wijze verschuifbaar. De magneet 6 is opgehangen in een magneethouder 16. De magneethouder 16 is via een door een sleuf 29 reikende staaf 17 verbonden met een instelschuif 30, zodat de schuif 30 en de magneethouder 16 door de sleuf geleid verschuifbaar zijn. Door de instelschuif 17 te verschuiven wordt de overlap tussen de magneet 6 en de contra-magneetplaat 7 versteld. Naarmate de overlap kleiner is, volstaat een zwakkere luchtstoot voor het sluiten van de afsluitklep 1.
De afsluitklep 1 is bij voorkeur vervaardigd uit zacht, flexibel en trillingsdempend materiaal, teneinde bijge luiden, zoals tikken, bij het sluiten van de afsluitklep 1 te beperken.
Het ventiel volgens het getoonde voorkeursuitvoe-ringsvoorbeeld heeft een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede. Dit biedt het voordeel, dat in een stoma dat een opening in een bepaald aantal opeenvolgende kraakbeenringen 33 (fig. 3) van het luchtkanaal vormt, het ventiel een doorlaat met een maximaal dwarsdoorsnede-oppervlak heeft, waardoor een relatief klein ventiel volstaat voor het verschaffen van een voldoende groot doorlaat-oppervlak. Bovendien wordt een betere aansluiting van het tracheostoma-ventiel op aangrenzende niet onderbroken kraakbeenringen 33 van de luchtpijp verkregen. De kraakbeenringen 33 worden gevormd door hoefijzervormige elementen uit kraakbeen, waarvan de open zijde dorsaal gericht is en die zich elk om de luchtpijp uitstrekken. De kraakbeenringen 33 liggen in langsrichting van de luchtpijp achter elkaar.
Bekende ventielen worden voor de nachtrust verwij-derd, zodat het weefsel rondom het stoma 's nacht weer samen kan trekken en overdag weer nauw aansluit op het ventiel. In gevallen, waarin het weer samentrekken van bedoeld weefsel het terugtrekken daarvan niet teniet doet, sluit op den duur het weefsel langs de rand van het stoma steeds slechter aan op het ventiel, waardoor na verloop van tijd, bij het spreken, lekkage langs het ventiel op gaat treden.
Dit probleem is bij het ventiel volgens het getoonde uitvoeringsvoorbeeld tegengegaan, doordat dit is voorzien van een behuizing 13 en een weefselconnector 14, waarbij de behuizing 13 losneembaar in de weefselconnector 14 is gemonteerd. De behuizing kan worden verwijderd, bijvoorbeeld voor reiniging of voorafgaand aan de nachtrust, terwijl de weefselconnector in het stoma achter kan blijven en derhalve als implantaat uitgevoerd kan worden.
In fig. 3 is de weefselconnector 14 in geïmplanteerde toestand weergegeven. In deze figuur is bovendien een aansluit-rand 23 weergegeven, waarin een om de behuizing 13 (fig. 2) van het ventiel aangebrachte O-ring 31 kan grijpen. De O-ring 31 rust in een omlopende groef 32 in de behuizing 13.
Voor het verkrijgen van een stabiele betrouwbare im-plantering van de weefselconnector 14 is deze voorzien van een dunwandige flens 18 uit biocompatibel materiaal, welke zich in radiale richting rondom het ventiel uitstrekt. De flens 18 is, in geïmplanteerde toestand (fig. 3), in bindweefsel 21 van de hals verankerd en strekt zich bij voorkeur uit vanaf een binnenring 22 die is voorzien van een kunststoflaag 25. De kunststof laag is bij voorkeur voorzien van een coating uit bio-compatibel materiaal. Hierdoor wordt een stabiele verankering van de flens 18 in de weefselconnector 14 verkregen.
De flens 18 is bij voorkeur vervaardigd uit grofmazig polypropyleen gaas, dat door het bindweefsel 21 stevig kan worden vastgehouden. Zoals in fig. 3 schematisch is weergegeven, sluit op de flens aan één zijde het slijmvlies 20 van de luchtpijp, en aan de andere zijde de huid 19 van de hals aan. Opgemerkt wordt, dat een dergelijke weefselconnector ook in stoma's op andere plaatsen, zoals een darmstoma, toepasbaar is. In plaats van een behuizing van een ventiel wordt dan een aan-sluitorgaan van een geschikte recipiënt op de weefselconnector aangesloten.
Claims (11)
1. Tracheostorna-ventiel met een afsluitklep (1) welke het ventiel kan afsluiten in reactie op een luchtverplaatsing, gekenmerkt door een afblaasklep (2) die zich opent in reactie op het bereiken van een bepaalde overdruk aan één zijde daarvan.
2. Ventiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afblaasklep (2) een opening (4) omvat die door de afsluitklep (1) afsluitbaar is.
3. Ventiel volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een magneetsluiting voor het in gesloten toestand houden van de afblaasklep (2).
4. Ventiel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een eerste gedeelte (9) van de magneetsluiting in een richting dwars op de openingsrichting van de afblaasklep (2) verschuifbaar is ten opzichte van een tweede gedeelte (10) van die magneetsluiting, voor het instellen van de werkzame overlapping van de magneetsluiting.
5. Ventiel volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een magneetsluiting voor het in geopende toestand houden van de afsluitklep (1), waarbij een eerste gedeelte (6) van de magneetsluiting in een richting dwars op de openings-richting van de afsluitklep (1) verschuifbaar is ten opzichte van een tweede gedeelte (7) van die magneetsluiting, voor het instellen van de werkzame overlapping van de magneetsluiting
6. Ventiel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een doorlaat met een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede heeft.
7. Ventiel volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een behuizing (13) en een weefselconnector (14), waarbij de behuizing (13) losneembaar in de weefselconnector (14) is gemonteerd.
8. Ventiel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de weefselconnector (14) een dunwandige flens (18) uit biocom- patibel materiaal omvat, welke zich in radiale richting rondom het ventiel uitstrekt.
9. Ventiel volgens conclusies 8, met het kenmerk, dat de flens (18) is vervaardigd uit grofmazig polypropyleen gaas.
10. Weefselconnector voor toepassing als onderdeel van een ventiel volgens één der conclusies 7-9.
11. Behuizing voor toepassing als onderdeel van een ventiel volgens één der conclusies 7-9.
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9102095A NL9102095A (nl) | 1991-12-16 | 1991-12-16 | Tracheostoma-ventiel alsmede weefselconnector en behuizing voor toepassing als onderdeel daarvan. |
PCT/NL1992/000227 WO1993011820A1 (en) | 1991-12-16 | 1992-12-16 | Tracheostoma valve |
EP93901514A EP0617630B1 (en) | 1991-12-16 | 1992-12-16 | Tracheostoma valve |
DE69209522T DE69209522T2 (de) | 1991-12-16 | 1992-12-16 | Tracheostomventile |
ES93901514T ES2085762T3 (es) | 1991-12-16 | 1992-12-16 | Valvula de traqueotomia. |
JP51079893A JP3444500B2 (ja) | 1991-12-16 | 1992-12-16 | 気管用気孔弁 |
US08/670,843 US5765560A (en) | 1991-12-16 | 1996-06-28 | Trachostoma valve and tissue connector and housing for use as a part thereof |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9102095A NL9102095A (nl) | 1991-12-16 | 1991-12-16 | Tracheostoma-ventiel alsmede weefselconnector en behuizing voor toepassing als onderdeel daarvan. |
NL9102095 | 1991-12-16 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9102095A true NL9102095A (nl) | 1993-07-16 |
Family
ID=19860038
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9102095A NL9102095A (nl) | 1991-12-16 | 1991-12-16 | Tracheostoma-ventiel alsmede weefselconnector en behuizing voor toepassing als onderdeel daarvan. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0617630B1 (nl) |
JP (1) | JP3444500B2 (nl) |
DE (1) | DE69209522T2 (nl) |
ES (1) | ES2085762T3 (nl) |
NL (1) | NL9102095A (nl) |
WO (1) | WO1993011820A1 (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
SE508717C2 (sv) * | 1996-05-24 | 1998-11-02 | Atos Medical Ab | Röstprotes |
DE19900712C1 (de) | 1998-09-23 | 2000-08-03 | Adeva Medical Ges Fuer Entwick | Tracheostoma-Ventil |
DE19843527C1 (de) * | 1998-09-23 | 2000-03-02 | Adeva Medical Ges Fuer Entwick | Tracheostoma-Ventil |
ATE248000T1 (de) | 1999-02-01 | 2003-09-15 | Adeva Medical Ges Fuer Entwick | Tracheostomaventil |
DE10326829B4 (de) * | 2003-06-12 | 2005-09-29 | ADEVA - medical Gesellschaft für Entwicklung und Vertrieb von medizinischen Implantat-Artikeln mbH | Tracheostomaventil |
DE102004052408B3 (de) * | 2004-10-25 | 2005-12-15 | ADEVA - medical Gesellschaft für Entwicklung und Vertrieb von medizinischen Implantat-Artikeln mbH | Gewebekonnektor |
JP4781748B2 (ja) * | 2005-08-15 | 2011-09-28 | 株式会社高研 | 声門下狭窄患者用会話可能な気管切開チューブ |
DE13710318T1 (de) * | 2012-03-21 | 2017-03-09 | Atos Medical Ab | Tracheostomaventil |
US20160206846A1 (en) * | 2015-01-15 | 2016-07-21 | Freudenberg Medical, Llc | Tracheostoma device magnetic attachment method and apparatus |
EP4062960A1 (de) | 2021-03-24 | 2022-09-28 | Albert-Ludwigs-Universität Freiburg | Anordnung in art eines sprechventils zum aufsetzen und anbringen an eine tracheostomiekanüle |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3844290A (en) * | 1972-07-20 | 1974-10-29 | A Birch | Tracheotomy device |
US4325366A (en) * | 1980-07-07 | 1982-04-20 | Tabor Carl J | Valve and method for use with a tracheotomy tube |
US7025784B1 (en) * | 1981-10-29 | 2006-04-11 | Hansa Medical Products, Inc. | Method and apparatus for a tracheal valve |
GB8422866D0 (en) * | 1984-09-11 | 1984-10-17 | Singh W | Voice prosthesis device |
US4596248A (en) * | 1984-11-23 | 1986-06-24 | Lieberman Edgar M | Tracheostomy device |
DE8514859U1 (de) * | 1985-05-21 | 1985-07-18 | Koss, Walter, 6222 Geisenheim | Tracheostoma-Verschluß |
-
1991
- 1991-12-16 NL NL9102095A patent/NL9102095A/nl not_active Application Discontinuation
-
1992
- 1992-12-16 JP JP51079893A patent/JP3444500B2/ja not_active Expired - Fee Related
- 1992-12-16 WO PCT/NL1992/000227 patent/WO1993011820A1/en active IP Right Grant
- 1992-12-16 EP EP93901514A patent/EP0617630B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1992-12-16 ES ES93901514T patent/ES2085762T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1992-12-16 DE DE69209522T patent/DE69209522T2/de not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE69209522T2 (de) | 1996-10-31 |
JPH07502179A (ja) | 1995-03-09 |
JP3444500B2 (ja) | 2003-09-08 |
EP0617630A1 (en) | 1994-10-05 |
ES2085762T3 (es) | 1996-06-01 |
WO1993011820A1 (en) | 1993-06-24 |
DE69209522D1 (de) | 1996-05-02 |
EP0617630B1 (en) | 1996-03-27 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5765560A (en) | Trachostoma valve and tissue connector and housing for use as a part thereof | |
NL9102095A (nl) | Tracheostoma-ventiel alsmede weefselconnector en behuizing voor toepassing als onderdeel daarvan. | |
US5391205A (en) | Tracheoesophageal voice prosthesis | |
EP0299705A3 (en) | Speech prosthesis device | |
US3747127A (en) | Voice prosthesis | |
US3952335A (en) | Laryngeal prosthesis | |
US5549673A (en) | Phonosurgery implant instruments and a system and method of implantation | |
EP0959816B1 (en) | Voice prosthesis | |
US5107828A (en) | Tracheostoma closure device | |
JPH02501042A (ja) | 血管用人工弁 | |
US5507809A (en) | Multi-valved voice prosthesis | |
US4494252A (en) | Laryngeal prosthesis | |
CA1219402A (en) | Voice prosthesis device | |
US4596579A (en) | Voice prosthesis with tracheal guard | |
US5683458A (en) | Method and apparatus for an indwelling one-way valve prosthesis for hands-free tracheoesophageal speech | |
JP3527262B2 (ja) | 音声人工器官 | |
GB2164424A (en) | A voice prosthesis device | |
EP0221973A1 (de) | Tracheostoma-verschluss. | |
CA2667433C (en) | Speech valve having a closure member with guidance surfaces comprising fins | |
Verkerke et al. | Design and test of a hands-free tracheostoma valve to improve the rehabilitation process after laryngectomy | |
EP0883386B1 (en) | Voice prosthesis with biomedical sealing on the circumference | |
Yamada et al. | Reconstruction of the cervical trachea with a free forearm flap | |
BE1028300A1 (nl) | Implantaat ter vervanging van minstens een deel van een kaakgewricht voor de behandeling van slaapapneu | |
US20070038309A1 (en) | Methods and devices for supraglottic secretion diversion |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |