NL9101847A - Deksel voor rechthoekige nestbare kratten of bakken. - Google Patents

Description

Titel: Deksel voor rechthoekige nestbare kratten of bakken.

De uitvinding heeft betrekking op een deksel voor rechthoekige nestbare kratten of bakken, die in het bijzonder bestemd zijn voor agrarische produkten.

Aan kratten of bakken worden vaak de eisen gesteld dat zij in lege toestand in elkaar genest en in gevulde toestand in een relatief groot aantal op elkaar gestapeld moeten kunnen worden. Van nestbare kratten of bakken is het bodemoppervlak kleiner dan het oppervlak van de opening. De belasting van op een deksel van een krat of bak gestapelde gevulde kratten of bakken grijpt dan ook op enige afstand van de buitenomtrek van het deksel aan, hetgeen ongunstig is.

Met de uitvinding wordt beoogd een deksel voor rechthoekige nestbare kratten of bakken te verschaffen, dat enerzijds het onderling verschuiven van op elkaar gestapelde kratten of bakken verhindert en anderzijds de door de nestbaarheid veroorzaakte ongunstige belasting van erop gestapelde kratten of bakken zonder problemen kan opnemen.

Volgens de uitvinding zijn nabij de hoeken van het deksel evenwijdig aan de buitenomtrek van het deksel lopende opsluitrichels aangebracht die in hoofdzaak loodrecht op het bovenoppervlak van het deksel staan en waarvan het binnenoppervlak enige afstand ten opzichte van de buitenomtrek van het deksel heeft, en is het deksel ter plaatse van de gebieden waar zich genoemde opsluitrichels bevinden van versterkingsribben voorzien die in hoofdzaak loodrecht op het ondervlak van het deksel staan.

Voor bepaalde produkten, in het bijzonder bloemen, is het van belang dat koude lucht in op elkaar gestapelde kratten of bakken kan toetreden en dat waterdamp de bakken of kratten kan verlaten. Daarom kan het de voorkeur hebben dat buiten het binnenoppervlak van de opsluitrichels langs de omtrek van het deksel verdeeld, openingen in het deksel zijn aangebracht.

Het Europees octrooi 031117^ beschrijft een bloemverpakking voorzien van een nestbaar krat, een op een bovenrand van het krat geplaatste kartonnen koker en een deksel dat de koker aan de bovenzijde afsluit. Het deksel volgens de uitvinding is bij uitstek geschikt voor deze bloemverpakking, in het bijzonder indien het deksel een loodrecht op het ondervlak ervan staande buitenomtreksrand heeft en op enige afstand binnen die buitenomtreksrand evenwijdig aan de rand lopende tegenhoudrichels zijn aangebracht. De bovenrand van de kartonnen koker kan tussen de buitenomtreksrand en de tegenhoudrichels zijn opgesloten.

In het deksel kunnen zichtopeningen zijn aangebracht. De grootte van deze openingen is zo gekozen dat vingers er niet of nauwelijks door kunnen.

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een doorsnede door een bloemverpakking met deksel volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van de onderzijde van het deksel.

Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van de bovenzijde van het deksel.

De bloemverpakking volgens figuur 1 omvat een nestbaar kunststof krat 1, een op een uitstekende bovenrichel van dat krat geplaatste kartonnen koker 2, en een kunststof deksel 3 dat de koker 2 aan de bovenzijde afsluit. Een tweede verpakking is met puntstreeplijnen getekend en op de eerste gestapeld. Het rechthoekige deksel is in detail in de figuren 2 en 3 getoond.

Nabij de hoeken van het deksel zijn L-vormige opsluitrichels 4 aangebracht, die loodrecht op het bovenoppervlak van het deksel staan en waarvan het binnenoppervlak ten opzichte van de buitenomtrek van het deksel enige afstand heeft. Een op het deksel gestapeld krat past met zijn onderoppervlak in de door de L-vormige richels 4 bepaalde ruimte. Een stapel kratten zal hierdoor stabiel zijn. Uiteraard kan elke richel 4 ook bestaan uit een aantal organen, zoals blokjes of cilinders.

Ter plaatse van de gebieden waar zich de L-vormige opsluitrichels 4 bevinden, zijn aan de onderzijde van het deksel versterkingsribben 5 aangebracht die zich loodrecht op het dekselondervlak uitstrekken.

De L-vormige afsluitrichels 4 zijn aan de bovenzijde van hun deksel versterkt door ribben 6.

Tussen de afsluitrichels 4 zijn in het deksel openingen 7 aangebracht die zich buiten het binnenoppervlak 4a van de richels 4 bevinden. In geval nestbare kratten op elkaar zijn gestapeld worden de openingen 7 van een deksel niet door het ondervlak van een erop gestapeld krat afgesloten, zodat koude lucht kan toetreden en damp kan uittreden.

Om ervoor te zorgen dat de bovenrand van de kartonnen koker 2 niet naar binnen en naar buiten kan wegschuiven, heeft het deksel een loodrecht op het ondervlak ervan staande buitenomtreksrand 8 en een aantal op enige afstand binnen de buitenomtreksrand 8 aangebrachte evenwijdig aan die rand lopende tegenhoudrichels 9· Zoals in figuur 1 is te zien is de bovenrand van de kartonnen koker 2 opgesloten tussen de rand 8 en de richels 9·

Een groot aantal zichtopeningen 10 is in het deksel aangebracht. Deze maken het mogelijk dat het in een krat aanwezige produkt kan worden bekeken, zonder dat het deksel wordt gelicht. Bovendien zal het deksel door de aanwezigheid van de openingen 10 relatief licht zijn. Aan de onderzijde van het deksel zijn naast de reeds genoemde versterkingsribben 5 nog andere versterkingsribben 11 aangebracht.

Binnen het kader van de uitvinding zijn verschillende varianten mogelijk. De uitvinding maakt een stabiele stapeling van nestbare kratten mogelijk, waarbij tevens het probleem van ongunstige belasting van een deksel door een erop gestapeld aantal nestbare kratten is opgelost.

Claims (4)

1. Deksel voor rechthoekige nestbare kratten of bakken, die in het bijzonder bestemd zijn voor agrarische produkten, met het kenmerk, dat nabij de hoeken van het deksel (3) evenwijdig aan de buitenomtrek van het deksel lopende opsluitrichels (4) zijn aangebracht die in hoofdzaak loodrecht op het bovenoppervlak van het deksel staan en waarvan het binnenoppervlak enige afstand ten opzichte van de buitenomtrek van het deksel hebben, en dat het deksel ter plaatse van de gebieden waar zich genoemde opsluitrichels (4) bevinden van versterkingsribben (5) is voorzien die in hoofdzaak loodrecht op het ondervlak van het deksel staan.

2. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat buiten het binnenoppervlak (4a) van de opsluitrichels (4) langs de omtrek van het deksel verdeeld, openingen (7) in het deksel zijn aangebracht.

3. Deksel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het deksel een loodrecht op het ondervlak ervan staande buitenomtreksrand (8) heeft en op enige afstand binnen die buitenomtreksrand (8) evenwijdig aan de rand lopende tegenhoudrichels (9) zijn aangebracht.

4. Deksel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het deksel zichtopeningen (10) zijn aangebracht.