NL8901136A - Kokerstelsel voor elektrische leidingen, en hulpstukken voor een dergelijk stelsel. - Google Patents
Kokerstelsel voor elektrische leidingen, en hulpstukken voor een dergelijk stelsel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8901136A NL8901136A NL8901136A NL8901136A NL8901136A NL 8901136 A NL8901136 A NL 8901136A NL 8901136 A NL8901136 A NL 8901136A NL 8901136 A NL8901136 A NL 8901136A NL 8901136 A NL8901136 A NL 8901136A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- profile
- base profile
- lid
- base
- channels
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02G—INSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
- H02G3/00—Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
- H02G3/02—Details
- H02G3/04—Protective tubing or conduits, e.g. cable ladders or cable troughs
- H02G3/0437—Channels
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Details Of Indoor Wiring (AREA)
- Connection Or Junction Boxes (AREA)
Description
De uitvinding heeft betrekking op een kokerstelsel voor elektrische leidingen volgens de aanhef van conclusie 1.
De bekende kokerstelsels bepalen in het algemeen een enkele, doorlopende ruimte, waardoor speciale voorzieningen getroffen moeten worden indien in de koker leidingen, dus individuele geleiders, van verschillende groepen ondergebracht moeten worden. Deze voorzieningen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit losse tussenwanden of isolerende, separate buizen, hetgeen het monteren en demonteren van een dergelijk kokerstelsel omslachtig en tijdrovend maakt.
Daarbij vormt in het bijzonder het kruisen van leidingen van verschillende groepen bij het aanbrengen van een aftakking of een verbinding een groot probleem, aangezien deze leidingen zich volgens de geldende voorschriften in aparte compartimenten binnen de koker moeten bevinden, en de ruimte binnen de koker om praktische redenen meestal zeer beperkt is.
De uitvinding beoogt de genoemde bezwaren te ondervangen, en wordt daartoe gekenmerkt, zoals omschreven in conclusie 1. Voordelige uitvoeringsvormen worden beschreven in de onderconclusies.
Bij het kokerstelsel volgens de uitvinding kunnen leidingen zonder speciale voorzieningen in de open kanalen van een basisprofiel worden gelegd. Na het aanbrengen van een dekselprofiel, bij voorkeur door middel van een snapverbinding, zijn de kanalen dan door middel van zich aan de binnenzijde van het profiel bevindende schotten volledig galvanisch van elkaar gescheiden, terwijl de kanaalwanden de verschillende leidinggroepen op hun plaats houden.
De vormgeving van het basisprofiel is 'zodanig, dat met behulp van een of meer veerkrachtige koppelstukken met een C-vormige doorsnede galvanisch gescheiden verbindin- gen tussen kanalen van verschillende basisprofielen gevormd kunnen worden, waarbij de dwarsafmetingen van deze koppelstukken zodanig zijn, dat deze in en/of op een kanaal van het basisprofiel kunnen worden geklemd.
Het kruisen van leidingen van verschillende groepen, welke leidingen zijn ondergebracht in verschillende kanalen, is met behulp van de koppelstukken met een C-vormige doorsnede zeer eenvoudig uitvoerbaar, waarbij steeds wordt voldaan aan de eis, dat de verschillende groepen zich in aparte ruimten moeten bevinden.
Het kokerstelsel volgens de uitvinding omvat verder verschillende andere hulpstukken, onder andere hulpstukken om de uiteinden van kokerdelen, die onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, met elkaar te verbinden. Dergelijke hulpstukken, die een dekselprofiel kunnen omgrijpen, omvatten vingers, die zijn voorzien van lippen, die zijn ingericht om achter het dekselprofiel te grijpen, en zijn bijzonder gemakkelijk met de hand aan te brengen, maar slechts met behulp van gereedschap te demonteren.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:
Fig. 1 een aanzicht in perspectief van een basisprofiel volgens de uitvinding;
Fig. 2 een aanzicht in perspectief van een dekselprofiel volgens de uitvinding;
Fig. 3a een aanzicht in perspectief van het basisprofiel volgens fig. 1, waarbij een koppelstuk met een C-vormige doorsnede in een kanaal is aangebracht;
Fig. 3b een aanzicht in perspectief van het basisprofiel volgens fig. 1, waarbij een koppelstuk met een C-vormige doorsnede op een kanaal is aangebracht;
Fig. 4a een bovenaanzicht van een hoekverbindings-stuk voor het basis- en het dekselprofiel volgens de uitvinding;
Fig. 4b een zijaanzicht en gedeeltelijke doorsnede van het hoekverbindingsstuk volgens fig. 4a*;
Fig. 4c een onderaanzicht van het hoekverbindingsstuk volgens fig. 4a;
Fig. 5 een deeldoorsnede op vergrote schaal van het basisprofiel volgens fig. 1, het dekselprofiel volgens fig, 2 en het hoekverbindingsstuk volgens fig. 4b;
Fig. 6a een vooraanzicht van een hulpstuk voor het afdekken van een aansluitdoos of dergelijke;
Fig. 6b een doorsnede van het afdekhulpstuk volgens de lijn VI-VI van fig. 6a;
Fig. 6c ee^i aanzicht in perspectié: van detail VI' van fig. 6b;
Fig. 7a een bovenaanzicht van een grondplaathulpstuk;
Fig. 7b een zijaanzicht van het grondplaathulpstuk volgens fig. 7a;
Fig. 7c een ander zijaanzicht van het grondplaathulpstuk volgens fig. 7a, gedeeltelijk in doorsnede;
Fig. 8a een bovenaanzicht van een dubbel lasdooshulpstuk;
Fig. 8b een zijaanzicht van het lasdooshulpstuk volgens fig. 8a, gedeeltelijk in doorsnede volgens de lijn VII-VII; en
Fig. 8£ een ander zijaanzicht van het lasdooshulpstuk volgens fig. 8a.
In de figuren worden onderdelen met gelijke aard en functie aangeduid met gelijke verwijzingscijfers.
Fig. 1 toont een gedeelte van een langwerpig basisprofiel 2, dat drie buisvormige, aan een zijde open kanalen 3 draagt, elk gevormd door de bodem 4 van het basisprofiel 2 en gebogen wanden 6 en 8, 6' en 8', en 6" en 8". Randen 10, 12, 10', 12', 10" en 12" van de respectieve gebogen wanden 6, 8, 6', 8', 6" en 8" zijn ter weerszijden van de open zijde van het desbetreffende kanaal 3 naar binnen gebogen.
In de bodem 4 van het basisprofiel 2 zijn in de beide buitenste kanalen 3 op regelmatige afstanden sleufgaten 14, verlopend in de langsrichting van het basisprofiel 2, afgewisseld door sleufgaten 16, verlopend in de dwars-richting van het basisprofiel 2, aangebracht ter bevestiging van het basisprofiel 2 op een ondergrond, bijvoorbeeld een muur. Hierbij zorgt een profilering 18 aan de onderzijde van het basisprofiel 2 voor een verhoogde weerstand tegen verschuiven van het basisprofiel 2 in de dwarsrichting.
Het is uiteraard ook mogelijk de sleufgaten in de bodem 4 tussen de kanalen 3 aan te brengen, of gaten met een andere configuratie te gebruiken.
Het basisprofiel 2 bezit verder aan weerszijden over de gehele lengte verende, naar de bodem 4 omgezette eindranden 20.
Fig. 2 toont een gedeelte van een bij het basisprofiel 2 behorend langwerpig dekselprofiel 22, dat een in hoofdzaak U-vormige doorsnede heeft. Het dekselprofiel 22 bezit aan weerszijden over de gehele lengte haakranden 24, die enigszins opzij kunnen veren. De afstand tussen de beide zijwanden van het dekselprofiel 22 is zodanig gekozen, dat zij overeenkomt met of enigszins kleiner is dan de afstand, gemeten over de beide eindranden 20 van het basisprofiel 2. Indien nu het dekselprofiel 22 over het basisprofiel 2 wordt gedrukt, hetgeen zonder veel moeite met de hand kan worden verricht, grijpen de haakranden 24 onder de eindranden 20, waardoor een vaste, slechts met behulp van gereedschap los te nemen verbinding tussen beide profielen ontstaat en een gesloten koker wordt gevormd.
Het dekselprofiel 22 is voorts voorzien van in de langsrichting verlopende schotten 26 en 28. De onderrand van de beide schotten 26 rust na het tot stand brengen van de verbinding tussen het basisprofiel 2 en het dekselprofiel 22 op een aanslagvlak 30, dat deel uitmaakt van de bodem 4 van het basisprofiel 2, waardoor de verbinding wordt gefixeerd. De beide schotten 28 zijn zodanig geplaatst, dat zij na het vormen van de voornoemde verbinding in de ruimte tussen de naburige kanalen 3 vallen, dat wil zeggen tussen de gebogen wanden 6' en 8, resp. 6" en 8'.
Aldus worden na het onderling verbinden van het basisprofiel 2 en het dekselprofiel 22 afzonderlijke ruimten gevormd, waarin leidingen van verschillende groepen gelegd kunnen worden, welke leidingen zodanig geheel galvanisch van elkaar zijn gescheiden, dat elke onderlinge aanraking is uitgesloten en een voldoende lange kruipweg aanwezig is. Eventueel kunnen de ruimten tussen elke zijwand van het dekselprofiel 22 en het zich direkt daarnaast bevindende schot 26 benut worden voor het leggen van bijvoorbeeld zwakstroomleidingen, zoals telefoonkabels, belleidingen of antennekabe1s.
Fig. 3a illustreert hoe met behulp van een koppelstuk 32 van een veerkrachtig materiaal met een C-vormige doorsnede op eenvoudige wijze een verbinding tot stand kan worden gebracht tussen de kanalen 3 van verschillende stukken basisprofiel 2. Het koppelstuk 32 is voorzien van breuklijnen 34, bijvoorbeeld aan de buitenzijde, waardoor het bij benadering op de gewenste lengte kan worden afgebroken.
Het op deze manier verkregen koppelstuk 32 kan direkt in een kanaal 3 worden geschoven of in de kanaalopening worden gedrukt en vormt zo als het ware een verlengstuk van het kanaal 3, dat weer in een kanaal 3 van een volgende basisprofiel kan worden geschoven of in de kanaalopening kan worden gedrukt. De randen 10' en 12' verhinderen verdraaiing van het koppelstuk 32.
Fig. 3b illustreert een tweede opstelling van het koppelstuk 32, die bijvoorbeeld wordt toegepast indien leidingen van een eerste groep gekruist moeten worden met leidingen van een tweede groep. In een dergelijk geval wordt het kanaal 3 met de leidingen van een van de beide groepen aan de kanaalopeningszijde over een vooraf bepaalde afstand afgesloten met het voornoemde koppelstuk 32 met een C-vormige doorsnede, dat nu echter op de gebogen wanden 6' en 8' van het kanaal 3 wordt geklemd. Dit is mogelijk indien het koppelstuk 32 is vervaardigd uit enigszins veerkrachtig materiaal. De kruisende leidingen kunnen nu zonder bezwaar over het koppelstuk 32 gelegd worden.
Opgemerkt wordt nog, dat de toepassing van het koppelstuk 32 op de wijze van fig. 3b op een willekeurige plaats van een basisprofiel 2 kan plaatsvinden. Daarnaast kan een op een dergelijke wijze aangebracht stuk koppelstuk 32 dienen voor het vasthouden van de leidingen in het desbetreffende kanaal 3, bijvoorbeeld wanneer het basisprofiel op een wand is gemonteerd, waarbij het gevaar bestaat, dat de leidingen door de kanaalopening uit het kanaal 3 vallen.
Uiteraard is het tevens mogelijk de toepassingen van het koppelstuk 32 volgens de fig. 3a en 3b te combineren, waarmee door twee in elkaar gelegen koppelstukken 32 een gesloten kanaal wordt gevormd.
Fig. 4a, 4b en 4c tonen verschillende aanzichten van een hoekverbindingsstuk 36, dat representatief is voor diverse andere, niet getoonde hoekverbindingsstukken.
Het hoekverbindingsstuk 36 dient voor het maken van een verbinding tussen twee loodrecht op elkaar staande kokers en grijpt daartoe om de einden van de dekselprofielen 22 heen. Voor het verkrijgen van een gemakkelijk met de hand tot stand te brengen klemverbinding tussen het hoekver-bindingsstuk 36 en de beide kokers is het hoekverbindingsstuk 36 voorzien van vingers 38 en lippen 40 en 42. Het hoekverbindingsstuk 36 wordt bij montage over de uiteinden van de beide kokers gedrukt, waarbij de vingers 38 zijwaarts uitbuigen, totdat de lippen 40, 42 onder de haakrand 24 van het dekselprofiel 22 kunnen snappen, waarvoor voldoende ruimte aanwezig is.
Deze bevestigingswijze wordt toegelicht aan de hand van fig. 5, waarin een doorsnede van het hoekverbindingsstuk 36 volgens de lijn IV-IV is afgebeeld. Fig. 5 spreekt verder voor zichzelf.
Voor het functioneren van de lippen 42 dienen de beide kokereinden in verstek te zijn ingekort, bijvoorbeeld langs een lijn 43.
De lippen 40 zorgen ervoor dat demontage van het daarmee uitgeruste element uitsluitend met behulp van gereedschap kan geschieden, bijvoorbeeld met een schroeve-draaier, waarmee, steunend op het dekselprofiel 22, een vinger 38 kan worden opgelicht, waardoor de lip 40 niet langer achter de haakrand 24 van het dekselprofiel 22 haakt, en het element kan worden weggenomen.
Verder zijn in de fig. 4b en 4c breekpoorten 44 afgebeeld, waardoor het hoekverbindingsstuk 36 verschillende extra mogelijkheden biedt voor het maken van aansluitingen en aftakkingen.
Fig. 6a en 6b tonen aanzichten van een afdekhulpstuk 46, dat is bestemd voor het afdekken van een naast een koker geplaatste las- en/of verbindings- of aansluitdoos. Evenals het hoekverbindingsstuk 36 is het afdekhulpstuk 46 voorzien van vingers 38 met lippen 40, echter aan slechts een zijde van de koker. In de opening van het afdekhulpstuk 46 zijn twee verende haakelementen 48 gevormd, waarvan er in fig. 6c een in perspectivisch aanzicht wordt getoond.
Deze haakelementen 48|cunnen in holten van een nog te beschrijven grondplaathulpstuk grijpen, bijvoorbeeld holten 52 van een grondplaathulpstuk 50 van fig. 7b.
Het grondplaathulpstuk 50, dat in fig. 7a, 7b en 7c in verschillende aanzichten is getoond, is bestemd voor het maken van aansluitingen of lassen en wordt naast een koker aangebracht. De montage vindt plaats door het grondplaathulpstuk 50 met de haak 54 onder een eindrand 20 van een basisprofiel 2 te plaatsen, waarna het grondplaathulpstuk 50 op een ondergrond wordt bevestigd, bijvoorbeeld door middel van schroeven in sleuven 56.
Het grondplaathulpstuk 50 is voorts voorzien van bussen 58, waarin schroeven voor de bevestiging van een afdekplaat of een stekerbuselement kunnen worden gedraaid.
Verder zijn als aanslag dienende nokken 60 aangebracht, die vallen in uitsparingen 62 in een houderhulpstuk 46 bij het over een grondplaathulpstuk 50 aanbrengen van een afdekhulpstuk 46.
Tenslotte bezit het grondplaathulpstuk 50 verende haakelementen 64 en wanden 66 voor het door middel van een snapverbinding bevestigen van insteeklasverbinders 68. Alle voornoemde snapverbindingen, waarbij haken worden toegepast, zijn zeer gemakkelijk met de hand tot stand te brengen, maar uitsluitend met behulp van gereedschap te verbreken.
Fig. 8a, 8b en 8c tonen verschillende aanzichten van een dubbel lasdooshulpstuk 70, bestemd voor montage op een basispröfiel 2 volgens de uitvinding, waarbij dan de bodem 72 zich bevindt in een positie die anders door het bovenvlak van het dekselprofiel 22 wordt ingenomen.
De bodem 72 bezit, evenals het bovenvlak van het dekselprof iel 22, aangevormde schotten 74 en 76, die dezelfde funktie als de schotten 26 en 28 hebben. Het lasdooshulpstuk 70 wordt op een ondergrond bevestigd door middel van schroeven, die door gaten 78 en gaten in het basisprofiel 2 worden gestoken. De plaats van de gaten 78 is zodanig gekozen, dat de onderliggende gaten in het basisprofiel 2 tussen de kanalen 3 daarvan zijn gelegen, waardoor geen gevaar bestaat voor beschadiging van leidingen bij de montage van het lasdooshulpstuk 70. Uiteraard is elk schot 76 op de plaats van de gaten 78 onderbroken.
Fig. 8b en 8c tonen verder breekpoorten 80, die gesitueerd zijn boven de kanalen 3 in het basisprofiel 2, waardoor selektief aftakkingen van een bepaald kanaal 3 kunnen worden gemaakt onder instandhouding van de galvanische scheiding tot de overige kanalen 3. De laatstgenoemde figuren tonen tenslotte middelen 82 voor de bevestiging van elementen, bijvoorbeeld een afdekplaat, op het lasdooshulpstuk 70. Een dergelijke afdekplaat vervangt de ter plaatse ontbrekende beide zijwanden van het dekselprofiel 2 en zorgt er verder voor, dat het lasdooshulpstuk 70 zich in een afgesloten ruimte bevindt.
Claims (8)
1. Kokerstelsel voor elektrische leidingen, in het bijzonder van verschillende groepen, omvattende een basisprofiel en een losneembaar daarmee verbindbaar dekselprofiel, met het kenmerk, dat het basisprofiel (2) een aantal in langsrichting van de bodem (4) daarvan uitgaande, opstaande, convex gebogen wanden omvat, welke buisvormige en aan de van de bodem (4) afgekeerde zijde open kanalen (3) bepalen, en dat van het dekselprofiel (22) een aantal in de langsrichting verlopende schotten (26, 28) uitgaan, welke zich in de gemonteerde toestand van het dekselprofiel (22) tussen de kanalen (3) bevinden.
2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het basisprofiel (2) aan de langsranden twee omgezette eindranden (20) draagt, waaromheen aan het dekselprofiel (22) gevormde haakranden (24) klemmend kunnen grijpen.
3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een als een langwerpig, veerkrachtig koppelstuk (32) met een C-vormige doorsnede uitgevoerd hulpstuk, waarvan de dwarsafmetingen zodanig zijn, dat het koppelstuk (32) in en/of op een kanaal (3) van het basisprofiel (2) kan worden geklemd.
4. Stelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het koppelstuk (32) is voorzien van in de dwarsrichting daarvan verlopende breuklijnen (34).
5. Stelsel volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door hulpstukken (36, 46), die een dekselprofiel (22) kunnen omgrijpen, waarbij deze hulpstukken (36, 46) vingers (38) omvatten, die zijn voorzien van lippen (40), die zijn ingericht om achter het dekselprofiel (22) te grijpen.
6. Stelsel volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een las- en/of verbindingshulpstuk (70), waarvan de bodem (72) met de daarmee verbonden schotten (74, 76) kan fungeren als het bovenvlak van het dekselprofiel (22), en waarvan de bodem (72) is voorzien van boven de kanalen (3) aangebrachte breekpoorten (80).
7. Stelsel volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een las- en/of verbindingshulpstuk (50), dat wordt gemonteerd naast het basisprofiel (2) en is voorzien van een haak (54), welke grijpt achter een eindrand (20) van het basisprofiel (2).
8. Stelsel volgens conclusies 6-7, met het kenmerk, dat het las- en/of verbindingshulpstuk (50,70) een haak-element (64) bezit, waarachter een lasverbinder (68) geklemd kan worden.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8901136A NL8901136A (nl) | 1989-05-03 | 1989-05-03 | Kokerstelsel voor elektrische leidingen, en hulpstukken voor een dergelijk stelsel. |
DE1990605513 DE69005513T2 (de) | 1989-05-03 | 1990-04-25 | Kanalsystem für elektrische Leitungen und Hilfselemente dafür. |
EP19900201049 EP0396181B1 (en) | 1989-05-03 | 1990-04-25 | Duct system for electric leads, and auxiliary elements for such a system |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8901136A NL8901136A (nl) | 1989-05-03 | 1989-05-03 | Kokerstelsel voor elektrische leidingen, en hulpstukken voor een dergelijk stelsel. |
NL8901136 | 1989-05-03 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8901136A true NL8901136A (nl) | 1990-12-03 |
Family
ID=19854604
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8901136A NL8901136A (nl) | 1989-05-03 | 1989-05-03 | Kokerstelsel voor elektrische leidingen, en hulpstukken voor een dergelijk stelsel. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0396181B1 (nl) |
DE (1) | DE69005513T2 (nl) |
NL (1) | NL8901136A (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20110030832A1 (en) | 2009-08-06 | 2011-02-10 | 3M Innovative Properties Company | Adhesive backed ducts for cabling applications |
JP6858638B2 (ja) * | 2017-05-24 | 2021-04-14 | 未来工業株式会社 | 保護カバー接続体、及びその組付け構造 |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2593973B1 (fr) * | 1986-02-03 | 1990-12-21 | Legrand Sa | Moulure ou autre conduit, notamment pour conducteur(s) electrique(s) |
SE457824B (sv) * | 1987-06-26 | 1989-01-30 | Hans Claesson | Anordning vid oeppna profilstycken |
-
1989
- 1989-05-03 NL NL8901136A patent/NL8901136A/nl not_active Application Discontinuation
-
1990
- 1990-04-25 EP EP19900201049 patent/EP0396181B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1990-04-25 DE DE1990605513 patent/DE69005513T2/de not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0396181A1 (en) | 1990-11-07 |
DE69005513D1 (de) | 1994-02-10 |
DE69005513T2 (de) | 1994-04-21 |
EP0396181B1 (en) | 1993-12-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6637704B2 (en) | Flexible cable support apparatus and method | |
US2316166A (en) | Wiring duct | |
DE60122455D1 (de) | Verbinder für ein semirigides Koaxialkabel | |
DE60044406D1 (de) | U-förmiger Anschluss für ein Koaxialkabel | |
CA3207774A1 (en) | Mounting bracket for electrical or communication device | |
RU2431911C1 (ru) | Решетчатый желоб, соединение решетчатых желобов и способ изготовления такого решетчатого желоба | |
DE69602447D1 (de) | Modularsteckdosenaufbau für netzwerkanschluss | |
US6460812B1 (en) | Flexible cable support apparatus and method | |
DE59905125D1 (de) | Verbindungselement für ein koaxiales Hochfrequenz-Kabel | |
GB2524367A (en) | Coupling for wire-mesh cable tray sections and a wire-mesh cable tray section | |
NL8901136A (nl) | Kokerstelsel voor elektrische leidingen, en hulpstukken voor een dergelijk stelsel. | |
EP1249912A1 (en) | Cable-trough joint | |
US20180309275A1 (en) | Bendable Tray Section | |
NL8303438A (nl) | Inrichting voor het installeren van electrische leidingen in gebouwen. | |
RU2004119429A (ru) | Зажим для крепления удлиненной детали и применение такого зажима | |
DE59900895D1 (de) | Winkelförmige Leitungseinführung mit einer Trennstelle zwischen den beiden Schenkeln | |
JPH06504180A (ja) | ケーブルトレイ装置及びその接続具 | |
JP4124908B2 (ja) | 営巣防止具 | |
JP3198307B2 (ja) | ケーブルハーネス布設装置 | |
NL8201051A (nl) | Samenstel voor het vormen van een plafond. | |
EP0599634B1 (en) | A device for coupling cable tray components | |
DE60138777D1 (de) | Adapter zur Verbindung von zwei Kabelrinnen an jeder Seite einer aufgehängten Decke | |
EP0301658B1 (fr) | Elément de couplage pour faux-plafonds | |
DE50010745D1 (de) | Schlauchdrahtklemmanordnung | |
NL1018079C2 (nl) | Groepenkast. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |